Een paar kolossale blunders. Niet te kras gesproken. Drie merkwaardige redevoe ringen. De volkeren der Aarde. Geiiicnsilc ftcricliten. Omdat de Apostel Paulus in zijn brief aan de Corinthiërs de geloovigen in Christus vermaant om allen hetzelfde te gevoelen en hetzelfde te spreken en geen partijhoofden iu de kerk te stellen, meent Onze Eilandendat men ook met hen die slechts in naam christenen zijn, maar wier geloof hemelsbreed verschilt, wel eau liefelijke eendracht kon bewaren. O ja, als men zóó weinig van de dingen weet en begrijpt, als men zóó het burgerlijk terrein met de kerk verwart, dan begrijpen wij het, dat de redactie den heer Six tegenover de Stan daard in het gelijk stelt. Maar minstens even erg is haar andere dwa ling. Zij beweert nl. dat de verbeteringen in de onderwijswet, welke de Standaard thans voor- loopig voldoende acht, gelijk staan met „het geen men bij de grondwetskeuze had kannen bekomen. Toen weigerde men echter het aan bod der liberalen in te willigen, zegt zij, en thans, nu hetzelfde van de eigen partij komt, neemt men er genoegen mede. Dit zou, meent zij, alleen daaruit te verklaren zijn, dat het bij de grondwetsherziening slechts te doen was om het wapen te behouden, waarmede men de po litieke macht konde „veroveren". Onze Eilanden verliest hierbij geheel uit het oog, dat hetgeen op dit oogenblik onder de vigueur van het onveranderd gebleven grondwets artikel 192 gevraagd wordt, slechts een voor- loopige eisch is, terwijl het bij de grondwets herziening giug om meer afdoende regeling van de onderwijszaak. Of weet Onze Eilanden niet, dat de antirevolutionairen behalve een herziening van de organieke wet ook grondwetsherziening op hun werkprogram hebben staan, ofschoon zp deze laatste thans niet op den voorgrond schuiven? Over betgeen Onze Eilanden zegt aangaande de beeldspraak van Jhr. Aiberda van Ekenstein en de daarop gevolgde toelichting van de Stan daard zullen wij maar niet breed uitweiden. Blijkbaar is het de redactie te doen om nog eens weer te betoogen hoe bruikbaar toch dat „neutrale", kleurlooze, onderwijs is. Een reeds lang versleten stelling, die alleen de onverbe terlijke oud-liberalen nog aankleven. Allen die eerlijk en ernstig over de zaak nadachten, zien zeer goed, in dat ouderwijs en opvoeding niet als „brood, boter en kaas" los op elkaar liggen, maar dat zij in het leven der onderwijzers hecht vereenigd zijn, en dat zij daarom ook vereenigd aan de kinderen moeten toekomen. Scheiding van maatschappelijk en godsdienstig of iepen- godsdienstig onderwijs is eenvoudig onzin. Met het brood glijdt er te gelijk buter en kaas naar de maag, en nu komt bet er voor de ouders op aan, dat die boter en kaas niet beschimmeld of vergiftigd zijn. Onze Eilanden spreekt zichzelf ook leelijk tegen. Want uit het beeld van „koffie met suiker" en „brood met boter en kaas" leidt dit blad af, dat bet maatschappelijk en het christelijk onderwijs wel apart zijn te geven. Mis gerede neerd Het is allesbehalve gezond en geregeld om eerst een kop koifie te nemen en dan een paar scheppen suiker achterna; of ook, eerst het brood en daarna de klare boter eti kaas. En juist omdat de Staat dit alles met goed schiks voor ieder naar keuze vereenigd klaar k'an maken, moet het aan de ouders zooveel mogelijk worden overgelaten. In een paar geheel ongeteekeude „ingezonden" stukjes en waarvoor de redactie zich dus aanspra kelijk schijnt te stellen, wordt door Onze Ei landen aanmerking gemaakt op ons schrijven over de oplossing der onderwijsquaestie. Het eene stukje is geheèl buiten de orde de wijl het gewaagt van een reorganisatie van liet hooger onderwijs, en wij spraken over het lager onderwijs. Bovendien knnnen wij den schrijver verzekeren, dat wij ons onder het tegenwoordig Ministerie nog in niets teleurgesteld gevoelen en volstrekt geen vrees hebben, dat bet niet vooruit zal komen, Maar natuurlijk gaat niet alles op eens. In hel tweede stukje wordt het ons kwalijk genomen, dat wij van eenige liberale voorvechters in de Kamers veronderstellen durven, dat zij bet tegenwoordig Ministerie wel gaarne weer spoedig zouden zien ^aftreden, en dat zij daarom 't liefst een onbekookte onderwijsregeling iu het Parlement zouden zien voordragen. Wij ontkennen volstrekt niet dat sommige li beralen een welwillende houding aaunamen tegen over de meeste der tegenwoordige Minnisters. Maar dit neemt bet feit niet weg dat sommige andere, als de hh. De Beaufort, Lieftinck en Zaaijer, Fransen van de Putte, Aiberda van Ekenstein en Sixal hun best hebben gedaan om bet Ministerie te verzwakken en dat bun beschuldigingen van gebrek aan werkkracht en eenswillendbeid, en hun verwijt van conservatis me geen andere strekicing hadden dan om, ware bet mogelijk, hun eigen partij er weer spoedig bovenop te helpen. Doch gelukkig kunnen zij het vooreerst zoover niet brengen, en dat zij nu soms een vriendelijk gezicht zetten, bewijst nog volstrekt niet dat zij inwendig tevreden zijn. Hun kennelijk azen op de gebreken dezer re geering, het opzoeken van allerlei nietigheden 'bewijst integendeel dat zij een niet-liberaal bewind maar moeielijk kunnen verdragen. Dit zelfde blijkt ook vaak. uit de hoofdorga nen der liberale paitij. Vooral uit de „N. Rotter- damscbe Courant." Wij stellen alle liberalen lang niet gelijk. Er zijn vele lieden bij geannexeerd, die ook wel andersdenkenden weten te waardeeren Maar eer wij kunnen toestemmen dat de liberale partij als zoodanig dit Ministerie wil stennen moet zij geheel anders uit der. boek komen. Waarom men niet kan aannemen dat bet ge roep om een nieuwe onderwijswet van liberale zijde uit belangstelling in bet onderwijs zelf voortkomt hebben wij er terstond bij gezegd. Dan toch zouden de liberalen wel vroeger zich bereid hebben getoond, tot een billijke oplosing dier ingrijpende quaestie. Wil onze tegenspreker voorts weten, waarom wjj de liberale partij wel moeten wantrouwen dan leze hij slechts even de pas verschenen brochure van den heer De S. Lohman, waaruit wij weldra het een en ander zullen overne men. In de 15e vergadering der Eerste Kamer onzer Staten-Generaill, den 25 Januari jl., werden drie redevoeringen gehouden, welke dat hooge Staats college karakteriseeren. Wel is hierop reeds door onze pers gewezen, maar toch acht ik het niet overbodig, hierop nogmaals de aandacht te vesti gen. Vooral met 't oog op de a. s. verkiezing voor do Prov. Staten, is bet van 't hoogste be lang, na te gaan, welke houding de liberale meerderheid der Eerste Kamer tegenover de Re geering aanneemt. En dan valt bet niet te mis kennen, dat, wie onpartijdig de redevoeringen in die Kamer gehouden, naleest, tot het besluit komt dat die houding „spijtig" kan worden genoemd. De heeren weten wel, dat ze geslagen zynze zeggen, zooveel mogelijk, de uitspraak der kie zers te zullen eerbiedigen, maar toch laten ze niet onduidelijk doorschemeren, dat een conflict met de Regeering niet tot onmogelijkheden zou behooren. Hun toon is dikwijls scherphunne eritiek niet zelden onrechtvaardig, en de conclu- siën, welke ze trekken, strijden somtijds met het gezond verstand van een eenvoudig burgerman. Talent zit er iu die Kamer, ongetwijfeldmaar toch rijst dikwijls de vraag: „ls dat een Lid der Eerste Kamer die zóó spreken en bovenal zóó concludeereu kan?" Enkelen zelfs schijnen het woord te vragen „om toch ook eens iets te willen zeggen", ofschoon ze niets wezenlijks te zeggen hebben, getuige hunne oud-wijfsche redenee- riugen. Het is echter niet mijn doel, den lezers eene bloemlezing uit de „Handelingen der Eerste Kamer" aan te uieden, om hiermee te bewijzen, 'tgeen ik durf te beweren. Wie de moeite wrl nemen, de „Handelingen" door te loopen, zal spoedig genoeg mijne meening deelen. 'k Wensch echter te wijzen op de redevoeringen van de H. H. Fransen van de Putte, Aiberda van Ekenstein en Six (de bekende protégé van de firma „Schelle- vis-Tak" bij de Schiedamschc verkiezing.) In de eerste plaats dan de redevoering-Fransen van de Putte. Na eerst den Minister van Buitenlandsche zaken te hebben bestreden, omtrent diens eigen politiek verleden als conservatiefStaatsman, moes ten de Ministers van Binnenlaudscke z.iken en van Oorlog bet ontgelden. De hoer v. d. Putte beweert, dat de Regeering in overleg handelt met de bo'ofden dor partijgroepen in de Kamer. Wij zouden eenvoudig zeggen: „Gij, Minister! raadpleegt eerst üe Savornin Lohman en Schaep- man, en daarna handelt Ge!" Dat was welzoo eenvoudig, en meteen kon dan elkeen begrijpen, wat bedoeld werd. Maar de heer v. d, Putte gaat verder. Hij wijst op de kwestie Huber-Fabius, in verband met de bekende Standaard-artikelen en laat zich aldus over Dr. Kuyper uit: „het half geestelijk, half wereldlijk hoofd, dc paus der dolccrrndcn, dc voorzitter der deputateu, die gemoederen en harten kneedt in het verschiet van dc stcuihus". Indien Uilenspiegel deze gedachte ging illustree- ren, door Dr. Kuyper af te beelden in geestelijk ge waad, uret het zwaard omgord, versierd met de Pauselijke tiara, en dat carricatuur (want dat zou bet ongetwijfeld zijn) als een bakker harten en ge moederen liet kneden voor de stembus, dan zou hij pleizier van zijn werk hebben, maar niet den lot der gematigdheid verdienen. Verder meende hij een vreeselijk spook te zien in den Minister van Koloniën. Een geringe som op de begrooting uitgetrokken om bijzondere scholen, waar gods dienstig en maatschappelijk onderwijs gegeven wordt, te subsidieeren, was oorzaak van die geest verschijning. Wat zou Jen die arme Mohamedanen er wel van zeggen De priesters konden nog wel eens meer onrust stoken, dan zij reeds gedaau hebben. In Atjeb bouwden onze Liberalen een Mobamedaanscben tempel voor 250,000 gulden, op Staatskosten, terwijl de Atjeber tot dank duizenden onzer soldaten neerschoot. Maar als bet er op aankomt, de Christelijke zending vrij spel te laten, of subsidie tot een zeer gering bedrag aan godsdienstige scholen te verzekeren, stelt men zich aan, alsof ons Insulinde dat met den dood zou moeten bekoopen. Het moet in [ndië gaan als hier: bevordering van het ongeloof, het moderne heidendom of Mohamedaansche leeringen op kosten van den Staat door Staats-ambtenareu; achteruitzetting van alle ware aanbidders van het kruis Niet licht zal een liberaal dit erkennenMaar met de feiten voor' ons kan bet niet worden ontkend, dat het liberalisme steeds heeft verbreid als gods dienst van den Staat: „Het Christendom boven Geloofsverdeeldheid", ouderwezen in de moderne seeteschool en in de liberale Staatskerkde keer ti. d. Putte herinnert ons hieraan door zijne rede voering. Wanneer zal uren toch eens leeren in zien, dat alleen op een Christelijk Indië valt te rekenen, wanneer de nood het eischt? Dat het veldwinnend Mohaiuedanisiue, wanneer het niet door het Christelijk geloof wordt overwonnen, den Javaan van ons gezag vervreemden zal en hem het zwaard in de hand zal drukken, om, met van fanatisme gloeiend oog, den laatsten Nederlander, sedert eeuwen de beroover zijner vrijheid, met wellust te martelen en te dooden Dan alleen zal dit kunnen worden voorkomen, als onze Christelijke Reg, ering zich niet laat verschrikken door de groote woorden van de woordvoerders der liberale paitij, die steeds rijk in woorden maat arm in daden was. Slechts dan, wanneer zij niet luistert naar den Sirenenzang van v. d Putte c. s„ maar bovenal, wanneer de kiezers zorgen voor een andersgezinde Eerste Kamermeerderheid, door alle krachten in te span nen, om de Provinciale Staten „om te zetten". H. N. O. Wordt vervolgd.) •In Frankrijk is de minister van justitie heen gegaan, Zijn opvolger is Guyot-Dessaigne, over wiens benoeming men zich verbaast. Totnogtoe gold deze nieuwe minister, volgens de Boulan- gisten, voor een der hunnen, en zij zijn dan ook zeer tevreden. Onder het keizerrijk was hij als procureur-generaal een aartsvijand der re publikeinen. Deze gevoelen zicli geërgerd. Som mige Fransche bladen drijven den spot met de benoeming van den nieuwen minister van justi tie. In de Kamer was dé ontevredenheid zoo groot, dat in den ministerraad zelfs overwogen is op de benoeming terug te komen. In Oostenrijk en ook daarbuiten weigeren sommige priesters het houden van een zielemis voor wijlen kroonprins Rudolf. In Warschau weigerden de geestelijken een treurmis te houden omdat Rudolf zelfmoord heeft gepleegd. Te Meran in Tyrol weigerden de priesters niet alleen een dienst te houden, maar ook de klok te luiden. Te Laibach werden de ruiten van des bisschopswoning ingeworpen, omdat hij geweigerd had rouwvlaggen uit te steken eu de klokken te doen luiden. Üp den dag der be grafenis dwongen de bewoners den kerkekneeht, de klokken te luiden maar bet ging niet den bisschop te dwingen tot het lezen van een mis. Na het verschijnen van het vorig nommer van dit blad zijn nog nauwkeuriger berichten aangaande het overlijden au kroonprins Rudoll vernomen. De omstandigheden, waaronder het leven vau den prins een einde nam, zijn hoogst treurig. De berichten zeggen, dat de prins smoorlijk verliefd was op de beeldschoone 19- jarige freule Von Vetsera, en dat de Kei/.er er op stond, dat de Kroonprins zoude breken met zijne verstandhouding tot die jonge barones. Op den morgen waarin het vreeselijk drama werd afgespeeld, moeten de lijken van den Kroonprins en van de barones naast elkander in de slaapkamer zijn gevonden. Als juist wordt geacht, dat de Prins eeist de barones en daarna zichzelven beeft doodgeschoten. De Roomsche Benedictijner zendelingen, die door de Arabieren werden gevangen gehouden zullen tegen losprijs bevrijd worden. Volgens de limes eischten de Arabieren zeven duizend ropijen en de uitlevering van drie in de gevan genis geworpen slavenhandelaars. Ook meldt dit blad, dat in de kuststreek, tegenover Zanzibar gelegen, volledige reqeei ingloosheid heerscht. Dit beduidt, dat niemand er zich moet wagen wiens leven hem lief is. Voor kapitein Wissmann, die weldra n mr Zanzibar gaat vertrekken, geen aanlokkelijk vooruitzichtMen zegt, dat bij vijf rivier-stoom- booten te zijner beschikking zal krijgen, waur- van de grootste 500 en drie andere elk 150 man kunnen bevatten. De schepen worden te Hamburg uitgerust. Ongeveer duizend soldaten worden voorts oader bevel vun Wissmann ge plaatst, en reeds moet een bezending krijgs voorraad, o. a. 12 kanonnen, op weg zijn naar Zanzibar. In Rome zijn ernstige onlusten uitgebroken. Ze vinden hun aanleiding daarin, dat ook te Rome de bouwwoede de behoefte ver vooruit streefde. Tal van werklieden werden broodeioos; zij hielden nu optochten, vroegen werk, doch dit was er niet. De socialistische leiders hebben van de ontevredenheid der werklieden partij getrokken. Met stokken gewapend, gingen deze de stad in en sloegen hier en daar wat voorkwam kort en klein. Bij een wapensmid werden alle messen geroofd. Een goudsmid mist ruim dertig duizend gulden aan allerlei voorwerpen. Plundering, root en vernieling. De politie onmachtig de duizenden oproerigen te bedwingen. Eindelijk werden de troepen te hulp geroeneu. Thans is de rust hersteld. De Paus heeft verklaard een geneesmiddel te zoeken voor de kwalen, waar door de tegenwoordige maatschappij is aangetast. Op het oogenblik is de Paus in onderhandeling met Rusland. „De vermetelheid der booze harts tochten keert zich tegen de grondslagen der burgerlijke maatschappij, omdat het volk niet meer luistert naar de stem van den godsdienst. Vrede is boven alles noodig. De Paus acht den godsdienst eeu waarborg voor den vrede STORM. Nebraska (Vereen. Staten) is door een ver- scktikkelijken orkaan geteisterd. In verschillende steden zijn woonhuizen neergeworpen, en de openbare gebouwen zoo beschadigd, dat deze afgebroken moeten worden. Vele persoonlijke ongelukken hadden plaats bij het instorten van een school weid een twintigtal kinderen gedood en velen met gebroken armen en beenen gered. Te Omaka lieten iu één huis vijf personen het leven. De electrische verschijnselen met den orkaan gepaard, deden alle klokken en uur werken stilstaan. In 't buitenland schijnt de storm zich niet over zoo wijden kring te hebben gewoed, als zich wel liet aanzien. Uit Duitachland is tot dus ver nog maar van enkele plaatsen bericht over het onstuimige weder ingekomen. Uit Aken meld de men Zaterdag, dat daar sedert Vrijdagavond sneeuwstorm woedde. Do Berlijsche sneltrein zit te Maagdenburg, de eerste trein van Malmedy Soubrodt iu de sneeuw. Te Crefeld barstte een zwaar onweer los, dat door hagel en sneeuw werd gevolgd. In Osaabrück begon het na een enkelen donderslag te sneeuwen met zuidenwind en dooiweer. Uit Kiel wordt getelegrafeerd, dat in de omliggende streken een vreeselijke sneeuw storm woedt. Te Kassei is de 200 voet hooge toren van een pas gebouwde kerk in de Kaiserstrasse naar beneden gestort. Gelukkig werd door het neervallende gevaarte niemand gekwetst. Ongeveer 4 uur, stak boven ons land een hevige storm op, vergezeld van sneeuw, hagel en regen, die gedurende den geheelen nacht aanhield en 't verkeer op straat ten zeerste bemoeielijkte eu gevaarlijk maakte. Op verschil lende plaatsen woeien pannen van de daken, werden stukken van schoorsteeuen weggeslagen glasruiten verbrijzeld, telefoonlijnen vernield en schade aan bet geboomte toegebracht. Als een eerste gevolg van den storm, die hevig nit het Noorden en Noord-Westen woei, dient genoemd de aanmerkelijke storing in de middelen van gemeenschap, telegrafische en an dere. Tal van telegrammen moesten als onbe stelbaar worden afgewezen en verschillendeposten kwamen niet aan vandaar dat ook de berichten omtrent den storm onvolledig zijn. De telegraafgemeensekap met het Noorden en I Zuiden des lands werd gestoord, die met het midden daarentegen niet. De storm heeft over geheel ons land gewoed. Zoo ontlastte zich Zaterdag namiddag boven Rotterdam een on we der met vrij hevige donder slagen en vergezeld van hagel en regen. Het was echter van korten duur. Te Dordrecht ontlastte zich ten 47j uur een hevig onweder, vergezeld van eeu zoo geweldige hagelbui, dat de binnenhavens er korten tijd daarna uitzagen als waren ze mei een ijskorst overdekt. De gebeele bui duurde nog geen tien minuten toch daalde de thermometer in dien tijd 4 graden F. Telefoon- en telegraaftoestellen sloegen meermalen aan. Uit Nijmegen verneemt meD, dat de gezag voerders van vaartuigen op de Waal, welke een onstuimige zee geleek, alle moeite deden hun vaar tuigen in goeden koers te houden. Van persoon lijke ongelukken is evenwel nog niets vernomen. Uit 's Gravenkage, meldt men. De zware zuidwester storm nam, na eenige uren eenigszins te zijn gaan liggen, in den laten avond in lievigheid toe en woedde den ganschen nacht als een hevige orkaan, gepaard met felle bliksemstralen, hagel en regenbuien. Legio zijn natuurlijk de dakpannen en sehoor- steeubrokken die op den grond werden geslingerd, voor zoover bekend gelukkig zonder ougelukken te veroorzaken. Omgeslagen karren en handwa gens waren ook niet zeldzaam, terwijl tal van boonien werden stuk geslagen of ontworteld o. a. kwam iu het Voorhout een boom op een daar gestationneerd rijtuig te recht zonder iemand te treffen. Op de Groenmarkt werd een uithang bord afgerukt en trof een voorbijgaande!! loop knecht in de zijde. De man kon niet verder gaan, werd eerst in bet politiebureau gebracht en toen per rijtuig naar zijn woning vervoerd. De vaart langs de Veenkade werd versperd door een boom, die dwars over de gracht was gevallen. Te Scheveningen spookte het ook ter dege. Toch waren er nog eenige liefhebbers, die het altoos indrukwekkend sehouwspel van een orkaan aan de kust bij nacht wilden waarnemen, üe duinrand is een flink eind weggeslagen, zoodat 't onmogelijk was de bommen verder op te trek ken. Niets dan één schuimende kokende massa kon men zien, wanneer een bliksemflits de omgeving verlichtte. Persoonlijke ongelukken zijn er niet voorgevallen, maar de op 't strand gezette schuiten hebben het bard te verantwoor den. Daar er nog vele Scheveningsche schuiten in zee zijn, is de spanning in het visschersdorp zeer groot. Sedert jaren stond de zee te Sche veningen niet zoo boog. Nader seint men nog, dat de hevige orkaan een tiental op strand lig gende bommen totaal onbruikbaar heeft gemaakt of zwaar beschadigd. De zee staat zeer hoog. Het grootste deel der vloot is in zee. Men is zeer bezorgd. Uit Kampen meldt men ons Door den hevigen storm staan alle landerijen onder water en het zeewater van dijk tot dijk. Het Kampereiland loopt in. Voor het inloopen der stad zullen de noodige maatregelen genomen worden. Door den wind voortgeduwd, liep een goede renwagen van den staatsspoor te Utrecht van de remisie op het rangeerterrein tot aan de Jeriemiebrug, die juist opengedraaid was om schepen te laten doorvaren. De wagen schijnt door niemand te zijn opgemerkt zoodat hij in de opening van de brug viel. Het verkeer der treinen werd daardoor ge stremd en de reizigers moesten van de brug van den Rhijnspoorweg gebruik maken om van den eenen trein in den anderen te stappen. Nader meldt men: de storm die Vrijdagavond met schier ongekende kracht opstak en tot Zaterdagmiddag bleef woeden, heeft in verschil lende plaatsen van ons land veel schade aange richt. Het gaat natuurlijk niet aan alle bijzonder heden te vermelden. Slechts de belangrijkste vinden hier een plaats.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1889 | | pagina 2