Meer land, minder dijken
Eens zullen op
het waddenzand
de koeien grazen
Goed geluid
Saterdag 6 Februari 1954 ET/BE VT EES WEEKBLAD
Afsluitdijk
1927-1932
oGroningen
Leeuwarden
KJ.O-Polder
1937-1942
Westerpolder]
oZwolle
Oosterpolder
smds 1950 in
uitvoering
laarlem
A'dam
Enschede V
r'
Apeldoorn
outwcht Ö-.
oArnhem
'oDenHaag
Rotterdam
Nijmegen
oTilburg
Eindhoven
.Maastricht v
DE overstromingsramp van 1916, die vooral
Noord-Holland benoorden het IJ teister
de, heeft zonder enige twijfel de grote
stoot gegeven voor het afsluiten van de Zuider
zee. Plotseling stond de dringende noodzaak
daarvan volk en parlement helder voor ogen.
Het is met de herinnering aan dit feit begrijpe
lijk dat thans na de stormramp van 1 Fe
bruari 1953 alles en iedereen spreekt over
de afsluiting van de Zeeuwse en Zuidhollandse
zeegaten en „in één moeite door" over het
droogmaken van het Waddengebied, over de
verkorting dus van ons zeefront, waardoor wij j
ons met méér kans op succes tegen onze oude
erfvijand de Noordzee kunnen teweerstellen.
Er zit" drie redenen die krachtig pleiten voor deze
verkorting van de kustlijn (welke thans ongeveer 1200
km bedraagt en die teruggebracht ban worden tot ten
hoogste 500 km)
1. De veiligheid van het land.
2. De winst aan grondbezit.
3. Het paal en perk stellen aan de verziiting en 'de
verdroging van akkers, weiden en tuingrond.
Harde realiteit
Primair is inderdaad de veiligheid, want nieuwe
stormvloeden van eenzelfde of nog grotere kracht
als die van het vorige jaar zouden opnieuw calami
teiten veroorzaken met misschien nog meer slacht
offers en nog meer schade.
Dit is geen boemanspraatje om de kinderen mee
naar bed te jagen, dit is helaas harde realiteit, waarvan
wij de ogen niet mogen afwenden. Ons dijkenbestel en
onze duinengordel tellen op verscheidene plaatsen nog
uiterst kwetsbare plekken, die als zij onder het geweld
van de door de storm opgezweepte wateren zouden
bezwijken, grote gebieden, gelegen in de driehoek
RotterdamDen HaagAmsterdam, aan het geweld
van de waterwolf zouden blootstellen.
Secundair, maar minstens even belangrijk, is de
landaanwinning. Er kan nog betrekkelijk veel grond
gebied aan het huidige worden toegevoegd. Als de
Zuiderzeewerken geheel zijn uitgevoerd, zal dit een
landwinst van 8 betekenen. En als eens het Zuid:
westen des lands zal zijn afgesloten en het Wadden
gebied drooggemaakt, zal dat opnieuw een land-
winst van 8 a 10 betekenen.
Grond genoeg om ons geboorte-overschot op te
vangen en de ons volk toch verzwakkende emigratie te
besparen? Dat zeker niet. De grond die gewonnen kan
worden, is voorlopig bouw- en weiland, die een be
volkingsdichtheid van één man per ha toestaat. Dat
zet geen zoden aan de dijk voor een volk dat jaarlijk,
met 140.000 zielen toeneemt.
Toch beperkt dé landaanwinning de emigratie wel.
Menige boerenzoon, die nu zijn heil in Canada of
Nieuw-Zeeland gaat zoeken, zal graag willen blijven
als hij in het eigen land een bedrijf kan krijgen.
Advies tot afdamming
De vraag of het afsluiten van de Zeeuwse en Zuid
hollandse zeegaten met uitzondering van de Wester-
schelde en de Nieuwe Waterweg mogelijk en noodzake
lijk is, zal weldra door de Delta-commissie worden
beantwoord en daaromtrent is al zoveel uitgelekt dat
men met zekerheid mag aannemen dat deze commissie
inderdaad tot de afdammingen der zeegaten (te begin
nen met die van het Haringvliet) zal adviseren.
Deze afsluitingen zullen van groot belang zijn voor
de veiligheid van honderdduizenden Zeeuwen en Zuid-
Hollanders, voor een aanzienlijk betere waterhuishou
ding in Zuid- en Westelijk Nederland, voor het terug
dringen van het zoute water, dat de kostbare tuinbouw-
grond van het Westland en de goede akkers van de
Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden langzaam maar
zeker vergiftigt, maar belangrijk zal de winst aan land
toch niet zijn, al zullen de gronden, die in cultuur ge
bracht worden, wel van goede kwaliteit wezen.
Wat het Waddengebied betreft, ligt de kaart toch
wat anders. De veiligheid is hier niet primair, hoewel
bij noodweer een bedreiging van de Fries-Groningse
dijken door Noordzeewater, dat door het brede en
onberekenbare Vlie (tussen Vlieland en Terschelling)
en door het steeds dieper wordende Eierlandse Gat
(tussen Tessel cn Vlieland) wordt opgestuwd, zeker
niet denkbeeldig is. Van meer belang zijn echter hier
de directe cn indirecte gevolgen van de landaan
winning.
Ja, het gaat hier hoofdzakelijk om zandgrond, en
niet zoals bij de Zuiderzee-werken om klei. Als men
dertig jaar geleden en zelfs daarna nog in ernst over
de droogmaking van de Waddenzee zou hebben ge
sproken, zou geen enkele landbouwdeskundige er een
goed woord voor over gehad hebben. Zo veel geld en
zo veel inspanning om een zandwoestijn te scheppen,
die door de heersende winden heel Friec'and <"i half
Groningen zou onderstuiven
Plan tot drooglegging van
een gedeelte v.g. Wadden
Wienngermeer
1927-1930
Plan tot af
sluitingder
zeegaten
Sedertdien is er wel wat veranderd. Vooral de
landbouwkundige inzichten hebben zich gewijzigd,
want vroeger was zware kleigrond het ideaal van elke
landbouwer, doch de laatste tijd is het zavel (zand met
klei vermengdwaarmee deboer dweept.
Nu levert het Waddengebied ook geen zavelgrond
op. Het bestaat grotendeels uit fijnkorrelig (marien)
zand, waarvan echter, op voorwaarde dat men er vol
doende zoet water naar toe kan brengen (met een
waterspiegel die zestig centimeter onder het maaiveld
ligt) toch uitstekende weidegrond kan worden gemaakt,
weiland dus dat de exportvergrotende zuivel produce
ren moet. Aan dit zoet water is, voor wat de Groningse
Wadden betreft, vermoedelijk geen gebrek. Noordelijk
Groningen heeft 's winters ie veel water en het kan dit
dus afstaan aan de in het drooggemaakte Wadden
gebied geprojecteerde en uitgespaarde meren, waarin
het kan worden opgeslagen.
Diepgaande studie
Sinds enige jaren is men druk doende met een vrij
diepgaande studie van het landaanwinningsprobleem
in de Wadden. De ziel en animator daarvan is de hoofd
ingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat, ir H. A. M.
C. Dibbits, die wordt bijgestaan door twee studiedien
sten, één in Hoorn en één in Baflo.
Er zijn namelijk veel metingen noodzakelijk, tenein
de zich een duidelijk beeld te kunnen vormen van de
zand- en waterbeweging in de Wadden. Ook de zg.
slibhuishouding vraagt de volle aandacht. Dit laatste
geschiedt voornamelijk in Baflo, waar ook een water
bouwkundige afdeling is en waar men zich speciaal
bezighoudt met een "bestudering van het Groninger
Wad. Hier liggen (sedert 1936) langs de kust reeds
aanslibbingspercelen, die thans zover gevorderd zijn
dat zij binnen afzienbare tijd kunnen worden inge
polderd.
Zo zou men grote delen van de Wadden, ook
langs de Friese kust, kunnen laten aanslibben, maar
het is een landaanwinning-op-z'n-elf-en-dertigst, die
bovendien uitermate kostbaar is. Kostbaarder nog
per ha dan wanneer men de Waddengrond droog
maakt door afdamming der zeegaten.
Geen sinecure
Van de Waddenzee is het gebied boven Groningen
in studie genomen, zomede het westelijk deel. Wat er
tussen ligt het Friese Wad ten Zuiden van Ameland
dus heeft men tot nog toe laten rusten. Tot het
droogmaken van het Groninger wad, waar 25000 ha
cultuurgrond te wachten ligt, zal men iiiet overgaan
als de Lauwerszee niet eerst zou zijn afgesloten. Deze
arbeid, die 5300 ha cultuurgrond oplevert, staat als
nummer één op het verlanglijstje van de Rijkswater
staat en ook op dat van de Prov. Waterstaat, daar
Groningen en Friesland daardr -
overtollig boezemwater
Wi- A
ringen en de kop van Noord-Holland) zal zijn inge
polderd, met een landwinst van ongeveer 8000 ha. De
helft daarvan zou in zavel te veranderen zijn, omdat er
klei onder het zand zit, die door diepploeging naar
boven kan worden gebracht.
Uit deze opsomming vloeit reeds voort dat er van
een domweg afsluiten der zeegaten tussen de Wadden
eilanden, waarvan de leek wellicht zou dromen als hjj
van de droogmaking van het Waddengebied verneemt,
geen sprake kan zyn. Men wil stap voor stap verder
gaan en ziet het als een object, dat in totaal misschien
eerst na honderd jaar geheel voltooid zal zijn. (Met in
begrip uiteraard van het Friese Wad.)
Wat dit alles gaat kosten?
Ook hieromtrent zijn berekeningen gemaakt
en men begroot de droogmakingskosten van
één enkele hectare (zonder behuizing) op.
twaalf a vijftienduizend gulden!
En daar krijg je dan zandgrond voor, zal
hier en daar worden uitgeroepen.
Ir Dibbits heeft er op "gewezen, dat deze grond, in
dien in voldoende mate geïnfiltreerd door zoet water
en desnoods waterhoudend gemaakt door het gebruik
maken van.... papierpulp (een vinding van twee
Nederlandse ingenieurs) zeer goede weidegrond op
levert. Vijftienduizend gulden „aanmaakkosten" voor
1 ha zandgrond is op zichzelf natuurlijk veel te hoog.
Wat moet 1 liter melk die van deze grond komt, dan
wel gaan kosten? De nationaal-economische waarde
van nieuw gewonnen grond is echter uiterst lastig te
bepalen. Zelfs de scherpst denkende econoom bijt zich
deze kluif de tanden stuk. Geen nieuw land zonder
iü^terbassins, waardoor ook de waterhuishouding
>-ide land kan worclen verbeterd en de oogst
aar ruimer worden. Maar er zit nog zo-
dp werkverruimings- en de land-
met aanverwante begrippen
In hef interview, dat de president der Duitse
Bondsrepubliek verleden week aan een mede-
WMfker van Elseviers Weekblad heeft toegestaan, kwa
men enkele verklaringen voor, welke in Nederland
flSe aandacht verdiénen. Na de verzekering, dat de
ahnodiging tot een staatsbezoek aan Nederland hem
Biet onwelkom zou zijn, verklaarde prof. Theodor
„Wanneer die Nederlanders, die ons wantrouwen
omdat wjj dezelfde taal spreken als de Nazi's, ons,
mensen van het Jiieuwe Duitsland, leren kennen
don zullen zy spoedig ontdekken, dat een diepere
afgrond dan die van de taal ons van de Nazi's
acheidt. Ik spreek niet alleen voor mijzelf, maar
ook voor velen van myn vrienden en landslieden,
wanneer ik zeg, dat de Nederlanders en de mensen
van het nieuwe Duitsland elkander slechts behoe
ven te leren kennen om weer goede buren te wor-
Dit Is een even sobere als waardige verklaring.
Terwyl de uitlatingen van bepaalde Duitse krin
gen ons bywylen ergeren en het Duitse standpunt
Btzake de vrije Rynvaart ons verontrust, doet het wel-
éadig aan een zo ernstige verzekering van het West-
êaitse staatshoofd te mogen vernemen.
Nuttige reis
Na lang uitstel is dan het verslag verschenen
van de Parlementaire Missie naar Nieuw-
Guinea. Wanneer wy bedenken, dat het merendeel
dezer acht Kamerleden bij deze excursie allerminst
door enige tropische deskundigheid werd gehinderd,
moet men zeggen dat het rapport toch een respectabel
ituk werk is.
Ook is het een prestatie, dat het reisgezelschap met
leden van zo verschillende politieke pluimage een rap
port zonder minderheidsnota heeft kunnen indienen.
Zou men echter in het verslag naar grote richtlijnen
goeken voor een te voeren Nieuw-Guinea-beleid, dan
zocht men vergeefs. Terecht heeft de commissie zich
daarvan onthoudenzij geeft een groot aantal uitspra
ken en opinies over detailpunten en zelfs daarvan
wat de opinies betreft naar onze smaak eerder te
veel, dan te weinig.
Want de betekenis van deze studiereis ligt in het
geheel.niet in allerhande voorstellen en adviezen. Haar
waarde ligt in het feit, dat wanneer Nieuw-Guinea in
het parlement besproken wordt, een achttal leden
althans iets beter weet, waarover zy spreken. Wy ach
ten dit een niet gering voordeel.
Meer gerustheid
Enige weken geleden werd ook door ons met
scherpte gewezen op vele prijsstijgingen, die
samenvielen met de huurverhoging. Een aantal dezer
prijsverhogingen was ongetwijfeld gewettigd en onver-
mydelykbij sommige echter kreeg men de indruk, dat
de prijsverhogers van overdrijving niet waren vry te
pleiten.
Van andere zijde is toen opgemerkt, dat het minder
gewenst was een aantal volkomen op zichzelfstaande
prijsstijgingen zodanig te signaleren, dat de indruk
van een algemene prijsstijging zou kunnen ont
staan. Zelfs sprak men reeds van de kwade kans ener
psychose, die geheel het stelsel van huurverhoging en
compenserende loonsverhogingen in gevaar zou kun
nen brengen.
Het tegendeel is juist gebleken. Ongetwijfeld hebben
de publieke waarschuwingen bijgedragen tot tempering
en matiging van de tendens naar prijsverhoging. De
gezonde reacties, welke op deze waarschuwingen zyn
gevolgd, werden nog versterkt door nuttige en wel
beraden prijsverlagingen, waartoe men in de branche
der levensmiddelen overging.
Thans kan men aannemen, dat de regering terzake
met meer gerustheid een verklaring zou kunnen afleg
gen. Het zou wellicht nuttig zyn, wanneer zij dit deed
zonder dat een interpellatie er haar toe noopte.
W aarschu wing"
1ft In dezelfde week, waarin oud-rector dr Gun-
ïjfe ning en dominee Buskes gelukkig door
andere socialisten weersproken verklaarden, dat op
Koninginnedagen militaire parades ongepast zouden
zyn, heeft het moderamen der Synode van de Ned.
Herv. Kerk zich tot twee ministers gericht met een
waarschuwing.
Daarin werd bezorgdheid uitgesproken over de
wjjze, waarop middelbare scholen worden ingeschakeld
bjj de werving van kader voor leger, vloot en lucht
macht.
Tegen de wijze, waarop tydens de Legerdagcn de
jeugd enthousiast wordt gemaakt voor de moderne
bewapening heeft het moderamen „ernstig bezwaar".
Beter is het, zo heet het voorts, de leerlingen het besef
by te brengen, dat zij leven in een wereld, waarin zij
„for better and for worse" verbonden zijn met het lot
van alle andere bewoners van deze planeet.
Nog schoner en verheffender zouden deze inzichten
zyn, wanneer het moderamen kon verzekeren, dat die
„andere bewoners onzer planeet" er evenzo over dach
ten
Bestaande dijken
Geprojecteerde dijken
pj drooglegging*'
Scheepvaart route n^rj^ -
na afsluiting Vliest.P*
Provinci eg rp&f
Rijksgrens
Duinen