247. Zaterdag 5 April 1890. EN J. M. C. POT, FEÏÏHLETOH. BEPROEFD, Zijn ongelijk erkennen. UITGEVER: Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer 10 cents; groote letters naar plaatsruimte. Public&itën. T Ik IERSEKSCHE Thoolsche Courant, rtfifl, pwijfl aai de belaiei vai eesterteelt, talen, enz Dit blad verschijnt eiken Zaterdag. Prijs per 3 maanden, franco per post 65 cents. Voor het buitenland 90 cents. Ingezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan het bureau te T h o I e n ot vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke. T H O L E 1. Elke advertentie, 3 maal ter p'aatsing opgegeven, wordt slechts 2 maal in rekening gebracht. Sluiting van de Kiezerslijsten. De voorzitter van den gemeenteraad van Tholcn brengt ter openbare kennis dat de lijsten, aanwij zende de personen, die bevoegd zyn tot het kiezen van leden van de Tweede Kamer, van de Provin ciale Staten en van den Gemeenteraad, op heden zijn gesloten, en ter gemeente-secretarie voor een ieder ter inzage liggen; terwijl een exemplaar van die lijsten op de gebruikelijke plaats is aangeplakt. Afgekondigd en aangeplakt te Tholen, den^l April 1890. De Voorzitter van den Gemeenteraad voornoemd, C. J. DE VULDEK VAN NOORDEN, Burgemeester en Wethouders van Tholen zullen op Zaterdag, don 12 April a.s. des middags te 12 uifr ten raadfiSize alUaat publiek vtikuupvii EEN HOOP STKAATMEST. De voorwaarden der vet koop liggen van af heden ter lezing ter secretarie iedercn werkdag des voor middags 912 uur. Tholen, den 1 April 1890. Burgemeetser en Wethouders van Tholen. Brengen ter kennis, dat het kohier van den hoof- deljjken omslag in deze gemeente, voor 1890, in afschrift, gedurende vijf maandenop de secretarie der gemeente, voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Tholen, den 2 April 1890. Burgemeester en Wethouders van Tholen, bren gen ter kennis van de ingezetenen, dat door den gemeenteraad in zijne vergadering van 17 Februari 1890 het navolgende besluit is genomen: Besluit tot heffing ran schoolgelden voor de open bare school voor gewoon lager onderwijs in de gemeente Tholen. De Gemeenteraad van Tholen. Gelei op artikel 46 en 48 der gewyzigde wet tot regeling van het onderwys van den 8 December 1889 (Staatsblad no. 177). Besluit Ter tegemoetkoming in de kosten van het lager onderwijs, zal ten behoeve der gemeentekas per Novelle van 12) A. VON WEGERER. Toen de hospita den volgenden morgen in zijne kamer trad, om liet ontbijt klaar te zetten, vond zij den professor reeds geheel gekleed eu gereed om uit te gaan. „Beantwoord nu eens oprecht de volgende vraag," riep hij haar toe, nadat de morgengroeten waren gewisseld. „Houdt gij liet voor mogelijk, dat ik nog een jong meisje als vrouw zou kunnen bekomen „Honderd voor een," antwoordde de vrouw. „Met zulk een aardig vermogen, een eigen huis en de kast vol zilver en liuuengoed, klopt men nergens te vergeefs aan." „Ik wil echter om zulke armzalige dingen niet genomen worden, doch oin mijn zelfs wil. Zie mij eens goed aan en antwoord mij dan." De weduwe staarde hem lachend aan. „Nu maand worden geheven het navolgende schoolgeld lo. voor een kind uit een gezin f-20 voor twee kinderen uil een en hetzelfde gezin en tegelijk schoolgaande, voor ieder kind f.15 voor drie kinderen uit een en hetzelfde gezin, en tegelijk schoolgaande, voor ieder kind .12'^ voor vier kinderen uit een en betzelfde gezin, en tegelijk schoolgaande, voor ieder kind f .10 voor vijf en meer kinderen uit een en hetzelfde gezin, en tegel(jk schoolgaande, voor ieder kind 09; 2o. van schoolgeld zijn uitgezonderd kinderen wier ouders bedeeld en, schoon niet bedeeld, onver mogend zijn 3o. voor minvermogenden, wordt slechts de helft van het hierboven genoemde schoolgeld, naar gelang van het getal der kinderen tegelijk uit bet/elldc gezin ter school gaande betaald. Burgemeester en -.Vcthoudrte oocdacle« vein n«U. ge Dit besluit treedt in werking op den 1 en dag der maand volgende op den dag waarop kennis is ge kregen van de Koninklijke goedkeuring. Goedgekeurd by Koninklijk besluit van 21 Maart 1890 no. 22. En is hiervan afkondiging geschied, waar het be hoort den 3 April 1890. Burgemeester en Wethouders van Tholen, bren gen ter kennis van de ingezetenen, dat door den gemeenteraad in zijne vergadering van den 17 Fe bruari 1890 de navolgende vcrordering is vastgesteld: Verordering regelende de Invordering van school gelden, op de openbare dagschool voor lager onderwijs in de gemeente Violen. Artikel 1. Het schoolgeld wordt betaald vóór den Tienden van elke maand, en voor kinderen die eerst na. den tienden dag ter school komen moet onmiddelyk hel schoolgeld betaald worden. Artikel 2. Het hoofd der school zal van de aldus verschul digde schoolgelden een jaarstaat opmaken, inhoudende de namen der schoolgaande kinderen, met kolommen der 12 maanden en invullen het verplichte maan- delijksche schoolgeld, behalve de onvermogende en minvermogende, welke ter beoordceling zyn van Burgemeester en Wethouders, en deze vóór den 't is best mogelijk. Mijnheer de professor ziet er nog zoo kwaad niet uit. Nauwelijks veertig jaar eu wanneer u haar en baard wat beter ouder de schaar hield." „IlmGij kunt gelijk hebben. Ik zie er wat verwilderd uit; maar dat kan veranderd worden." Hij ontbeet en verliet het huis. Toen de professor na een uur terugkwam, trad hij de kamer van de weduwe binnen, ging voor haar staan en zeide met een glimlachje, terwijl hij zijn hoed afnam: „zie ik er nuknap genoeg uit, vrouw Fisclibock „Wat ziet de professor er vreemd uil! zou u waarlijk niet gekend hebben." „Dat is het resultaat van uw nietswaardige raadgeving. „Heraelsche goedheid Mijnheer de professor vervalt ook altijd in uitersten. Onder de schaar houden, beteekent toch niet, zich haar en baard kaal te laten afscheeren." iedere maand, waarvoor het schoolgeld is. bij Burgemeester en Wethouders tienllen van verschuldigd inleveren. Artikel 3. fiy de berekening der verschuldigde schoolgelden worden gedeelten van maanden voor geheel genomen. Artikel 4. 'Je invordering der schoolgelden geschiedt door of van wege den gemeente-ontvanger overeenkomstig de artikelen 258262 der gemeentewet. Artikel 5. Deze verordening treedt in werking, tegelijk met hei besluit tot heffing der schoolgelden. Afgekondigd te Tholen den 2 April 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. J. DE VUEDER VAN NOORDEN. De Wethouder, M. G. V*n STAPKLE, Ziedaar ongetwijfeld een van de moeielijkste overwinningen op onszelven. 't Is geen deugd, maar, omdat zij zoo zelden voorkomt, heeft deze eigenaardigheid van enkelen den schijn er van. Hoe velen zijn er zelfs, die het beneden zich achten er mar te streven! Zij hebben u of mij ji leedigd, miskend, gegriefd welnu, dat ge neest vanzelf, 't Is geen wond 't is tnaar een schram of een buil. Een poos lang gaan wij elkander onverschillig voorbij. Op 't laatst be gint het den beleedigde zoo goed als den be- leediger te vervelen. De kleine storm legt zich neer, het bewogen oppervlak komt tot rust; het water vloeit weer kalm voort, alsof er nooit gen aanbieden, is meer dan dit, ze is bespot telijk. „De mindere moet niet geschokt worden in zijn geloof aan de onfeilbaarheid van hen, die boven hem staan. Is dit onwillekeurig toch geschied, dan kan alleen de versterking en ver hooging van het gezag het geschokte evenwicht herstellen. Het volk moet opgevoed worden in het geloof, dat een koning nooit ongelijk heeft, ook al is dit zonneklaar het geval. Desgelijks behoort de opvatting van knechts ten opzichte van hun baas, bedienden tegenover hun patroon, kinderen tegenover hun ouders te zijn. Men noerae dit middeneeuwsch. Wat dat punt betreft waren de middeneeuwen beter dan onze dagen." Aldus de mannen des gezags. Wij zullen het ongerijmde en onhoudbare van hun standpunt hier niet nader Irachten aan te tooneii. Oi. geschiedenis heeft dit stelsel reeds lang gevonnisil en gaat voort het in al zijn naaktheid ten toon te stellen. Meer en meer wint de overtuiging veld, dat er voor alle rangen, standen en betrekkingen in de wereld maar ééne en dezelfde waarheid is en dat niemand straffeloos tegen haar in kan redeneeren noch handelen. Wie ongel'jk heeft, heeft ongelijk, en de eenige manier om eene vlek te verwijderen (en het on gelijk is eene riek op ons levensboekis haar uit te wisse hen. Ilebl gij iemand beleedigd, zoo ga en vraag hem rersc/iooning. Hebt gij ongelijk gehad bij een twist, een verschil van meening of eent handelingzoo erken het. Kr is geen ander middel van herstel. Alleen wat den toon en de wijze betreft een orkaan over heen gestreken was, geeti steen kunnen de onderscheiden verhoudingen verschil „Wat zeg je?" Hij keek in den spiegel. „Waarachtig, die gemeene baardkrabber heeft al liet mogelijke gedaan, om mij nog wanstalti- dien spiegel verbrijzeld had. Dit is het gewone geneesmiddel, wanneer 't onze gelijken betreft. Tegenover onze minderen is „ongelijk erkennen" nog minder noodig, zelfs verkeerd. De eisch, dat de meerdere zich vrijwillig tegenover den mindere vernederen zal en hem als 't ware zijne doen maken in de onvermijdbare genoegdoening. Man en vrouw kunnen, indien zij elkander har telijk liefhebben, misschien met een kus en een blik volstaan. Een vader kan het hart van zijn miskenden jongen weer tot zich trekken door de hand op diens hoofd te leggen en te veroiitschuldigin- neggen „Mijn arme jongen, wat heb ik je zon- ger te maken. Maar wat is er aan te doen? Ik „geef haar dat als vergoeding voor het niet zal mij wel moeten getroosten een piar maan- (doorgaan der zitting. Dan heeft zij een goeden den tot verbazing der menschheid en tot verinaak dag, en hoewel het mij leed doet, behoeft van mijn jongere collega's, als een geschoren zij voorloopig niet terug te kotnen. Ik ^heb ge- poedel rond te loopen." „Nu, zoo erg ziet mijuheer de professor er nu niet uit, en wanneer u besluiten kondet in de plaats van dien slaphoed een cylinder op te zet ten dan zou uw voorkomen er bepaald op winnen." „Een cylinder? Ook dat nog!" riep de pro fessor met komische wanhoop. „Maar komaan, gij hebt gelijk. Harmonie moet er in alle din gen bestaan Breng mij dus het kenmerk der genialiteit onzer eeuw." „Wil mijnheer de professor uitgaan? U 'nebt toch juffrouw Flora Schartlig besproken om te komen zitten F' „Wat, Flora Schartlig? Wat kan mij dat schelenZij kan met haar kromme gezicht naar de koekoek loopen! Dat behoeft gij e liter het meisje niet te zeggen, die haar zuur stuk hrood met als model te fungeeren verdient. Daar," hij haalde een handvol geld uit zijn zak wichtiger zaken te doen dan schilderen.' „Gewichtiger zaken De vrouw spitste haar ooren. „En dat is?" „Wandelen - wanneer ge zoo nieuwsgierig zijt het te willen weten, lil de straten flaneeren en zoeken zoeken tot ik het gevonden heb." De hospita ging hoofdschuddend de deur uit en bracht den hoed. Voor den spiegel staan de zette hij denzeive op en verliet Tiet huis, om de stad in alle richtingen te doorkruisen. Van Noord naar Zuid en van West naar Oost wendde hij zijne schreden. Iedere slanke in 't zwart gekleede danie volgde hij totdat hij haar nauwkeurig kon opnemen, maar teleurgesteld keerde hij terug, wanneer hij de bekende trekken niet vond. Toen de avond aanbrak, keerde hij naar huis morgen op nieuw te beginnen. Dag op dag verliep alzoo op dezelfde wijze, terug, om den volgenden

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1890 | | pagina 1