ramplbijgewerkt
het ook nog mistig was, en zelf door slaap en emoties niet goed
oplette, reed ik precies in de put. Een hevige klap deed het
stuur uit mijn handen slaan. De gevolgen waren wekenlang een
pijnlijke pols.
Een vijfhonderd meter verder, op het kruispunt schuin tegenover
een kerkje, stond een politieman op een partijtje zandzakken.
Waarvoor hij daar stond is mij nooit duidelijk geweest, maar die
nacht waren zijn zandzakken overspoeld en reed heel langzaam
langs hem geen om te voorkomen dat zijn laarzen vol water zouden
lopen. Ik maakte gebaren of hij niet in de cabine wilde komen,
maar hij gebaarde dat ik door moest rijden. Het was een heel
plichtsgetrouwe dienaar. Op het kruispunt aangekomen moesten wij
een tijd wachten om achteruit de dam op te rijden. De dam stond
nog onder water. Pas nadat het water was gezakt, konden wij
beginnen met lossen in de gaten die weer ontstaan waren. Wij
hadden inmiddels koffie met rum gekregen. Heerlijk warm werd je
daarvan
Toen het licht werd konden wij de schade overzien. We werden
afgelost door een ander onderdeel. Een poosje slapen en savonds
werden we naar Oirschot gereden. Voordat wij op de strozak konden
kruipen, hoorden wij dat wij het weekend met verlof zouden gaan
en de volgende morgen er een inspectie zou zijn. Ondanks onze
vermoeidheid probeerden wij nog voor het slapen gaan onze
schoenen te poetsen, daar wij vreesden dat er zaterdagmorgen geen
tijd voor zou zijn vanwege een bespreking met de M.T.O. officier.
Rond tien uur moesten wij op onze kamer zijn voor de inspectie.
En ja hoor, het was goed fout. Op onze schoenen waren kringen van
het zoute water ontstaan. Luitenant den Hollander liet velen met
het zelfde euvel om een uur weer in houding staan voor een
her inspectie. De kans dat ik die dag nog thuis kon komen was
nagenoeg verkeken. Wij voelden ons zeer genomen en het respect
van deze officier was daardoor naar een absoluut dieptepunt
gedaald. Dit had tot gevolg dat in dat weekend mijn ouders op mij
moeten inpraten om s'maandags toch terug te reizen. Ik had nog
zes weken diensttijd voor de boeg om af te zwaaien, dus ik kon
het me niet veroorloven om in het rampgebied te blijven. Maar het
stuitte me ontzettend tegen de borst dat ik terug moest keren
naar een omgeving waar je als deserteur werd beschouwd en straf
kreeg voor doorweekte schoenen die zout waren uitgeslagen. Een
omgeving waar ze je bij nacht en ontij door de mist stuurden
terwijl het overdag helder en licht was. Het was voor mij
onbegrijpelijk dat de leiding je op deze manier kon behandelen.
Maar weer terug in de kazerne maakten wij ons in de komende weken
klaar om te gaan afzwaaien. Probleem was dat er tijdens de maand
februari veel uitrusting verloren was gegaan. Van de auto's
ontbraken bijlen, schoppen, ruitenwissers, sleepkabels etc. Voor
ieder verdwenen ding moesten er geloof ik, wel zes formulieren
worden ingevuld. Dat deed niemand graag. Gevolg was dat al die
onderdelen s'nachts van andere onderdelen werden weggehaald.
Alles wat los op de voertuigen zat, was zomaar ineens verdwenen,
s'Nachts nam ik daarom alle losse onderdelen mee naar een kast
in de barak.
Pagina 17