1
EELCO BRINKMAN CONTRA DE PAPIERMASSA'S
'WE DREIGEN ALLERLEI DINGEN
TE GAAN SUBSIDIËREN DIE JE
MET MOEITE TOT DE GRAUWE
MIDDELMAAT KUNT REKENEN'
s
Marc Chavannes
'Men verwijt mij dat ik
een kille manager ben, die
alles mooi vindt, maar ik
heb echt wel grenzen. Ik
zeg niet: zo mot het en
verder geen gezeur. Ik heb
de neiging te zeggen: zo
kan het ook, maar laten
we dat dan constateren en
niet morgen constateren
dat we het weer anders
doen. Eén van de dingen
die mij nogal irriteerde in
de politiek was dat men
überhaupt geen beslissin
gen nam.'
Een gesprek met de jong
ste minister, mr. drs. Eel-
co Brinkman (34, CDA),
minister van Welzijn,
volksgezondheid en cul
tuur, burgemeesterszoon
uit christelijk Zuid-Hol
land. De man met de jobs
tijdingen voor het
Utrechts Symphonieor-
kest, de Nieuwe Komedie
en vele andere gesubsi
dieerde verworvenheden.
EN romanticus is
Ehet niet. maar een
functionele anekdote
wil hij wel vertellen,
de oudste zoon van
de voormalige burge
meester van Hardinxveld-Gies-
sendam. 'Wij hadden een moes
tuin, die overwoekerd was. Daar
hebben in de loop der jaren alle
soorten beesten gelopen. Als ik
met mijn vriendjes aan het spe
len was. kregen we vaak de op
dracht de beesten te verzorgen.
Dan stond ik aan de kant en zei:
Jan, jij de geiten, en jij. Piet, de
konijnen. Ik had de leiding, ik
droeg de verantwoordelijkheid.
Misschien heeft het er van jongs-
af aan ingezeten.'
Op de plaatselijke Rehoboth-
school was hij te snel voor de
andere kinderen. Hij sloeg een
klas over. 'Een erg knap en aar
dig jongetje,' noemde zijn juf
hem kort geleden in De Dordte-
naar. Later reisde hij iedere dag
met de trein van kwart over ze
ven naar het Christelijk Lyceum
in Dordrecht, waar niet gedanst
mocht worden. Een oud-leraar
herinnert zich de jongen, die ad
ministrateur van de schoolkrant
De IJsbreker was, als 'een heer
tje" een polderjongen is hij
nooit geweest, al heeft zijn hoe
kige spraak nog steeds iets van
buiten de stad.
Hij droomde er wel van architect
te worden, maar als alpha waren
zijn prestaties in algebra en
meetkunde daarvoor ontoerei
kend. De Vrije Universiteit, poli
ticologie en publiekrecht, was
voor hem een natuurlijk vervolg.
Het was in die tijd van de studen
tenrevolutie. Herinnert IJ zich nog
wat u daar van vond?
'Ik heb Blokker vorige week met
genoegen gelezen. Die schreef
ongeveer: toen Ton Regtien zijn
pannetje soep het Maagdenhuis
iiVbracht, zaten Brinkman en de
zijnen te blokken. Het toeval wil
dat ik toen op de studentensoci
ëteit zat en daar met vrienden
bridgede of dronk niet vrese
lijk veel, maar ik zat niet achter
de boeken. Ik ben in die jaren
niet zo'n vreselijk actieve stu
dent geweest omdat ik altijd bij
baantjes had, in studentenorgani
saties. en ik heb jaren achtereen
een paar dagen in de week ge
werkt, als student-assistent en als
medewerker bij gemeenten en
provincies. Ik heb dus niet op de
barricades gestaan bij het Maag
denhuis, maar ik ben wel regel
matig wezen kijken.'
Wat vond u van de drijfveren van die
beweging?
'Na mijn studie heb ik gemerkt
dat ik veel heb geleerd in mijn
studententijd. Er werd ontzet
tend veel gediscussieerd, in de
collegebanken, op de sociëteit,
rondom zo'n Maagdenhuis. Je
leerde je eigen mening goed ver
dedigen, ook al was die niet die
van de gemiddelde oog en goog.
Je werd gedwongen je ejgen ar
gumenten te ijken en herijken.
Je leerde relativeren.
'Ik kwam van het platteland. Dat
was toch een vrij gesloten sys
teem - niet bij ons thuis, omdat
we daar met nogal veel verschil
lende opvattingen werden gecon
fronteerd, wij hebben altijd nog
al over het tuinmuurtje leren kij
ken. Op het platteland was ik
toch wat enghartige redenerin
gen gewend. Ik denk dat de ver
dienste van de kritische studen
tenbeweging is geweest dat men
zei: dat zegt u nou wel, maar
waarom is dat zo'? Dat is langza
merhand doorgetrechterd naar
andere sectoren van de maat
schappij'.
Dat merkt u tegenwoordig dage
lijks. Waarom durfde u deze functie
aan?
'Als ambtenaar heb ik gezegd:
die politiek besluit steeds maar
niet. Nou zeggen ze doe het
maar es. Als je zo'n uitdaging
voorgelegd krijgt, moet je die
aannemen. Verder., je kan het je
gemakkelijk maken door te zeg
gen: ik werk van negen tot vijf.
ik verdien er een aardige cent
aan en die geef ik uit in de kroeg
of waar ook. Ik heb een levens
opvatting die iets verder reikt.
Er zijn een aantal mensen nodig
die de wereld toch nog een beet
je draaiend houden en die niet
uitsluitend uit de botsing van hel
vrije spel der maatschappelijke
krachten het goede laten ont
staan, die toch nog een beetje re
gulerend optreden.
'Een wat negatiever overweging
is dat ik niet zou weten hoe ik
schroefjes of pindakaas zou moe
ten verkopen. Maatschappelijke
belangen besturen spreekt me
nogal aan. Het is een soort hobby
van me. Er is nauwelijks een
functie waar je dat zo sterk kan
beleven en tol uitdrukking bren
gen'.
Had u ook minister van defensie of
landbouw kunnen worden?
'Nee. Ik had wel de wens ooit
minister te worden. Dat ik nu ge
vraagd werd kwam voor mij vol
komen onverwacht. Er waren
maar drie terreinen waar ik echt
interesse voor had: CRM, Volks
huisvesting en Binnenlandse Za
ken. Dat zijn de meest bestuur
lijke departementen, waar het
bovendien om tastbare dingen
gaat. Ik ben iemand die graag
resultaat ziet na een discussie. Ik
roep niet snel "onaanvaardbaar".
Ik denk dal je in een discussie
met elkaar het strijdpcrk'goed in
beeld moet brengen en dan zeg
gen: we strijden om de knikkers
en we zien wel waar die liggen
aan het eind van het spel. Ik ben
niet zo'n kille manager die ook
kruisraketten zou kunnen aanko
pen. Ik denk dat ik het daar nog
al moeilijk mee zou hebben'.
Bent u atoompacifist?
'Nee, dat ben ik niet'.
Zijn er WVC-onderwerpen waar u
zelf actief mee bezig bent geweest?
'Bij Binnenlandse zaken (Brink
man was directeur-generaal bin
nenlands bestuur) heb ik veel
met minderhedenbeleid te ma
ken gehad...'
Ik bedoel eigenlijk of u fluit speelt,
of een oude tante verzorgd heeft.
'Ik ben geen actief kunstkenner.
Ik heb wel een passieve belang
stelling voor kunst en muziek. Ik
heb ook niet zó vreselijk veel aan
sport gedaan. Ze zeggen: die
man heeft het niet begrepen op
maatschappelijke dienstverle
ning, maar dat heeft er natuur
lijk niets mee te maken. Je ont
komt er, gegeven die budgetaire
taakstelling alleen niet aan ook in
de sfeer van de directe hulpver
lening te gaan bezuinigen.'
U zit hier vooral om te bezuinigen.
'Op dit ministerie is dat heel
concreet voelbaar. Het gaat hier
over kindertelefoons, buitenland
se werknemers en orkesten. Dit
departement vormt toch een
beetje de verbeelding van de ver
zorgingsstaat. Men vreest dat dit
kabinet de filosofie van de ver
zorgingsstaat bij de wortels wil
afsnijden. Dat is bepaald niet de
bedoeling.
'Je zult wél een selectie moeten
maken tussen groepen of indivi
duen die je nog steeds onder de
overheidsparaplu laat schuilen,
ook in de toekomst, en die groe
pen waarvan het aardige was dat
we ze op de been hielden, maar
waarvan we nu moeten zeggen:
„meneer, mevrouw, daar zoudt u
ook zelf wel verantwoordelijk
heid voor kunnen dragen of het
eens met uw buurvrouw, oma of
tante moeten uitzoeken." Dat
klinkt heel afstandelijk en koel,
maar zo is het wel. We zijn erg
gaan leunen op professionele in
stellingen. We hebben de verant
woordelijkheid bij ons zelf, onze
familie, onze buurt weggehaald.
Gevraagd waar hij kan bezuini
gen, en waar niet. somt de minis
ter op: wel op bibliotheken (niet
die voor blinden), het sociaal-cul
tureel werk ('hoewel daar al veel
bezuinigd is') en de gezinsver
zorging. de omroep heeft hij een
pas op de plaats voorgesteld, de
kunsten worden 'relatief ontzien';
niet bezuinigd kan worden op:
minderheden, de vcrzetsdeelne-
mers en oorlogsslachtoffers, op
volkgezondheid wordt 3 miljard
bezuinigd.
Brinkman vindt het een voordeel
dat Volksgezondheid en het oude
welzijnsdepartement CRM zijn
samengevoegd: de scheidslijn
tussen ziekenhuis-ziek-zijn en
hulpbehoevend zijn maar thuis
blijven kan daardoor minder
scherp worden.
Om dat te bereiken moet er niet
alleen in Den Haag veel verande
ren, 'ook op provincie- en ge
meenteniveau zijn de problemen
in verschillende huisjes opge
splitst. Het is een langzame weg
terug'.
De al jaren voorbereide Kader
wet specifiek welzijn is daarvoor
in de ogen van de nieuwe minis
ter een geschikt voertuig. Hij zet
grote vaart achter de invoering
van die wet, ontdaan van bureau
cratische rompslomp.
'De vrees is dat gemeenten het
geld, dat ze dan zonder knel
lende Haagse voorwaarden
krijgen voor welzijnsbeleid aan
lantaarnpalen of abri's zullen uit
geven. Wie de bestuurspraktijk
een beetje kent weet dat de
maatschappij, ook in dorpen, zo
open en evenwichtig is opge
bouwd dat nergens aan bepaalde
dingen helemaal niets meer
wordt uitgegeven.'
In plaats van te komen tot een
aparte Kunstenwet, overweegt-
Brinkman ook het kunstenbeleid
in de komende kaderwet onder
te brengen. In het rijksplan dat
die wet voorschrijft kan het rijk
vastleggen wat het aan uitvoeren
de kunsten en opdrachten wil I I
mogelijk maken.
'Er is een sterke neiging alles in
wetten vast te leggen. Dat wordt ff-
niet alleen voor de kunsten ge- ffe
vraagd, ook de kindertelefoon, de
volwasseneneducalie, allerlei
voorzieningen waarop bezuinigd
dreigt te worden vragen daar om.
Hoe langer hoe meer sectoren I
willen zich buiten de bezuini
gingsbuien plaatsen. Dat lijkt me
geen steekhoudend argument om
tot een wettelijke regeling te ko
men.'
Velen verwachten dat. wanneer
WVC taken afstoot, de gemeen
ten en provincies veel meer nieu
we ambtenaren nodig zullen heb
ben omdat iedere secretarie dan
overal wat van af moet weten.
Brinkman is daar allerminst van
overtuigd.
'Niet alleen in Den Haag, ook
elders staren bestuurders wel
eens verdwaasd naar de papier
massa's voor zich. Zo nu en dan
wordt er alleen nog maar bij
handoplegging bestuurd: er is zo
lang over een onderwerp gepraat,
het zal wel goed zijn.
'We hebben in alle sectoren, ook
in de volkshuisvesting, ook bij
verkeer en vervoer, onze besluit
vorming steeds meer naar proce
dures teruggeschoven, naar pa-
pier en naar ambtelijk voorover
leg en adviesorganen, waardoor
de burger van loket naar loket
wordt gestuurd en de bestuurder
op de achtergrond is geraakt. Ik
denk dat we het primaat van de
politiek wat terug moeten zien te
krijgen.
'Eén van de dingen die me irri
teerde aan de politiek, dwars
door de partijen heen, is dat er
zo veel dingen bleven liggen,
men schoof het maar door. Dat is
een belangrijke oorzaak ervan
dat het kabinet nu voor een enor
me opeenstapeling van ingrijpen
de besluiten staat. Je kan geen
dag de krant openslaan of één
van de collega's heeft weer een
nogal forse beslissing moeten ne
men. In het kabinet kijken wc
elkaar wel eens aan van „heb jij
al een staking op je naam'?" Dat
legt wel een druk op je. Zeker
met een jong gezin, zoals ik dat
heb - ik ben natuurlijk nauwe
lijks thuis. Als je dat niet wilt
moetje er niet aan beginnen.'
Nu wórdt er misschien beslist, maar
daar is weinig tevredenheid over te
beluisteren.
'Mijn schatting is dat de mensen
in toenemende mate.onder de in-
'druk zijn van het economisch tij.
Zij zeggen: nou kunnen we niet
bezig blijven de vuilniszak op de
stoep van de buurman te zetten.
Het wordt veel klemmender, nu
grote bedrijven op de fles gaan,
departementen .hun vacatures
niet meer opvullen. Daarmee
dringt in brede lagen van de be
volking ook het besef door dat er
gewoon ingegrepen moet worden.
Daarmee is de bereidheid wat in
te leveren ook groeiende, al is
het donders moeilijk als dat een
paar honderd of een paar dui
zend gulden zijn. Voor de groe
peringen die zich het langste er
tegen hebben verzet is het het
moeilijkste te erkennen dat die
kentering er is.
'Om een voorbeeld te noemen.
Wij blijken een mevrouw met
f 50.000 te subsidiëren, die zich
heeft vastgeklampt aan één ob
ject tegen de openhouding waar
van zij is. Onder het mom van
een stichting tot behoud of we
ring van een mooi doel. Die me
vrouw kan daar de hele dag van
actievoeren en haar eten daar
ook nog van betalen. Op zichzelf
is dat prachtig, maar uit een oog
punt van werkgelegenheid is het
de vraag of dat de beste beste
ding van overheidsgeld is.'
Zoudt u in een kabinet met de PvdA
willen zitten?
'Wanneer de PvdA de grondsla
gen van de parlementaire demo
cratie blijft erkennen en niet
zelfs maar de schijn wekt dat
parlementaire besluiten niet zou
den hoeven te worden uitge
voerd, en wanneer de PvdA be
reid is een aantal verworvenhe
den ook eens ter discussie te stel
len en wanneer de PvdA iets
meer over zou willen laten aan
individuele fyurgers en vertrou
wen zou hebben in het zelfregu
lerend vermogen van kleinere sa
menlevingsverbanden dan de
staat, dan denk ik dat ik best
met de PvdA in een kabinet zou
willen zitten. Maar ik weet niet
of ik daarvoor gevraagd zou wor
den.'
V stelt heel wat verworvenheden ter
discussie. Waarom subsidieert u
uitvoerende kunsten. Veel ander ple
zier subsidieert u toch ook niet?
'Dat heeft te maken met de cul
tuurhistorische waarde, met de
herhaalbaarheid: het gaat om
plezier voor meer mensen, niet
om een avondje dansen of brom
men op de hei, dat is eenmalig.
Een belangrijke waarde is ook
het element maatschappijkritiek,
althans de neerslag van maat
schappelijk denken, van de cul
tuur van een bepaald moment.
Het heeft ook iets met opvoe
ding te maken, dat je mensen
laat zien dat niet alleen dat nege
rinnetje met die halfontblote
borsten, dat in 300.000-voud in
Nederland te koop is, maar ook
Van Bohemen wel aardig is."
(Brinkman heeft de 'Schelfhout'
op de ministerskamer vervangen
door een 'Van Bohemen' die bij
volksgezondheid over bleef.)
Schuilen hier ook uw argumenten in
om vooral topkunst te subsidiëren?
'Daar is al een lange discussie
over. We dreigen allerlei dingen
te gaan subsidiëren die je met
moeite tot de grauwe middel
maat kunt rekenen. Is het de
taak van de overheid iedereen
die zich als kunstenaar meldt
blijvend te subsidiëren? Mis
schien een paar jaar, je kan niet
weten wat voor moois er uit
komt. Amateuristische kunst sti
muleer je omdat bij wijze van
spreken iedere Nederlander daar
plezier van heeft. Daarnaast
tracht je in de professionele
kunst kwaliteit te bevorderen,
een zekere concurrentie.
'Wat geen aftrek vindt, volgens
deskundigen niet beklijft, daar
moet je een streep onder durven
trekken. Er is wel jaren discussie
over gevoerd, maar men is er zo
zeker geweest dat de overheid er
wel geld in zou stoppen dat men
kwaliteitsvereisten nauwelijks in
de discussie heeft betrokken. Nu
komt er een minister die dat wel
doet niet omdat ie zelf zo
slim is maar omdat allerlei advie
zen die richting uilgaan en
die zegt: als je dan moet bezuini
gen, dan kan je toch niet ieder
een veroordelen tot middelmatig
heid? Je moet proberen een paar
aardige dingen overeind te hou
den. Dat bedoel ik met stimule
ren van het topniveau.'
Hoe vanzelfsprekend vindt u het
omroepbestel?
'Daar liggen zeer principiële ge
dachten aan ten grondslag over
pluriformiteit en vrijheid van
meningsuiting. De tand des tijds
heeft alleen sterk geknaagd aan
veel principes. Er is reclame
zendtijd. Niet van iedere omroep
is even makkelijk duidelijk te
maken welke maatschappelijke
stroming zij vertegenwoordigen.
Toch zijn zij toegelaten tot het
bestel. Naast principes zijn in
sterke mate belangen gaan mee
spelen, van de omroepen, maar
ook van techniek, commercie en
pers. Dat maakt het lastig die
principes tot het eind toe te
handhaven.
'Maar ik ben nog niet zo ver dat
ik de essentialia van het bestel
overboord wil zetten. Ik denk dat
veel Nederlanders er belang aan
hechten geen eenheidsworst op
buis of radio voorgezet te krij
gen. We moeten nieuwe technie
ken ruim baan bieden, al moeten
ze wel ergens van betaald wor
den, en we moeten de gevolgen
voor de oude media niet alleen
analyseren, maar er ook maatre
gelen voor treffen.'
Welke rol speelt het geloof bij uw
handelen?
'De mens is niet voor niks op aar
de, om er op los te leven. Hij
draagt toch een zekere verant
woordelijkheid dat de samenle
ving een beetje geordend wordt.
'Bij het kiezen in een belangente
genstelling heb ik dat belang op
het oog van meer dan het indivi
du. Niet alleen het recht van de
sterkste moet gelden. Bij mij
blijkt dan niet uit iedere zin,
maar het is wel een belangrijke
leidraad bij waar je mee bezig
bent.'
Is de liberale uitdaging de zwaarste
voor het CDA?
'Er zit wel een risico van een ze
kere leegheid in die uitspraken
over vrij-zijn en jezelf-zijn, aller
lei lekkere en leuke dingen doen,
en de rest komt vanzelf. Nee, de
■rest komt niet vanzelf, niet op
kantoor, niet in de danszaal, niet
in de sportvereniging en niet in
de fabriekshal. Ik heb de indruk
dat veel jongeren ook best zien
dat je op andermans belang moet
letten, dat zo'n filosofie niet be
klijft. Wij als CDA spreken jon
geren daar op aan.'
Lievegoed noemt in "De levensloop
van de mens" de leeftijd van eind
twintig tot midden dertig 'de orga
nisatorische fase'. Is het voor het
vervullen van deze veeleisende func
tie een voordeel dat u in die zekerste
fase in een mannenleven verkeert?
'Ik heb zeker het voordcel van
een zekere onbevangenheid en
ijver om vastgelopen discussies
te heropenen, nieuwe gezichts
punten aan te dragen. Ik heb
misschien het nadeel dat ik rela
tief snel opgebrand kan raken.
Een ander risico is het om op
belangrijke posten mensen met
betrekkelijk weinig levenserva
ring te zetten.
'Ik heb nogal wat functies gehad
in de loop der jaren, ik heb in
Limburg gewerkt, in Twente,
Amsterdam, de Alblasserwaard,
Den Haag. Misschien zegt men:
die man is te vluchtig, die trekt
te snel conclusies. Ik denk dat ik
goed luister naar verschillende
opvattingen. Ik vind alleen dat je
es een keer beslissingen moet
durven te nemen
Enfin, anderen hebben mij ge
vraagd, dus ik ga er maar van uit
dat zij de risico's hebben gewo
gen.'
U wilt de bureaucratie te lijf. Is dat
een reuzen-werk? En is het een ty
pisch Nederlands verschijnsel dat u
aanpakt?
'Op zichzelf komt het in alle lan
den voor. In veel westerse landen
zie je hoe democratieën zich ont
wikkeld hebben in de richting
van bureaucratieën. De gedachte
achter de bureaucratie is dat je
je besluitvorming steeds verder
kunt rationaliseren. Nu zeggen
we weer meer en meer dat je aan
de irrationele kanten van de
overwegingen van mensen ook
aandacht moet geven, ook aan
machtsoverwegingen. De staats
vorm zal daar iets meer rekening
mee moeten houden. De staatsal-
macht is in veel landen in discus
sie. We hebben er in Nederland
relatief veel last van omdat we
door de grote welvaart sterk op
de overheid zijn gaan leunen.
Daar zijn allerlei regeltjes bij ge
komen.
'We hebben ook door de wisse
ling van politieke coalities regel
matig coalities gehad die relatief
veel verwachten van de overheid.
In vergelijking met landen waar
meer terughoudende partijen aan
de macht waren, hebben wij erg
veel op de kar van de overheid
geladen. In dat opzicht is er veel
reden te roepen: de bureaucratie
moet wat terug. Wanneer je dan
ook zo'n bezuinigingstaakstelling
hebt, is het voor de mensen niet
makkelijk te applaudisseren. Dat
wist ik toen ik aantrad. Ik kan
niet schrikken van de reacties.'
NRC HANDELSBLAD 22 JANUAR11983