de Vogel de klok van VOETGANGERS! Weg vrij? Dan pas voorbij! Py| r DELUFEOmr& af SU». i Sb 5. SCHOUWENS BADCOURANT PAGINA 4 Een van de stille „plekjes” in het Domaniale Bos en Duingebied van Schouwen. JAC. VIERGEVER. Xe M» In de boekhandel en bij de V.V.V.-kantoren is een zandloper wandelkaart verkrijgbaar waar in ook vele tochten langs betegelde paden zijn aangegeven. hierdoor in een bijzonder moei lijke situatie gebracht worden de rechter rijstrook met een ho ge snelheid op een aanzienlijk langzamer rijdende auto inloopt kan een gevaarlijke situatie doen ontstaan. De Bestuurder van dit laatste voertuig kan achter hen gelegen weggedeelte, willen vrachtwagenchauffeurs die een brede- lading hebben, nogal eens even naar links stu- Het linkervoorwiel van vrachtauto's in het oog houden is een belangrijk punt voor de bestuurders van personenauto’s. Temeer, omdat zij er altijd op 1 bedacht moeten zijn dat een ra mee. Het is, met permissie ge- zegd, een vreetzak, die al maar door zit te gapen. Maar hij groeit dan ook schrikbarend hard. In drie weken tijds weegt hij al 50 maal zoveel als bij het uitko men. Dan verlaat hij ook het nest, maar kan dan nog niet voor zichzelf zorgen, en wordt nog steeds door de pleegouders gevoerd. Het zijn vooral de in- sektenetende zangvogels zoals kwikstaarten, piepers en leeu- werikken, die door de koekoek ongevraagd als pleegouders aan gesteld worden. Een enkele maal wordt ook wel eens het ei gelegd bij een zaadetertje, maar dat loopt meestal slecht af. De ze vogeltjes brengen immers na verloop van enige tijd hun jongen allerlei zaden. En dat bekomt de jonge koekoek slecht, want hij is van huis uit een in- sekteneter. Hij blijft in zo’n ge val dan ook een mager schar minkel. Wij hebben dus gezien, dat de koekoek voor het onderbrengen van zijn eieren de nesten van vele soorten zangvogels opzoekt. De lijst van pleegouders omvat nu reeds ruim dertig soorten, maar het is wel gebleken, dat een koekoek bij voorkeur zijn eieren deponeerd in het nest van de soort, waardoor hij is uit gebroed. wegen hebben veroorzaakt. (Uit Zwitserse en Duitse statistieken blijkt dit type ongeval 12 te bedragen op een totaal van 375.979 ongelukken). Wordt on derscheiden naar de soort fout, I dan blijkt in 5,7 ovan.de voertujg dat wordt ingehaald, gevallen de orzaak te n dat 1 .och naar ljnks kan uitwijken naar lm s wor t ui g inhalen van een auto die op om te gaan inhalen op het mo- rfsrhtpr riisfrnok mpt pen hn_ ment dat de inhaler zelf wordt ingehaald. De gevaarlijke situ aties die hierdoor ontstaan, kunnen zonder meer voorkomen worden wanneer men een juist gebruik maakt van de op en in de auto aanwezige spiegels. Eerste zorg is daarbij dat deze goed gesteld zijn en wel zodanig I dat binnen- en buitenspiegel el- kaar aanvullen. In de buiten- I spiegel moet tevens te zien zijn I of er zich verkeer naast de auto 1 bevindt. Aan de hand van de „spiegelbeelden” kan de auto mobilist zich ervan overtuigen of hij zonder gevaar of hinder voor andere weggebruikers kan gaan inhalen. Is de weg voor, opzij en achter vrij, dan moet i J de bestuurder een teken met zijn richtingaanwijzer geven. Is de zijdelingse verplaatsing vol- tooid - dus is men naast de in te halen auto gekomen - dan I dient de richtingaanwijzer uit geschakeld te worden, ook al blijft men links rijden voor het inhalen van meerdere auto’s. Bij het weer naar rechts gaan geldt de verplichting van richting aangegeven net. Overigens mag het richting aangeven op zich nooit als garantie voor veilig in halen worden beschouwd. Het snelheidsverschil tussen inhalen en voorligger moet op zijn minst 20 km zijn, wil de lengte van de inhaalweg redelijk blijven. Het zullen er slecht weinigen zijn, die hem niet kennen, want van de tweede helft van april tot half juni verkondigt de koekoek op alle uren van de dag en van de nacht luide zijn naam. Na Sint Jan wordt dat allengs minder, maar een enke ling houdt nog wel tot ver in de julimaand vol. Mijn over grootmoeder placht altijd te zeggen, dat hij dan niet meer roepen kon, omdat hij te veel kersen gesnoept had en nu zijn keel vol pitten zat. In andere streken vertelt men, dat de koe koek niet meer roept, nadat de rogge in de aren schiet, omdar hij het dan met de droge graan korrels te kwaad krijgt. Maar daar ligt het echt niet aan. De koekoek eet noch kersen noch rogge. Hij heeft een heel spe ciale spijskaart, en bovenaan daarop prijken rupsen, zelfs die heel ruigbehaarde rupsen, wel ke door de meeste vogels ver smaad worden. En ter afwisse ling vangt hij ook wel eens veenmollen. Dat zijn grote in- sekten, die in onze tuinen soms ruïneus te keer kunnen gaan, en die er naar onze begrippen be slist niet appetijtelijk uit zien. Wat dat betreft mag de koe koek op onze waardering reke nen. Zijn zangerige roep horen wij trouwens ook gaarne. Een enkele Nurks mag dan wel eens zeggen, dat het allemaal „koe- koek-één-zang” is. desondanks hebben wij hem toch maar in de klok gezet om er een heel jaar naar te kunnen luisteren. Elk voorjaar verlangen wij weer naar de eerste 1__ die we tegen half april mogen verwachten. In het land van 1 Westfalen riepen de boeren i.. vroeger tijden in plaats van de gebruikelijke groet elkaar dan toe: „De koekoek heeft geroe pen!” En wie op die heugelijke dag geld op zak had, rammelde er eens flink mee, want dan zou men het hele jaar geen gebrek meer lijden. En de huwbare dochters telden het aantal ke ren, dat de koekoek riep, want evenveel jaren zou het nog du ren voor zij de bruid waren. Helaas riep de koekoek soms dertig of veertig malen, maar dan zeiden de Zweedse meisjes, dat de vogel op een betoverde tak zat en daarom de voorspel ling niet geldig. Ik kan me voorstellen, dat U die koekoek nu ook wel eens zou willen zien. Men meent vaak, dat dit heel moeilijk gaat, maar dat valt nog wel mee. Het open duinterrein met verspreid staande struiken biedt de mees te kansen. Daar zit hij graag op de toppen van deze struiken of op de palen van de afrastering. Het is een vogel ter grootte van. een duif met een lange staart. Blauwgrijs van kleur, met uit zondering van de borst, die met zwarte en witte dwarsstrepen getekend is. Meestal zit hij in een zeer typische houding met opgerichte kop en staart en iets afhangende vleugels. Aan deze houding is de koekoek, ook al zwijgt hij in alle talen, altijd gemakkelijk te herkennen. Een vliegende koekoek zou men echter wel eens met een roof vogel kunnen verwarren. In het bijzonder met de sperwer ver toont hij dan wel enige gelijke nis, maar in deze tijd zien wij slechts zelden een sperwer. En wanneer tegen de herfst de sperwers weer talrijker worden, is de koekoek al lang en breed naar zijn winterkwartieren in tropisch Afrika vertrokken. Zo ontstond het oude volksgeloof, dat de koekoek ’s winters in De nieuwe bepalingen voor voetgangers schrijven voor,, dat u links van de rijbaan moet lopen. Waar voet- of rijwielpaden zijn, dient men deze te volgen. verkeer verliezen autosnelwe gen hun eigenlijke karakter en lenen deze zich niet meer voor snel rijden. De verstandige au tomobilist zal zijn snelheid en de afstand tot de voorligger dan aanpassen aan de verhoog de verkeersintensiteit. Domweg 1 inhalen is in zo n situatie on verantwoord. Onbekendheid bij verkeersplei nen en -rotondes maakt dat vele vakantiegangers pas op het laatste moment naar links uit wijken om oor te sorteren. Met een dergelijke siuatie dient voortdurend rekening te worden gehouden. Hengelaars, let op. Zorg tijdig voor een vergunning indien U langs heel de kust wilt vissen. Anders wordt uw vis „duur be taald”. Een bestuurder die ingehaald wordt, moet in staat zijn alles wat achter hem gebeurd - dus inhaalmanoeuvres - waar te nemen. Dat geldt ook voor be laden vrachtwagens, waarvan de berijders volledig zijn aan gewezen op het uitzicht in de buitenspiegels. Om méér uit zicht te verkrijgen op het links Bij druk vakantie- en weekend- - hij rijdt in een fuik - waaruit hij zich slechts door een „nood- remming” kan redden. Wat men dus nooit' moet doen is plotseling uit een file breken. Bovendien is het ook voor het invoegen van inhalende auto’s van belang om voldoende af stand te houden op de autosnel- I weg. Daardoor is het ook moge lijk plotseling af te remmen of te stoppen zonder het gevaar van slippen, kettingbotsingen, etc. Een vuistregel voor afstand houden is: de minimum veilige afstand in meters is gelijk aan de helft van de snelheid. Bij 80 km dus minstens 40 m vrij houden. een sperwer veranderde. Reeds in de boeken van de oudheid vinden we dat verhaal, en in sommige streken hoort men het nog wel. De koekoeken beginnen in juli al te vertrekken, en voor half september zijn zij al zo goed als verdwenen. De oude vogels ver trekken het eerst, en de spora dische koekoek, die wij in ok tober nog wel eens te zien krij gen, is dan ook bijna altijd een jonge vogel, welke pas uitge broed werd. Met dat uitbroeden van de jonge koekoeken is het maar een vreemde zaak. Daar zorgt de koekoek zelf niet voor, maar laat anderen dat voor hem doen. Zodra omstreeks half april de koekoek aangekomen is, gaat zij op zoek naar nesten van kleine zangvogels. Meestal slaat de wijfjeskoekoek de toe komstige pleegouders reeds bij het nestbouwen gade, en zodra het eerste ei gelegd is, legt zij er een ei bij. De zangvogeltjes, die geen verschil in de eieren bemerken, gaan gewoon door met het leggen van hun eieren en het broeden. Een koekoeksei komt echter een paar dagen eer der uit, zodat de jonge koekoek dan het rijk alleen heeft. En van die tijd maakt hij gebruik om de j eieren van de rechtmatige eige- naars uit het nest te werken. Dat doet hij door telkens een ei in het kuiltje op zijn rug te ne men en het dan over de nestrand te wippen. Soms gebeurt het wel eens, dat de andere eitjes in- j midels uitgekomen zijn, maar dan gaan de jonge vogeltjes ook koekoeksroep. °ver de nestrand. De pleegou- 1 ders hebben nu alleen de zorg I voor het koekoeksjong, maar in daar hebben zij het druk genoeg ongevallenregistratie van Rijks- Een automobilist die gaat inha len stelt zichzelf en in niet min dere mate zijn medeweggebrui kers aan grote risico’s bloot. De inhaalmanoeuvre omvat een complex van handelingen, die allemaal op foutieve wijze kun- I nen worden .uitgevoerd. Uit de j en Gemeentepolitie over 1966 is gebleken, dat alle inhaalfouten samen genomen 11.8 °/o van 2.862 ongelukken op de autosnel- 1 ren. ,.«l» I

Krantenbank Zeeland

Schouwen's Badcourant | 1970 | | pagina 4