I
iLSDIJK.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD,
ZUID-HDLLANDSCHI EN Z1EUWSCHH EILANDEN
i
nkeii -
'apierhandel
MKEN
léfoon".
HOLLARDSGH
OUWCREDIET.
Hulp- of
schotbank
ade Goederen, enz.
iureau
•DELHARNIS
i ontvangen zeer fijne
l, Portret-, Ansicht-,
es, Inktstellen, Inkt-
>eidrukkers, Zelf-
ippen, Akten-
elen.
VOORHANDEN
rijf-, Kantoor- en Co-
Copieëerpersen en
iermachines. Kwi-
n-, Huur- enNotulen-
iekeningpapier enz.
inktsoorten.
S dan een
•REN.
MG te verkrijgen.
ET LAGE PRIJZEN.
r Schenk,
ent der PATHÉFOON.
in de bizonder groote
MBOEKEN.
thuis bezorgd.
ii keil -
NTOOR ALKMAAR.
II. Teletoon 73.
CNTSCHAPPEN
ENKHUIZEN,
Westerstraat 6.
's-GRAYENHAGE,
Molenstraat 45.
ROTTERDAM,
Leuvehaven 107.
16.
>urg
•aat.
)rie Millioen Gulden
:st en volgestort f 2.000.000.—
E DEPOSIT.
ïito rente 3l/z °/o.
t 30 September 1914.
dieten f 7.258.495.88
- 1.075.809.07
- 292.073.42
jorzitter Do Directio
irissen J. F. MOENS.
NAVILLE. Mr. M. MOENS
;nt voor Middelharnis en
i DER KOOGH
IIDDELHASOIO.
r het Departement Middel-
Isdijk der Maatsch. tot Nut
n, verleent onder borgtocht
van f 25 tot f 500.
moeten geschieden bij den
tningmeester
KADE, MIDDELHARNIS.
ale Levertraan,
Haematogen, Soma-
(cel Cacao enz. enz.
arnis en Omstreken ver-
LHOUWER,
fcstdljk Middelharnis.
ONZE EILANDEN
VOOR DB
Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen.
Prijs per kwartaalf 0,50
Afzonderlijke nummers- 0,05
No. 5
Zaterdag 19 December 1914 22E Jaargang
Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk
Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis.
Prijs per advjrtentiën van 15 regels f 0,50
Iedere regel meer- 0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Wegens de Kerstdagen zal ONZE
EILANDEN de volgende week NIET
verschijnen.
Militairen van ons eiland kannen
indien zjj bun adres opgeven, GRATIS
„VOORUIT!" en ONZE EILANDEN
ontvangen.
Men gelieve zich op te geven aan de
administratie te Middelharnis.
Socialistisch Imperialisme.
Het sociaaldemocratische Rjjksdaglid
Heinrich Peus uit Dessau schrijft in een
aitikel het volgende:
„In het geval van een Duitsche zegepraal
zou ik wenscheD, dat door stichting van
een onder Oostenry ka's souvereiniteit staand
nieuw Polenrijk en eenige opschuiving van
onze Oost-Pruisische grens, onze veiligheid
tegen den Russischen kolos voor de toekomst
verhoogd werd. Een volkomen souverein
Polen zou onmogelijk zijn... Het zelfstan
dige klein bedrijf is ook in politiek opzicht
niet meer mogelijk. Een dergelijke ontwik
keling zou ik in het Westen met Luxem
burg, Belgiö en Holland wenschen. Ook deze
kleinbedrijven zijn anomaliön (ongewenschte
afwijkingen)De nationale staat wordt
voor de komende wereld een te kleine een
heid. Wij hebben den cultuur-staat, het
cultuur-imperium noodigIk stel voorop,
dat de Belgen, Luxemburgers en Hollanders
slechts in militair opzicht metDuitschland
verbonden zouden zijn. De ekonomische
en sociale band zou van zelf groeien. Na
tuurlijk zou slechts een vrijheidlievende
politiek dezen midden-Europeeschen cultuur-
bond bijeen kunnen houden. (Een vrijheid
lievende politiek op militairen grondslag!
Hoe verzint men den onzin Red. O. E.)
Ook met Oostenry k-Hongarye moet ons
voortaan een nauwere band verbinden;
minstens een militaire overeenkomst
Zwitserland moet eveneens uitgenoodigd
worden, zich bij den midden-Europeeschen
cultuurbond aan te sluiten. Indien dat ge
schiedde, zou aan Frankrijk nauwelijks iets
overblijven, dan ook mee te doen Enge-
land's zeemacht kan niet verboden worden,
maar aan de ontwikkeling der zeemijnen,
torpedobooten en onderzeebooten ten gronde
gaan... De groot-iDdustrieel en de groot
handelaar, steunend op wetenschap en tech
niek worden de meesters der komende
wereldIn elk geval moet de politiek der
toekomst er op gericht worden, datgene ook
na den oorlog door de diplomatie te berei
ken, wat ik liefst thans door het zwaard be
recht zou zienstichting van een midden-
Europeeschen kultuurbond tegen Rusland
en ten minste voorloopig ook tegen Enge
land, liefst met inbegrip van Frankrijk."
Imperialistischer kan het wel niet. Voor de
chauvinistische stemming onder de Duitsche
sociaaldemocraten is dit artikel teekenend.
Buitenlandsch Overzicht.
Het belangrijkste feit van deze week is
de beschieting van Hartlepool en Scarbo
rough op de Engelsche kust door een Duitsch
Waarschijnlijk is dit de eerste maal sedert
onze De Ruyter de Theems opvoer en onder
de bevolkiDg van Engeland'a hoofdstad een
paniek teweeg bracht.
Zoo erg is het ditmaal, naar de berichten
te oordeelen, Diet geweest. Maar welk En-
gelsch kustbewoner zal in het vervolg nog
rustig slapen?
Dit aantasten van den Engelschen luipaard
(of althans van diens onderdanen) in zijn
bol is een zoo moedige daad, dat zij te allen
tijde roemvol vermeld zal blijven in het nog
schaars beschreven geschiedboek der jonge
Duitsche marine, dat reeds (men denke aan
de Emden) zulke eervolle bladzijden bevat.
Mag een bericht uit Middlesborough, by
Hartlepool, als juist worden aangenomen,
dan zouden twee van de drie kruiser, die
deze tocht ondernamen, gezonken zyn.
Hartlepool schjjnt een versterkte stad te
zijn (althans in een der berichten wordt
van een fort aldaar gesproken). Van Scar
borough is ons in dit opzicht niets bekend.
Zyn dit en het kleine stadje Whitby, dat
öók beschoten werd, open steden, dan is deze
aanval wellicht te beschouwen als een ant
woord van de Duitsche marine op het bom
bardeeren van Freiburg im Breisgau door
Engelsche vliegeniers. Want Freiburg is even
eens een open stad, en onmiddellijk na dat
bombardement is daartegen van Duitsche
zijde, op dien grond, en omdat die stad niet
aan het gevechtsfront lag, geprotesteerd.
Wat het Westelijk front betreft, van ver
schillende punten aldaar is in de laatste
dagen eenige actie te vermelden.
De Yser komt daarbij de eerepalmder
roerigheid toe. Zondag kwam bet bericht,
dat een groot gedeelte van den Westelijken
oever, waar de Duitschers nog stellingen
hadden, door hen ontruimd en door de Bond-
genooten bezet was.
Hevige aanvallen van de Duitschers ten
N.W. en ten Z.O. van Yperen werden met
groote verliezen afgeslagen.
Den 15en nemen de Bondgenooten zelf het
offensief en trachten op de lijn Wytschaete
Hollebeke (dus Z. en Z.O. van Yperen) vor
deringen te maken. Als een memorabel feit
wordt daarbij genoemd een aanval der En
gelschen op een bosch by Wytschaete, en
het gelukken van hun stormaanval. In de
berichten der Bondgenooten worden deze
wapenfeiten voorgesteld, als goede vorde
ringen ten gevolge hebbend. De Duitsche
berichten echter zeggen zij mislukten alle.
Deze beweging ten Z. en Z.O. van Yperen
schijnt door de Duitschers beantwooid to
zyn met een stormaanval uit het Noorden
op Yperen, die hun op zware verliezen te
staan kwam. Dit wyst er op, dat de aanval
der Bondgenooten by Wytschaete Holle
beke toch niet zoo heel onschuldig werden
geacht. Hoe dit zij, de bestorming van
Yperen, die drie dagen aanhield, mislukte
volgens de Fransche berichten geheel, kost
te den Duitschers 24000 man, en eindigde
ten slotte nog met het verlies hunner eigen.
Noordwaarts van Yperen gelegen, stellin
gen „waardoor de weg naar Rousselaere
nu vry is", voegt een Engelsche bericht
gever er by. Dat is echter al meer gezegd,
en wy zullen nu maar liever afwachten tot
de Bondgenooten te Rousselaere van het
hoofdkwartier van den Duitschen rechter
vleugel bezit hebben genomen,
Inmiddels was ook van uit Nieuwpoort
een actie op touw gezet, en wel in samen
werking met het Engelsch smaldeel, dat
voor de kust lag. Van Nieuwpoort uit vielen
de Belgisch-Fransche troepen het duinüorp
Lorabaertzyde, vlak ten N. van Nieuwpoort
aan, terwijl een andere afdeeling St. Georges,
het eerste dorp aan den Yser (van Nieuw
poort af gerekend) met succes bestookte.
De beschieting door de vloot strekte zich
nog een uur ten N. van Lombaertzydeuit,
nl. tot het dorp Westende.
Volgens het Fransche bericht zijn de te-
gen-aanvallen der Duitschers tegen de op
rukkende troepen der Bondgenooten afge
slagen. Volgens het Duitsche bericht haalde
de geheele onderneming niets uit, werden
zelfs 450 FraDSChen gevangen genomen, en
had het vuur der Engelsche vloot geen
effect.
Bij Alrecht artilleriegevechten, en vorde
ringen der Bondgenooten tusschen Armen
tières en La Bassée, welke beide plaatsen
dus, ondanks anders luidende Londensche
en Fransche berichten nog niet in hunne
macht zyn. Bij Albert in hetSomme-dal en
by Roye (ten N. van de ombuiging van het
front in N. richtiDg) druk artillerievuur van
beide zijden, en hetzelfde menu bij Soisson
aan de Aisne.
In Argonne voortzetting van den einde-
loozen stryd om het bosch van La Grurie.
Men vordert alle dagen, maar wij, arme
waarnemers, bemerken er niets van. Maar
volgens een Franscb bericht is men nu be
zig, aan die vorderingen een vasten on
dergrond te geven. Misschien is die vooruit
gang dan toch iets meer dan een zeepbel,
want deze spat uiteen als hy een vasten
ondergrond verkrijgt. Laten wij intusschen
afwachten, wat er gebeurt als die onder
grond er is.
Op de Maasoever worden door het Fran
sche geschut twee Duitsche batterijen ver
nield, die echter, volgens een Duitsch tegen
bericht, zich na die vernieling in uitsteken
den toestand bevonden. Een aanval der
Franschen van uit Omes, ten N.O. van Ver
dun, het zwakke punt in de Fransche stel
lingen rondom die vesting, omdat het er
het dichst by gelegen is, mislukte volgens
daar dichter tegen Verdun opdringen dan
door de verdedigers van die vesting kan
worden toegelaten,
Ten Z. van St. Mihiel beschoten de Duit
schers op verren afstand de Fransche Maas
vesting Commercey. Daarentegen hebben de
Franschen van uit Apremont een nieuwen
aanval tegen St. Mihiel beproefd, die echter
afgeslagen werd.
In de Vogezen deden daarentegen de
Duitschers herhaalde maar vruchtelooze
aanvallen op het door de Franschen bezette
In den Zuidelijken Elzas verloren deFran-
s6hen het plaatsje Steinbach dat zy na een
dagen langen strijd hadden veroverd. De
humor in het Fransche bericht, dat dit ver
lies vermeld, zal den lezer ontgaan zyn
de vfiand kreeg vasten voet in Steinbach,
maar hy is er niet uit kunnen komen. Toch
is dit laatste iets meer dan de lach van den
boer die kiespijn heeft. Want de Franschen
verloren Steinbach wel, maar zy bleven nog
in het bezit van een heuvel, vanwaar hun
geschut die plaats beheerschte. Maar een
Duitsch bericht meldt nu, dat zy na een
bestorming van dit punt door de Duitschers,
dit óók hebben moeten opgeven.
Haagsche Brieven.
ccxcv.
Evenals in tal van andere plaatsen zyn we
deze week in den Haag aan het vergaderen
geweest voor den vrede. De lezer make zich
niet al te blij, dat dit een voorteeken
is voor een spoedige vrede. Een Engelsch
liedje zegt: It is a long way toTipperary.
Mendels maakte er onlangs in de Kamer een
variant opTusschen een wetsontwerp en
het Staatsblad ligt een lange weg, zoo kan
men veilig aannemen, dat tusschen een
meeting van den Antioorlogsraad en den
Europeeschen vrede, ook een heel lange
route ligt. In de groote zaal vaD den Die
rentuin waren Dinsdag 2000 bezoekers op
gekomen om naar de uiteenzetting van bet
doel van den Anti-Oorlogsraad te luisteren.
Vogels van diverse pluimage als sprekers.
Mr. Dresselhuys, de deftige secretaris-gene
raal van Justitie als uitnemend voorzitter,
de geleerde professor Simons endeMaixis-
tisch S. D. A. P.sche wethouder van Amster
dam, de heer Wibaut. De laatste betoogde
o.a. dat ook in deze kapitalistische maat
schappij de wereldvrede geen onbereikbaar
ideaal behoefde te zyn. Zyn partijgenoot
Koomans was het niet met hem eens en
verweet den heer Wibaut, dat hy niet in
zoo'n Anti-Oorlogsraad hoorde, 't Werd ech
ter pas mooi, toen de Visser optrad. De lezer
kent dezen heer niet. Wellicht zou hij mee-
nen, dat wy den goedigen afgevaardigde
van Katwyk, dr. de Visser bedoelen. Hij
zou bet mis hebben.
Van den gemoedelijken christelijk histori-
schen leider verschilt de heer de Visser, dien
wy bedoelen, evenwel als een lieftallige
vrouw van een nijdige Engelsche suffragette.
De Visser, die in den Dierentuin debatteerde,
is een debatmaniatie. Het meest gebeten is
bij op Troelstra, spreekt deze, dan is de Vis
ser op het appel, al zou hy er zyn leven voor
moeten geveD. Vergezeld van een escorte
S. D. P.-ers bereikt hy steeds, dat er in een
vergadering herrie komt, krijgt hy een half
uur debat, dan moet hy minstens een uur
hebben. Meneer houdt dan een betoog, on
geveer in dezen trant (nl. tot professor
Simons)„Jij, geleerde bol, weet jy geen weg
om tot den wereldvrede te komen Dan
zal ik het je zeggen. Ik weet het wel, al ben
ik geen geleerde bol. Laat geen enkel parle
ment de oorlogscredieten goedkeuren. Zorg
dat enkel S. D. P.-ers gekozen worden en er
komt geen oorlog meer."
Stampend, klappend en brullend applaus
van de S. D. P. sche lyfwacht. Is de tijd
van meneer de Visser om, dat weigert hij
regelmatig op te houden.
Zoo ook in den Dierentuin. Maar ach, een
snoode politieman trok hem bij de beenen
van het podium. Gevolg, een kloppartij in de
meeting van den Anti-Oorlogsraad. Vredes-
vrienden, die gaan bakkeleien op een Vredes-
betooging. Verwijdering uit de zaal van de
Visseriaansche garde. It is a long way van
den Dierentuin naar den vrede.
Bewy'st het gebeurde echter niet, dat wij
met de openbare vergaderingen hoog noodig
B*/iU6oii xo, ixjioiun-xo .vigoijo een anderen weg moeten inslaaan? Vry
een Duitsch bericht. De onderneming mis- debat. Het uitzicht op het hanengevecht,
lukt of niet, toont aan, dat de Duitschers dat deze woorden het publiek annonceeren,
is de attractie voor een vergadering. Velen
komen zelfs pas naar de bijeenkomst, tegeD
den tijd, dat zy vermoeden, dat het debat
zal beginnen. De meest ongeoefende debater,
de eerste, de beste herriemaker mag het
woord nemen. Is de spreker niet zeer slag
vaardig of is by niet aan het rumoer eener
volksvergadering gewoon, dan is er alle
kans, dat zyn goed bestudeerd betoog ver
loren gaat voor de hoorders door het gebrul
van een gelegeDheidsdebater. Debat is uit
muntend, als een weionderlegd tegenstander
zakelijk den inleider bestrijdt. Doch de in
druk, die de meetings in de stad vaak maken,
is waarlijk geen verheffende en een vereeni-
ging als de Anti Oorlogsraad deed zeker
verstandig alle debat op haar openbare
bijeenkomsten uit te sluiten. Weert men
een of tweemaal de ongewenschte debaters,
dan is de aardigheid er voor zulke liefheb
bers al spoedig af.
Het Le6tiing8ontwerp is er door, zooals
de lezer weet. Men lette nu eens op, hoe de
inschrijving op deze leening zal meevallen,
't Zou me niet verwonderen, als zy een
paar malen werd volteekend.
Opmerkelijk is, dat nu reeds circulaires
voor buitenlaDdsche stellingen worden ver
spreid, waarin wordt vermeld, dat deze lee
ning ook door het buitenland gretig zal
worden genomen. Het zal wel blyken dat
minister Treub te zwartgallig was, toen hij
als een stok bij de deui een gedwongen
leening naast de vrijwillige stelde.
Uit de Memorie van antwoord op hoofd
stuk V blijkt, dat de heer Cort van der Linden
niet voornemens is aan den aandrang yan
vele leden der Kamer toe te geven om onder-
wijssubsidies alsnog op de begrooting te
brengen. Wij betreuren het zeer dat juist
op de volksontwikkeling Ibezuinigingen zijn
getroffen. De toezegging van den minister,
dat hy onmiddellijk na den Vrede, deze
zaken weer zal aanvatten, geeft intusschen
hoop, dat het uitstel slechts zeer kort zal
zyn.
De Kamer zal nu wel voor Kerstmis met
de begrootingen klaar komen. De rechte
Animo is er in de Kamer niet en dat is
begrijpelijk. Het staat er naar, dat de Ka
merleden iu de eerste weken weinig of niets
te doen zullen hebben. Menig hunner zal
dat nu juist niet zoo onaangenaam Yinden
Uit de Tweede Karuer.
Nu besloten was, dat bij hoofdstuk I geen
algemeene beschouwingen over de Staats
begrotingen zouden worden gehouden, liet
het zich aanzien, dat de Kamer zeer spoedig
door haar werkzaamheden zou heenkomen.
De voorzitter bad zelfs hoop, dat Dinsdag
middag hoofdstuk IV (Justitie) nog zou klaar
komen en een avondzitting niet noodig zou
zyn. Al ras bleek hoe ijdel die verwachting
zou zyn. Na een korte bespreking vaneen
noodwetje betreffende de bevordering van
zeeofficieren, ging de Kamer in comité ge
neraal ter bespreking van huishoudelijke
aangelegenheden. In de openbare zitting ging
hoofdst. I zonder bespreking onder den
voorzittershamer door, terwylbyhoofdst.il
de H.H. Bichon van IJselmonde enKleere-
kooper hun hart luchtten over de ridderordes.
Hoofdstuk IV leidde tot een zeer wydloopig
betoog over premieloteryen tusschen de H.H.
Van Raalte en Mendels. De heer v. Raalte
bepleitte wetswijziging om ondernemingen
als Lotisico de Tijdgeest enz. te beter te
kunnen bestrijden. De Heer Mendels was
het daarmede niet eens. Hij acht die premie
loterijen niet zoo'n groot gevaar. Het is niet
zoo heel erg als den kleinen man een kansje
wordt geboden, om iets te wagen.
De heer de Jong besprak woekercontracten
en woekerpractyken. Hy toonde met krasse
voorbeelden aan, hoe juist in dezen noodtijd
het woekerbedryf een vruchtbaar terrein
vindt. Z. i. moeten woekercontracten bij de
wet nietig verklaard worden en woeker moet
strafbaar worden gesteld.
De heer Beumer bepleitte een algemeene
regeling waardoor overal bordeelsluiting
kan plaats hebben.
De heer Terspill was Dinsdagmiddag de
laatste spreker. Na een pleidooi voor her
vormingen van algemeenen aard, besprak
hij de vervolgingen in den jonsten tijd naar
aanleiding van drukwerk, geschriften en
portretten en maande tot groote voorzich
tigheid aan.
In de avondvergadering antwoordde de
minister in een flinke rede. Hy zette de lote
rijkwestie zeer uitvoerig uiteeD. Hy achtte
den tyd nog niet gekomen om nieuwe
wettelijke maatregelen te overwegen, omdat
onlangs de Hooge Raad een zeer vèr strek
kende uitspraak heeft gedaan en wel deze,
dat elke zaak waarvan het wezen een loterij
is, tot de verbodene behoort. Door dit arrest
toch zal wellicht aan het loterijbedrijf een
einde kunnen worden gemaakt.
Voor de rechtpositie der ambtenaren,
waarover de heer Ter Laan (Rotterdam)
sprak, wordt een Staatscommissie ingesteld.
Bij de artikelen der begrooting werd be
trekkelijk weinig meer gesproken. De heer
van Sasse van IJselt besprak de positie der
marechaussee's in den mobilisatie-tijd, ter
wijl de heer de Jong op bezuiniging by de
uitvoering der kinderwetten aandrong en in
het licht stelde, dat opzending naar een
tuchtschool voor enkele dagen niets kan
uitwerken. De minister was het daarmede
volkomen eens en stelde een reorganisatie
van de tuchtscholen in uitzicht.
Zonder stemming werd de begrooting aan
genomen. Woensdag kwam de plaats gehad
hebbende minister-verwisseling in het kabi
net ter sprake, zooals men weet is bij het
vertrek van minister Treub van Landbouw,
Handel en Nijverheid de afdeeling verzeke
ring medegegaan naar Financien. Daartegen
zijn in het voorloopig verslagcheel wat be
zwaren gemaakt. De antirevolutionaire
paladijnen Rutgers en Beumer traden in het
kryt. Voor den heer Beumer was het weer
een sappig, staatsrechterlijk kluifje. Ettelijke
uren werden aan de staatsrechterlijke, juridi
sche en andere overwegingen besteed, die de
getrouwen van dr. Kuyper hadden laten
hooren.
In de middagzitting bracht de heer Albar-
da ter sprake, hoe onwillige gemeente
besturen (hy noemde o.a. Enschede en Lon-
neker) weigeren tijdelijke werkloosheids-
fondsen in te stellen, waardoor de arbeiders
door hun vakorganisatie's de noodige uit-
keeriDg kunnen krijgen. Tevens drong by
krachtig op verhooging der steunuitkeerin-
gen aan. Veel troost gaf minister Treub
hem niet. Het ontwerp werd ten slotte
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
By hoofdstuk III (Buitenlandsche Zaken)
sprak het eerst mr. de Beaufort. Deze begon
met hulde te brengen aan minister Loudon
voor zyn beleid, waardoor onze neutraliteit
is gehandhaafd geworden. Hy zet daarna
uitvoerig uiteen, hoe in de toekomst de
mogelijkheid om den oorlog te voorkomen
aan nauwkeurige studie moet worden onder
worpen. Als een conflict tusschen twee
mogendheden dreigt, behoort onmiddellijk
een commissie werkzaam te worden gesteld
om te trachten het conflict te voorkomen
door onderzoek van de zaak. Haügende
dat onderzoek, moeten debetrokken mogend
heden zich dan verplichten geen oorlog te
beginnen. De heer Knobel critiseerde na een
hulde aan den minister, dat het Parlement
niet genoeg op de hoogte van den toestand
wordt gehouden door het departement van
Buitenl. Zaken. Hy vraagt inlichtingen over
onzen gezant te Parijs. Donderdag zet de
spreker zyn betoog voort.
SCHETSEN UIT DE RECHTZAAL.
„'t Gas."
Ze zaten te wachten. Pa trommelde met
j vingers op de tafel tuurde al maar
naar één punt aan den muur. De lippen
styf opeengeklemd, wenkbrauwen gefronsd.
Men hoorde het snuiven van z'n neus, waar
de gejaagde, angstige ademing doorging.
Moe dribbelde heen en weer, doende alsof
ze bezig was. Een voorwerp verleggend en
het dan weer op z'n oude plaatsdeponeerend.
En Juul ijsbeerde door de kamer-Van raam
naar buffetje, vice-versa. Dan voor den spie
gel staande kwasi iets aan d'r haar beschik
kend. Er werd niet gesproken... Vóór Pa
lag bet briefje, met den eersten post ont
vangen. Het alleruiterste middelZe
hadden elkaar uitgelachen, toen moe erover
sprak. Jawel, oome-Toon zou helpen. Oome
Tood, die ze voor die vijftien pop niet met
rust had gelaten. Pa op straat, op 't kantoor,
op de tram in een cafó overal had ge
maand. In het café waar pa een kwast
zat te drinken, dood-op van al zyn zorgen
en zwoegen op den schouder had getikt.
Met een Zoo-zoo Jan, dit doet me plezier.'t
Zit er dus nou weer an, hè
Alsof pa panje zat te hyschen... Ja,
oome-Toon zou helpen. „Mensch", had pa