Mysterie rond watersnoodboekje opgelost
EIUM1DEH-HIEUW5
PAGINA 6
VRIJDAG 28 JANUARI 2005
Eilanden Nieuws achterhaalt 52 jaar naar de ramp de identiteit van de schrijver van het boekje 'De dijken braken op Goeree-Overflakkee'Gerard Pieters
In menige boekenkast, en dan vooral een van oudere mensen,
zal het nog staan: het kleine boekje 'De dijken braken op Goe
ree-Overflakkee'. Misschien heeft het wel net zo'n vaste plek als
het nationale herdenkingboek 'De Ramp', waarin, generatie na
generatie, steeds opnieuw wordt gebladerd: de ijzingwekkende
foto's waaruit dit boek voornamelijk bestaat, hebben een
opwindende aantrekkingskracht. Dat zal minder gelden voor
dat andere boekje. De twaalf foto's die daarin voorkomen, zijn
nogal flets en hebben het formaat van een suikerzakje. De ove
rige 144 pagina's bevatten vooral tekst en een enkele tekening.
De uitgave is nadrukkelijk bedoeld om te lézen. Toch zijn de
verhalen net zo indringend als de krachtige, onthutsende foto's
in 'De Ramp': allebei doen ze de lezer stilvallen van al het leed
dat de watersnoodramp heeft veroorzaakt. Curieus aan het
boekje 'De dijken braken op Goeree-Overflakkee' is dat het
anoniem is. Nergens staat vermeld wie het heeft geschreven,
net zo min als wanneer het is verschenen. Het meldt slechts
bescheiden dat het is uitgegeven door de Dordtse drukkerij
G.W. Pieters. Wie was de auteur, die met het boekje de eerste
reconstructie bood van de 'verschrikkelijke catastrophe' die
Goeree-Overflakkee op 1 februari 1953 trof? Zijn identiteit is
nu achterhaald; een stukje van de legpuzzel valt daarmee op
zijn plaats. Gerard Pieters is zijn naam. Hij was niet journa
listiek geschoold, hij deed de administratie van de drukkerij
van zijn vader. Die wetenschap maakt het boekje 'De dijken
braken op Goeree-Overflakkee' des te bijzonderder, want het is
verbazingwekkend goed geschreven. Het is een compliment dat
Gerard Pieters niet meer kan bereiken: hij overleed in 1988.
door Gert van Engelen
a m,
HOEKSCHE WAAKT)
mÊÊÊÈÊÈÊÈ
Twee boekjes schreef Gerard Pieters over de watersnoodramp: één over Goeree-Overflakkee en één over de Hoeksche Waard. In beide gevallen bevatten
de boekjes, die vrijwel identiek ogen, een eerste reconstructie van de rampzalige gebeurtenissen. De boekjes zijn tamelijk zeldzaam,
bericht de Zeeuwse boekhandelaar Cor Pols uit Zierikzee. Ze worden vrijwel nooit aangeboden en de enkele keer dat dit wel gebeurt, kosten ze soms
twintig euro per stuk. (Foto: Gert van Engelen)
De speurtocht begint in Dordrecht zelf en
blijft lang vruchteloos. Het pand waarin de
drukkerij was gevestigd, aan de Wijnstraat
32. is nu een moskee. Omwonenden kunnen
niet vertellen waar de nazaten van de eige
naar zijn gebleven. Archiefstukken uit het
handelsregister van de Kamer van Koophan
del bieden geen uitkomst; het meldt slechts
dat de drukkerij niet meer bestaat.
Boekhandelaren worden benaderd. Zij her
inneren zich vaag de drukkerij, en daar blijft
het bij: "Ik was zes in 1953." Het Stadsar
chief haalt op verzoek ook spinraggen van
het verleden weg, tevergeefs: "Wij hebben
geen bedrijvenarchief." Het heeft er alle
schijn van dat niet meer te achterhalen is
wie het boekje 'De dijken braken op Goe
ree-Overflakkee' heeft geschreven.
Totdat er een toevallige ontmoeting is met
een Zeeuw, afkomstig uit Middelburg en
een regelmatig bezoeker van Dordrecht.
Hij beschikt over een groot netwerk van
kennissen. Hij proeft de naam Pieters en
zijn gezicht klaart op. 'Ik ken een Pieters in
Middelburg. Bel die eens.' Dat de familie
Pieters Dordrecht heeft verruild voor Mid
delburg was niet bekend: Nederland is groot
als je niet weet waar je moet zoeken.
De tip is een waardevolle. Aan de telefoon
meldt zich Gert W. Pieters, die zegt dat de
Dordtse Gerrit Willem Pieters zijn grootva
der was en dat deze in 1964 is overleden.
Zijn vader heet Comelis Gerrit Pieters.
roepnaam Cor, en die leeft nog - als enige
van het Dordtse drukkersgeslacht. Hij is
85, woonachtig in Goes en "nog goed van
geest".
"Ik ben zelf de jongste niet meer", zegt Cor
Pieters zodra hij wordt gebeld. Hij is bereid
achterwaarts terug te schuifelen in het ver
leden, opdat duidelijk wordt hoe het boekje
'De dijken braken op Goeree-Overflakkee'
tot stand is gekomen. Maar hij waarschuwt
ook, voor zijn geheugen, waarin de herin
neringen zich verdunnen. "Van mij word je
niet veel wijzer, hoor. Zoveel heb ik niet te
vertellen."
Het valt reuze mee. Zijn feitenkennis blijkt
grotendeels intact. Hij lost het raadsel dat
onoplosbaar leek. meteen op. "Ik weet haast
wel zeker dat het boekje is geschreven door
mijn broer Gerard. Want ik weet niet wie
het anders gedaan zou moeten hebben. En
ik ben de enige die het kan weten." Maar
waarom wordt zijn naam dan niet genoemd?
Het antwoord is van een verpletterende
eenvoud: "Ik denk dat mijn vader dat niet
nodig vond." Waarna hij feiten probeert op
te diepen die de drukkerij en de rol van zijn
broer inkleuren. Soms zucht hij: "Het is heel
wat, om alles na zoveel jaar boven water te
halen. Ik ben als enige over van het eerste
gezin en ik ben al vijfentachtig."
Boekbinderij
Gezeten aan de keukentafel in de nieuw
bouwwoning waarin hij stilletjes leeft
("Mijn vrouw is al vijftien jaar dood"),
vertelt Cor Pieters hoe het Dordtse gezin in
elkaar stak. Hijzelf en zijn broers Gerard
en Joost behoren tot de eerste drie kinderen
die vader G.W. Pieters (Strijen, 27 februari
1893) kreeg. "Ik ben de oudste, van 27 juni
1919. Daarna kwam Gerrit, wiens roep
naam Gerard was. Die is van oktober 1921
en ten slotte was er Joost, met wie ik nooit
goed contact heb gehad. Hij was het zwarte
schaap van de familie." Nadat zijn moeder
was gestorven, is zijn vader hertrouwd. Uit
dat huwelijk ontstonden nog eens negen
kinderen.
De voorgeschiedenis van de drukkerij komt
aan de orde. Zijn vader begon in Dordrecht
oorspronkelijk met een boekbinderij, al op
zijn achttiende. "Hij is bijvoorbeeld kin
derboeken gaan uitgeven, maar die liet hij
elders drukken." Veel later pas kwam er de
drukkerij bij, voornamelijk door toedoen
van Van Melle. de eigenaar van een grote
Rotterdamse onderneming in zoetwaren.
"Mijn vader raakte bevriend met Van Melle:
zij waren van hetzelfde geloof. Van Melle
had zelf een drukkerij, in Rotterdam, maar
dat ging niet goed. De man die de leiding
had, kon 't niet. Toen begon mijn vader een
drukkerij, hij zou alle drukwerk van Van
Melle krijgen.'
Nu komt hijzelf in zicht, Cor Pieters, de
oudste zoon. "Ik ben vroeg in de drukkerij
gekomen, op mijn veertiende. Het lukte
mijn vader niet met de drukkerij. Hij was
immers boekbinder. Toen heb ik aangebo
den om het drukken te doen. Daarvoor ben
ik op 16-jarige leeftijd, op zaterdagmidda
gen, een opleiding gaan volgen."
Zijn jongere broer Gerard kwam op de
drukkerij te werken toen hij, Cor Pieters, in
militaire dienst zat. "Op 25 mei 1940 keerde
ik terug, en ging Gerard weg, na een beetje
onenigheid. Hij is daarna tolk geweest voor
het Amerikaanse leger, bij de gravendienst
in Frankrijk. Hij heeft nog geprobeerd te
vluchten naar Engeland, maar kwam op het
eiland Jersey in de handen van de Duitsers
terecht." Gerard Pieters overleefde de oor
log en meldde zich weer in de drukkerij, die
ondertussen definitief, na enkele omzwer
vingen in Dordrecht, het pand aan de Wijn
straat had betrokken.
Een hele serie
De clou nu, het boekje. Cor Pieters was
er niet bij toen tot de uitgave ervan werd
besloten. "In 1951 hadden wij in Goes druk
kerij Siepman overgenomen. Of eigenlijk:
wij hadden de drukkerij gekocht van het
Beheersinstituut van de Nederlandse rege
ring. Die instantie ging over bedrijven van
mensen die in de oorlog fout waren geweest.
Mij stuurden ze naar Goes om alles te con
troleren. Eerst drie dagen in de week, later
de hele week. Veertien dagen na de water
snoodramp ben ik in Goes gaan wonen."
Hij weet dus niet wie op het idee van het
boekje kwam. "Ik denk dat het mijn vader
was, want die boekjes waren het werk van
Dordrecht." Hij bedoelt daarmee dat de
boekjes in Dordrecht zijn ontstaan, niet in
Goes, maar waarom gebruikt hij de meer
voudsvorm? Het is bekend dat behalve over
Goeree-Overflakkee ook over de Hoeksche
Waard net zo'n boekje is verschenen, met
nagenoeg dezelfde titel: 'De dijken braken
in de Hoeksche Waard'. Maar zijn er dan
nog meer?
Cor Pieters aarzelt. "Het was een hele
serie. Ik denk een stuk of zes. Daar zit ik
vast; ik weet het niet zo precies. Ook over
Schouwen-Duiveland is er, geloof ik, een
gemaakt. De boekjes gingen allemaal over
dorpen die verdronken zijn. Zelf heb ik de
boekjes niet meer. Ik heb ze wel gehad,
maar ben ze kwijtgeraakt. Ik ben een paar
keer verhuisd. En wat we er nog van had
den, is bij de opheffing van de Dordtse
drukkerij bij het oud papier terecht geko
men. Ik zei al: 'U heeft weinig aan mij.' Ik
heb de boekjes pas gezien toen ze gedrukt
waren." (Verderop in dit artikel zal blijken
dat het bij twee boekjes is gebleven.)
Hij twijfelt er niet aan dat zijn broer Gerard
de schrijver is. Hij kan zich zelfs voor
de geest halen hoe het destijds is gegaan.
"Het bedrijf was van mijn vader. Ik deed
het praktische gedeelte, het drukken, mijn
broer de boekhouding. Mijn vader zal na de
watersnoodramp wel tegen Gerard gezegd
hebben: 'Ga jij maar op pad, ga jij er maar
naar toe.' Hij heeft notities gemaakt, zoals u
nu, mensen gesproken en daarna die boekjes
geschreven. Zodat de mensen konden lezen
wat er is gebeurd, en om 't te bewaren."
Was broer Gerard dan journalist? "Hele
maal niet. Maar zoveel is er niet voor nodig
om een boekie te maken, hoor. We konden
allemaal wel een beetje schrijven. Als je
taalgevoel hebt, is schrijven niet moeilijk.
Mijn broer had een behoorlijke vooroplei
ding. Hij had mulo, ik alleen lagere school,
een avondopleiding en de grafische school.
Hij deed bij ons het administratiewerk en
de calculatie, maar hij is ook corrector
geweest en heeft boeken vertaald. Dus zo
is het gegaan: hij ging op pad en bezocht
al die plaatsen. Die boekjes zijn trouwens
het enige wat hij heeft gedaan. Voor de rest
heeft hij niet meer geschreven."
Respect
Het boekje 'De dijken braken op Goeree-
Overflakkee' valt in twee delen uiteen. Het
ene beschrijft met oog voor detail en heel
anekdotisch, in technisch goede en soms
mooie zinnen, op spannende wijze wat de
ramp aanrichtte in Oude- en Nieuwe-Tonge,
Stellendam, Ooltgensplaat, Den Bommel,
Ouddorp, Middelhamis en Sommelsdijk. De
vorm is verhalend, het is alsof je er zelf bij
bent. Feitelijker zijn de overige hoofdstuk
ken, over voorgaande overstromingen, de
opruimingswerkzaamheden, de (buitenland
se) hulp, de reëvacuatie, de vriendschaps
pakketten en het dijkherstel.
Nergens wordt aangegeven wanneer het
boekje is uitgekomen, maar uit het feitenre
laas over het vorderen van de wederopbouw
valt op te maken dat het eind 1953 moet zijn
geweest. Volledig is het boekje allerminst,
dat kan zo snel na de ramp ook niet, maar
als eerste ruwe vorm van geschiedschrijving
verdient het respect. Bij elkaar biedt het
boekje een beknopte reconstructie van wat
de februariramp op het eiland aanrichtte
en hoe de getroffen gemeenten zich weer
oprichtten. Of, in de woorden van Gerard
Pieters: hoe men op weg ging 'naar de dage
raad van het herstel'.
Hoe groot de oplage toentertijd was, kan
Cor Pieters niet met stelligheid zeggen.
"Het zal niet groot geweest zijn. Misschien
vijfhonderd of duizend - wat zal je op zo'n
dorp verkopen? En 't ging zuiver over de
dorpen die verdronken zijn. Ik heb ze trou
wens nooit gelezen." Meer herinneringen
heeft hij er niet aan. Voor de volledigheid
schetst hij alleen nog hoe het de Dordtse
drukkerij na 1953 is vergaan, een beetje in
staccato.
"Mijn vader is op 76-jarige leeftijd over
leden. Mijn broer is na de ramp ook naar
Zeeland gegaan, daar getrouwd en samen
hebben wij de drukkerij en binderij in
Goes gedaan. De drukkerij in Dordrecht
is verkocht. Wanneer weet ik niet meer.
Dat is mistig voor mij, ik zat in Goes. (Het
handelsregister leert dat G.W. Pieters in elk
geval uit de onderneming is getreden op 28
juli 1960, en dat het bedrijf nog tot 1 januari
1962 is voortgezet als 'Drukkerij Kolkema
voorheen G.W. Pieters', red.) Gerard is in
1988 overleden, ik ben in 1978 om gezond
heidsredenen gestopt met werken."
Heeft hij misschien een foto van zijn broer
Gerard? Hij loopt bereidwillig naar de boe
kenkast in de woonkamer en bladert twee
albums door. Gerard zit er niet bij. "In de
oorlogstijd", verontschuldigt hij zich, "is de
bovenverdieping van het Dordtse pand door
een stuk afweergeschut afgebrand. Alles
was helemaal weg. Ik heb dus niet veel
papieren meer. En dat ik geen foto van mijn
broer heb, is niet zo vreemd. Je zag elkaar
elke dag, dan maak je geen foto's."
Erg zeldzaam
Cor Pols (1931, Dreischor) is eigenaar van
de Zeeuwsche Boekhandel in Zierikzee.
In zijn antiquariaat aan de Korte Sint Jans
straat bevindt zich een uitgebreide collectie
boeken over de watersnoodramp. Hij zegt
dat het onmogelijk is dat de Dordtse druk
kerij méér boekjes heeft uitgegeven dan die
over Goeree-Overflakkee en de Hoeksche
Waard; anders zou hij dat wel weten. "In de
twintig jaar dat ik hier zit, heb ik er altijd
maar twee gezien. Er is er nooit één over
Schouwen-Duiveland verschenen. En ik ken
alle watersnoodboeken over Schouwen-Dui
veland. Nee, het is er nooit geweest, daar
kunt u gerust van op aan."
De beide boekjes zijn hoogst zeldzaam,
voegt hij eraan toe. "Die over de Hoeksche
Waard heb ik nog maar één keer in de win
kel gehad, die over Goeree-Overflakkee
twee keer, en dat in twintig jaar. Ze zijn vre
selijk duur. Ze kosten twintig tot vijfentwin
tig euro. Da's veel voor zo'n klein boekje.
Meer dan die drie heb ik nooit in handen
gehad. Ze zijn erg schaars. In het boeken-
stadje Bredevoort, bij Winterswijk, zitten
bijvoorbeeld tweeëntwintig antiquariaten.
Daar worden ze nooit aangeboden.
"Ik weet ook niet hoeveel ervan gedrukt
zijn. Vier- of vijfhonderd, het zal niet meer
zijn. Ik denk dat er weinig van gemaakt
zijn en dat ze moeilijk te krijgen zijn omdat
mensen eraan gehecht zijn, ze willen ze niet
kwijt. De boekjes komen alleen te voor
schijn als iemand is overleden of als iemand
er geen ruimte meer voor heeft. Maar dan
nog is het niet zo dat je ze met twee of drie
tegelijk tegenkomt."
De watersnoodramp is inmiddels 52 jaar
geleden, maar Cor Pols ervaart dat ze nog
frequent worden gekocht en gelezen. "Er
is altijd belangstelling voor geweest. Maar
vooral in januari en februari loopt het op.
Dat is de tijd dat men weer aan het feit
wordt herinnerd." Zelf haalt hij in die perio
de al zijn antiquarische boeken uit de winkel
en ruimt de lege tafels in voor boeken over
de ramp. En worden ze dan grif verkocht?
"Dat zal me een zorg zijn", zegt Pols reso
luut. "Ik ben 73; ik heb toch wel te eten.
Ik heb m'n AOW en een stukje pensioen.
En als bepaalde boeken hier niet verkocht
worden, en ik heb er meerdere exemplaren
van, gaan ze voor een zacht prijsje naar het
Watersnoodmuseum in Ouwerkerk. Daar
hebben ze een klein winkeltje, daar verko
pen ze watersnoodboeken aan bezoekers.
Aan een museum moet je niet willen ver
dienen, vind ik. Ik ben al tevreden als ik de
kostprijs eruit haal."