ramplbij gewerkt
opgehaald om aan de zeedijk te werken, om de geslagen bressen met
zandzakken te versterken.
Rond twaalf uur reden wij naar Hoekhof (boerderij van mijn
ouders) om te eten en er overleg te plegen en om naar het nieuws
te luisteren.
De radionieuwsdienst bleef continu in de lucht. Het aantal
slachtoffers bleef groeien en het bedreigde gebied werd steeds
groter. Omdat verdrinkingsgevaar op de Palmhoeve (hoeve van
Matty) groter was dan op Hoekhof, besloten wij de levende have
naar Hoekhof over te brengen. Na het eten begonnen wij er direct
mee. Gelukkig had ik hulp van mijn vader, broer en een knecht.
De dieren hadden geen zin om hun warme stal te verlaten. Zodra
zij in de storm, regen en sneeuwbuien kwamen wilden zij weer
terug naar hun stal. Na veel tijd hadden we de hele kudde op de
weg onder controle. Het leek de uittocht van Mozes uit Egypte
wel
Rond drie uur arriveerden we op Hoekhof. Daar er voor al het vee
in de schuur geen ruimte was, moesten de meeste dieren buiten op d
e mestvaalt
blijven. Tijdens onze evacuatie zagen wij een Dakota-vliegtuig
heel langzaam vanaf Zierikzee richting Vlissingen vliegen. Die
is voor verkenning op uitgestuurd, dachten wijAchteraf waren
het verslaggevers en fotograven. Ook zagen wij dat bij de
Zandhoek mensen de beschadigingen repareerden en dat er
regelmatig water over de dijk kwam. Om een uur of half vijf zou
het vloed zijn en dan zou blijken of de zee de kracht zou hebben
om terug te nemen, wat zij ongeveer driehonderdvijftig jaar
geleden aan de mens verloren had.
Inmiddels was de dijkbaas van de Oud-en Nieuw
Noordbevelandpolders de heer Sinke, naar Hoekhof gekomen om mij
en mijn broer te vragen om de bewaking van de Zuiddijk van ons
tot Krijn Janse) op ons te nemen. Het water in de Frederikspolder
was nog steeds aan het stijgen en het gevaar voor ondermijning
was erg groot. Konijnenholen, muizen- en mollengaten, vormden
een gevaar. Met mijn broer regelde ik de wachttijden, zorgden we
voor zaklantaarns en warme kleding en rubberlaarzen. Wij
bespraken de naar ons oordeel zwakste plekken. Als kinderen
hadden wij aan de dijk gespeeld, wij wisten waar er altijd
konijnen zaten. Aan het onkruid konden wij zien of de dijk uit
zand of klei bestond. Deze bekendheid was een groot voordeel,
waardoor wij gericht onze controle konden doen. Vooral in de
nacht
Na zes uur savonds kregen wij wel wat meer vertrouwen. De dijken
hielden het nog steeds Wel steeg nog steeds het water
langs de Zuiddijk. Wij plaatsten merkstokken, maar de stijging
ging langzaam, enkele centimeters per uur en de wind was vanaf
de dijk. Nog steeds waaide het zeer hard, maar van zware storm
konden we niet meer spreken. Wel waren er met buien hevige
windstoten. De vermoeidheid ging ons parten spelen, maar in de
rustpauzes kwam van slapen niets terecht. De gedachten aan al die
mensen die verdronken waren verdrongen de slaap. Het vee lag
te slapen op de mestvaalt in de luwte van een stroklamp
Pagina 5