NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD I ff s er No. 12. Zaterdag 18 Augustus. 1883 J. M. C. POT, Bekendmaking. roo 8 ZE Het Reddingsleger. BUITENLAND. igei 8 Burgemeester en Wethouders der Gemeente Tholeh Gelet op artikel 203 der gemeentewet Brengen bij deze ter kennis van de Ingezetendat 1 V de Begrooting van de plaatselijke inkomsten en uit- javen dezer Gemeente, voor het jaar 1884 op heden aan den Raad is aangeboden, en, voor een tijdvak van veertien dagenvoor een ieder ter lezing is aedergelegd op de Secretarie der Gemeente, alwaar tegen betaling der kostenafschriften van dezelve kunnen worden verkregen. Tholen, den 14 Augs. 1883. C. J. DE VULDEIl VAN NOORDEN Burgemeester. A. VAN DER BURGHT, Wethouder. it 17 :ke ;bb zij ff, doe )A DE THOQLSCH Dit blad verschijnt eiken Zaterdag. Prijs pér 3 maanden, franco per post 65 cents. UITGEVER: Tholen. Advertentiën van 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer 10 cents; groote letters naar plaatsruimte. Ingezonden stukken worden vóór Donderdag middag ingewacht. Het reddingsleger! Onwillekeurig zullen velen onzer lezers, die onbekend met wat er zoo al in Europa plaats heeft, met eenige verbazing het opschrift van ons „Buitenland" lezen. Een reddingsleger! Zouden de Anamieten zoo slaags geweest zijn met de Pranschen, dat ze er ge heel en al onder zijn geraakt? En zou er nu een leger van de een of andere Aziatische mo gendheid tot «redding" van het ongelukkige Anain opgedaagd zijn? Of zou een Zuid-Ame- 1J rikaansche republiek een „reddingsleger" naar Chili gezonden hebben, teneinde die republiek te bevrijden van een inval der Peruanen? Zoo vraagt men wellicht. En toch, noch het een, noch het ander wordt door ons bedoeld, q j als wij onze lezers iets willen mededeelen van een leger, dat nu reeds een paar jaren een aanvallenden oorlog in Engeland voerde, in dat land verscheidene overwinningen behaalde, en nog voortgaat steden, dorpen, ja gansche provinciën in te nemen „Maar," zoo 'hooren wij reeds de een na den ander met eenige verbazing zeggen, „een oorlog in Engeland En daar wisten wij niets van!" In niet éen blad hebben wij het gelezen. Ja, er wordt wer kelijk in Engeland een oorlog gevoerd, die zeer waarschijnlijk nog wel eenige jaren zal aanhouden. Groot in'aantal manschappen is het vijandelijke leger niet, maar wat het in aantal mist, dat wint het evenwel in een dapperheideen moed zooals wellicht nog weinige legers gehad hebben. Daarbij heerscht er eene tucht, die de betrek kingen tusschen de superieuren en de onderge schikten naar zulke strenge regelen vaststelt, welke niet anders dan heilzaam kan zijn voor de plannen van den veldheer. En deze schijnen verreikend te zijn althans de veldheer heeft eene afdeeling van zijn leger naar het vasteland gezonden om onder liet bevel van zijne dochter, Mejuf frouw of naar 't Engelsch Miss BooïH.de lau weren, die het leger reeds geplukt heeft, met overwinningen in andere landen te ver- Ja meerderen. Gehoorzaam aan het bevel van den iEl veldheer, stak zij met eene afdeeling van het Dl zegevierende leger, welke afdeeling geheel en al uit vrouwen bestondhet kanaal over, trok door Frankrijk, waar zij hier en daar nog enkele „veroveringen" maakte, en rukte eindelijk, na snelle dagmarschen, Zwitserland binnen. De commandante Miss Booth had order van haren vader „veroveringstochten" in dat land te on dernemen. Alvorens daarmede te beginnen mon stert zij hare troepen, geeft hare vrouwelijke onderbevelhebbers, adjudanten, kapiteins en sol daten de noodige orders, voorziet ze, zoo dit nog noodig is, van wapenen, en voort gaat het ten strijde! Miss Booth zendt haar afdeeling in drie gedetacheerde corpsen af, ieder der corpsen zendt zijne tirailleurs, om de groote charges voor te bereiden. Zoo wordt Genève, Lausanne en Neufchatel door de gerokte soldaten van Miss Booth bezet2joodra deze punten van het Zwitsersche gebied bezet warennamen de gevechten een aauvang. Tegen vier en vijf uren namiddag zag men telkens eene compagnie van jeugdige misses in uniform, met blauwe oogen, zedig, maar kloek van uiterlijk, zich naar het terrein begeven waarop „veroveringen" konden gemaakt worden. In de eerste dagen na het innemen van vaste stellingen, houdt Miss Booth zich slechts met schermutselingen bezig. Eerst daarna wordt de eigenlijke slag ge leverd. En nu verwachten onze lezers zeker eene opnoeming van de heldendaden, die de vrou welijke soldaten op Zwitsersch grondgebied hebben verricht en eene breedvoerige beschrijving van de tooneelen van verwoesting, die het „leger" aanrichtte, eene opsomming van het aantal doodendat aan weerszijden viel! Maar 'tis eene eigenaardigheid van het „leger", dat het heldendaden verricht evenwel zonder dooden te maken. Miss Booth strijdt n. 1. niet om grondgebied te veroveren, maar om „zieltjes" in te pakken voor haar geloof; hare wapenen zijn dus van zuiver geestelijken aard. De scher mutselingen bestaan in niets anders dan dat de soldaten onder het toezicht van korporaals en onderofficieren trnctaatjes aan ieder voorbijganger geven. De eigenlijke slag wordt geleverd in eene gehuurde zaalwaarin door Miss Booth en haar staf lezingen worden gehouden. Den volke wordt dit bekend gemaakt door de gewone soldaten, die oorlogzuchtige biljetten op de hoeken der straten aanplakken. Miss Booth gaat uit van de veronderstelling dat de tegenwoordige wijze van preken niet meer voldoet. De menschen moeten door nieuwe middelen tot inzicht komeu van hun zondigen staat; het vreemde, dat in haar wijze om be keerlingen te maken ligt, zal, zoo denkt zij, menig zondig mensch doen besluiten zich over te geven aan de liefde van Christus. In Engeland heeft haar vader, de generaal van het leger, inderdaad vele „bekeerlingen" gemaakt, zij even wel schijnt niet zoo gelukkig te zijn. Want nauwelijks waren de schermutselingen in Genève geëindigd, of de Zwitsersche regeering vaardigde een bevel uit, waarbij aan Miss Booth en de haren verboden werd langer op Zwitsersch grondge bied te vertoeven. De aanleidende oorzaak daartoe was voorzeker de gewelddadighedendie de Zwitsers zich tegenover het „leger" veroor loofden. Vensters werden ingeworpen, beleedi— gende woorden uitgedeeld, vrouwen overhoop geloopenmen zegt zelfs dat haar klappen om de ooren werden gegeven. Bovendien meende de Zwitsersche overheid dat het Reddingsleger geen nieuwen godsdienst predikte dat de grond slagen van zijne leer, de redding door het bloed van Christus, sinds jaren her een leerstuk was van de Zwitsersche gereformeerde kerk dat het nieuwe eeniglijk gelegen was in het rumoer en in de militaire inrichting van den dweepzieken hoop, welks soldaten-manieren eene ontheiliging in de oogen der bevolking waren. Miss Booth ging nu met hare afdeeling van het Reddingsleger naar Parijs, waar zij evenals in Genève en andere plaatsen op dezelfde manier bekeerlingen wilde maken. In tegenstelling met de Zwitsersche steden geniet zij te Parijs een, volledige vrijheid. Hoe het komt? Eenvoudige wijl de Parijzenaars over 't algemeen geheel en al met den godsdienst gebroken hebben en dus al wat daarmee in betrekking staat als eene aardigheid beschouwen. Al gelooven wij, dat Miss Booth niet met veel vrucht in Parijs werk zaam zal zijn, zoo is het toch mogelijk dat zij onder de mindere klasse wel enkele bekeerlingen zal maken. De weerzin toch van de Parijsche werkliedendie zij tegen dezen godsdienst hebben verkregei gronden steunt niet op wetenschappelijke ligt meer in den haat dien zij den priesters toedragen. Het volslagen gemis aan godsdienstig gevoel kan niet lang volhouden, zonder bij velen een gevoel van leegte, van gedruktheid te veroorzaken, dat men niet weet tegen te gaan. Daarbij komt, dat de onver saagde moed, waarmede deze jeugdige vrouwen de gevaarlijke kansen van zulk eene onderneming te Parijs gingen trotseeren, de gemoederen tot zekere hoogte te haren gunste l.eeft gestemd. Bovendien het feit, dat zij niet met, het doel om de. menschen het geld uit den zak te klop pen, zoo onbaatzuchtig mogelijk enkel uit liefde tot de menschheid deze gelukkig wil maken. Dit alles brengt eene aantrekkingskracht op-ver scheidene lieden te weeg, die niet zelden tot „eene bekeering" overslaat Of deze bekeering van langen duur is, valt te betwijfelen. De dagbladen meldden ons reeds, dat verscheidene bekeerlingen weer tot hun „ouden staat" zijn vervallen. Miss Booth zal dus niet vele vero veringen maken, liet Parijsche volk heeft te veel weerzin tegen den godsdienst gekregen om op den duur voor het „Reddingsleger" ge wonnen te blijven. En de geloovige katholieken en protestanten gaan volstrekt niet met Miss Boolh meê. Spoedig zal z-j dan ook het vaste land moeten verlaten uit gebrek aan toehoorders. Menigeen vraagt zich wel eens af hoe het toch mogelijk is, dat de groote dagbladen steeds alle

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1883 | | pagina 1