De oorsprong van het dorp Renesse Wilt U... AC weer ’n Prettige vakantie haalt U er altijd uit! -jr I 20 JUNI 1969 No. 2 Brouwershaven Voor de komende week zijn de kaarten weer geschud en de troeven liggen nu in het zuidwesten. „Jawel”! Regenkleding klaar leggen! Niet bang zijn voor regen! Men wordt er wel nat van maar niet ongelukkig! Herv. kerk op het dorpsplein. naast, want dit geslacht Het „Slot Moermond” dat nog steeds domineert in het prachtige duinlandschap te Renesse. BADCOURANT bestaan van dit dorp vóór het laatst van de 13e of in het be- wen waren gelegen. Toen die omgeving daardoor een droog oord was geworden, waardoor gin der 14e eeuw, een gunstige gelegenheid ont staan was om dat als woonoord in te richten. We veronderstellen dat met de bouw van het slot aan de mond der moeren de eerste bewoning De geringe kennis der feiten van in die omgeving gekomen is, na dat die in en van de Romeinse tijd was ondergegaan. Nadat het slot was gebouwd en de over- stuiv ing voor een deel was vol tooid. zal er bewoning in die omgeving zijn gekomen, die oor zaak vond in de aanwezigheid van het slot. De open plaats naar zee. de rijzende zeespiegel en da lende bodem waren oorzaak dat die omgeving geschikt was voor de groei van riet, waarna door de overstuiving de „Moermond" was afgesloten door duinzand en de omgeving opgehoogd tot een zandheuvel, bewoning mogelijk heeft gemaakt. P. VAN BEVEREN. Wilt u lekker eten, uw fris drankje of kopje koffie gebrui ken, een boottocht maken langs de Zeeuwse kust, de Deltawer ken van nabij bekijken of fijn alleen of gezamenlijk een hen geltje uitgooien, musea bezoe ken, een stukje grond of een huisje kopen, paardrijden, ge nieten van cabaret of een gezel lige dansavond, geld wisselen of.... och, noemt u maar op, het staat allemaal in de adver tenties in deze badcourant waaruit u een keus kunt maken. de ook op dit gebied duistere middeleeuwen, laat niet toe om over het begin dezer parochie een duidelijke en juiste uit spraak te doen. Noch de historie, noch de bouwgeschiedenis der kerk, geven aanleiding hierom trent een aannemelijke hypo these op te bouwen. Want ook prof. Post, handelende over de kerken tot de 13e eeuw, rept met geen enkel woord over Renesse en Grijpink. die gegevens ver zamelde over de kerken onder de Utrechtse dom. begint met de aanstelling van een priester dier kerk in 1409. Zo is nergens vastigheid te vinden voor het Gratis verspreiding te Burgh, Haamstede, Renesse, Scharendijke en toch wel in hoofdzaak de streek heeft het om Renesse betreft als uitgangs- punt van het leengoed, aange- dan de persoon zien Costijn daar Moermond bouwde en er zich op vestigde. Het wil ons voorkomen dat juist de bouw van het slot Moermond oorzaak vond in onderlinge af spraak tussen de graaf en Cos tijn van Zieriksee, waarschijn lijk omdat het een strategisch punt werd geacht in die tijden. Juist omdat het lag aan de mond der moeder van Schouwen, was hier een goede toegangsvaart naar het midden van het eiland, maar tevens naar Zieriksee. Wanneer we hierbij bedenken dat het kasteel het binnenland afsloot, dan had dit slot weinig betekenis voor de duinen, nader voor het goed van Costijn zelf. Het doel van dit slot betrof in hoofdzaak de toegang tot het land in staat van tegenweer te brengen en niet de duinstreek te beveiligen. Eén der bepalin gen bij de grondruil geven ook stof tot denken als er staat dat Costijn op zijn goed „geen kerk mocht bouwen”. In dit verband vragen we ons ook weer af waar die kerk gemaakt zou moeten worden als Renesse reeds be stond. De eerste authentieke bericht geving over Renesse is in een brief van hertog Aalbrecht in 1267. Het is dan reeds 38 jaren na de grondruil en de mogelijk heid is niet uitgesloten dat Cos tijn reeds de weg van alle vlees was gegaan en dat toen zijn zoon J an het bewind voerde over de duinstreek. Het is even moeilijk om vast te stellen dat Renesse er niet was toen de grondruil plaats had. Gemakkelijk zou het zijn zulks aan te nemen, indien we niet wisten wat Goudhoeven en en kele andere chronyceurs hier over hebben geschreven, al heb ben de laatsten daarvan waar schijnlijk slechts neergepend wat de eerste had vastgelegd. Ook dat zou door ons aangenomen kunnen worden, indien dit niet in tegenspraak was met de laat ste genealogische onderzoekin gen. Men schreef nl. dat de eerste ambachtsheer van Renesse, Pel grim geheten, was uit het ge slacht der Hollandse graven, als jongste zoon van Dirk IV. die deze Schouwse ambachtsheer lijkheid gekregen had. in 1207 gestorven en was en begraven voor het altaar van de kerk van Rênesse. Hieruit zou moeten blijken dat Renesse toen reeds bestond en een kerk bezat. De laatste onderzoekingen naar de graven van Holland en hunne afstammelingen geven evenwel een geheel andere lezing, waar door dit alles twijfelachtig wordt en we gaan wankelen in de me ning dat Renesse als dorp toen reeds bestond. Want Dirk VI I heeft inderdaad een zoon Pel grim gehad, doch niet als jong ste zoon maar als zijn eersteling, die echter op 12-jarige leeftijd reeds is gestorven. Tevens werd door de kroniekschrijver gemeld dat uit deze Pelgrim is voort gekomen het geslacht der Re- nesses. Dit laatste is er volko- i men i--J!' - 1 Reeds meerdere malen is in dit blad terloops geschreven over de gi'ondruil van graaf Florens IV met Costijn van Zieriksee, die 15 mei het goed „de duinen van Schouwen" ruilde met wat Costijn aan vaste goederen in Zieriksee bezat. In dat' stuk wordt echter met geen woord gerept over Renesse. Dat is wel heel eigenaardig, om dat in hetzelfde stuk wel ge noemd worden Haamstede en Burgh, zodat men bijna zou gaan menen dat de naam Re nesse toen nog onbekend was. Hei bevreemt temeer, omdat het ontstaan te danken aan Costijn van Zieriksee. Moge 1 van Pelgrim juist zijn, noch van zijn begra ving, noch van de oorsprong der Renesses blijft iets over. Maar ook wat de bodem van Renesse betreft zou dat moeilijk te verklaren zijn. De aange brachte riolering op het dorp in 1956 - welke soms diep in de bodem is gelegd - heeft op geen enkele plaats vroegere bewoning aangetoond, maar eerder doen zien dat de dorpskom waar schijnlijk in de vroege middel eeuwen is overstoven met duin zand. Wél is bewoning aangetoond door prof. F. van Rummelen. ten westen van Renesse. maar dat was een woonoord uit het begin onzer jaartelling. Bezien we dit alles in verband met de naam Renesse, dat eer tijds Riedenisse, Rietnisse, Rid- nisse enz. enz. is geweest, dat een grote omgeving van lage rietgronden betekent, dan is het vrijwel onmogelijk geweest om op zulk een lage plaats, inzon derheid in dit waterland, een woonoord te schéppen. Dat kan slechts plaats gehad hebben toen de duinen reeds waren overge stoven in oostelijke richting en terecht gekomen waren op die lage rietgronden, welke aan de mond der moeren van Schou-

Krantenbank Zeeland

Schouwen's Badcourant | 1969 | | pagina 1