'Daar was het gat in de dijk'
mès
KM
'Zonder ingrijpende
maatregelen houden
we het niet droog'
Gevangen in
overstromingsgebied
Een van de vele dijkdoorbraken tijdens de watersnoodramp.
Getemd getij door
openen sluizen
Dit jaar is het vijftig jaar geleden dat de
watersnoodramp plaatsvond. In de
nacht van zaterdag 31 januari op zon
dag 1 februari 1953 voltrok zich een
ramp waarbij bijna tweeduizend men
sen en tienduizenden dieren verdron
ken. Vijftig jaar na dato dreigen nieuwe
overstromingen. Agrariërs hier en in
Afrika worden geconfronteerd met de
effecten van klimaatverandering.
ZATERDAG
11 JANUARI
2003
PAGINA 11
door EVA CALICHER
Wat eens de dorpstraat was waar de
huizen van het Zeeuwse Capelle
langs gebouwd waren, is nu nog slechts
een klinkerweggetje dat eindigt in braak
liggend akkerland. Het zijn nog dezelfde
stenen als vijftig jaar geleden. Links van
de doodlopende weg ligt een eenzame be
graafplaats met vijftien graven. Het stuk
grond waarop de begraafplaats ligt bleef
grotendeels ongebruikt. Het water dat in
1953 door het gat in de dijk bij Ouwerkerk
stroomde, vaagde het gehucht op Schou
wen Duiveland weg van de aardbodem.
Twee huizen bleven overeind en samen
met het oude kerkhofje is dat alles wat over
is van het oude Capelle. 41 van de 100 inwo
ners overleefden de ramp niet. De meesten
vonden hun graf in Nieuwerkerk. Ande
ren zijn nooit teruggevonden.
Stoffel van Mourik staat met zijn rug
naar het oude kerkhof en kijkt uit over de
weilanden. In de verte zijn door de dichte
mist de contouren van de dijk te zien.
Rechts van hem begon voor de waters
noodramp van 1953 de Dorpstraat, met als
eerste huis op de hoek zijn ouderlijk huis
waar hij 22 jaar van zijn leven heeft ge
woond. Het gezin bestond uit vader Jacob,
moeder Mina, zonen Piet en Stoffel en
dochters Catrien en Saartje.
Stoffel en zijn vader zijn de enigen van
het gezin van zes die de ramp hebben over
leefd. Zijn vader had een klein gemengd
boerenbedrijf met zo'n twintig stuks rund
vee. Ze hadden acht tot tien melkkoeien,
waarmee ze het hele dorp van melk en bo
ter voorzagen. Stoffel van Mourik is nu 72
en woont aan de Capelleweg in Nieuwer
kerk, hooguit een kilometer van de plek
waar zijn ouderlijk huis stond. Hij woont
in de boerderij die hij en zijn vader na de
ramp kregen toegewezen en waar hij tot
1985 heeft geboerd.
Onmenselijke eenzaamheid
Het heeft veertig jaar geduurd voordat
Van Mourik over de ramp kon praten. Die
bewuste nacht van 31 januari op 1 februari
en de uren die daarop volgden: sommige
gebeurtenissen staan hem nog heel helder
voor de geest, andere zijn langzamerhand
vervaagd. Het gevoel zal hij echter nooit
vergeten: de kou, de pijn, het verdriet en de
bijna onmenselijke eenzaamheid.
Van Mourik zat die nacht samen met zijn
vader en zijn broer Piet op de zolder van
hun huis. Zijn moeder en twee zussen had
den op de boerderij van oom Niklaos van
der Wekken hun toevlucht gezocht. Stoffel,
zijn vader en zijn broer waren daar in eer
ste instantie ook, maar besloten hun bezit
tingen naar de zolder te brengen. Voor hun
ogen stortte het dak van de overburen in:
alleen Toon van Straten overleefde het. Z'n
vrouw en kinderen verdronken voor zijn
ogen. Ook de baby die die nacht is gebo
ren verdronk. Het kind heeft niet
eens een naam gekregen.
Het gehucht Capelle op Schouwen Duiveland werd tijdens de watersnoodramp van de
aardbodem weggevaagd. Stoffel van Mourik overleefde het drama wonder boven won
der. Hij dreef die rampnacht door het gat in de dijk de Oosterschelde op.
Stoffel van Mourik zal de kou en pijn in die rampnacht nooit vergeten. Foto Wim van Vossen
Stoffel, Piet en Jacob klommen samen
met buurman Geluk op het dak toen ze het
huis aan de overkant zagen instorten."We
realiseerden ons dat we op zolder geen
schijn van kans maakten als het dak in
stortte", zegt Stoffel. "Dat is wat met mijn
moeder en zussen is gebeurd. Het dak
stortte in. Ze hadden samen met de familie
Van der Wekken op zolder hun toevlucht
gezocht. Ze waren met zijn negenen op die
zolder." Ook het dak waar Stoffel op zat be
zweek. Jacob, Piet, Stoffel van Mourik en
Leen Geluk dreven op restanten van het
dak ieder een andere kant op.
Stoffel kijkt met zijn handen in zijn zak
ken uit over het weiland en wijst in de ver
te, iets rechts van het dorp Ouwerkerk.
"Daar was het gat in de dijk, waar ik op een
stuk van ons dak doorheen ben gedreven,
de Schelde op. Ik heb het helemaal niet in
de gaten gehad", zegt hij. Hij is langs Tho-
len gedreven en kwam na twaalf uur te
recht op Beveland, ter hoogte van Katten-
dijke. Zijn vader kwam bij Wemeldinge
aan land. "Achteraf gezien denk ik dat ik
de lichtjes van Stavenisse heb gezien in de
verte, maar ik had het zo koud dat ik niet
kon bewegen. Het heeft nog maanden ge
duurd eer ik weer gewoon kon lopen."
Stoffel kwam in het ziekenhuis in Goes
terecht. Zijn vader had het gehaald, hoor
de hij later, maar zijn broer niet. Piet werd
pas een half jaar later gevonden toen de
polder werd leeggepompt. Hij werd gevon
den halverwege Capelle en Ouwerkerk.
Enorm gat
De caissons waarmee het gat in de dijk is
gedicht, zijn nog steeds te zien. "Het was
een enorm gat. Uiteindelijk zijn vier cais
sons van twintig meter diep in het gat ge
plaatst", vertelt Van Mourik. Verderop
maakt de dijk een scherpe hoek landin
waarts. Van Mourik en zijn vrouw komen
er vaak. "Het trekt ons toch aan. Vanaf dit
Watersnoodramp Zeeland 1 februari 1953
De watersnoodramp in 1953 werd veroorzaakt door een combinatie van springtij en stormvloed.
Tegen deze buitengewone hoge waterstanden waren de meeste dijken niet bestand. Bij de ramp
hebben 1835 mensen het leven verloren, van wie 873 in Zeeland.
Schiedam
Stormvloed
Een gedeelte van het
water van de
stormvloed komt 1
februari 1953 in het
zuiden van de
Noordzee terecht,
opgestuwd door de
noordwesterstorm.
m1ui W IBbsJ^S
Stellenctarfrn if
G 0 E K-S- G- H E j.gVrjit
0 V ÉltFtt KTK E RJD.; ff+41
"mmit jTy
r,., wllfëlt!?ta<f
SCHOUWEN-"<2t-32
O
t
Duinen
Dijkdoorbraak
Zeekering /binnendijk
Ondergelopen land
Drassig land
Stad die gedeeltelijk
overspoeld is geweest
Slachtoffers in gemeenten
die percentueel het zwaarst
zijn getroffen
US&U
f 15 DUIVELAND U -0ude 4 '<wmemsraa
-Nieuwerkerk '1^' Filnuart f76.
punt heb je een prachtig uitzicht over de
Oosterschelde."
Er is nog iemand weggedreven, samen
met zijn ouders. Hij landde ook op Beve
land, maar hij was wel dood", zegt Stoffel
peinzend. "De marge tussen het wel of niet
halen was zo klein..." De oorspronkelijke
dijk is nog steeds te zien. Hij loopt als een
schaduw langs de nieuwe, hogere dijk. Het
meertje tussen beide dijken is een over
blijfsel van de overstroming.
Capelle is nooit herbouwd. De overstro
ming is aangegrepen om ruilverkaveling
door te voeren en het landschap is on
herkenbaar veranderd. Moderne boerde
rijen ontstonden, met grote stukken grond
eromheen. Jaren van moeizaam onder
handelen hadden niets bereikt. Door
de overstroming waren de meeste
boerderijen in het gebied ingestort. De
boerderijen moesten hoe dan ook her
bouwd worden, waarom dan niet gelijk op
een andere plek zodat tegelijk de ruilver
kaveling doorgevoerd kon worden? Stoffel
van Mourik wilde wel opnieuw beginnen
in de Noordoostpolder. Een jaar lang werk
te hij daar met een andere overlevende aan
het opzetten van een nieuwe boerderij.
Stoffels vader was echter vastbesloten om
weer terug te keren. Het liefst had Jacob
van Mourik Capelle weer opgebouwd.
"Van mij hoefde dat niet zo", verzucht Stof
fel.
Puinruimen
Het duurde tot 6 november 1953 voordat
het gat in de dijk definitief was gedicht en
het water weg was. De grond was de eerste
jaren volkomen ongeschikt voor akker
bouw. De Van Mouriks kregen compensa
tie voor gemiste inkomsten. Tijdens de
oorlog had de familie van Mourik dat eer
der meegemaakt toen de Duitsers hetzelf
de gebied onder een meter water zetten.
Na een jaar puinruimen betrok Van Mou
rik de boerderij waar hij tot in 1985 heeft
geboerd. Het was een akkerbouwbedrijf
van twaalf hectare. Hij woont er nog
steeds, maar is gestopt met zijn bedrijf.
Ook de kinderen namen het niet over. "Je
bent eigenlijk stom als je nog boer wordt.
Mijn salaris had in 1985 hoger moeten zijn
dan in 1955, maar het was lager!"
Veel overlevenden zijn na de ramp terug
gekeerd naar het gebied. Van Mourik heeft
er nu vrede mee. "Er zijn er die graag een
gedenksteen zouden zien met namen van
de slachtoffers. Ik heb er mee leren
leven, hoewel ik nog steeds
een complete lijst met alle
slachtoffers wil ma
ken. Een behoorlij
ke lijst waar ook
de baby van
Van Straten
op staat."
Adrie Hendrikse is een van degenen
in het gehucht Capeiie die de ramp
overleeft. Hij vertelt zijn verhaal in
'Hier was eens Capelle' van Kees Sla
ger. Hendrikse herinnert zich dat hij
een paar mannen van de boerenfa
milie Van Mourik voorbij zag drijven.
Hij zat toen zelf ook al op het dak.
Nadat het water bij hen op zolder is
gekomen, zijn ze op het dak geklom
men en hebben de pannen eraf ge
gooid: "Daarna zijn we op de pan
latten gaan liggen. We hebben ge
zien hoe de paarden van Flikweert
urenlang rond de boerderij zwom
men. Tenslotte zijn ze de schuur
weer ingezwommen en daar zijn ze
verdronken. Het huis van Flikweert
was toen al verdwenen."
Vormgeving
Karin Timmerman
Agrarisch Dagkad