Nf°. 951. Zaterdag 22 Augustus 1903. Een en twintigste jaargang. EN J. M. C. POT, FEUILLETOH. MISLEID. t nummer bestaat uit 2 bladen. Het „Huis Vermuyden". IERSEKSCHE THOOLSGHE COURANT Dit blad verschijnt eiken Zaterdag. 'rijs per drie maanden, franco per post 65 cents. 'oor bet buitenland 90 cents. Ingezonden stukken, enz. worden nlterli|k op DONDERDAGAVOND Ingewacht aan bureau te T h o I e n of vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke. UITGEVER T K O E, E N. Advertcntiën van 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer 10 cents; groote letters naar plaatsruimte. Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt sleohts 2 maal in rekening gebracht. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering. anneer men door de voormalige Noordpoort iade smalstad St. Maartensdijk verlaat, den [en grintweg langs den grondslag van het ipwandelt tot aan den Eersten dijk op het van bet Steenenpad, en alsdan in oostelijke ing onzen weg over dien dijk vervolgt, tot den Notendaalschen weg, komt men voor belendingen in het Middelland, die nog ouder de benamingen van Cornelis de mgs- en Vlamingshoek staan bekend. benamingen dezer belendingen zijn zoo als de polder zelf, want reeds in de vroegste leiden, op deze gronden betrekking hebbende, zoowel de Cornelis de Coningshoek, als Vlaminckshoek, voor. De eerste was on- 'ijfeld het oorspronkelijk aandeel in den polder den persoon, naar wien deze zoo schoon ;en strook gronds van den aanvang, of van poldering af, is genoemd geweest. het geslacht de Koning of Coninck, het oudtijds ook lnidt, wordt vroeg in hrifte gewag gemaakt. Reeds in 1332 stelde drik van Everinge voor de opengevallen van zijne gemeente aan den Aartsdiaken trecht voor een Jacob de Coninck, als zij nde n oog „een wisen ende warachtighen persoen", iet was Laurens Ilendrikszoon de Koning of uk te Tholen, die als blijk van erkenteiijk- voor de goede opkomst der jeugd bij het voor deze in de XVe eeuw een eeuwigdurende ■ente besprak tot het vieren van feest, tot in onze dagen leefden de afstamrae- van die zoo aanzienlijke familie te St. utensdijk, te Tholen en vooral ook te ;erdam, voort. Vlaminghoek was zijne benaming niet ihuldigd aan een bepaald persoon, maar aan irscheidene Vlamingen, die gemeenschappelijk genomen hadden in de bedijking van het delland onder leiding van hun landgenoot iird van der Muden. deze Vlamingen als medebedijkers was belending, besloten tusschen den Noten- Isehen weg, den Kruisweg, den Dwarsweg den dijk, ter grootte van 110 Gemeten, ledeeld. omvang van den Vlaminghoek is later verminderd, doordien het Middelland door St. Maartensvloed van 1368 tegenover die ndirig is ingevloeid. Met het alstoen in veranderde rekening houdende, stemt de grootte eeliter nog met die van onzen of met die van het kadaster overeen. Ook is de Vlaminghoek nagenoeg nog 110 neten groot. 'aar het aandeel in den polder van Colaird der Muden en de zijnen, kwamen zij in te verliezen, omdat zij, aldus spreekt Willem 111, in den oorlog met de Novelle. barstte opuieuw in tranen los. Doch door scheen nicht Paget uit haren droom 'Otwaken. In een oogenblik was zij zichzelve ler. 'Vergeef mij, Lily 1 Ik was daar mijzelve geheel meester Wat vroeg je mij ook Mijn raad? Wel, die luidt zeer 'st alsvolgtDoe wat je tante verlangt, 'd Culwarren's vrouw, schik je naar de 'eld, geniet al de voordeelen, die rang en ■dom je bieden en wees gelukkig." aar hoe zou ik gelukkig kunnen zijn zulke voorwaarden Neen neen, er is mij geen geluk meer op de wereld Anthony Arithouy Het is dus zooals ik vermoedde, Staat werkelijk die oude dwaasheid aan Vlamingen zich aan de zijde hunner landgenooten hadden geschaard. Zij hadden, blijkens het ten hunnen opzichte gevelde vonnis, het land kort te voren in vereeniging met anderen zelf bedijkt, doeh het was hun om genoemde redenen ont nomen door den Graaf, die het daarop geschonken heeft aan zijn getrouwen kapelaan, heer Pieter van Legden. Na die gebeurtenis met den eigendom der Vlamingen in het Middelland, verneemt men weinig meer van Colaird van der Muden en de zijnen; ongetwijfeld omdat de bescheiden uit die tijden in zoo sehaarsehe mate tot ons ge komen zijn. Toch schijnt de familie Ver- muden of Va» der Mugden ook na het verlies van den eigendom in het Middelland, haar verblijf te St. Maartensdijk gehouden te hebben. In 1566 leefde daar althaDS een Bartel of Barlholomeus van der Muyden of Vermuyden, die gegoed was in een anderen polder van het waterschap. Deze Barlholomeus is ver moedelijk de vader geweest van Gilles Ver muyden, Schepen en Raad van Tholen, en die gehuwd was met Sara Werckendet. Gilles Vermuyden, hier bedoeld, had een broeder Chris/iaan, die zich ook eenigen tijd vestigde te Goes, en die de stamvader kan zijn geweest van de nog zoo bekend zijnde „Ver- myes" in Zuid-Beveland. Ook wordt van hem genoemd een zoon Cornelis en een dochter Cornetia, die gehuwd is geweest met Joachim Liens, Ridder en buitengewoon afgezant van de Republiek bij den koning van Engeland. Cornelis Vermuyden Gilleszoon, was in 1621 ontvanger te Tholen. Hij wordt gezegd daar te zijn geboren uit een familie, die lang te St. Maartensdijk is gevestigd geweest. Cornelis vertoefde echter niet lang meer in die stad. Op uitnoodiging van eenige kapitalisten hier te lande, waaronder voorkwamen Jacob Cats, Leo- nardus Cats, de van V'alkenburg's en de Van Perre's, nam hij de leiding op zich van een door deze voorgenomen droogmaking van gronden in Engeland. Nadat Jacobus 1 de noodige vergunning tot iupoldering had verleend, vertrok hij met een aantal arbeiders derwaarts. De onderneming ving aan met het bedijken van het drassige land van Dogenham aan de Essexzijde van den Theemsdaarna werd het uitgestrekte moeras Hatfieldehase ten Zuidoosten van Donkaster in Yorkshire drooggelegd, terwijl eindelijk ook de lage streek aan den Theems bij den mond van de Medway werd ingepolderd. Blijkens de geschriften van J. Cats ging het aanvankelijk met de inpoldering niet voor spoedig; maar men volhardde en kwam vele bezwaren, eigen aan elk vreemd terrein, te boven. Cornelis Vermuyden, de bestuurder der be- dijkingswerken, woonde te Londen, waar hij als kundig ingenieur zoozeer in aanzien was, dat hij tot ridder baronet verheven werd. En hoezeer de onderneming ook van tijd tot tijd je weloverwogen geluk in den weg „O ik verneder mijzelve, door aldus in mijn hart te laten lezen 1" riep het meisje, met de handen voor het gelaat. „Hij moet mij vergeten hebben I Onze liefde was een kinderlijke waan de natuurlijke genegenheid van twee die samen waren opgegroeid. Ja ja I ik moet haar uit mijn hart rukken, uit mijn geheugen wisschen I En toeh „En toeh aarzel je nog? Toch lacht dat valsche gevoel, dat immers tot niets leiden kan, je nog altoos méér toe, dan het uitzicht op een degelijk en gelukkig levenslot Lily, ik had je voor verstandiger aangezien. Denk toeh eens aan al hetgeen je aan je tante verschuldigd zijt en hoe gelukkig je hen nu kunt maken. En denk ook eens aan mij, die je zoo gaarne veilig zou zien veilig vooral het hartverdriet en de ellende, waartoe ééne enkele ondoordacht heid ons vrouwen levenslang veroordeelt. Die veiligheid vindt ge in een huwelijk met Cul- warren." Zij naderde het meisje, sloeg hare armen om haar heen en drukte hare koude lippen op Lily's voorhoofd. nog met velerlei bezwaren te kampen had, in 1635 stonden reeds 4045 acres van het ingedijkte land ten' name van Sir Cornelis bekend. Tijdens het verblijf van Cornelis Vermuyden in Engelands hoofdstad werden in de Hollandsche kerk aldaar van hem gedoopt: in 1626 een dochter Calharina, in 1634 een zoon Barlholomeus en in 1635 een dochter Anna. Zijn zoon, Barlholomeus, was later als kolonel in Eugelsehen dienst, op grond waarvan men mag aannemen dat ook, Sir Cornelis in Engeland gebleven en overleden is. Ongetwijfeld had Sir Cornelis Vermuyden een broeder Bartel of Bartholomeus, die te Seherpenisse in 1603 nog een kind liet doopen, Jacob genaamd. Van dezen Bartel Vermuyden was Johan Vermuyden, die met zijn oom Cornelis naar Engeland was vertrokken, een zoon. Van Johan, in 1595 te St. Maartensdijk geboren, vindt men aaugeteekend, dat hij als weduwnaar van Maria Liens van St. Maartensdijk, 28 Mei. 1636 te Tholen huwde met Clasina Balles, jonge dochter van Tholen. Zijn eerste vrouw was een dochter van Joachim Liens hierboven genoemd en dus zijn volle nicht. Johan Vermuyden is eenige jaren onder leiding van zijn oom bij de inpolderingen in Engeland werkzaam geweest. Vermoedelijk is hij eerst bij de daar ontstane beroeringen op staatkundig gebied naar zijn vaderland terug gekeerd. Te Tholen vindt men van de volgende Ver- muydens gewag gemaakt. Deze waren on getwijfeld allen kinderen van Johan le. Bartel Vermuyden, die gehuwd is geweest met Calharina Ketting. Deze, als kapitein hier in 's lands dienst was vermoedelijk Johan's oudste zoon en dus geboren uit diens eerste huwelijk met Maria Liens. Hij overleed in 1650 slechts 33 jaar oud. 2e. Johanna Vermuyden van Tholen, die 29 October 1642 aldaar huwde met Frangois Rijkhals van Middelburg. Bij de voltrekking van dit huwelijk traden als getuigen op Johan Ver muyden als vader en Clasina Balles als stief moeder van de bruid. Johanna was dus eveneens een kind uit het eerste huwelijk met Maria Liens. 3e. Calharina Vermuyden van Tholen, die 23 Maart 1661 aldaar in den echt trad met Pieter van der Vliet. Bij de voltrekking van dit huwelijk worden eenvoudig als getuigen genoemd Johan Vermuyden en diens vrouw Clasina Balles. 4e. Clasina Vermuyden van Tholen, die 13 September 1673 trouwde met Marinus van der He'jde. Als getuigen worden vermeld Jacques Balles en Jacoba Vermuyden. Clasina, de bruid, heet de dochter van Johan Vermuyden en van haar wordt gezegd, dat zij op 22 November 1645 was gedoopt. 5e. Jacoba Vermuyden, die gehuwd is geweest met Jacques Dalles, en welke beide echtelieden „O, kind", murmelde zij „je weet niet wat al gevaren en jammeren er zijn op deze wereld, o, ik wou je zoo gaarne daartegen besehut zien Beloof mij, Lily, dat je Culwarren's vrouw zult worden en den ander zult vergeten." „Ik zal Culwarren's vrouw worden, omdat dit mijn plicht schijnt te ziju", antwoordde Lily met brekende stem „Maar vergeten zal ik nooit, nooit, totdat ik dood zal zijn en begraven I" „God helpe je, kind," fluisterde de gezelschaps dame droevig. Iudien de bewoners van Gardenholme op den bedoelden morgen in Augustus reeds om vier uur uit de veeren waren geweest, zoo zouden zij in het park een vreemden indringer hebben kunnen betrappen, die door geen tuinder of dienaar nog gestoord, het huis der Culwarrens met bizoudere opmerkzaamheid van alle kanten bespionneerde. Deze vreemde indringer, in een phantaisie-pakje nauwelijks te herkennen, was uiemand anders dan Oliver Posbrooke, onze vriend uit Hamburg. Ook aan zijn gelaat zou men hem bezwaarlijk zoo terstond herkend hebben went terwijl hij genoemd worden als getuigen bij bovengenoemd huwelijk. 6e. Maria Vermuyden, dochter van Johan was gedoopt 24 Mei 1649. Deze overleed on- gehuwd 6 Mei 1675, oud zijnde bijna 26 jaar. Uit Engeland teruggekeerd zette Johan Ver muyden zich hier neder tot het uitoefenen van het landbouwbedrijf. In het westelijke gedeelte van het niet zeer vruchtbare Sehakerloo, on middellijk langs den Kettingsdijk tegenover het punt, waar de Oliphautsdijk aan dezen sluit, koos Johan de plaats tot uitoefening van ziju bedrijf. Daar in die eenzame en als van alles verlaten streek, herbouwde hij de oude Kettings hoeve, die alsnog als het „Huijs Vermuyden" staat bekend. m Dit gebouw trekt nog altoos min of meer onze aandacht. En terecht, leder gedenkstuk, dat eeuwen heugt, heeft voor den mensch, die in zijn korten leeftijd zooveel ziet worden en vergaan, eenige waarde. De eenzame wandelaar tot hiertoe verdwaald, valt den eenigszins vreemden bouw met het in den gevel aan gebrachte opschrift nog steeds in het oog en vraagt onwillekeurig naar eenige bijzonderheden nopens de stichting of de geschiedenis ervan. Daar dan in dien eenzamen hoek van Sehakerloo had Johan Vermuyden zich nedergezet tot uit oefening van het landbouwbedrijf; daar hield hij zich bezig om „te boeren", maar het boeren was toen nog niet, wat men tegenwoordig daar onder verstaat. Men zaaide nog geen suiker bieten als tot in het hoekje van den haard. En Johan Vermuyden hield zich bovendien ook met heel andere zaken, dan met den landbouw onledig, Hij werd in 1651 zelfs afgevaardigd naar de Groote Staatsvergadering te 's Hage, waarvan zijn neef, Jacob Cats, voorzitter was. Ook was hij lid van den Raad te Tholen. Overigens trok Vermuyden zich grootelijks terug op zijn Stee, zich hoofdzakelijk bezig houdende met het schrijven en vertalen van werken. Zoo gaf hij uit„Spieghel van Gods barmhartigheyt", zijnde eene vertaling van het werk van den Engelsehen prediker William Cowper; daarop volgden: „Strijdt Christi tegen den duivel; Ledigh tijt bestedingh, en De worstelende Christus". Het werk „Ledigh tijt bestedingh" was eene vertaling uit het Fransch van het boek van P. Toussaint. Hij droeg dit geschrift, gedrukt iu 1657 te Middelburg bij U. Smidt, op aan den Baljuw, de Burgemeesters, Schepenen en Raden van Tholen. Johan Vermuyden was een man van kennis en invloed; hij ontsliep 17 October 1669, oud zijnde 74 jaar en werd te Tholen in het Hoog koor van de kerk onder een fraai gebeitelde zerk begraven. Zijn tweede of laatste vrouw, Clasina Balles, stierf 14 April 1675 in den ouderdom van 63 jaar. H. Tholen, 1903. (»0- Thans eigendom van Cornelis Bierens te Tholen. daar zoo heenslenterde langs de nog half in morgenschemering gehulde paden en lanen, droegen zijn trekken een zwaarmoedige en peinzende uitdrukking, die er anders volslagen vreemd aan was. Met eiken boom, met elke haag en elke bank was hij blijkbaar ten volle vertrouwd. Eensklaps bleef hij stilstaan bij een kleine poort. „Hier, ja hier zag ik haar voor het eerst sprak hij bij zichzelven. „Het was bij het uit rijden voor een vossenjacht. Wat een mooi meisje was zij toen 1 Hoe sprong zij in den zadel I Hoe vlogen al golvend hare goudblonde tressen over haar donkerblauw rijkleed 1 Eén blik op haar, en weg was mijn hart 1 Ja, indien ik nu nog maar half zoo aantrekkelijk was, als toen, wat zou ik mij dan week ge voelen bij de heriuneringeu van vier-en-twintig jaar geleden. Maar ik h» .-v r ti c Hen heb ik al te veel -\t r\ Hoe dan ook, U xJT i\ A. geworden. Zelffde mandflesschen a 2'/2, 5 en 10 Liter. h"d 1VD'J" t'schap van den heer PHILIP HARWAYD mij verloren. furt%,M. aandoening ku

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1903 | | pagina 1