'NDER
unie en Trouw.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
sch veerhuis:
ERSCHOEflWERK.
sulaire Hypotheekbank
Rotterdam.
3-EBR. BOER,
Bericht
straat,
Schiedam.
•iek.
Driedubbel geweven.
schillende kwaliteiten.
'en enz.
raag.
}e Flakkeesche
en Handelsdrukkerij
Mooij Kz., Ouddorp,
ve Weikschoenen.
K. Let op No. 3.
TIEMAÜ
1ARN1S BIJ:
VINK.
ROTTERDAM.
F. M. MULDER.
ROTTERDAM.
VOOR DE
No. 26 ZATERDAG 23 MEI 1908 15E Jaargang
Kameroverzicht.
Uit het leven mijner oude
vriendin.
Buitenlandsch Overzicht.
L.
l'TÉ- en GRANIET DESSINS,
e kwaliteiten.
(ill.
te Middelharnis,
alle DRUKWERKEN tegen
matige prijzen.
/KAARTJES en BRIEVEN.
DSUIKERS los of klaar gemaakt
s tegen voordeelige prijzen,
ing van ADVERTENTIËN in
iranten, enz.
ing van alle voorkomende
DRUKWERKEN,
jvelend,
Boek- en Papierhandel.
vste modellen en kleuren
UINE en ZWARTE CHAGRIN
VINE en ZWARTE CHAGRIN
.EEREN DAMES MOLLIERES
OPLAARZEN f 3,—. KALFS-
TIEK BOTTINES f 3,25. Prima
ilESLAARZEN in alle modellen
t.
iLDER
Ik del.
1,08, 1,3
•7.
1,80 en
f
0,90 per
0,60
0,72
0,80
ben slechts
32,-
0,90
0,99
0,90
n
1,17 n
to a Contant.
m koers van 100 0 0 verkrijgbaar
en, te Oude Tonge bij den heer
°er J. P. de Wilde, te Dirksland
heer M. Breur, te Oud Beierland
Iaringvliet bij den heer E. II. de
irige jaarverslagen en circulaires
leeld, mogen zij voor eene solide
1.233.850.
1.272.250.
De Directie:
Mr. D. VAN DER VLIET.
1867.
- BILLIJKE PRIJZEN.
X3Za,a.rlerrj.m.erolie.
Electrische Steenhouwerij
109, Jonkert'ransstraat 111,
ILEFOON 194-6. TELEFOON 1946
ONZE ETLANDEfi
ZUID-HOLLANDSCHE EN ZEEUWSGHE EILANDEN.
Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen.
Prijs per kwartaalf 0,50
Afzonderlijke nummers- 0,05
Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk
Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis.
Prijs per advertentiën van 1—5 regels f 0,50
Iedere regel meer- 0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
De lezers van „Vooruitontvan
gen het blad geregeld, hetwelk hun
GRATIS zal worden toegezonden.
De Administratie van
ONZE EILANDEN.
Na vijf jaar wachtens is dan eindelijk
de motie Bos omtrent Staatsexploitatie der
Spoorwegen ingediend namens de vrijzinnig-
democratische Kamerclub bij de Kamer in
behandeling gekomen. Natuurlijk was het
woord alleerst aan den voorsteller, die op
heldere wijze in het licht stelde, hoe nood
zakelijk het is tot exploitatie vanwege den
Staat over te gaan.
Behandelde deze uitstekende spreker het
sociale en het economische gedeelte, profes
sor Treub behandelde in een scherp gear
gumenteerde rede de financieele kwestie.
Beiden wezen op de groote geldverspil
ling, die het gevolg is van dubbele ljjnen.
Daardoor immers is dubbel materieel, per
soneel enz. enz. noodig. Leidde de concur
rentie tusschen de twee bestaande maat
schappijen er nu nog toe, dat het publiek
er door werd gebaat, hetzij door sneller
vervoer hetzij door lage tarieven, dan was
er nog iets voor het stelsel te zeggen. Doch
dit is het geval niet. Waar de maatschap
pijen enkele faceliteiten als kilometerboekjes
en vacantiekaarten heeft toegestaan, ge
schiedde dit deels door de concurrentie van
het buitenland deels door de mededinging
van de waterwegen. Bovendien zijn er heele
streken, die aan één maatschappij zijn toe
bedeeld, waar het concurrentie-argument
der tegenstanders van Staatsexploitatie niet
kan worden aangevoerd. Twee maatschap
pijen is een dwaasheid, die zelfs vele tegen
standers van 't Staatsbedrijf inzien. Zij zou
den als de oud-liberale afgevaardigde Mr.
Plate de twee tot één willen samensmelten.
Het gaat echter niet aan, één zelfstan
dige groote maatschappij, die het mono
polie van vervoer zou hebben, zoo'n groote
macht te laten. Ja maar zeggen velen, de
Staatscontrole moet streng zijn. Maar als
de Staat loonen en arbeidstijden heeft te
regelen, tarieven vast te stellen en dienst
regelingen goed te keuren, waartoe dient
dan nog de particuliere maatschappij Is
het dan niet veel eenvoudiger, dat de Staat
zelf het zaakje in handen neemt? Voor
wie zorgt zoo'n maatschappij het eerst
Natuurlijk voor zijn aandeelhouders. Voor
die belangen komt ze het eerst op. Zoolang
die samengaan met de publieke belangen,
is er geen bezwaar. Doch bij botsing, gaan
natuurlijk de belangen der aandeelhouders
voor. Voor een monopolistisch bedrijf als
het spoorverkeer kan maar één exploitant
zijn: dat is de Staat.
FEUILLETON.
IV.
„Terstond, lieve moeder," hoorde ik hem
antwoorden.
„En kijk me nu eens flink aan," zeide
zij, terwijl ze zich tegenover mij in haar
leunstoel zette. „Wat ziet ge er lief uitin
't geheel niet, zooals mijn zoon u beschreven
heeft."
„Och," riep ik Iralf verlegen, „ik was toen
juist van een wandelrit teruggekomen; we
hadden om 't hardst gereden, en toen was
ik wat verhit."
„Dan ziet ge er nu zooveel te beter nit
Hoe lang denkt ge nog op 't kasteel te
blijven
Ik wist waarlijk niet, wat ik daaiop moest
antwoorden, „ik denkik weet het niet,"
stamelde ik.
Juist trad de jonge dominee binnen heden
keek hij mij geheel anders aan. Hij groette
beleefd, vroeg hoelang de familie Bende-
leben afwezig zou blijven, en verontschul
digde zich dat hij verhinderd was geweest,
zijn bezoek op 't kasteel te herhalen. Toen
Andere tegenstanders zeggen dat de Staat
niet zoo voordeelig en snel kan exploitee-
ren als een particulier. De ervaring weer
spreekt dat. In meerdere landen heeft men
de particuliere exploitatie laten varen we
gens de vele gebreken die haar aankleefden.
Dat heeft men in Italië niet het meest er
varen. Een ander nadeel der huidige exploi
tatie is de begunstiging van grootfabrikan
ten en groothandelaars door het toestaan
van verlaagde vrachten. Dat is hoogst on
billijk tegen kleinere concurrenten.
Wat staat bij de particuliere exploitatie
op den voorgrond? Het behalen van winst.
Uit de toegestane concessie tracht men voor
de gelukkige bezitters der spoorwegaandee-
len de meest mogelijke voordeelen te halen
en den Staat zooveel mogelijk voor het
risico te laten opdraaien. Daar deed professor
Treub een boekje van open. Bij de met den
Staat gesloten overeenkomst zijn de maat
schappijen geheel vrij gelaten in het opmaken
van haar balans en de winst- en verlies
rekening. Zü zjjn vrij in het sluiten en aflos
sen van leeningen. Zij kunnen zelve het
bedrag bepalen, die voor reserve en vernieu
wing wordt gestort. Zü kunnen financieel
deelnemen in nevenbedryven. Diezelfde
maatschappü'en kunnen alle nieuwe werken
voor hun volle waarde op de balans laten
staan? Waarom ze dat doen? De Staat heeft
de bevoegdheid het bedrijf te naasten, als
gedurende twee jaar niet een zeker procent
aan de aandeelhouders uitgekeerd is kunnen
worden. Heeft die naasting plaats, dan heeft
de Staat een balanswaarde te betalen, die
veel hoogeris dan de werkelyke waarde.Elk
jaar dat we de naasting uitstellen, kost ons
millioenen, zoo heeft Prof. Treub reeds
vroeger waarschuwend gezegd. Prof. Treub
wees nog op een ander nadeel.
Wanneer er belangrijke werken voor het
verkeer bij groote steden gemaakt moeten
worden, dan zijn de maatschappijen er niet
roor te vinden om daaraan geld te besteden.
Zoolang mogelijk zooals te Haarlem worden
zulke werken tegengehouden. Bewijs genoeg
dat algemeen belang en aandeelhoudersbe-
lang met elkaar in strijd komen, waarbij
het eerste natuurlijk het loodje legt.
By staatsexploitatie zullen voorts streken
die thans door de maatschappyen al heel
stiefmoederlyk bedeeld zyn, van verkeers
wegen kunnen worden voorzien. Ja, zegt
een ander tegenstander, alles goed en wel,
doch staatsexploitatie zal er toe leiden, dat
de Tweede Kamer te veel invloed krijgt
op het bedrijf en de regeering omgekeerd
van het bedryf te veel zal afhangen. Wie
zoo redeneert, vergeet het jaar 1903. Toen
moesten de maatschappyen byna geheel
onder staatszorg worden gesteld om ten
minste eenige orde te scheppen. En hebben
die maatschappyen thans niet een grooten
invloed op beslissingen der wetgevende
macht.
Dat is nog veel ongewenschter.
Alle andere bezwaren werden door de
beide sprekers volkomen wederlegd. Om te
voorkomen dat men zou kunnen zeggen
verwijderde hy zich, en zag ik hem ons
huis weêr binnengaan. Zyne moeder keek
hem met stralende oogen na.
„Hoe net is 'thier geworden," zeide ik,
het zindelijk, gezellig kamertje rondziende.
„Bij ons is 't zoo vervallen
„O, hier zag 't er nog erger uit," ant
woordde de oude vrouw. „Maar, uitwendig
hebben de metselaars en timmerlieden het
opgeknapt, en van binnen heb ik myn best
gedaan gy' weet niet, myn kind, wat won
deren een paar door zin voor orde en net
heid bestuurde vrouwenhanden kunnen
verrichten. Heldere gordijnen voor de ramen,
eenige bloempotten, enkele schilderijtjes
aan den wand en een zindelyke vloer, dan
is de kamer netjes."
„Dat is zoo," zei ik, „maar Katrien heeft
daar geen begrip van."
„Neen, Katrien heeft daartoe te weinig
opvoeding genoten. Voor zulke zaken be
hoort de vrouw, of de dochter des huizes
te zorgen. Huis en kleeding moeten het
beeld der vrouw weerspiegelen. Maar, ik
zou vergeten, u iets te presenteeren." En
zy wilde naar een kast gaan ik stond echter
op, en verontschuldigde my, omdat vrouwe
v. Bendeleben mij met het toezicht op haar
huishouden belast had.
't Spyt mü zeer, dat ge uw bezoek zoo
kort maakt!" zeide zy op hartely ken toon.
„Ge moet echter eens 'n avondje met uw
dat aan de motie-Bos een politiek kantje
is, toonde prof. Treub aan door er op te
wijzen dat ook de antirevolutionairen by
monde van den heer Malefyt en vooral
dr. Kuyper zich vroeger voor staatsexploi
tatie heeft uitgesproken. Het is uitsluitend
het algemeen belang wat de voorstellers
tot indiening hunner motie bracht.
Na deze redevoeringen ging de Kamer er
toe over eenige honderdduizenden guldens
in de zakken van eenige grootkapitalisten
te werpen.
Een nieuw postcontract met de maat
schappij Nederland en de Rotterdamsche
Lloyd bepaald dat voor 't brievenvervoer
naar Indie voortaan aan beide maatschap
pyen f 5600 en f 6000 per'reis zal worden
betaald. Twee bloeiende maatschappyen,
die hooge winsten uitkeeren, krygen met
34 tegen 30 stemmen dit kostelijk geschenk.
Voor natuurlyk de heele rechterzijde en een
paar liberalen, die hun democratie zeker
hadden thuisgelaten. De heer Van Kol
noemde deze subsidie een stuk protectio
nisme.
De N. R. Ct. zegt daarvan:
„Wat is hiertegenover aangevoerd?
Eigenlyk alleen dit, dat buitenlandsche
maatschappyen nog in veel sterker mate
beschermd worden dan de Nederlandsche.
Maar bestond er, zoolang, blykens hooge
tantièmes en dividenden, niet onze mede
dingende landgenooten daarvan de dupe
worden, aanleiding met millionairs-geba-
ren in den zak te tasten ten bate van
bloeiende stoomvaartmaatschappyen Ons
dunkt van neen."
Wy zyn het met de conclusie volkomen
eens!
De lezer, die mocht meenen, dat uit het
stilzwygen over Rusland in een overzicht,
mag afgeleid worden, dat het in het Czaren-
rijk beter toegaat en orde en rust zijn weer
gekeerd, zou zich zeer vergissen. De toe
stand is er even treurig als ze ooit was.
Men zie de volgende droevige cyfers maar
eens. In 'tgouvernement Kief werden in
de eerste 3 maanden van dit jaar 1 op elke
41000 inwoners ter dood gebracht, in Odessa
1 op de 52000 enz. Zoo is het in alle gou
vernementen. Van 1 Jan. 1908 af zyn ge
middeld eiken dag 8 menschen ter dood ge
bracht door de bende der reactie! De sta
tistiek over het gevangeniswezen is al even
treurig. Op 1 Maart waren in de Russische
gevangenissen 161830 menschen opgesloten,
terwyl er slechts plaats is voor ruim 100000
menschen. In enkele gevangenissen is de
verhouding van het aantal gevangenen tot
de aanwezige ruimte buitensporig hoog.
In Kief waar plaats is voor 690 gevangenen
waren er 2207 opgeborgen, in Odessa met
ruimte voor 840 menschen worden er 1610
geplaatst. De gevangenen moeten zelfs op
den grond, onder de britten, ja zelfs in de
gangen slapen, in Odessa zelfs zittende.
breiwerk komen, dan halen we uw vader,
en babbelen gezellig met elkaar zult ge
't doen
Hoewel ik er niet den minsten lust voor
gevoelde, zei ik natuurlyk „ja", en ging,
omdat de dominee bij vader was, niet nog
even naar huis, doch regelrecht naar het
kasteel.
Door mijne vele belangrijke werkzaam
heden als „huishoudster" (die zich echter
tot lezen, pianospelen en zingen bepaalden
kon ik er eerst na tien dagen toe besluiten,
myn gewonen wandelrit te maken en be
sloot, op den terugweg ook myn vader weer
te gaan bezoeken. Evenals altijd was hij,
hoe verdiept in zyn studie, zeer verheugd
toen hy my zag.
„Dag, kind," zeide hy, „kom je eindelyk
weer eens kyken, hoe je oude vader 't
maakt Maar wat is er straks voorge
vallen Katrien sloeg weêr met de deuren,
dat het huis ervan dreunde
„Och pa, ze is boos dat ik weer te paard
in 't dorp ben gekomen, en wilde evenmin
als mijnheer de dominee, die spottend
zei, dat hy bang is voor damespaarden,—
myn Suleika vasthouden, zoodat ik eerst
naar het kasteel terug moest, om een jockey
te halen."
Zonder daarop te antwoorden, wees myn
vader my een plaats op de Bofa aan, en zei:
„Ik heb je wat meê te deelen. Gretha.
Het gevolg van die misstanden is natuurlyk
ziekte en nog eens ziekte. Zoo heerschter
b. v. in 65 gevangenissen epidemie. De hos
pitalen en ziekenhuizen zyn propvol zoodat
voor de zieke gevangenen geen plaats is,
waardoor deze verplicht zyn tusschen de
gezonden in de cellen te verblyven. Als
men daar nu eens tegenoverstelt, wat aan
gouverneurswoningen wordt besteed b.v.
voor den gouverneur van Moskou 36 dui
zend roebel, voor licht en verwarming
30000 roebel, stalling 11000 roebel, schoon
maken 1500 roebel dan vraagt men zich af,
hoe in het rijk van vadertje Czaar zulke
schreewende onrechtvaardigheden nog zoo
kalm worden gedragen.
Het schynt dat Stolypin die het zoo lang
zamerhand aardig met de Doema weet te
klaren, nu met de Ryksraad opgespannen
voet zal komen. In dat lichaam hebben de
ultra-reactionairen verre de meerderheid.
Die meerderheid is tegen een troetelkindje
van Stolypin n.l. tegen de aanleg van een
spoorweg door het Amoergebied. Het zou
best kunnen zijn dat juist deze bespotting
van een volksvertegenwoordiging een kink
in de kabel zal geven en het kabinet zal
doen struikelen. Wonderlyk toch dat juist
die Rijksraad, die bedoeld is als rem tegen
de vooruitgang, nu 't eerst de regeering van
„vadertje" de voet dwars zal zetten.
Van het kiesstelsel, dat nog in Pruisen
geldt, heeft Bismarck eens gezegd, dat het
het ellendigste van alle kiessysteemen is.
Toch heeft het zich spyt alle oppositie er
tegen niet alleen weten te handhaven doch
den eersten tijd is er geen kyk op, dat er
verandering in zal komen. Het is voor het
Pruisische Conservatisme immers veel te
voordeelig. Het ligt de macht iD handen
van het welgestelde deel der burgerij en
maakt dat de democratische partyen daar
onder in de eerste plaats de sociaaldemo
cratische niets te zeggen hebben in de volks
vertegenwoordiging nl. den Pruisischen
Landdag. Wel hebben de democratische
partyen dit jaar een krachtige actie voor
kiesrechtverandering op touw gezet, doch
van Bülow heeft kortweg elke verandering
geweigerd.
Even erg is de toestand in Saksen. Daar
bestond tot in 1896, een census kiesrecht,
dat aan ieder man boven 25 jaar, die f 1,80
belasting betaalde, stemrecht gaf. Dank zy
dit kiesrecht wisten in 1895 de sociaal de
mocraten 14 zetels in den Saksischen Land
dag te veroveren. Toen ging de conserva
tieve meerderheid tot een onverdedigbare
daad over. Zij besloot het kiesrecht danig
in te krimpen. In een kiesontwerp werd
bepaald er een 3 klassenstelsel zou worden
ingevoerd met indirecte verkiezingen. De
belastinggrens werd zoo hoog opgevoerd,
dat geen arbeider het kiesrecht kon ver-
krygen.
Dat wreekte zich by de Ryksdagverkiezin-
gen in 1903. Toen veroverden de sociaal
democraten byna alle Saksische mandaten
voor die vertegenwoordiging. Dat leidde
weer tot nieuwe kiesrechtvoorstellen in
Je kunt zeker nog wel eenigen tyd op het
kasteel blijven
„Ja vadertje, ik denk het wel."
„Mocht dat echter n iet zoo zyn,dan heeft
mevrouw Renner hierover, my aangeboden,
je tot zich te nemen."
„Maar waarom zou dat noodig zyn?"
„Ik wil gaan reizen, myn kind, om de
musea der groote steden te bezoekenik
zal geruimen tyd afwezig bly'ven, en zou
je natuurlijk onder vertrouwd toezicht wil
len weten."
„U kunt gerust op reis gaan, vader," ver
zekerde ik, „het spreekt immers van zelve,
dat ik op Bendeleben blijfik weet niet,
hoe u op de gedachte komt, dat ik daar
weg zou moeten."
,,'tZou toch kunnen gebeuren dat Hannah
te Weenen bleef, of dat de geheele familie
voor langen tijd op reis gaat, in elk geval
vindt ge hierover een vriendschappelyk
tehuis."
„Nooit zal ik daar gebruik van maken;
liever blijf ik dan alleen met Katrien riep
ik, en de tranen kwamen my in de oogen
„De jonge dominee mag my nietlyden,en
ook zyne moeder slaat de handen ineen,
omdat ik paard ryd. Is het dan een zonde,
te paard te zitten Katrien zegt, dat ze zich
om my schaamt! Doe ik dan kwaad?"
„Schrei niet, myn kind," troostte myn
vader. „Katrien bedoelt alleen, dat het je
1907, uit dit ontwerp blykt louter de drang
om de democratie te nekken en haar stem
in het Saksische parlement te smoren.
Volgens dit reactionaire wetje krijgt ieder
25 jarige, die twee jaar in Saksen heeft ge-
gewoond en zyn belasting heeft betaald,
één stem. Een tweede stem krijgen le) die
onroerende goederen bezit ter waarde van
minstens f 4800 2e) die 50 jaar is geworden
3e) die zelfstandig patroon is en 2 knechts
heeft 4e) die minstens f 1080 verdient. Wie
minstens f 2200 mark belasting betaalt,
krijgt er een derde stem bij Men behoeft
niet te vragen wat het doel van dit prullig
geknutsel is. Daarby vergeleken is van
Houten's wet nog een meesterstukje.
Uit Rome komt een bericht, dat opnieuw
getuigt hoe onverzoenlyk de Paus gestemd
blyft tegenover de Fransche scheidingswet.
De Fransche regeering had vereenigingen
willen oprichten, welke ten doel hadden
aan de onbillykheid, die de scheidingswet
in sommige opzichten in het leven had
geroepen, tegemoet te komen. De ouder-
domspensioenkassen der geestelykheid, te
zamen ongeveer 20 millioen bedragende
en door de Scheidingswet aan den Staat
gekomen, zouden daardoor teruggegeven
worden aan de geestelijkheid. De legaten
voor missen enz. zouden eveneens aan de
hulpvereenigingen komen en deze zouden
dan voor de nakoming der legaatvoor-
waarden kunnen zorgen.
Deze legaten hebben een gezamenlyke waarde
van 20 tot 30 millioen francs. De paus heeft
thans aan de Fransche kardinalen een schrij
ven gericht, waarbij hy de oprichting dezer
vereenigingen, beslist afwyst. De Fransche
regeering zal dit bericht zeker leed doen.
De besliste onverzoenlykheid van hetvati-
caan bewijst, dat men in Frankrijk van
Rome niet de minste tegemoetkoming heeft
te verwachten.
In Marokko, het wespennest voor de groote
mogendheden betwist nog steeds de preten
dent Monley Hafid aan den Sultan Abdul-
Azes den troon. Mag men de laatste berich
ten gelooven, dan staan de kansen van Mon
ley gunstig. Het leger van Abdel zou zoo
nauw ingesloten zijn door vyandige stam
men, dat het niet voor of achteruit kan en
zelfs reeds onderhandelt om zich hy Mon
ley aan te sluiten. De laatste heeft door
Europa gezanten gestuurd om de mogend
heden gunstig voor hem te stemmen. Licht
te begrypen, dat die heeren overal met de
noodige voorzigtigheid worden ontvangen,
want in Marokko liggen voetangels en klem-
men. Of het Monley inderdaad zal gelukken
zich van de heerschappy meester te maken,
waar Abdul de bescherming van Frankryk
geniet, zal wel grootendeels er van afhan
gen of hij gansch Marokko weet op te zwee-
pen tegen de vreemdelingen. Frankryk heeft
intusschen nog weinig plezier van het
Marokkaansche avontuur.
niet past, omdat je geen voorname dame
zyt. Zy meent het tóch goed Kom, lach
nu weerik zou je zoo gaarne vroolyk van
my zien gaan. Ik denk overmorgen te ver
trekken. Kom dus morgen nog eens by my.
Als zoo'n oude man op reis gaat, weet men
niet, of men hem wel ooit wederziet. Kom,
schrei nu niet, myn lieveik breng je ook
iets zeer fraais mee
Zóó had mijn vader nog nooit tot my
gesproken. Een onuitsprekelijk weemoedig
gevoel maakte zich van my meester. Zou
't het afscheid zyn, dat hem zoo weekmoedig
maakte Hy hield nog steeds zyn arm om
mü heen geslagen, terwijl ik smeekte„Ach,
ga niet heen, blijf hier; ik wil immers
gaarne bü u komen, en 'tu zoo behaagly'k
mogely'k maken."
„Neen kind, als ik weêrkom, zult ge bü
mü blüven. Ik moet reizen, om müne
wetenschappelüke werken te voltooien. Leef
gü intusschen voort op het kasteel en wees
vroolük, zooals het je leeftyd toekomt. Kom
morgenmiddag nog eens hier, thans heb ik
nog veel te schrijven. Wilt ge
Hü sloot mü opnieuw in zijne armen, en
ik ging. Toen ik op de trap was, volgde hü
mü- „Ik moet je toch óók eens te paard
jsien, Gretha," lachte hy'.
„Gü goede, lieve vaderriep ik, en
alle Katriens ter wereld trotseerend,
sprong ik stralend van geluk op mün
i