V. V. V.
Hoe ontstaat liet
lichten der zee?
H»H» Adverteerders
en
Doet uw voordeel
Vreemdelingehverkeèr
HOOGWATER
hebben
12.53
1.18
2.07
2.52
3.37
4.19
5.01
0.05
13.43
14.26
15.10
15.50
16.33
17.14
Theetuin Duinzicht
SOUVENIRS
L. C. Bom, B 8, Burgh
FIJN BROOD
alle mensen wijs
was een paradijs
No. 3
22 JULI 1949
in de week van 23 tot
Westenschouwen
Renesse
23
24
25
26
27
28
29
12.48
1.15
2.02
2.47
3.32
4.14
4.56
13.38
14.21
15.05
15.45
16.28
17.09
de eigenaren
BEZOEKT TE RENESSE
Dagelijks ijs verkrijgbaar. Prima
consumptie. Gezelschappen reductie
G. P. BEIJE, vlak bij het strand
KRUIDENIERSWAREN
DROGIST ARTIKELEN
galanteriën
STRANDARTIKELEN
TABAKSARTIKELEN
DE BADCOURANT verschijnt ge
durende de zomermaanden in Wes
telijk Schouwen, ten gerieve van de
badgasten en wordt iedere Vrijdag
gratis huis aan huis bezorgd door
de P.T.T.
Brengt Uw vacantie door in het
KAMPEERCENTRUM
„Bona Fide" en
„Wiihelminahoeve”
RENESSE (Zld) fa. Beije Co., tel. 2
De voornaamste lichtgevers zijn de j
diertjes van het „plankton”. Het was i
de geleerde Johannes Muller, die
Advertenties voor het volgend num
mer kunnen worden geplaatst mits
deze uiterlijk de Dinsdag vóór de
uitgifte in bezit zijn van de Uitgever,
Drukkerij Lakenman Ochtman,
Lange Nobelstraat A 171, Zierikzee
of van de heer P. Slager, Klooster-
weg 257, Haamstede, die tevens alle
mogelijke inlichtingen verstrekt.
en met 29 Juli
Uw adres voor
Beschuit, Gebak, Kruidenierswaren
is en blijft steeds
N. v. DONGEN
Telef. 53 - Hogeweg B 73 - Burgh
het eerst de kleine en kleinst le
vende organismen van de grote zee
onderzocht door met een glazen net
het water van de lichtende opper
vlakte te zeven. De diertjes, die hij
bij die gelegenheid ontdekte, noem
de hij „plankton”, een naam die
spoedig in alle talen burgerrecht
verkreeg.
Het grootste gedeelte van dit „plank
ton” bestaat uit larven en diertjes,
die in volwassen toestand tot de
„Benthos” - de op de zeegrond
vastzittende of op de bodem krui
pende dieren behoren ,doch vóór
die tijd frank en vrij in het water
rondzwemmen. Zij zijn meestal glas
helder en doorzichtig, zodat de licht
stralen ongehinderd door hun licha
men gaan.
Vaak hebben zij daarbij een blauwe
kleur en het blauw van de „Phy-
salia” en „Vellela” b.v. wedijvert
met het azuur van het zeewater. Bij
vele Plankton-diertjes zijn de ogen
en de uitmonding van de darm van
een zilverwit overtrek voorzien, dat
als zacht sterrenlicht glinstert in het
water.
In verband met de doorzichtigheid
van de meeste Plankton-diertjes
staat de teerheid en de waterrijk
dom van hun weefsel. Een „Centus
veneras” van 100 gram krimpt op
het droge tot lichaampjes van 3 gram
samen. Al het andere was water.
Daardoor bezitten de Plankton-dier
tjes ongeveer hetzelfde soortelijk
gewicht als zeewater, waarin zij
zich bewegen en door hun kracht
en zwemblaasjes kunnen zij zich op
elke diepte van de oceaan ophou
den. Een kleine samentrekking van
de luchtblaas is voldoende om het
diertje dadelijk zwaarder te maken
en langzaam in dieper water te doen
zinken, zodra het te heet of te
stormachtig wordt aan de opper
vlakte.
Doch rust in de nacht de zee, dan
komen de kinderen der diepte weer
boven en elk hunner brengt zijn
zachte licht mede, waardoor de zee
VRAAGT JONKER’s
GROENTEN EN FRUIT
ZUIDSTRAAT 1 TELEFOON 41
HAAMSTEDE
in duizenden glanzen gaat fonkelen.
Deze miliarden, voor het blote oog
onzichtbare diertjes, rollen door de
golven ook op het strand, waardoor,
als men zijn voet in het natte zand
I drukt, om de voet phosphoriserend
licht ontstaat. Neemt men een glas
van dit zeewater mee naar huis, dan
zal dit in een donkere kast of kel
der nog geruime tijd licht geven.
Men moet echter de als slangen
voortschuifelende golven met eigen
i ogen hebben aanschouwd, om be
grip te krijgen van de onvergefe
lijke indruk die ze achter laten.
Ach waren
De waereld
Dat zou nu toch precies hetzelfde veel hebben. Maar
moeten zijn: V.V.V. en Vreemdelin- kunnen gegronde redenen
genverkeer. Maar dat is het toch om het publiek van hun grond af
niet. te houden.
Over het bevorderen van vreemde- En nu de verkeerde vreemdeling,
lingenverkeer is al zo veel geschre- Die zegt triomfantelijk: wij gaan
ven. Laten wij het daarom nu eens toch! En ze nemen liefst nog een
hebben over het verkeer met vreem- fototoestel of een paar kinderen
delingen. En over het bestaan van mee en doen alsof ze niet thuis zijn!
verkeerde vreemdelingen. Ja, dat is toch eigenlijk onaange-
Dat wil zeggen, over de houding van naam. En natuurlijk niet bevorder-
sommigen (niet U, o welkomeling!) lijk voor het vreemdelingenverkeer,
die, zich in een streek bevindend Want gestel nu, dat de eigenaar van
waar ze niet thuis behoren, menen zo’n kasteel juist nog overwoog om
zich méér te mogen permitteren dan de terreinen op bepaalde dagen of
in de plaats hunner eigen inwoning, bepaalde uren open te stellen. Dat
En dat is toch een verschijnsel dat zou een stap in de goede richting
nogal eens voorkomt. Men zou best kunnen zijn. Maar dan heeft de hou-
kunnen zeggen het is een Hollands ding van het publiek weer roet in
verschijnsel. Het is toch ook een de pap gedaan en de kans op ver-
publiek geheim dat wij Hollanders betering is weg. Het is maar een
vandalen zijn. Niet leuk hé? Maar voorbeeldje.
niettemin waar. Zo zit ook b.v. Voor een goede verstandhouding
smokkelen ons in het bloed. Onze diene men te bedenken dat plaatse-
vóóropa’s hebben nogal eens in die lijke verordeningen geëerbiedigd
I richting gestruind. Daar zal natuur- behoren te worden. Natuurlijk zij
lijk iets van zijn blijven zitten.
En zo is er ook nog wel eens een
klein hapert je aan onze mentali
teit als we in de vreemde zijn. Als
een kasteel met uitgestrekte ter
reinen of een ander object niet toe
gankelijk is voor het publiek, dan
komt art. 461 van het wetboek van
Strafrecht er aan te pas. Het een
i ieder wel bekende bordje; verbo-
j den toegang. Het is natuurlijk wel
jammer dat wij er zo ontzettend
hier uitdrukkelijk gezegd, de goede
niet te na gesproken. Want in eigen
woonplaats zou men wel rekening
houden met het bordje „verboden
toegang”. Terwijl men er in de
vreemde juist een reden in ziet om
er zich niet aan te storen.
Dus is het»nog wel eens van be
lang welk verkeer de vreemdeling
er op nahoudt om het vreemdelin
genverkeer werkelijk te dienen.
v. Z.