ramplbij gewerkt dan de vorige nachten. De stroom was sterk, dat zag je aan de kringen achter de bomen langs de weg. De bumper verdween onder water, maar daar kon een G.M.C. wel tegen. Omdat ik de colonne wilde inhalen was mijn snelheid te hoog en veroorzaakte de bumper dat het water teveel werd opgestuwd en er een boeggolf ontstond. Toen die terug klapte tegen de motorkap kwam de motor stil te staan. De ontsteking was natgeslagen. Snel deed ik de lichten uit om de accu te sparen. Maar de motor wilde niet meer aanslaan. Er zat niets anders op dan de motorkap te openen en de ontsteking droog te maken. Dat was een hele klus in het donker. Mijn passagiers waren bang en dat werd er niet beter op, toen mijn wagen stukje bij beetje door de sterke stroom voelden verschuiven naar de kant waar een sloot was. De vrouwen konden hun mond niet meer stil houden en ik hoorde achterin de laadbak gegilDe mannen probeerden de vrouwen te kalmeren. Ik riep dat ik het wel zou kunnen verhelpen, maar omdat je de auto weer voelde schuiven, had dat geen enkele invloed. Na ongeveer tien minuten zat ik weer achter het stuur en starte de motor in een keer, tot grote opluchting van mijn passagiers en niet in het minst van mijzelf. a Die zelfde nacht gebeurden er meer nare dingen. Rond half twee reden wij onze legerwagens met hun kant naar de spoordijk om zandzakken te laden. Het was inmiddels mistig geworden en toen ik de motor had gestopt en uit de cabine stapte, hoorde ik een anderhalf tonner met grote snelheid vanuit de richting Bergen op Zoom naderen. De G.M.C. s stonden nog voor meer dan de helft dwars op de weg. Een botsing was onvermijdelijk. De truck botste in volle vaart op de G.M.C. en de laders die juist aan het instappen waren, of net in de laadbak waren, werden met geweld op het wegdek gesmeten. Wij waren direct bij het ongeval om hulp te verlenen. Vier soldaten lagen op het wegdek, enkelen waren bewusteloos. De chauffeur van de legertruck kon nog net zelf uit zijn cabine kruipen en klaagde over pijn in de borst. Een uurtje later zijn de gewonden afgevoerd en gingen de resterende G.M.C.'s verder met het transporteren van de zandzakken. (1993, ja veertig jaar later was ik adressen aan het bellen om leden voor de Boss te werven... Ik belde iemand uit Waterlandkerkje, de heeren hij vertelde mij dat hij in 1953 gewond was geraakt op de Kreekkrakdam. Ik vertelde hem wat details en hij was stomverbaasd dat ik dat zo goed wist. Ik zei hem dat ik hem bewusteloos had zien liggen. Hij zei dat hij zijn sleutelbeen had gebroken en hij had ook een hersenschudding opgelopen. Zo zie je maar weer, dat sommige gebeurtenissen vele jaren later weer ter sprake kunnen komen.) De springvloed had die nacht onze nooddijk op vele plaatsen overstroomd en weer enkele lagen zandzakken weggeslagen. In een weggetje (de Valkenisseweg) in Rilland zat een hele grote put in de weg. De plaats wisten wij zeer goed; tegenover een doorgang in een heggetje van een tuin. Zodoende konden wij er net naast rijden. Doordat het heggetje nu helemaal onder water stond, en Pagina 16

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1953 | | pagina 41