50 Dc belangstelling' van ons Vorstenhuis schraagde de door de ramp getroffenen om weer voorwaarts te gaan. Zo ook de belang stelling en het medeleven van Ministers en Kamerleden. Met de sluiting van Ouwerkerk is het dijkherstel nog niet ge ëindigd, daar onze zwaar beschadigde dijken nog versterking be hoeven, waaraan met kracht wordt gewerkt. Met enige zorg gaan we de winterperiode tegemoet, zodat waak zaamheid en paraatheid geboden blijft. Door het instellen van een bewakingsdienst en het gereed houden van materialen hoopt men grote calamiteiten te kunnen voor komen. We weten, dat onze veiligheid nog niet is verzekerd en als de tijd hiervoor volgend jaar gunstig is, zal het werk worden voort gezet. Vast omlijnd schijnen deze plannen nog niet te zijn en we zien ze met belangstelling tegemoet, omdat zij ten nauwste verband houden met het interne herstel. De dijkvallen te Koudekerke en Flaauwers hebben ons wel zeer verontrust. We kunnen ons echter niet voorstellen, dat ze niet in verband staan met de gevolgen van de ramp. Sedert 1886 zijn in Schouwen geen dijkvallen meer voorgekomen, waardoor we de hoop hebben, dat zij tot het verleden zullen be horen nu de oude toestand weergekeerd en daardoor het even wicht hersteld is. Nu zien sommigen in de enorme versterking van de Schouwse dijk een teken, dat deskundigen weinig vertrouwen hebben in Schouwens veiligheid. Zo ernstig lijkt het me echter niet en ook de inwoners komen zonder bedenking terug. Naar het ons voorkomt wordt met spoed gewerkt aan het Deltaplan, waarvan wij vanzelf met buitengewone belangstelling- de resultaten tegemoet zien en dat naar we hopen ons grotere veiligheid zal waarborgen. Schelphoek is afgesloten met voorlopig een verlies van ca. 230 ha cultuurgrond, wat ons zeer ter harte gaat. We zouden het dan ook betreuren indien nog meer cultuurgrond zou moeten worden geofferd om onze veiligheid te verhogen. Nu de dijken dicht zijn is het leed voor de bevolking nog niet geleden. We weten, dat de gevolgen van de ramp ruïneus zijn. Re aliseren we ons de arbeid diewacht, dan wordt het ons bang te moede.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 52