ramplbij gewerkt
VERHAAL VAN TONNY VAN DER WEELE OVER DE WATERSNOODRAMP VAN 1953.
Januari/februari 1953.
Voor het 333 bataljon Stoottroepen kwam het einde van de
diensttijd al aardig in zicht. De grote oefeningen waren afgerond
en de legerleiding deed alle moeite ons nog een beetje bezig te
houden. De barakken in Oirschot waren van niet al te beste
kwaliteit. Mijn slaapplaats was net voor een raam waar door de
wind vrij naar binnen kon komen. Dat resulteerde in een flinke
verkoudheid tot een bronchitis. Ik liep er al een paar dagen mee
rond en probeerde me zo goed mogelijk te houden om wel met verlof
te kunnen. Dat is mij gelukkig gelukt. Ik was wel behoorlijk ziek
toen ik thuis kwam. S'Maandags meldde ik me ziek en liet de
huisarts komen. Die schreef me rust en medicijnen voor. Na
veertien dagen was ik koortsvrij en zou op maandag 2 februari naar
mijn onderdeel terugkeren.
De laatste week van januari stormde het iedere dag uit het
noordwesten en was het niet erg aanlokkelijk om naar buiten te
gaan. Ik zou de bronchitis zo weer terug krijgen. Mijn ouders
hadden een boerderij in het zuidwesten van de Nieuw-
Noordbevelandpolder en niet ver daar vandaan woonde mijn meisje
met haar ouders, ongeveer 700 meter van de Oosterschelde, midden
in het polderlandschap. De zeedijk kende diverse zwakke plekken
en bij zware stormen uit het noordwesten was daar de toestand
diverse keren bedreigend geweest. De moeder van mijn meisje was
in die dagen opgenomen in het ziekenhuis in Goes en haar vader
had besloten om zich te laten opereren aan een breuk. Hij zag
daar al jaren tegenop. Het was winter en dus rustig op de
boerderij
Zaterdagmorgen 31 januari brachten Matty (mijn meisje) en ik hem
naar het ziekenhuis in Goes en ze zeiden daar dat hij a.s. maandag
onder het mes zou gaan.
s'Middags verzorgden wij het vee. Vier of vijf melkkoeien, zes
of zeven stuks mestvee, en vier paarden. Het leerlingknechtje
Levien Huibrechts (veertien jaar oud) was vrij en zou s'maandags
het vee weer verzorgen. Wij haasten ons om savonds om zes uur
de veerboot Kortgene-Wolfaartsdijk, van het eiland te halen. We
zouden in Goes op ziekenbezoek gaan.
De storm was aangewakkerd tot orkaankracht, maar de auto van het
merk Opel Olympia, die van Matty's vader was, schoot met weinig
gas vooruit. Bij de veerpont was flinke beroering onder het
personeel. Ze maakten ons er op attent dat het laag water was,
maar dat het water het niveau had van hoog water. Als we nog
terug wilden moesten we niet lang weg blijven omdat de
toegangsdam onder water zou komen staan. Dat kwam wel eens meer
voor bij extreem hoog water.
Na een kort bezoek in het ziekenhuis gingen wij weer snel huiswaar
ts. Vanaf Goes reden we pal tegen de orkaan in. De Opel kwam
alleen in de tweede versnelling vooruit en wij vreesden bij
zijwind tussen Goes en Wolfaartsdijk van de dijk te worden
geblazen. Het water stond nu gelijk met de veerdam en de pont had
Pagina 1