NT
Vrijdag 26 April 1895.
Tiende Jaargang No. 496.
"TeNTlTéTon-
I
I
An tirevo
UNT
IN HOC SIGN O VINCES
De Magazijnen van J, Hoevenaars van Lith Rotterdam Hoofdadres Binnenrotte 137 SchoemLagazijn
9
T.BOEKH O V E N.
mmmmmmiJM.
cat
-r IffitUlhi
bonier-
antasie*
ii carios
ker en
waliteiten.
Ie prijzen.
am.
imm.
at
cent.
5i
1,
Üd
logrelfjk
diÊËïr
Deze Courant verschjnt eiken Vrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
uitgeyer:
Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Bienstaanvragen en dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zj beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur.
Alle slaafefeeia voor «Ie IledAefle bestemd, Advertentiën eis verdere Administratie franco See Se zenden aan «leit Uitgever.
staatspartij.
Meer en meer neigen sommige
voorgangers in de Nederl. Herv. Kerk
er toe om bij de politieke verkie
zingen uitsluitend leden en voorstan
ders van het Herv. Genootschap te
steunen, en om hen die daarbuiten
staan tegen te werken.
Dit nu laat zich best hooren van
de principiëele voorstanders van een
kerkelijke inrichting zooals die onder
de Hervormden bestaat.
Zij toch, die denken, dat het tot
de protestantsche vrijheid behoort om
allerlei godsdienstige richtingen met
de verkondigers van het ongeloof in
één en hetzellde „kerk"-verband te
vereenigen, en dat de „kerk" in dien
vorm het hechtste bolwerk is tegen
den wassenden stroom van bet socia
lisme, mogen en moeten vóór alles
op de bescherming van bun Genoot
schap bedacht zijn, en vrees hebben
voor allen, die als het er eens op
aan kwam dat Genootschap niet
zouden ontzien.
Er zijn echter in de Ned. Herv.
Kerk ook nog een beduidend aantal
aanhangers van de gereformeerde
belijdenis, die wel in het Genootschap
blijven, omdat zij hun oude kerke-
d k (osri si si ia a* t.
lijke omgeving niet wenschen ol niet
durven te verlaten, maar die overigens
om liet Genootschap als zoodanig
niet malen ja, die het zelfs scherp
veroordeelen, en die er ongemerkt
dat wil zeggen, met behoud van al
hun vroegere kerkgenooten, wel af
zouden willen zijn.
Yoor dezulken staat de zaak ge
heel anders. Ofschoon inconsequent
op kerkelijk gebied, kleven zij het
Calvinisme aan. Maar zij kunnen en
moeten dat dan ook toonen op staats
rechtelijk gebied, in navolging van
den grooten Groen van Prinsterer.
Hierbij rijst intusschen wel eena
practische moeielijkheid, dit moet
erkend worden.
Men kan namelijk van lieden, die
zelfs op het hoogste en heiligste
gebied, dat er op aarde bestaat, het
kerkelijke, de bonte vermenging niet
durven loslaten, om het alleen met
de eigen geestverwanten te wagen
men kan, zeggen wij, van zulke
lieden moeielijk verwachten, dat zij
in burgerlijke en staatszaken zoo
streng op de beginselen en derzelver
toepassing zullenletten, dat zij te
dezen opzichte alleen zouden willen
samenwerken met de overtuigde aan
hangers van de Calvinistische partij.
Het gevaar is, o zoo groot, dat
zij, nu ja wel voor zekere belangen
met de leden der vrije Gereformeerde
kerken zullen willen optrekken,
evenals zij dit bij gelegenheid met
de Lutherschen, de Darbisten of de
Katholieken doen maar dat zij zich
toch niet voor geregelde, georga
niseerde samenwerking willen ver
binden.
Herhaaldelijk is reeds b.j verkie
zingen voor de Staten-Generaal deze
„losheid" als wij het zoo noemen
mogen, in den arbeid gebleken. Al
werkten de gereformeerden uit de
Herv. Kerk niet de antirevolutionaire
partij stelselmatig tegenop menige
plaats verminderden zij toch hare
kracht door hun lijdelijke, twijfel
achtige houding.
Wat is daar r.u tegen te doen,
zoo. vraagt men terechtwant van
een betrekkelijk kleinen hoop verliest
men niet gaarne nog een deel
vooral niet noodeloos als geen be-
ginsoiverschil er toe dwingt.
De ecnige remedie, die hiertegen
baat, is dan ook, zouden wij zeggen,
de voortdurende, steeds helderder
toelichting van de practische eischen
van het Staatsrechtelijke Calvinistisch
beginsel.
Door dat beginsel steeds verder
uit te werken, niet alleen voor de
inrichting der school, maar voor alle
sociale verhoudingenvooral ook,
door aan de hand van Calvijn liet
licht der H. Schrift op de politieke
quaestiën te laten vallen moet men
de nu eenmaal gelukkig georgani
seerde partij zoeken bijeen te houden.
En dit i3 dan ook niet hinderlijk,
voor de Herv. belijders. Zij zweren
dan niet bij een persoonzoomin
bij Calvijn als bij den hoofdleider
van do kerkelijke beweging van 1886;
maar zij profiteeren mede van den
reflecteerenden dienst, door Calvijn
eenmaal beschikbaar gesteld, en door
onze natie historisch aanvaard. De
eigenlijke lichtbron blijft echter
Gods Woord.
Het zou roekeloos en onverant
woordelijk zijn, als de nog in het
Herv. Genootschap huizende gerefor
meerde belijders en voorts al dezul
ken, die bij Gods Woord wenschen
te leven (die het onfeilbaar gezag
der II Schrift erkennen) met het
oog op een Genootschapsband, dien
zij zeiven niet eens verdedigen, al
en nationale voordeeien prijs gaven,
die verbonden zijn aan de opbouwing
van een deugdelijk partijverband.
Verschillen kunnen er daarom
wel rijzen. Maar die zijn er tochook
bij kerkelijke gemeenschap. Dat ziet
men in den laatsten tijd wel uit de
de onderscheiden gevoelens van de
keeren Kuyper en .Lobman.
Leven deze heeren echter beide
even secuur en consequent uit het
Calvinistisch Staatsrechtelijk beginsel,
dan zijn hun verschillen maar van
tijdelijken aard en moeten zij weldra
weer bijgelegd worden,
Dat kan nu eenmaal niet anders.
De stengels, die uit hetzelfde
wortel verband komen, kunnen elkaar
niet vijandig zijn, ook al waaien zij
eens uit elkaar. Daarvoor moet cr
eerst af- en uitval plaats hebben.
En dit gaat ook door ten opzichte
van de gereformeerde belijders, de
christeljk-hisiorisch gezinden uit de
Heiv. Kerk.
Deze lieden moeten aan hun ker
kelijke gevoeligheden het zwijgen
opleggen, ten bate van onze Vader-
landsehe belangen niet alleen, maar
ook voor den bloei hunner levens-
gehietlamsclieclijk 8® hoeït Bramlstecg
Binnenrotte 50 en 2e Lombardstraat 45 Sctiioeflj&brick €M MaeliCvfoiilllicl. In alle onze magazijnen zijn de prijzen aanmerkelijk vermindert.
Verkoophuis.Binnenrotte 48. IIIlliaillllllISlllSlli^^^gESl^^MSSISIISiSa^Sl Alleen Maandags en Dinsdag-.
Woon* Biet gmMiek gc»£tcnd,die «lagen tot uitverkoop geregeld.
9
1 f
!VS
4
1
1
1
3
rijzen bij
melsdijk
odo roede.
jellevoetsluia.
sluia
uur (3)
iruia
ardingeu
postboot van
ellevoetaluis
werkdagen
ellevoetaluis
Rotterdam
Rottt
tjjd
>rm. 5 uur.
ra,
Vrijdag
5,uur.
2 uur.
3 uur.
25 April.
5, uur.
m. 9,30
8,15
3
23 Mei.
EL."
4,30 uur.
,30
.45|„
45
V naar
plaatsan
II/*
r
jd
na list
trok uit
tcrdam,
ü'a by
itairon
P. v. d.
weslm's
Vlaar-
mm m mim
8) Hoofdstuk Y.
„Ja, jongen, dat weet ik zuchtte zijne
moeder, die tranen in de oogen had.
„Nu heeft vader mij herhaalde malen
aangezet, dat ik mij de zaken walmeer
aan moest trekken."
„Maar ge zjt toch deu ganschen dag
op kantoor Willem en alt.jd bj het werk"
zei Lina, zich in het gesprek mengend.
„Dat is zoo, en daar zegt vader ook
niets van, maar het staat vader niet aan
dat ik over onze concurrent mij niet zoo
bekommer en geen neiging betoon aan
den strijd op leven of dood. Dat is
nu niets nieuws, maar geschiedt al een
paar jaar lang. Herhaalde malen heb ik
liet vader gesmeekt om er toch mee op
te houden, en het aan God over te la
ten ons te zegenen. Yader is daar steeds
boos om geworden en noemde mij aan
matigend en brutaal.
„Waarom hebt ge mij daar nimmer
over gesproken Willem. Ja, ik wist wel
dat gj door Gods genade een anderen
blik op de zaken gekregen had, maar
dat het tot botsing tusschen vader en U
gekomen was, wist ik niet."
„Zoo ik reeds gezegd heb, liet ik het
alleen omdat ik U geen meerder verdriet
wilde bezorgen, en daarbj, wat kon U
er aan doen
Maar om nu tot de zaak zelve te ko
men, zoo moet ik U tot ïnjn innig ver
driet zeggen, dat vader mj van het kan
toor gezonden lieefs, voorgoed!
„Wat!" riepen moeder en dochter te
gelijk met ontstelde aangezichten, „wat,
u weggezonden? Maar Willem, wat hebt
ge dan gedaan?"
„Ik zal het u zeggen," was het ant
woord van den jongeling, die er zeer be
drukt uitzag en zenuwachtig aan de punt
van het tatelkleed trok. „Van morgen
kwam een goede klant van ons op kan
toor. Hij liet m j een staaltje linnen zien
dat nog iets beter van kwaliteit was, dan
hetgeen wij hem geleverd hadden. Dat
staaltje was een monster, hem door Mo-
nas gezonden en was nog iets goedkoo-
per dan het onze. Hoe Monas het voor
dien prijs leveren kan begrijp ik niet.
Maar enfin, het is hem te doen om ons
in den grond te boren en als God het
niet verhoed, dan gaan we."
Zijne arme moeder kreeg een sidde
ring over de leden. Lina veegde hare
tranen. Hare moeder had geen tranen
zij verzette zich tegen hare aandoeningen
en werd ze meester.
„Nu is die klant een driftig man. „Wat,"
riep hij uit, „noemen jelui dat linnen
„volmaaktheidsliunen" 1 het linnen van
uw concurrent overtreft hot uwe in kwa-
litiet en is nog goedkooper bovendien.
Ik zou in uw plaats dat handelsmerk
„Volmaaktheid" maar spoedig achterwe
ge laten, want het is toch leugen 1" Den
man ongelijk geven kon pk niet, want ik
houd ook niet van die handelsmerken.
Neen, zeg u het maar zelf moeder, wie
kan nu volmaakte goederen leveren. Ik
gaf hem dan daarop geen antwoord, maar
wist licrn toch over te halen, om een
flinke partij tegen den ouden prijs te
koopon. Ik kou nog al aardig met den
man opschieten. Nu had vader m j hooren
spreken met -den man en vondt dat ik
vol had moeten houden, dat hot staaltje
van mindere kwaliteit was."
„En verder?" drong de huismoeder aan.
„Nu, om kort tc gaan, van middag be
merkte ik dat do knechts een soort lin
nen inpakten voor dien klant, dat wel
goed, maar toc'a iets minder was. Toen
ik er wat van zcide werd mj verleid,
dat vader bevolen had dit linnen le geven.
Natuur!jk per abuis, dacht ik en ging
er met vader over spreken. Maar wat
schrok ik toen. O moeder, ik dacht door
den grond te zinken, want vader had het
met opzet zoo gedaan en wilde van geene
verandering weten, omdat hij het andore
linnen niet meer tot den ouden prijs le
veren kan. Ik heb vader toen van liet
verkeerde van die daad zoeken te over
tuigen maar per slot van rekening werd
kj zoo toornig, dat hj mj het kantoor
ontzegde."
„Yreeseljk!" snikte Lina.
„Maar Willem," vroeg zjn moeder die
bleek van schrik was geworden, maar
zich toch bedaard hield, „hebt ge wel
alle bescheidenheid in acht genomen. Is
het uw ichuld niet, dat het zoo ver ge
komen is?"
Neen moeder, daar kuilt u zeker van
zjn. Ik heb gesproken, omdat ik meende
dat het tegen de geboden van God in
gaat, maar voor zooverre ik mj bewust
ben, vergat ik nimmer, tegen wien ik
sprak."
„Maar moeder," vroeg Lina. „U zult
het met vader toch wel in orde kunnen
maken
„Maak u daaromtrent geen i'llusiën,"
gaf AVillem met beslistheid tenantwoord.
„Vader, heeft mj in tegenwoordig der
knechts weggezonden en zal zijn woord
niet weder intrekken!"
Nadat het gesprek nog een poos in die
richting voortgezet was, kwam van Meer
den tehuis.
Zjn aangezicht stond donker en som
ber, meer nog jdan anders. Ofschoon zjne
huisgenooten gewoon waren dat de huis
vader weinig sprak en in de laatste jaren
zeldzaam zich ^uiseljk en gezellig ge
droeg, op dezen middag was hij norscher
dan ooit.
Yoor Willem had hj oor noch oog.
Zjn vrouw overtrof zichzelve. Zj liet
gedurende den naaaltjd niet merken, dat
zj iets van het gebeurde wiet.
Mina, die er geheel niets van gehoerd
had, sprak vrooijk en gewoonljk.
Toen de maaltijd afgeloopen en weg
geruimd en de theetafel klaargezet was,
bleven jde meisjes in de keuken om de
dienstbode behulpzaam te zjn dat was,
opdat ze „goed het huishouden leeren
zouden" zei moeder altjd.
Van Meerden bleef in de Courant zit
ten lezen. Willem keek ernstig voor zich.
Op eens stond hj op en naar zjn va
der gaande, sprak hj
„Yader, vindt u' goed dat ik weer naar
kantoor ga
„Ge zjt toch niet doof was het ant-
woordt van van Meerden, zonder dat hij
van liet nieuwsblad opzag, „ge weet, wat
ik u gezegd heb 1"
„Ja, daarin heeft u jgel jk vader, maar
het zou mijn leed doen, indien u blijft
denken, dat ik me onbehoorljk jegens
u gedraag. ^Geloof me vader, mjn hart
krimpt ineen als ik aan den gang der
zaken denk. Gaarne Jwil ik hard, zeer
hard -werken, dat weet u wel, maar ik
mag mjn geweten toch niet op den
mond slaan."
„Wat," stoof zjn vader op, wilt ge
mij soms zeggen dat ik dingen doe, die
tegen het geweten gaan. Ge moeit u
schamen. Als gij godsdienstig wilt heeten,
begin dan eerst met uwen vader te eeren."
Willem wist niet wat jte doen. Zjn in
zicht van eerlijkheid en recht, van koop
handel en zaken doen, verschilde zoo
veel van dat van zijnen vader, dat ver
dere bespreking hem Ap dit oogenblik
niet gewe; scht scheen.
„Luister eens vader," begon hij ten
laatste, „indien ik iets onbehoorljks ge
zegd heb, vergeef het me dan, want het
was mijne bedoeling niet." Hier zweeg
hij even als wachtte hj antwoord, maar
toen dit niet kwam vervolgde de jon
geling „Yindt u het dan weder goed
dat ik naar kantoor ga
Van Meerden had blijkbaar een zwaren,
inwendigen strijd. Trotschheid des harten
kampte hier met ouderliefde.
(Wordt vervolgd.)
Binnenrotte 48, 2e Loinlianïstraat 43.
Schoenmagazjn.En gros Export.
©ppert 14®.
Hoogstraat 30®.
SCHOENMAGAZIJN.
USaamstraat 54.
SCHOENMAGAZIJN.
SCHOENMAGAZIJN.
Amsterdam. Bantel StaBpertstraat ©G.
SCHOENMAGAZIJN.
Gouda Wijdstraat 1?3.
SCHOENMAGAZIJN.
EHemeet (iSc houwen").
SCHOENMAGAZIJN.