57
Ontvanger-Griffier van het Waterschap Schouwen, op vertoon van
hun uitnodigingskaart.
Ik dank U allen zeer voor Uw aanwezigheid en neem hiermede
afscheid van U, speciaal van die groep Zuiderzeewerkers, welke
ons eiland gaat verlaten,
l'k dank U.
Een tweetal gedichten werd ons nog ter hand gesteld om ten
tijde van de plaquette-uitreiking te worden voorgelezen.
Helaas ontbrak daartoe de tijd, waarom deze hier nog volgen.
DE DIJKEN ZIJN DICHT!!
Gij! mannen vol energie geladen,
Gebogen over schoppen en spaden,
In hitte, in koude, wind- en regenvlagen,
Zwoegend bij nachten en dagen.
Gij! mannen die bevelen en leiden,
Koortsachtig gebogen over bestekken en controlerend de getijden,
Gij mannen die varen en rijden,
Allen tezamen, het woelige water bestrijden.
Gij! mannen, onversaagd en zonder schromen,
Dank zij God, is de triomf gekomen.
Een gigantisch werk is door U verricht,
De dijken zijn dicht!!
Als een monument van Neerlands daadkracht,
[stug verrezen uit de vloed,
Die 't geweld der zeeën afsluit en het land herwinnen doet.
Voor het eindeloos lied der golven, door geen mensenkind verstaan,
Klinkt straks, heerlijk als een lofzang,
[het geruis van 't golvend goudgeel graan.
's-Gravenhage, 6 November 1953. M. SGHR.
23.57 uur.
LUCTOR ET EMERGO.
In 't dorpje hier, omringd door golven
Waar verwoest is huis en haard,
Heeft de wrede zee verzwolgen
Wat door geslachten was vergaard.
Hier en daar nog een paar resten
Van een huis, een schuur of stal