Zuiderzee Wei'ken en geeft aanstonds het woord aan Ir. van de Wall. In zijn inleiding deelt Ir. van de Wall mede, dat de Minister van Verkeer en Waterstaat krachtens de Noodwet Dijkherstel 1953 grote bevoegdheden heeft en aan de Dienst Zuiderzee Werken het herstel van de buitendijken en van de aangewezen binnendijken op Schouwen-Duiveland heeft opgedragen. De grote lijn bij het dichten der gaten en het verzwaren der dijken is aldus, dat het verbeteren der binnendijken normaal ten laste der waterschappen komt; valt dit samen met of is dit nodig voor het herstel der dijksgaten, dan ten laste van het Rijk. Zo heeft de Minister beslist, dat de Schouwse dijk waterkerend zal worden gemaakt: kruinshoogte 5 m +N.A.P. en kruinsbreedte 3 meter. Dit werk zal nodig maken, dat percelen grond of huizen aangekocht moeten worden. Daaraan is nu eenmaal niet te ont komen. De Oude Dijk en de Rampartse dijk moeten zoveel mogelijk hersteld en versterkt worden. De Oude Dijk, die de polder Bruinisse thans beschermt, is uit waterloopkundig oogpunt niet zo belangrijk, waarom daaraan niet zoveel aandacht besteed wordt. Is er weer eens hoog water, dan zal deze dijk weer overlopen. Dat de polder Bruinisse droog gemalen wordt is uit waterstaatkundig oogpunt niet aan te be velen, daar bij overlopen, het verval dan groter is. Toch is hiertoe overgegaan om de landerijen mogelijkerwijs nog in cultuur te kun nen brengen. Overgaande tot bespreking der dijksgaten deelt Ir. van de Wall mede, dat de kleine gaten alle gedicht zijn. Open zijn nog 7 grote stroomgaten welke een zodanige omvang hebben als nog nooit hier te lande is voorgekomen. Bij de oorlogsinundatie van Walcheren stroomde door de gaten gezamenlijk een hoeveelheid van 100 millioen m3 per 6 uren, op Schouwen-Duiveland een kleine 200 millioen m3. Begrijpelijk, dat de opgave om al deze gaten nog dit jaar te dichten, een enorm zware taak betekent. De Langendijkse weg ligt te laag, deze zal verhoogd worden en gebracht tot boven hoog water. Dit is wel een groot, doch niet een moeilijk werk. De zeedijk van de polder Dreischor ligt thans minstens op 3 m

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 35