Ingezonden stukken. Stormberichtcn. Door den storm der laatste dagen zijn te IJmuiden drie ongelukken gebeurd. Ben stoom- loodsboot kreeg een geweldigen breker over, waardoor de stuurman tegen de verschansing werd geslingerd en een jongen over boord sloeg. Beiden werden met levensgevaar gered. Na veel en langdurig werk werden de levensgeesten bij den jongen weer opgewekt. De stuurman had zulke zware kneuzingen bekomen dat hij ter verpleging moest worden opgenomen en waar schijnlijk voor rijksdienst zal worden afgekeurd. De machinist van de sleepboot Atlas is door den hevigen wind van de machine ge slingerd en zwaar gekneusd opgenomen. Het eiland Marken is tot groot nadeel van de bewoners geheel onder water geloopen. Al het hooi, dat ter wegvoering gereed stond is zeewaarts gedreven of lrgt bedorven. De schade wordt op f 50.000 geraamd. Ook te Geertruidenberg heeft de hooge waterstand veel schade aan de landbouwers be rokkend, daar bijna al het gemaaide grashooi is weggespoeld. In den Biesbosch zijn al de laaggelegen polders ingevloeid. Veel bouwland staat reeds onder water, zoodat de schade aan aardappelen bieten enz. zeer groot is. Te Edam is een der zwaarste en fraaiste boomen op de Kaasmarkt door den storin ont worteld. Het gevaarte is gevallen op een bij gebouw van het Protestantsehe Weeshuis en heeft dit gebouw geheel vernield. Woensdagnacht is de geheele Huizermeent overstroomd. Al het gemaaide gras ging ver loren. Voor het talrijke vee aldaar is geen voedsel voorhanden. Te Scheveningen heeft het vreeselijk gespookt. De zee stond hoog legen den strandmuur; strand tentjes, die niet bijtijds op veiliger plaats konden gebracht worden, zijn weggespoeld ot totaal stuk gerukt, en schuttingen, rameD, deuren liggen omgeworpen; 't was een verwoesting, treurig om te zien. Den geheelen ochtend trok Scheveningen een druk bezoek. Honderden trotseerden het weder om van den strand- boulevard en van het wandelhoofd het machtige schouwspel, dat de met schuim overdekte zee te zien gaf, gade te slaan. Tusschen Vlissingen en Terneuzen is de driemaster „Ville d' Ostendc" gestrand. Het vaar tuig met vele leerlingen der scheepsschool had 's morgens Ostende verlaten en was al spoedig verplicht op de Schelde beschutting te zoeken tegen den sterken stormwind. De bemanning ziende dat er gevaar dreigde, wierp alle ballast, als tonnen, kolen, enz. over boord, maar het was Vergeefsche moeite, het vaartuig zakte al dieper en dieper in het zand en men heelt alle hoop opgegeven om het weder vlot te krijgen. De geheele bemanning, bestaande uit ruim 60 personen, is gered. Het schoolschip was vertrokken voor het tweede deel zijner kruisreis in de Noordzee en zou tot September afwezig blijven. Op Noord-Schouwen hebben de duinen zeer geleden. Honderden rijshoutschermen, welke ter beschutting van den duinvoet daar geplaatst waren, zijn door den hoogen vloed weggeslagen. Nabij Hemberg is, in het Noordzeekanaal, van het schip „Otto" een matroos overboord geslagen. Hoewel dadelijk reddingsgordels werden uitgeworpen, mocht het den drenkeling niet ge lukken een er van te kunnen grijpen, daar ze telkens door den feilen wind wegslingerden. Ook het dreggen, dat men nog een uur heeft volgehouden, was zonder gunstig gevolg. Om rupsen uil rozen te verdrijven, raadt een tuinman aan ze 's avonds te begieten met water en azijn (1 liter zuivere wijnazijn door 10 liter water.) Driemaal in een week gedaan, zijn ze verdwenen. Beeds drie jaren neelt hij dit middel met goed gevolg toegepast. „Dezelfde, mijnheer", antwoordde de jonge man„Maar mijn vader is dood, zooals gij misschien weet en mijn oudere broeder heelt den titel. Onze vader stierf tien jaar geleden, en mijn moeder heeft sedert bijna onafgebroken op Uardenholine gewoond. Hebt gij mijn vader gekend „O ja, o ja 1 Hoe vreemd, hoe on- geloofelijk vreemd, dat zijn zoon mij op dit oogenblik een helpende hand moet bieden 1" mompelde de vreemdeling „Ja, mijnheer Melslrom, ik heb graaf Oulwarreu gekend maar dat is nu al heel wat jaren geleden, vóór zijn huwelijk met uwe moeder maar sedert heb ik voortdurend in de wijde wereld rond gezworven En gij zijt dus werkelijk Cul- warren's zoon „De jongere, mijnheer een jongere zoon van geen beteekenis, en van minder fortuin. Maar al wat ik bezit, hoe weinig dan ook, stel ik van ganscher harte ter beschikking voor een vriend van mijn goeden vader En mag ik nu ook om uwe naam verzoeken „Natuurlijk", antwoordde de vreemdeling, eenigszius verlegen„natuurlijk 1 hoewel de omstandigheden, waarin ge mij van avond aantreft, mij liever mijn incognito hadden doen bewaren. Ik heet Oliver EosOrooke." „Dan, mijnheer Eosbrooke, verzoek ik u mij de hand te drukken eu er in toe te stemmen Dinsdagmiddag werd te Haarlem, tijdens een verkooping een der aanwezigen plotseling ongesteld. Toen de terstond geroepen geneesheer, verscheen, kon hij alleen den dood constateeren. Te Hilversum is in het café „Weiter", op de Groest, iemand gestikt doordien hij een te groot stuk biefstuk wilde inslikken.. Te Vianen is een bedelaar dood in'een schuur gevonden. Het schijnt, dat hij door ver moeidheid en gebrek niet verder kon, want niemand wist, dat hij in de schuur was. De rechtbank te Arnhem veroordeelde het individu uit Ede, dat een varken eerst in de oogen heeft gesloken en dit daarna met zeep heeft ingewreven, tot 14 dagen gevangenisstraf. De eisch was drie maanden. Te Venloo is een spoorwegarbeider door een goederentrein overreden. Zijn verminkt lijk werd opgenomen en naar huis gevoerd, waar zijn vrouw bewusteloos lag. Een strooper te Oostermeer loste, toen er een biduur voor 't gewas werd gehouden in de Geref. kerk, een schot door de glazenvan het kerkgebouw. De man is nu door den kantonrechter ver oordeeld tot f 10 boete of 3 dagen hechtenis wegens overtreding der Jachtwet 1 Onder Blaricum is (Je Eemnessenpolder overstroomt, waardoor de landbouwers een ge voelige schade lijden, daar bijna al het hooi verloren raakte. Een Commissie heeft zich gevórmd om de miuder gegoede boereu hun verlies eenigszins te vergoeden, door een verloting te houden waarvan de opbrengst geheel, ten bate der ongelukkigen komt. Nu de hooikoorts weer algemeen heerscht, heeft Dr. Alberts op verzoek van vele patiënten een werkje geschreven, dat binnen kort verschijnen zal, waarin de oorzaken, gevolgen eu behandeling van die koorts beschreven wordt. Nabij het Bijksmuseum te Amsterdam werd een fietsrijder door een onbekenden man aangesproken „och mijnheer, leen me even uw fiets. Daar in de verte rijdt een kerel met mijn fiets er van door en als ik nu even uw rijwiel mocht hebben kon ik hem achterhalen". De ander stemt toe en de onbekende springt op de fiets en rijdt snel naar den kant waarheen hij gewezen had De ander kijkt en blijft kijken totdat hij eindelijk begrijpt dat hij bedrogen is en aangifte bij de politie deed. Op dezelfde plaats bij Vogelenzang, waar voor eenige maanden de dochter van een ploeg baas door den treiu overreden werd, is het ver minkte lijk gevonden van den jongen man, met wieu het meisje sedert langen tijd verkeeriug had gehad. Hij had den dag in eene nog al opgewonden stemming bij den ploegbaas doorgebracht, die hem naar de stoomtram te Bennebroek bracht, om hem vandaar naar Haarlem te laten' ver trekken. Het schijnt, dat hij weer van de tram afgesprongen is, of niet meegegaan is, want toen de arbeider, die 's avonds de spoorbaan langs loopt voor de controle, zijne gewone route deed, vond hij het lijk van den jongen man. Dinsdag stond de vaandrig Hilsener in hooger beroep terecht voor den hoogeren krijgs raad te Kiel, ter zake van het doodsteken van een militair, die hem niet gegroet had. Eveuals in eersten aanleg werd tegen hem 6 jaren tuchthuisstraf en verwijdering uit het leger gevorderd. Zeven familieleden uit Antwerpen maakten dezer dagen een roeitochtje op de schelde. Tusschen de aanlegplaatsen Baht en den Doel, waar de stroom zeer sterk is, voer hen een stoomboot voorbij, waardoor het water zóó in beweging werd gebracht, dat het roeibootje omsloeg en allen te water geraakten. Vau de acht personen zijn er vier verdronken. Van de Amerikaansche vloot die ter rede van Kiel ligt, zijn meer dan honderd man weg- geloopen op de aanhouding vau eiken deserteur is een belooning van 5 dollar gesteld. dat wij om mijns vaders wille van nu af vrienden blijven," „Beste jongen," antwoordde Eosbrooke, terwijl hij de hem aangeboden hand met warmte drukte. „Je hebt mij voor het oogenblik het leven gered, dat is zeker, en ik onderstel dat ik je daarvoor dankbaar behoor te zijn hoewel ik waarachtig niet zou kunnen zeggen waarvoor ik eigenlijk nog te leven heb." „Dat kan ik niet gelooven I" riep de jonge Melstroin „Wat Een man als gij zou uiets meer hebben om voor te leven P Maar als het u ernst is met onze vriendschap, mijuheer Eosbrooke, dan moet ge mij rondborstig vertellen welke onheilen u tot zulk een wanhopig uiterste hebben gebracht eu dan zullen wij trachten er herstel op te vinden. Als er met geld iets te doen valt, dan is er geen bezwaar. Misschien zou mijn eigen bescheiden inkomentje niet veel baten maar ge kunt toch wel denken dat mijn broeder Culwarren een ouden vriend van onzen dierbaren vader." „Halt, halt," riep Fosbrooke„lk waardeer ten volle uwe edelmoedige bedoelingen, die mij herinneren aan al het goede wat ik indertijd van je vader genoten heb maar ik zal er geen gebruik van maken. Een kleine leening wil ik misschien wel bij je sluiten doch overigens staat het met mijn financiën niet zóó wanhopig, als men wel schijnt te denken. Mijn Op den spoorweg van Brussel naar Parijs is weder een misdadige poging tot het doen ontsporen van een trein ontdekt. Een der gewapende spoorwegwachters zag eenige mannen bezig met losmaken van de rails. Toen de mannen de wachter bemerkten schoten zij op hem en namen daarna de vlucht. Een merkwaardig ongeluk, dat een bewijs levert voor het gevaar, dat ontstaat door aan wezigheid van het groote aantal geleiddraden voor eleetrisch licht en electrische beweegkracht, die door de straten der Amerikaansche steden gespannen zijn, heeft te Pittsburg den dood van vier personen veroorzaakt. Eén van de hevigste onweders, die sedert jaren boven Pittsburg hebben gewoed, was juist overgedreven. Een Amerikaansche vlag die aan een stok uit het venster van een huis woei, was gedrenkt met regenwater, waardoor de stok brak en op een electrischcn geleiddraad terecht kwam. De draad knapte af en viel met een uiteinde in een plas. Op dat oogenblik stak een netgekleede man de straat over. Hij stapte in den plas en viel onmiddellijk dood op den grond. Tegelijkertijd reed een rijtuig door den plas. Het paard stortte dood neer. De twee personen, die er inzaten, een heer en zijn vrouw, sprongen verschrikt er uit, kwamen in den plas terecht en werden eveneens op de plaats gedood. Eenige jaren geleden vermaakte een Parijzenaar bij uitersten wil aan de stad Parijs een belangrijk bedrag, uit de rente waarvan jaarlijks 10.000 francs moeten worden uitge keerd aan een meisje van onbesproken gedrag, dat door arbeid in haar onderhoud voorziet. Ditmaal zullen twee dergelijke bedragen worden toegewezen. Want een jeugdige naaister, wie in 1902 de prijs werd toegewezen, is sedert in het huwelijk getreden met een vermogend man en heeft nu de ontvangen 10.000 francs weder ter beschikking gesteld van het ge meentebestuur. Dit heeft nu besloten 10.000 francs aan twee rechthebbenden te doen toewijzen. Onlangs bracht een Duitsch blad de voor naamste regels in herinnering, waaraan de boer zich bij het melken heeft te houden, wil hij zijn melk zoo goed mogelijk krijgen. Herinne ringen aan diezelfde regels worden in vakbladen en door vakmannen onophoudelijk gegeven. Aardig is zeker de manier waarop prof. E. An- deregg, leeraar aan de zuivelschool te Kütti-Bem in Zwitserland, die voorschriften nog eeus onder de aandacht van de belanghebbenden brengt. Hij heeft ze samengesteld in een gedicht, van eenige coupletten en wijst daarin op de zorg, die bij het melken vereischt wordt, daar bij ge brek aan zorg de melk bederft. Allereerst moet de persoon die melkt, zorg dragen voor reinheid. Wat goede melkers moeten leeren Iszorg voor reinheid bovenal, Voor reinheid zoo op lijf als kleeren, 't Gereedschap, 't vee, den heelen stal. Zoo gaat hij voort. In het derde couplet her innert hij, dat de dieren bij 't melken niet ruw behandeld moeten worden, maar integeudeel vriendelijk dienen toegesproken. Het vierde en vijfde dalen tot de bijzonderheden van het melken af, zoo goed als waren zij in het droogste proza waren geschreven. „Hoog moet het schuim in de emmers staan", zegt hij, en „men moet den uier ledig melken, de laatste droppels zijn het vetst." Maar het gaat niet aan van het geheele stuk een overzicht te geven. Mogelijk, dat onder onze Nederlandsche vakmannen iemand gevonden wordt die lust heeft het in Nederlandsche verzen over te brengen. Genoeg zij het te melden, dat ook het verband tusschen de voedering en den melktijd, en tusschen het voedsel en de quali- teit der melk nog besproken wordt, terwijl de dichter nog waarschuwt tegen vervalsching van de melk en tegen slechte teeltkeus bij de aan- fokking van melkkoeien. Hij besluit met een aansporing aan den boer om de verdienste van den goeden melker op den rechten prijs te schatten. gedruktheid, mijn levensmoeheid, heeft een ge heel andere oorzaaken wat ik had willen doen was voor eens en voor altoos aan mijn sombere gedachten een einde maken och, daartoe is al bij twintig vroegere gelegenheden de lust in mij opgekomen, ook wanneer mijn geldkast voor het oogenblik gespekt was met goud." „Maar nit zult gij toch nooit weer aan dat uiterste denken I" sprak Authony dringend. „Beloof mij, dat ge voortaan op de lichtzijde van het leven uw oogen zult gevestigd houden want een lichtzijde is er altoos." „Ik wil één ding beloven, mijn beste jongen", hernam Eosbrooke, terwijl hij opstond eu zich- zelven in den spiegel bekeek„en dat is, dat ik mijn toilet een beetje wil opknappen en trachten zal wat tc eten. Zou je wel willen gelooven dat ik nu in acht-en-veertig uren geen stukje over mijn lippen heb gehad „Hemelsche goedheid!" riep Authony, terwijl hij naar het schcllekoord sprong „dan zullen wij oogenblikkelijk wat goeds hier boven laten brengen Neen, gij moet niet naar beneden gaan, onler die hartelooze, cynische bende, die zitten misschien te wedden op uw dood. Wij blijven liever hier, E'osbrooke I Wij nemen hier samen een lekker soupeetje, met een glas champagne er bij en dan vertelt ge mij eens alles van uw zorgen eu verdrietelijkheden Beter nog dan melkmachinen, Zal een flink ervaren hand Steeds den boer bij 't melken dienen, Dat erkent het gansche land. Bina to cm it v of Paus Leo XIII, die een zoo zeldzaam hoo ouderdom bereikt heeft, is thans stervende was in zijn jeugd zeer zwak en ziekelijk. Als jonkman van 20 jaren dacht hij anders of hij zou vroeg sterven en hij klaa. toen in aandoenlijke verzen, welke thans in Ilaliaansehe bladen nog eens worden medi deeld, over zijn jeugd, die door den onver dellijken dood zou worden weggemaaid. „Ik zie", zegt hij daarin, „Atropos (de sc godin, die den levensdraad afsnijdt) haastig mij aankomen. Maar ik zeg tot haarIk 1 Je niet voor u. Hier ziet ge, o bleeke schikgoi een zeldzaam schouwspel een inensch die u wacht." En de grillige Atropos is daarop nog 73 jale lang weggebleven. Ook het Latijnsche vers, waarmede de 93-jarige Paus het besluit zijns levens aai en van de geloovigeti afscheid nam, is zeer i |cn moedig. Thans is de toestand van den Paus hot ernstig. Iiij heeft zijn laatste beschikkingen maakt aangaande zijn aanzienlijk vermogen. Kalm en helder als zijn leven geweest is, ook voorzeker het heengaan van dezen man z Hij is op het einde voorbereid. Wanneer Paus overleden is, slaat een der kardinalen d malen op het hoofd van den Opperprie 10n met een zilveren hamertje en noemt hem d ren maal bij zijn doopnaam. Daarna keert hij s lijs tot de omstanders en zegt in het Latijn Paus is werkelijk dood." Dan verkondigt het klokgelui van alle ker el' in Rome dat de Paus overleden is. Later wordt het gebalsemde lijk in de tijnsche kapel op een praalbed overgebracht, Drie dagen wordt daar bij het lijk gebed den vierden dag wordt het overgebracht n de baziliek van de St. Pieterskerk in de k van het heilige sacrament. i her hel lui een ;eli. Bwf itie He [Uai Ie ba jjff mte ins er (Builen verantwoordelijkheid der redactie Mijnheer de Redacteur l In Uwe courant werd meermalen een referaat geven van het klokkenspel op den stadhuistoren Uwe gemeenie en wijdde ik steeds mijn aandacht de desbetreffende raadsverslagen in het algemeen, aan de zakelijke mededeelingen van denheei Hollesu in het bizonder. Hoewel niet bekend met de richting van het klokkenspel te Tholen, wil het toch voorkomen, dat hetzelve in oorspronkelijke cLy. structie tuimelwerk weinig zal afwijken dat in onze gemeente. Mogelijk is het evenwel, een ander systeem is gevolgd met het oog op enge ruimte in den toren, die, in onze gemei oppervlakkig bezien, van grooteren omvang is. Da speelklokken, zoowel te Tholen als in deze geme cirkelvormig hangen, versterkt mij in de meen dat de oorspronkelijke aanslag te Tholen geschie zooals thans nog te St. M. nl. met tuimelaars. I inrichting is bij de tegenwoordige samenstelling alleen doelmatiger, maar ook voor minder erv deskundigen begrijpelijker, om de draden anders in chaos van wanorde door elkander loopen aan het klavier te verbinden, terwyl de aan krachtens aanwending daartoe in dier vo gewijzigd kan worden, dat de loop van den trom bij aanslag van eenige klokken tegclyk, niet ge: wordt of aan stooten onderhevig is. Neemt men in aanmerking, dat in 1614 het kenspel in onzen toren is geplaatst, en in de techn nimmer wijziging of verandering is aangebrac g(j komt het iny voor, «lat de heer Hollestelle. trouwens nimmer onbeslagen op 't ys komt", het het rechte eind heeft. Het klokkenspel in onzen toten, aan weer en w blootgesteld, was tot vóór enkele jaren zyn om gang naby. De voorlaatste herstellingen daaraan, verricht d den heer Kleyn te Middelburg, (pl. m. 30 jaar geled vorderde eene groote uitgaat, terwyl vóór ongev 10 jaren, genoemde heer aanbood, eene nieuwe li stelling te doen voor f 1100.zonder de kos van smeedwerk, die de gemeente mede voor hare kening inoest nemen. Van dit aanbod werd geen der oc: be\ :he Ge b ma dit 1U1 ir. tje ieij Pl cn ik op mijn beurt vertel u ook de mijn err „De uwe?" riep Fosbrooke met een spotte lachje, terwijl hij den jongen man in het Irissc blozende gelaat keek. *Ja zeker 1 Ge denkt misschien dat ik geen zorgen of verdriet hebben kan, maar daa vergist ge u. Keeds mijn aanwezigheid h i terwijl ik zooveel liever thuis zou zijn, is ongeluk zooals ge zult moeten toegeven wana ge mijn geschiedenis zult gehoord hebben." „Wel wel 1 Jeugd, een goed uiterlijk, welgevulde beurs en de vrijheid om te reizf worden in den regel niet als ongelukken schouwd, mijn jongen ,/Neen, dat geloot ik wel. Maar toch is grooter verdriet, dan ouderdom, of armoe of een ongunstig voorkomen, Fosbrooke." //Komaan, je bent zoowaar een philost Melstrom eu als je op die manier voortga dan maak je er van mij ook nog een. Ja, geloof waarlijk dat je nu al een ander men van mij gemaakt hebt. Ik verheug mij minste in het uitzicht op dat lekkere soupee! met je vroolijke jonge aanschijn tegenover in plaats van daar koud en stijf in bloedplas op den vloer van mijn slaapka te liggen. Kijk, ik heb waarachtig een gev r< alsof ik je reeds al mijn leven gekend had (Wordt vervolgd L

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1903 | | pagina 2