BEZOEKT
HAAMSTEDE
K.L.M. CAFE-RESTAURANT
BILLIJKE PRIJZEN
GEZELLIG TERRAS
Het eiland
HET
VLIEGVELD
De Plompetoren
van water en wind
FEUILLETON
nog wel uit
een andere
aan een
vaart terug fietsen, aangezien de honger
kent geen van beide, maar kan controleren.
Zo maakt iedereen zich verdienstelijk. Er
moet water gehaald worden en
twee putten, een met regen- en
met welwater. De putemmer zit
ketting en er is handigheid voor nodig om
op de diepte, waarop het wateroppervlak
zich bevindt, de vloeistof met één slag te
vatten. Boodschappen moeten gedaan wor
den. En de post komt, die ons nieuws brengt
uit een andere wereld. Brieven worden ge
heel gelezen, kranten ten dele, soms hele
maal niet. Ik ben een maand achter. Wat
deert het me, wat op een andere plek in
het wereldruim geschiedtIk kampeer
Nu begin ik op een nieuwe regel, want
het koffiedrinken zal gebeuren. We scharen
ons in een kring, de een op een stoel, een
ander op een kist, een derde op het gras,
terwijl in het midden tante Koosje op een
melkstoeltje als een levende totempaal troont.
Tante Koosje, ge kent haar toch allen?
Want zij is onze beschermvrouwe, die met
haar goede hart het kamp zegent. Ja, dat
koffiedrinken is onze morgenwijding.
Spoedig daarna volgt de middag maaltijd,
kerkgebouw bij te wonen, of om in den storm
nacht de klok te luiden, daarmede de be
woners oproepend dat gevaar dreigde voor
dijk en dorp
Onder in den toren hoort men de stem
van den tijd I In den Noordwestelijken
hoek bevindt zich de steenen trap, die vrij
steil en smal is.
Heerlijk lot was hem beschoren,
Restauratie werd volbracht
Onze oude Plompe Toren
Bleef gespaard voor 't nageslacht
Een Belvedère aan den
Zuiddijk van Schouwen
Als eenig overgebleven monument van
het in vroeger eeuw buitengedijkte dorp
Koudekerke, staat op een half uur afstand
van Haamstede gelegen, de Plompetoren,
bij eilandbewoner en vreemdeling bekend
als waarschuwend teeken om steeds en altijd
het oog te houden op den op den loer
liggenden waterwolf. Hij staat daar als eenig
overblijfsel van de dorpen, die, in de door
stormvloeden en dijkvallen beruchte 16e
eeuw, verzwolgen zijn. Sint Jacobskerke,
Zuidkerke en Brieskerke zijn geschiedenis
alleen Koudekerke bleef behouden, totdat
in 1581 de beschermende zeedijk dwars
door het dorp moest worden gelegd. Toen
was ook het lot van Koudekerke bezegeld.
Het grootste gedeelte van het plaatsje werd
buitengedijktalleen de toren bleef behou
den tot op den huidigen dag.
Als baken heeft het zijn tijd uitgediend,
maar nu dient hij, na de restauratie, die
zich eindelijk voltrokken heeft als Belvedère,
als uitkijktoren voor eilandbewoner en vreem
deling, die van den ouden trans kunnen
genieten van het schoone panorama dat
zich aan zijn voeten ontrolt.
Op een prettig autotochtje, eenige dagen
geleden, hielden we aan zijn voet stil, om
daar te mijmeren over vervlogen glorie en
schoonheid op dezen historischen grond,
toen ons oog getroffen werd door een bordje
naast de fraaien eiken deur, die den toegang
tot den toren afsluit. Voor 15 cent werd
een stevige sleutel gehuurd, om dit echt
Schouwsche monument eens te beklimmen
en, na opening van de toegangspoort, ston
den we onder in het monument, dat ons
van jongsaf heeft bekoord door zijn eigen-
aardigen bouw, zijn somberheid en zijn
eerbiedwaardigheid.
Hoevelen zijn die poort al niet doorgegaan
om den dienst, in het daarachter gelegen,
In 't gedruisch des winds verloren
Aan den breede Scheldeboord,
Staat de oude Plompe Toren
In een vredig, land’lijk oord.
Beeld uit lang vervlogen tijden.
Dat der eeuwen wiss’ling kent
Heugend van wanhopig strijden
Tegen 't woeste element.
Dien de tand des tijds niet spaarde,
Sloopend fundament en muur;
Maar nog steeds zijn vorm bewaarde.
Bouwwerk van veel eeuw en duur.
(V) ’k Was gebleven bij het tijdrovend
werk van het scheren, dat eiken morgen
terugkeert, zodat wij de zachte wangetjes
van zuigelingen hebben. Eigenlijk moesten
we daarbij belletjes blazen en kraaigeluidjes
maken. Maar dat zou weer niet overeen-
eenstemmen met de motor van zoveel paar-
dekrachten, waarmee een onzer het scheren
beoefent.
Ondertussen zijn ook de anderen op boven
geschetste wijze te voorschijn gekropen en
volgt bereids de ochtendmaaltijd. We kauwen
lang en hardnekkig. Ten eerste omdat de
doctoren het aanbevelen en ten twede om
het tempo te volgen, waarin al onze hande
lingen geschieden. Daarna zijn we een tijd
in dienst van moeder de vrouw en doen
dat ieder op zijn manier. De een schilt
aardappels, een ander droogt af, een derde
die op dezelfde wetenschappelijke manier
genuttigd wordt als die van ’s morgens. Na
het eten zijn we spoorloos verdwenen. De
tenten staan gesloten, als betreuren ze het
verscheiden van die daar binnen woonden.
Intussen zijn we op het strand of spartelen
in zee, waar we lange tijd doorbrengen.
Doch we keren terug. Want zeelucht en
zeewater bevorderen zeer de spijsvertering
en tegen den avond ziet men ons in snelle
En nu kom ik aan de plaats, waar deze
schetsen eindigen, ’t Is het laatste badnummer.
Het kamp bij den toren van tien jaar ge
leden heb ik wel ongeveer beschreven. In
later jaren hebben er jongelingen gekam
peerd, die dat gewijde plekje ontheiligd
kwelt. Een kleine avondwandeling wordt
gemaakt en we brengen een „stuitje” door
in de sociëteit van ome Johan en tante
Koosje, om na te praten over de beslomme
ringen van de afgelopen dag. We kruipen
de tent in, blazen de lamp uit en ik zeg
op zijn Twents tegen mijn vrouw ,,’k Bun
bliej da 'k ligge. Dat was weer 'n zoeren
dag”.
Dan volgen de nieuw aangebrachte ver
diepingen en uitstekende houten trappen,
totdat men den omgang bereikt, en dan
ontrolt, bij helder weer, een schitterend
panorama zich aan des kijkers oog.
In het Zuiden de groote plas der Schelde,
met aan den einder het silhouet van Zie-
rikzee, waarin de bonkige St. Lievensmonster
domineertverder de kustlijn van Noord
Beveland en daarachter de dom van Veere I
en haar beroemd stadhuis. Nog verderde
Lange Jan van Zeeland's hoofdstad. Dan
lucht en water! De breede Oosterschelde-
mond Daaraan aansluitend de vriendelijke
dorpen Haamstede, Burgh, Westenschouwen
en Burghsluis, de Westersche vuurtoren, die
7 September 100 jaar wordt; de duinen, i
de torens van het slot te Haamstede, in de I
verte, meer Noordwaarts, Renesse met haar
boschrijke omgeving, Serooskerke, Noord-
welle, de lage landen van Schouwen, met
hun met vee bewolkte weiden, Brouwers
haven, met zijn fraaie kerk En daarboven
welft zich de hemelkoepel, met wolkenfor
maties als alleen Zeeland en ook Schouwen
kent. Noode onttrokken we ons aan dit
fraaie schouwspel en sloopen de trap af, na
het luik, niet ongelijk aan de schuif van
een scheepskajuit, behoorlijk te hebben dicht
geschoven.
Schouwen is een attractie rijker
f