ramplbij gewerkt
na veel vertraging dan ook moeite om aan te meren. De bemanning
was er niet vrolijker op geworden en beweerde dat het
waarschijnlijk de laatste vaart van die avond zou zijn vanwege
de hoge waterstand. Met veel moeite konden we de pont nog
afrijden en zagen de golven over de dam slaan. Op de
laagste gedeelten stond het water al op de weg. Wij waren rond
half tien in Kortgene en zagen de feestende mensen in het
s'middags heropende nieuwe gemeentehuis. Wij reden naar de
boerderij Hoekhof, waar mijn ouders woonden, om er verslag te
doen. Wij kregen daar te horen dat het met dit weer beter was
geweest om thuis te blijven en daar waren we het wel mee eens.
Om half twaalf was het laatste nieuws op de radio te horen. Er
was melding van het stranden van een schip in de monding van de
Oosterschelde en men voorspelde dat de storm onverminderd aan zo
u
houden. Bij Bergen op Zoom waarschuwde men voor gevaarlijk hoog wa
ter. Bij ons dus gelukkig niet. We besloten
toch maar naar de Palmhoeve (de boerderij van Matty's ouders) te
gaan om direct het vee te kunnen losmaken als er eventueel een
doorbraak zou komen. Rond twaalf uur aangekomen op de boerderij
hebben we de veestapel geïnspecteerd met een petroleumlantaarn
Het vee was onrustig en de schuur kraakte als een oud zeilschip.
De blinden van de ramen van het huis waren al enkele dagen
vanwege de storm niet meer open geweest, en met de overgordijnen
dicht was het behaaglijk in huis. Toch gingen onze gedachten uit
naar dat schip dat op luttele kilometers van ons in moeilijkheden
was geraakt. We zeiden tegen elkaar "als dat maar goed afloopt,
Dit is verschrikkelijk weer."
We gingen direct naar bed en vielen al vrij spoedig in een diepe
slaap
Bruut gewekt.
Rond tien over drie werden we wakker door het geluid van een
wanhopig slaan met stokken of klompen op de blinden (luiken), die
voor de ramen zaten. "Wat kan dat nu zijn", was de eerste
gedachte die in een half slapend hoofd opkwam. Moest ik wel de
deur openen of niet? Was het een grap die iemand met een ons,
een ongetrouwd stel wilde uithalen? Of waren het de
schipbreukelingen die bij de zeedijk waren aangespoeld en
direct hulp nodig hadden?
Vlug trok ik wat kleren aan en opende de deur. Gelijk waaide onze
buurman Gerard Bom (gezworene van het waterschap) en de dijkgraaf
Arenthals naar binnen met de kreet; "Maak dat je weg komt want de
dijk staat
op doorbreken", en ze verdwenen direct de nacht weer in.
Verbouwereerd door deze waarschuwing ging ik direct Matty
waarschuwen en zei dat ze warme kleding aan moest trekken. Met
een zaklantaarn ging ik in de sloten van de weg kijken of er veel
water in stond. Dat viel nog mee. De auto zette ik dicht bij huis
om zo weg te kunnen vluchten. Ik zocht scherpe messen
op om het vee los te snijden en wij brachten voedsel en water
Pagina 2