15
Leningen. De schuld van het Waterschap bestaat uit:
A. Oude Schuld
1. Oude negotiatie van 120.800,— a 3 's jaars rente 3624,
2. Negotiatie van 1782 van 38.700,a 3 's jaars rente 1161,
3. Rente ten behoeve v. particulieren, hoofdsom 5876,45
a 2 117,58
4. Een rente van 1400,a 2 28,
5. Rente zonder kapitaal 138,40
Totaal kapitaal 166.776,45; totaal jaarlijkse rente 5068,98
Op deze schulden wordt niet afgelost volgens de resolutiën van
het Intermediair Administratief Bestuur van Zeeland, van 27
Februari en 23 Maart 1798, waarbij de calamiteyse polders in Zee
land zijn aangeschreven geen aflossingen meer te doen.
B. Nieuwe Schuld per 31 December 1953:
6. Conversielening ad 44.000,geplaatst in 1947 bij de Stich
ting Boaz Spaarbank te Bunnik, a 2^4 Aflossing in 1953
1000,schuldrest nihil.
7. Conversielening ad 526.000,geplaatst in 1947 bij de Nuts-
spaarbank te Kampen, a 2% Aflossing in 1953 35.000,
schuldrest 315.000,
8. Lening' oeverwerken ad 137.000,geplaatst in 1948 bij „De
Spaarbank" te Gorinchem, a 3 Aflossing in 1953 9000,
schuldrest 88.000,
9. Lening ontwateringsplan ad 500.000,geplaatst in 1948 bij
de Coöp. Centrale Raffeisenbank te Utrecht, a. 3 Aflossing
in 1953 27.000,—; schuldrest 389.000,
10. Lening ontwateringsplan ad 100.000,geplaatst in 1949 bij
de Pensioenraad der Ned. Herv. Kerk te 's-Gravenhage, a 3%
Aflossing in 1953 1000,schuldrest 96.000,
11. Lening' ontwateringsplan ad 50.000,geplaatst in 1949 bij de
Spaarbank te Dordrecht, a 3 Aflossing in 1953 2500,
schuldrest 40.000,—.
