Je hoort bijna hoe stil het is,
met al dat water
Berta de Baarland heette ze, de oude boerin die in een kazerne in
Putte (NB) zo voorzichtig aan haar eerste hap soep begint. Haar
hondje zit op schoot. Twee dagen hadden Berta en de oude Jan Oele
(met hoedje) op het dak van hun huis gezeten - zoals duizenden
anderen daklozen die fotograaf Ed van Wijk die dagen na 1 februari
1953 tegenkwam en fotografeerde.
Van Wijk, die onlangs op 75-jarige leeftijd overleed, vertrok de
ochtend na de ramp uit Den Haag op zijn motor naar Zeeland. Hij was
van huis uit geen nieuwsfotograaf, niet iemand die recht-toe-recht-
aan zijn plaatjes schoot. Zijn foto's zijn kleine documentaires in zwart
wit en juist daardoor horen ze veertig jaar later tot de mooiste die er
van de ramp zijn gemaakt - voor zover 'mooi' hier van toepassing is.
Je ziet een groepje mannen wachten op de komst van een boot met
geredde dorpelingen. Ze praten wat, je hoort bijna hoe stil het is, met
al dat water in de straten.
De blik van de vrouw die met haar twee kinderen in een boot wacht
op evacuatie, zul je niet snel vergeten. De frons in de wenkbrauwen,
die deken rond haar hoofd en schouders. Ze zwijgt, woorden zijn
overbodig geworden. Dit is een ikoon. De foto werd wereldberoemd,
hij stond onder andere op de voorpagina van Paris Match.
De foto van de tafel met lamp, met op de achtergrond de stapel
zandzakken, is een heel bijzondere rampfoto. Een stilleven. Bijna
niemand maakte zulke foto's, in die tijd. Van Wijk schuwde de
zichtbare gruwelijkheden, hij fotagrafeerde geen kadavers of lijken,
maar liet liever de kleine gevolgen zien. Zoals op de foto van de
soepetende boerin, waarvan je in één oogopslag ziet dat dit hondje
alles is wat ze nog heeft.
WILMA KIESKAMP