26
m.i. meest noodzakelijke gedaan en de onderloopse betonglooiing
althans enigszins gestut.
Aan de Oostzijde van de Havendijk was een gat ontstaan, waar
door Groot-St. Jacobspolder, Bloois en Zuider-Nieuwland inun
deerden. Aan de dijk van de inlaag der eerstgenoemde polder
waren aan het binnenbeloop enkele kleine afschuivingen, terwijl
een afschuiving over de gehele lengte ontstaan was van de inlaag-
dijk af tot het einde van de havendijk. De dijk van de Vogelnol
af zuidwaarts had een groot gat van 30 meter lengte, doch alleen
boven de steenstrook. Aan de buitenzijde was veel schade aan de
ingewassen vilvoordse steen ontstaan.
3. Commissie van Plaatselijke Krachten
Op 3 Februari 1953 vond er ten stadhuize van Zierikzee een
bespreking plaats, alwaar werd medegedeeld, dat de Rijkswater
staat zou trachten de dijken te herstellen op kosten van 's Rijks
schatkist.
In afwachting daarvan gingen de plaatselijke technici samen
werken, waartoe het volgende organisatieschema werd opgesteld:
a. Coördinatie van de werkzaamheden voor geheel Schouwen-
Duiveland
S. W. Blok, Technisch Hoofdambtenaar bij de Rijkswaterstaat.
b. Plannen maken voor het dichten van de coupures in de buiten
dijken en de uitvoering daarvan:
Ir. C. Koning, districts-ingenieur van de Provinciale Water
staat;
J. F. Agema, waterstaatkundig ambtenaar le klasse bij de
Studiedienst Zeeuwse Stromen, die van Vlissingen per heli
copter naar Zierikzee was gekomen;
T. B. van der Straaten, Waterbouwkundige van het Waterschap
Schouwen.
c. Verdediging van de binnendijken van nog niet-geïnundeerde pol
ders en het dichtmaken der gaten in de binnendijken:
J. P. Overbeeke, Technisch Hoofdambtenaar van de Provinciale
Waterstaat.
d. Contact-man met de gemeentebesturen:
A. Argelo, directeur van de Centrale Dienst Noord-Zeeland te
Zierikzee.