No. 1187.
Zaterdag 12 October 1907.
Vijf en twintigste jaargang.
EN
j. a. c. pot,
Eerste Blad.
Moderne landbouw.
Publicatie n.
est0-
(Naar aanleiding van de te 's-Gra-
venhage gehouden Nat. en Intern.
Landbouwtentoonstelling.)
BIN5ENLAND.
Van onze berichtgevers.
ERSEKSCHE
THOOLSCHE COURANT,
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prij» per kwartaal f 0,65met Geïllustreerd Zondagsblad f 1.025, franco
per post f 1,10. Voor het buitenland 90 cents.
IngeztMtn stukken, enz. worden eiterlljk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan
kot bureau te T holen of v66r DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke.
UITGEVER:
Tiolis.
Advertentiën van 1 tot 4 regels 40 centsiedere regel meer
10 cents; groots letters naar plaatsruimte.
Elk* advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt aleohta
2 maal in rekening gebraoht. Bij abonnement aanmerkelijk* prijsvermindering.
Uifl
40
Loting voor de Nationale Militie.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente Tholen
brengen ter kennis van belanghebbenden
dat de loting der vóór 1 September van dit jaar
n deze gemeente voor de militie ingeschrevenen zal
plaats hebben te Tholen in het gemeentebuis op
Dinsdag, den 29 October 1907, te beginnen des voor-
middags te 9.80 uur
dat op Zaterdag, den 2 November 1907, des
Ei roormiddags van 9 tot l uur in bet gemeentehuis door of
vanwege de lotelingen bij den Burgemeester aanvraag
kan geschieden voor de getuigschriften ter bekoming
vsn vrijstelling wegens broederdienst bedoeld in de
2de zinsnede van art. 51 der militiewet
0n 3o. dat zy, die op zoodanige vrystelling aanspraak
maken, op laastgemelden dag in het gemeentehuis
moeten verschynen, vergezeld van twee bij den Burge
meester bekende meerderjarige ingezetenen en dat zij,
die vrystelling wegens broederdienst verlangen, moeten
medebrengen uittreksels uit de geboorteregisters be
trekkelijk bun zeiven en hunne broeders, benevens
het paspoort of ander bewijs van ontslag, of een uit
treksel uit het stamboek of een bewijs van werkelijken
dienst van den broeder of de broeders, op wiens of
wier dienst zy hunne reclame gronden
vestigen uitdrukkelijk de aandacht van belang
hebbenden er op, dat de hierboven vermelde opgaven
en handelingen niet voldoende zijn om, zich de ge
raagde vrystelling te verzekeren, maar dat bun be
lang medebrengt, om bovendien persoonlyk de vrij
stelling aan te vragen in de zitting van den Militie-
raadv die op een later bekend te maken tydatip te
Tholen zal worden gebonden
#n wijzen de lotelingen, die gebreken hebben, of
meenen te hebben, op hunne verplichting, om, on
verschillig welk nummer zy hebben getrokken, in
de genoemde zitting van den Militieraad te verschynen,
teneinde geneeskundig te worden onderzocht.
Tholen, den 11 October 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. G. VAN STAPELE.
De Secretaris,
H. J. LABAN.
(Gedeeltelijk overgenomen uit de Stb. ert.)
Moderne landbouw, welk een gansch ander ding
zyt ge dan de landbouw van vóór een kwart eeuw
nog.
Welk een stil genot verschafte 't me, toen ik een
paar forschgebouwde, zongebruinde landslieden met
gespannen aandacht zag luisteren naar een demon
stratie betreffende het chemisch onderzoek van enkele
meststoffen. Niet slechts werd geluisterd, doch vragen
werden door hen gesteld, opmerkingen werden ge
maakt, en uit dat alles bleek, dat de polderzonen
op 'r duimpje de meerdere of mindere oplos
baarheid van verschillende ammoniakverbindingen
wisten. Bij 't bepalen van het zetmeelgehalte van
aardappelen was 't overbodig, hun het begrip van
soortelijk gewicht" by te brengen. Dat behoefde
hun niet meer geleerdin sobere bewoordingen
gaven ze de juiste definitie en toonden te weten hoe
men het S. G. kan bepalen.
En in 't Zuivelgebouw, by de uitstalling van de
Onderlinge Risico Vereeniging uit den Alg. Ned.
Zuivelbond F. N. Z. D££r gold meer de economie
van de bedrijfslasten. Zeer velen toonden door hun
opmerkingen, hoe zeer ze zich ervan bewust waren,
dat coöperatie ook op het stuk van ongevallenver
zekering in de naaste toekomst voor hen een eisch
des tyds zal zyn.
Het kerngezonde en pittige in den gedachtengang
van den buitenman komt bij zulke gelegenheden
treffend naar voren. Zoo zei er een: „Dat er een
ongevallenverzekering voor onze menschen komt is
heel goed, maar met je permissie,'k moet niets hebben
van al die maatschappijen en directies, die den boer
afreizen om klandizie, 'k Wil wèl m'n ongevallen
betalen, maar geen aandeelhouders en directeuren
ryk maken. Onder mekaar de zaak regeleD, net als
de Zuivelbond en Binnenscheepvaart en zoo, en dan
aangesloten bij de Centrale Risicobank, dat is mijn
gedacht."
De wetenschap, hand aan hand met de bezonken
ervaring van den landman, dat samengaan heeft de
landbouw gebracht op 't hooge standpunt van onze
dagen. Uit dat huwelyk is de „moderne landbouw"
geboren.
Feitelyk heeft de plotselinge daling der Landbouw
producten omstreeks 1878 hiertoe den stoot gegeven.
Tevoren ging 'look zonder byzondere inspanning
gemakkeiyk, om tot welstand te geraken. Men ge
voelde daarom ook niet, hoeveel er aan onsen land
bouw ontbrak. Pachten, grondprijzen, levensstandaard
van den landbouwer alles was hoog, met
daarnaast ook rnime verdiensten.
Toen kwam in 1884 de internationale Landbouw
tentoonstelling te Amsterdam. En toen ook ontwaarde
men, hoe we ten achter waren bij veel andere natiën,
die niet zoo gemakkelijk hadden kunnen voortboeren
als wy en die daarom wel degelyk alles hadden
aangewend, om hun productiviteit zoo goed mogelijk
vooruit te brengen.
Waar 'n tegenslag al niet goed voor is. Men
zag in, dat er veel was verzuimd en dat 't hoog tijd
werd, om door inspanning van alle krachten Qat ver
zuimde te herstellen. Protectie, werd allerwege ge
roepen. En die protectie kwam. Niet de kortzichtige
van 't oogenblik. Niet dus zooals velen zullen
gedacht en gewild hebben bescherming van bet
product tegen buitenlandsche concurrentie, maar be
scherming van bet gansche bedrijf, door oprechte be
langstelling en zaakkundige bemoeienis van Staatswege.
In 1890 bracht de daartoe ingestelde Staatscom
missie hare adviezen uit. Ze golden wettelijke maat
regelen tegen knoeierijen in den boterhandel, van
Staatswege te subsideeren landbouwscholen. Oprichting
van landbouwproefstations. Verbetering van het land-
bouwcrediet. Regeling van het landbouwonderwijs.
Verbetering van het paardenras. Staatshulp voor
fokkerij van groot en klein vee. Vertegenwoordiging
van do Nederlandschc landbouwbelangen. Het pacht
wezen en het gebruik van den grond.
De weg was aangewezende noodige voorlichting
was aan de regeering verstrekt. De hervorming van
het landbouwwezen kon beginnen en begon ook.
1889 gaf een wet tot voorkoming van bedrog in
den boterhandel en de proefstations te Hoorn, Gro
ningen en Breda (later Goes).
1890 gaf een Rijkslandbouwlesraar en subsidies
voor 't benoemen van zuivelconsulenten, voor vak
scholen, wintercursussen en hoefbeslagcursussen.
1892 gaf een inspecteur van de landbouwscholen,
tevens regeeringsadviseur in landbouwzaken.
1893 gaf de eerste landbouwwinterscholen en
f 40,000 ten behoeve van de paardenfokkerij.
Zoo ging 't voort, in stijgenden zin.
Natuurlyk bleek al spoedig, dat de versnippering
van de landbouwaangelegenheden over een viertal
departementen allerminst geschikt was voor een
krachtige behartiging van de zoo onderscheiden be
langen.
Vandaar het samenbrengen van alles tot een af-
deeling „Landbouw" bij het Departement van Binnen-
lnndache Zaken (1898). Nadat deze afdeeling in 1901
nog eens was verhuisd naar 't Ministerie vau Water
staat, Handel en Nijverheid, kwam in 1905 een
Departement van Landbouw. Nyverheid en Handel
tot stand en werd de afdeeling Landbouw in 1906
wederom meer zelfstandig gemaakt en verheven tot
een „DIRECTIE VAN LANDBOUW" onder een
eigen Directeur-generaal.
Deze Directie omvat nu behalve de bureelen
van den Algemeenen dienst acht afdeelingen te
weten
a. Onderwys. b. Veeteelt en landbouw, c. Vee-
artsenijkundige dienst, d. Domeinen, e. Uitvoering
van verschillende wetten, f. Verslagen en statistieken,
g. Laboratoria en algemeene zaken. h. Secretarie en
expeditie.
De opsomming van enkele feiten en data, hierboven
afgedrukt, is noodig, om te kunnen komen tot een
overzichtelijk geheel van wat tegenwoordig
behoort tot de Staatsbemoeienis in zake landbouw.
Gaan we daartoe eens na, wat de eerste vyf der
zooeven genoemde afdeelingen voor bunne rekening
hebben.
A. Het landbouwonderwijs (tuin- en boschbouw
behooren hiertoe) omvat als hooger-middelbaar en
elementair onderwys
a. de Rijks hoogere land- tuin- en boschbouwschool
te Wageningen.
b. de Ryks landbouwschool te Wageningen de
Ryks zuivelschool te Bolsward de Rijks land- en
tuinbouw winterscbolende Gerard Adriaan van
Swietenschool (tuinbouw) te Frederiksoord de cursus
voor boschbouw van de Ned. Heide-maatschappy.
c. land- en tuinbouw wintercursussen cursussen
voor volwassenen en miliciens cursussen in paarden-
en veekennis, in hoelbeslag, enz.
Aan de onder a genoemde hoogere school zyn nog
verbonden een suikerlaboratorium voor specialisten
in de chemie en de technologie van de suiker
labricageverder een instituut voor landbouwwerk
tuigen en gebouwen, dat landbouwers adviezen ver
schaft in zake aankoop en gebruik van werktuigen
en gereedschappen, alsmede in zake het stichten en
veranderen van gebouwen, benoodigd voor bet land-
bouw-bedrijfen eindelijk een instituut voor planten-
ziektekunde (phytopathologie), 't welk gfatis in
lichtingen geeft over plantenziekten en bescha
digingen, met de middelen ter voorkoming en be
strijding ervan.
Veeteelt en Landbouw in het volgend nummer.
gehad vau eene overeenkomst tusschen Nederland
en België betreffende de verbetering der ver
lichting en bebakeniug der Wester Schelde.
Provinciale Staten van Zeeland.
De najaarsvergadering der Prov. Staten te
Middelburg werd door den Commissaris der
Koningin geopend met een toespraak, waarin
hij het bezoek van H.M. de Koningin en Prins
Heudrik aan Zeeland herdacht, en den wensch
uitsprak, dat het Koninklijk bezoek in de ruimste
mate tot zegen strekken moge voor de geheele
provincie Zeeland.
POSTER IJ EN.
Van 1 October af mag een brief naar het
buitenland, gefrankeerd met 12y2 cent, twintig
gram wegen. Evenzoo kost eeu brief tot 20
grammen gewicht, per mail naar onze bezittingen
in Oost en West verzonden, slechts 5 cent.
Vroeger was dit vijftien gram.
Dinsdag j.1. beeft aas bet ministerie van
bnitenlandscbe zaken de onderteekening plaats
IERSEKE. Het aantal lotelingen voor de
nationale militie bedraagt dit jaar niet minder
dan 64, dat is uog 1 meer dan te Goes.
Dit cijfer is bet hoogste, dat hier nog voor
gekomen is. Na dit jaar zal waarschijnlijk een
daling intreden.
De onroerende bezittingen der Werkmans-
vereenigiug «alhier is weer vermeerderd door den
onderhandschen aankoop van een woonhuis in
de Z&nddwarsstraat.
- Maandagnacht is op het dak van een
ingezetene carbolineum uitgegoten. Deze stof is
in den regenbak gevloeid, waardoor het water
onbruikbaar is geworden. Ook het verfwerk van
een deur en vensters is bedorven.
Verleden week vermeldden we onder de
geslaagden voor hoefsmid, den heerA. Wisse
Adrzn., dit moet zijn Aarn. van der Burghl Adrz.
Wegens vermindering vau het aantal leer
lingen is de gemeenteraad voornemens op ieder
der openbare scholen een onderwijzersplaats op
te heffen. Een onderwijzeres aan school 1 en
een onderwijzer aan school 2 hebben een bericht
in dien zin ontvangen.
Waarschijnlijk den 21 dezer zal een nieuwe
winterlandbouw-cursus beginnen onder leiding
van den heer Chr. Drenth alhier.
OUD-VOSSEMEER. Voor den vrachtrijder
Lindhout, die eenige weken geleden het ongeluk
had zijn voet te verliezen in een stoomdorsch-
machine, is in de gemeente een lijst gepresen
teerd, waarop door de ingezetenen voor ruim 300
gulden is geteekend. De toestand van den ge
troffen persoon is bevreiigend.
De jacht op patrijzen zal dit jaar nog niet
plaatshebben in het uitgestrekte jachtveld der
Ambachtsheerlijkheid, omdat het getal hoenders
nog zeer gering is; of er klopjacht zal ge
houden worden op hazen, was nog niet met
zekerheid bekend. In elk geval is de wild
stand, wat hazen betreft, gunstiger, al is in
deze de watersnood ook nog steeds de oorzaak,
dat die stand niet normaal is.
SCHERPENISSE. In de maand September
is aan het hulppostkantoor alhier met 27 in
lagen een bedrag van f2110,50 ingelegd ea
aan 14 inleggers f 523,01 terugbetaald.
Aan hetzelfde kantoor werden verhandeld 158
telegrammen, t.w. 74 verzonden en 84 ontvangen.
Het schijnt, dat er personen zijn, die de
lotelingen voor de militie trachten diets te
maken, dat zij in staat zijn, tegen betaling van
een som gelds, de afkeuring van lotelingen voor
den militiedienst te verkrijgen. Met nadruk
worden de lotelingen gewaarschuwd voor der
gelijke personen en tevens wordt hunne aandacht
gevestigd op art. 206 van het Wetboek van
Strafrecht.
THOLEN. Zooals men zich herinneren zal,
werd op 13 September door Thoolsche visschers
deelgenomen aan de vlootrevue en werden zij daar
toe door een sleepboot naar het Engelsche Vaar
water gebracht, terwijl ter opluistering van dien
tocht het fanfaregezelschap //Concordia" opuitnoo-
diging daaraan deelnam. De commissie, welke zich
met de regeling daarvan belast had, was op het
denkbeeld gekomen, om Concordia een blijvend
aaudenken te schenken aan dezen tocht.
Zaterdagavond nu had op de bovenzaal van het
hotel ^Zeeland# de uitreiking plaats van eeu
keurig bewerkte zilveren herinneringsmedaille,
waarop gegraveerdThoolsche Visschers aan
Concordia ter herinnering aan de Vlootrevue op
13 Sept. '07.
S. L. SCHOT B.Wz. Voort.
H. CORNELISSE Mz. Ster et.
Des avonds ten 8 ure werd het gezelschap
aldaar ontvangen door de commissie en genoo-
digden. Na het spelen van een paar nummers,
overhandigde de voorzitter der commissie, de
heer S. L. Schot B.Wzn., de medaille aan den
vice-voorzitter van Concordia, den heer J. D.
Noske en sprak daarbij een woord van dank
aan //Concordia'*, voor hetgeen de leden bij ge
legenheid van de vlootrevue, en gedurende de
reis ten beste hadden gegeven.
De heer Noske dankte voor deze woorden en
gaf daarbij de verzekering, dat het aangename
samenzijn bij dien tocht voorzeker aanleiding
had gegeven, dat „Concordia" bij een eventueele
latere aanvrage der Thoolsche visschers, volgaarne
zal medewerken.
Beide toespraken werden met fanfares begroet.
Na een gezellig samenzijn werd nog een om
gang door de stad gemaakt en aan de leden der
commissie een ovatie gebracht.
In de Maandag 1.1. gebonden vergadering
van het Departement //Tholen* der Maatschappij
tot nut van 't algemeen werd de rekening over
het dienstjaar, ioopende van 1 Juli 1906 tot
30 Juui 1907, goedgekeurd iuoutvangf op 780.34,
uitgaaf f 704,46, goed slot alzoo f75.88.
Als bestuurslid werd gekozen de heer G. Baert,
ter voorziening in de vacature, ontstaan door
het vertrek van de heer G. M. van Voorthnijsen.
In de Dinsdagavond gehouden algemeene
vergadering der vereeniging //Door Oefening
Volmaakter" werden vier nieuwe leden aange
nomen,
Uit de rekening bleek, dat over het dienst
jaar 19061907 ontvangen was f231,55, uit
gegeven f259,745, nadeelig saldo alzoo f28,195.
In de begrooting voor 19071908 werd voor
ontvangsten en uitgaven geraamd f 113,50,
zoodat een bedrag ad f 57,755 beschikbaar
wordt geacht voor eventueele uitvoeringen. In
verband daarmede werd medegedeeld, dat er
andermaal maatregelen worden getroffen, tot het
houden van eene soiree der rederijkerskamer
„Cats" en werd het Bestuur gemachtigd over
het beschikbare bedrag te disponeereu.
Het salaris van den door het Bestuur aan*
gestelden bode M. C. van Elsacker werd be
paald op f 15.
Tot het drukken van nieuwe reglementen zal
voorloopig niet worden overgegaan, doch ge
wacht totdat de stand der kas zulks toelaat,
terwijl ook herziening van het reglement daar
mede in verband staal.
Het voorstel van het Bestuur tot wijziging
van art. 28 werd aangenomen, doch de wijziging
van art. 33 aangehouden tot eene volgende
vergadering.
- In de Dinsdag 11. gehouden vergadering van
Ingelanden van het Waterschap „de Vrije Polders
onder Tholen" werd behandeld het voorstel vau
den Raad dezer gemeente (zie het verslag in ons
vorig nummer) waarbij de gemeente Tholen het
Waterschap f2000. aanbiedt plas den beuoo-
digden grond, voor het verhoogen en verzwaren
der zoogenaamde stadswallen, waarvan het onder
houd, als zijnde watrrkeerenden zeedijk, huns
inziens door het Waterschap behoort te geschieden.
Men meldt ons hieromtrent het volgende
De heeren J. W. Wagtho en D. van de
Velde betoogden integendeel, dat niet het Water
schap, doch de Gemeente dit gedeelte van den
dijk moet onderhonden. Als bewijs hiervoor
werden verschillende bepalingen onzer water
staatswetgeving aangevoerd en werd gewezen op de
inrichting van het Waterschap, krachtens besluit
der Staten van Zeeland. Uitvoerig werd ouder
meer de vraag behandeld, of de vroegere toe
standen, waarin onze polders hebben verkeerd,
hier van invloed kunnen zijn, en stellig werd
de meening uitgesproken, dat zulks niet het ge
val is, doch alléén de thans geldende water
staatswetten en de inrichting van het Waterschap
beslissen.
In overeenstemming met de meening vau
Heeren Ged. Staten en ook met die van den
Minister van Waterstaat en van de Regeeriag,
werd er op gewezen, dat voor de oplegging vau
eene verplichting tot onderhoud als zeewering
alléén de waterstaats- eu waterschapswetten van
toepassing zijn en dat op het gebied van het