Herinneringen ophalen aan internaat Maria-Oord Hansweert
pagina 1 van 2
http://www.schuttevaer.nl/Berichten/9903/mariaoord.htm
11-7-2005
Herinneringen ophalen aan
internaat Maria-Oord Hansweert
BERGEN OP ZOOM(28 maart) - Het kostgeld bedroeg ooit 400 gulden per jaar, meldt een
prospectus van het Internaat voor R.K. Schipperskinderen (voor jongens en meisjes)
'met continu-onderwijs' Maria-Oord te Hansweert. Kom daar nu nog maar eens om. Voor
dat continu-onderwijs, bijles in onder meer Frans na de reguliere schooltijd, moest een
extra toelage van drie kwartjes per week worden neergeteld. 'Waarom die bijlessen? Nou,
schipperskinderen waren toen immers achterlijk', zegt Nelly den Boer met een licht
sarcastische on dertoon. Zij was zaterdag een van de 107 oud-bewoners en oud-
leerlingen, die in motel De Wouwse Tol nabij Bergen op Zoom een reünie van Maria-Oord
bezochten. De derde reünie sinds het internaat vlakbij de sluis van Hansweert tijdens de
Watersnood van 1953 wegspoelde.
De vorige keer, tien jaar geleden, waren er door onbekendheid van het evenement maar een
handjevol mensen. De initiatiefneemster van deze keer, Corry Kindt uitTerneuzen, heeft meer
op de trom geroffeld. Zodoende zat zaterdag de zaal bomvol; er waren ook een stuk of zestig
echtgenoten en echtgenotes meegekomen. Voor sommigen was het 46 jaar of langer geleden,
dat ze elkaar voor het laatst zagen. Lang niet alle schipperskinderen van toen zijn gaan varen.
Ze kwamen elkaar dus ook nooit meer op het water tegen.
Met genegenheid
Er wordt met genegenheid over de vroegere kostschool gepraat. 'Ik kan het ook niet helpen,
maar ik heb er een heerlijke tijd gehad', zegt een van hen. 'Tegenwoordig schijn je aan je
internaatstijd trauma's overgehouden te moeten hebben vanwege de rottigheid die daar moet
zijn geweest. Maar in Hansweert was dat dus niet zo. In Maria-Oord en op school was het
gewoon fijn, sorry hoor.'
De bijval is ruim. 'Natuurlijk was je liever bij je ouders aan boord, maar dat kon nou eenmaal
niet', zegt Nelly den Boer bijvoorbeeld. Zij was van de lichting 1946-'49 en noemt haar tijd in het
internaat leuk. 'Ook de school was leuk. Tot 1949 gingen alle kinderen in Hansweert op de
dorpsschool, naderhand alleen nog die hoogste klassen. De drie laagste klassen kregen les in
de school bij de villa, het gebouw aan de andere kant van de sluis waar het internaat in die tijd
naartoe verhuisde.'
Het eerste internaat was gevestigd in een honderd jaar oude werkkeet uit de tijd van het graven
van het Kanaal door Zuid-Beveland en in een eveneens oud, groot huis daar vlak naast. 'Zo lek
als een mandje was het daar overal', vertelt Anny Biemans, die bij een van de eerste lichtingen
hoorde. 'Als het regende, moesten we overal potten en pannen zetten.' Corry Kindt herinnert
zich ook nog goed dat er in het eerste internaat geen verwarming was, amper een kachel. 'In de
winter lag er een ijslaagje op je waskom en kregen we een hete bedsteen mee om ons onder de
dekens warm te houden.'
Negentig
Zuster Alice Notermans, die vanaf het begin in 1938 op enige tussenpozen na alle jaren in
Hansweert werkte, meestentijds als moeder-overste, zegt ronduit dat die eerste onderkomens
zulke bouwvallen waren, dat het onverantwoord was er kinderen te huisvesten. Zuster Alice is
negentig jaar, maar weet dat heel goed te verbergen. Alweer jaren in het moederhuis van de
orde van de Dochters van Onze Lieve Vrouwe van het Hart verblijvend, aarzelde ze even om
naar de reünie te gaan. 'Ik dacht: wat zullen de mensen er wel niet van vinden als ik, zo'n oud
mens, zou komen. Maar ik wilde toch nog wel heel graag voor het laatst al m'n kinderen nog
eens zien.'
Van dat besluit had ze zaterdagmiddag geen seconde spijt. De oud-overste werd op handen
gedragen. 'Ja, vroeger ook al', zegt een stevige zestiger. 'Al was ze zuster-overste, ze was niet
streng. Van zuster Alice mocht nog wel eens wat.' Het reglement bepaalde bijvoorbeeld, dat de
kinderen eens per maand bezoek mochten hebben van hun ouders en dat ze, als ze door de
ouders werden gehaald, één nacht aan boord mochten blijven, 'doch alleen bij de ouders.' Ook
bezoek na achten 's avonds was niet toegestaan.
'Al was het middernacht', zegt de oud-overste nu, 'de deur ging open voor ouders. Natuurlijk
zeg, die kinderen moesten toch al zoveel contact met thuis missen. Of kwam een oom of tante
ze halen, dan mochten ze van mij ook mee. En kwam er eentje overdag opgetogen roepen:
"Zuster, zuster, m'n vader ligt in de sluis", dan liet ik ze ook gaan. Het zou toch wel zeer
hardvochtig zijn geweest om dan nee te zeggen.'
Vreselijk verdriet
Zuster Alice weet nog goed hoe het allemaal begon. Haar orde vatte het plan op om een