[LSDIJK. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD, ZUID-I01LAIDSCHE IN ZEEÜWSCHE EHANDEH Band, Sajet en -ARTIKELEN IHOLLANDSCH JOUWCREDIET. dsch Landbouwcrodiel. nde Goederen, enz. J der Beurs; de Officieele Noteering tDAMSCHEen HAAGSCHE hebben thans vervangen de Vraag en Aanbod" in 't NIEUWS- EN ÜITLOTINGSBLAD efnuramers, op aanvraag aan derdijkstraat98, Den Haag, rden toegezonden. iEEL nieuws- en uitlo- verschynt eiken Dinsdag in 's en bevat alle Uitlotingen, ie van kleine Gemeenten, Wa- Kerken enz.) Rentebetalingen, ten, Producties, in één woord lardigheden op financieel ge- t geregeld hoogst interessante n en Beursverslagen uit Bin- mland, terwijl gratis advies in ntwoordingen verstrekt wordt. tchts f2,50 per jaar en de geregelde kostelooze con- ummers van ultlootbare fondsen. iste maanden o. a.De Financieels S; Het Staatsbankroet van Mexico a De Financiën van Spanje Insol- J vooruitzichten der Rnbbermarkt; ïhe Sporen en de Interstate Com- onDe Financiën van Bulgarije. »ctie van GoudOnze Scheepvaart OK-FREEN iT 208, MIDDELHABNIS HANDEL IN D AANBEVELEND - ntoor alkmaar. p 11. Telefoon 73. ENTSCHAPPEN: ENKHUIZEN, 16. Westerstraat 6. burg raat. 's-GRAYENHAGE, Molenstraat 46. ROTTERDAM, Leuvehaven 107. Drie Millioen Gulden tst en volgestort f 2.000.000.— 30TSCHAP verleent Credie- :lden in déposito, belast zich en verkoop van effecten en beleeningen en prolongatiën 'erder alle werkzaamheden jrsvak behoorende. E DEPOSIT. •sito rente 2Va °/o. op 31 Maart 1915. ïdieten f 7.349.903.15 ...- 976.693.71 - 302.187.42 reitter De Directie irissen J. F. MOENS. FOREEST. Mr. M. MOENS. ent voor Middel harnis en 1 DER KOOGH IDDEliUARMS. I Depositorente. e maakt bekend, dat de >or onbepaalden tijd ge- osito-gelden met ingang 24 Augustus 1915 is ge- een half percent. WlQipvp<iliP?viiin MÉriHllÉÉÉM ONZE EILAN VOOR OE l)it Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen. Prijs per kwartaalf 0,50 Afzonderlijke nummers- 0,05 No 42 Zaterdag 4 September 1915 22E Jaargang Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis. Prijs per ad vor ten tién van 15 regels f 0,50 Iedere regel meer- 0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Officieele Mededeeliiigen. LANDSTORM-KEURING. JAARKLASSEN 1914 EN 1913. De BURGEMEESTER der gemeente Middelharnis brengt ter algemeene kennis, dat de dienstplichtigen bij den landstorm der jaarklassen 1914en 1913 gelegen heid hebben zich aan een keuring te onderwerpen bij den keuringsraad, die zitting houdt te Middelbar- uis in de Ambachtsschool op Vrijdag 17 September 1915, 'a voormiddags 9 nur. Het welbegrepen eigenbelang van de lands! orra- pllchtigen maakt het zeer wenschelijk, dat zij zich voor deze keuring aanmelden o.a. omdat zij, ingeval zij ongeschikt mochten blijken nadat zij in werke lijken dienst zijn gekomen en alsdan weder huis waarts worden gezonden, hiervan moeilijkheden kunnen ondervinden ten aanzien van hnn maat schappelijke of studie-belangen. Onderwerpen zij zich aan een onderzoek bij den keuringsraad en blijkt daarbij voldoende van ongeschiktheid, dan worden zij van den dienstplicht bij den landstorm terstond ontslagen en staan zij niet meer bloot aan de kans om als landstormplichtige in werke- lijken dienst te worden geroepen. Wenscht een landstormplichtige bij een anderen keuringsrrad het onderzoek te ondergaan, dan kan de Voorzitter van eerstbedoelden keuringsraad hem daartoe op zijn verzoek toestemming verleenen. De landetormplichtigen van de jaarklasse 1914 zullen hoogstwaarschijnlijk worden opgeroepen om op of omstreeks 1 October a.s. en die van de jaar- klasse 1913 om op of omstreeks 10 November a.s. in werkelijken diëtist te komen. Middelharnis, 1 September 1915. De Burgemeester voornoemd, ULBO J. MI.TS. YERGOEDING wegren* KOST WINNERSCHAP. Bezwaaracbrlften. De BURGEMEESTER der gemeente MIDDEL HARNIS brengt ter algemeene kennis, dat bg Ko ninklijk besluit van 17 Augustus 1916, no. 34, en by Beschikking van den Minister van Oorlog vai Augustus 1915, afdeeling Dienstplicht, 46$ K., der andere het navolgende is bepaald 1. Voor elke provincie wordt met ingang va September 1915 voor den verderen dunr van mobilisatietoestand, of voor zooveel langer als door de Koningin wordt noodig geacht, een commissie ingesteld teneinde de Ministers van Oorlog en van Marine te dienen van voorlichting in zake bezwaar schriften van door de Burgemeester genomen be slissingen nopens aanvragen om vergoeding wegens kostwinnerschap van dienstplichtigen van militie, landweer en landstorm. (Art. 1 van het Besluit.) 2. De commissie bestaat uit drie leden en is g j vestigd in de hoofdplaats der provincie. (Art 2 van het Besluit). 3. De bezwaarschriften worden gericht aan den Minister van Oorlog, zoo de dienstplich tige, wien het geldt, behoort tot de militie te land, de landweer of den landstorm; aan den Minister van Marine, zoo de dienstplich tige, wien het geldt, behoort tot de zeemilitie. 1 van de Beschikking). 4. Het bezwaarschrift wordt ingediend door tus- schenkomst van de commissie van voorlichting voor de provincie, waarin gelegen is de gemeente, welker Burgemeester de beslissing heeft genomen (jS 2 der Beschikking.) Bezwaarschriften, rechtstreeks bij don Minister ingediend, worden door den Miuister voor zooveel noodig aan de commissie van voorlichting gezonden, (g 3 der Beschikking.) 5. De commissie stelt een nauwkeurig onderzoek in nopen6 hetgeen in het bezwaarschrift wordt aan gevoerd voor zoover het aangevoerde voor onder zoek in aanmerking kan komen. 4 der Beschik king). 6. ,De commissie kan een persoonlijk onderzoek doen instellen in de woon- of verblijlplaats van het geziD of den persoon bij, de aan vraag,om vergoeding betrokken, zoo de woon of verblijfplaats binnens lands ie gelegen. (g 5 der beschikking). 7. De commissie brengt aan den betrokken Mi nister omtrent haar bevindingen naar aanleiding van het bezwaarschrift een rapport nit. In dat rap port vermeldt de commissie tevens haar oordeel (g 7 der Beschikking.) In verband met het vorenstaande wordt onder de aandacht gebracht: a. dat bovenaan op het bezwaarschrift moet wor den gezet: „Aan Zijne Excellentie den Minister van Oorlog", zoo de dienstplichtige behoort tot de mili tie te land, de landweer of den landstorm, óf: „Aan Zijne Excellentie den Minister vbd Marine", zoo de dienstplichtige behoort tot de zeemilitie: b. dat echter op den briefomslag waarin bet be zwaarschrift wordt gesloten, moet worden vermeld: „Aan de Commissie van voorlichting in zake ver goeding wegens kostwinnerschap tein te vul len de hoofdplaats der provincie). De bezwaarschriften kunnen op ONGEZEGËLD pa pier worden geschreven. Bij verzending per post moet de bfiefomslag de noodige postzegels worden voorzien, tenzij de verzending geschied door een dienstplichtige in werkelijken dienst. Middelharnis, 31 Angastus 1915. De Burgemeester voornoemd, ULBO J. MIJS. GEMEENTEBEGROOTING. BURGEMEESTER en "WETHOUDERS der Ge meente Middelharnis brengen ter openbare kennis, dat de Berooting van de inkomsten en uitgaven der Gemeente, voor het dienstjaar 1916, van den 1 Sep tember 1916 tot den dag der behandeling in den Raad, ter Gemeentesecretarie voor een ieder ter lezing ia nedergelegd en, tegen betaling der kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld. Middelharnis, den 31 Augustus 1915. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, NIJGH. ULBO J MIJS. Een koloniale raad in Indië. Met groote instemming zal zeker door alle Vrijzinnigen in den lande het wetsont werp van minister Pleijte zyn begroet, waarby in Indié een koloniale raad wordt ingesteld om den gouvern. gener. voor te lichten in alle aangelegenheden waarin deze dat noodig acht, terwijl in alle finantieele zaken hot advies van dien raad verplich tend is. "Wij zien hierin eene belangrijke schrede op den weg van waardig worden van Indié om medezeggingschap te krijgen in zuiver koloniale aangelegenheden, dus in het be stuur van het land. Maar er is in dat wetsontwerp nog iets anders belichaamd, dat voor ons van haast nog grooter belang is, nl. de gelijkstelling van man en vrouw voor de verkiesbaarheid tot lid van dezen raad. Het regeeringsreglement sluit de vrouw niet bepaald uit en minister Pleijte acht zich dan ook gerechtigd, en wy juichen dat van harte toe, om aan de vrouw in dezen ge lijke rechten te geven als aan den man, In het oosten, en de raad zal voor een zeer groot deel uit Oosterlingen bestaan, is de maatschappelijke positie van de vrouw ten opzichte van den man nog heel wat minder dan by ons, maar het ontwakend besef van dien misstand dat hier en daar reeds wordt waargenomen, zal zeer zeker in dezen maatregel een krachtige steun krijgen die de gansche bevolking slechts ten goede kan komen. De raad zal voor een groot deel uit in landers bestaan nl. 15 van de 39 leden en zoo krygt de inlandsche bevolkiDg althans eenig medezeggingschap in het bestuur van land en volk. Yeel is het nog niet, maar in elk geval een goed begin en men bedenke dat pas zeer langzaam die bevolking tot het juiste gebruik van dergelijke rechten en hunne beteekenis kan worden opgevoed. Zij staat wat dit aangaat nog een paar honderd jaren by ons ten achter. Overijling zoude 11 hierin alles kunnen bederven. De helft der leden wordt gekozen door de plaatselijke raden en de andere door den gouvern. gener. benoemd. De plaatselijke raden bestaan voor een zeer groot deel uit ambtenaren en wy vreezen dat ook de be noemde leden wel voor 't grootste deel ambtenaren zullen zyn en achten dit eene groote schaduwzijde. De ambtenaar in Indié is, met uitsluiting van ieder ander iD Indié „particulier radja" slechts een particulier) genoemd, in alles de bevoegde beoordeelaar, en met wat minder bureaucratie en zelf overschatting van die zijde, zoude Indié zeker verder zyn geweest dan nu. Een gou vern. gener. met ruimen blik kan door dat recht van benoeming dit gevaar temperen of zelfs geheel afweren en daarop dient dus onze hoop te zijn gevestigd. Merkwaardig is het zeker dat Indiö door de benoembaarheid van de vrouw iu een dergelyk hoog college het moederland voor gaat. Wij guDnen dat voorrecht van harte gaarne aan „tropisch Nederland". Moge het moederland spoedig volgen. S. M. ken, maar omdat gevreesd moet worden, dat zy de geschiktheid, de ervaring en de onafhankelijkheid voor zulk werk missen. Niet minder dan ergerlijk is het, dat ner gens een vertrouwensman der moderne vakbeweging is uitverkoren. Zij telt byna 100.000 aangesloten leden, waarvan een groot deel te velde staat. Bovendien hebben het N. V. V. en de Bestuurdersbonden op het gebied der militaire vergoedingen gedurende een vol jaar belangrijk werk verricht. Het zou dus voor de hand hebben gelegen, dat men nu van hun ondervinding partij zou hebben getrokken. Maar niets van dit alles! De sociaal-da- mocraten en vakvereenigingsmannen weet men uitnemend te vinden als er plichten zijn te vervullen, als er lasten zyn te dragen. Maar overigens worden zij nog altijd be schouwd als burgers tweede klas." Wij zyn het met het Volk over de samenstelling dezer commissie's volkomen eens. Voor de vrijzinnigen zyn deze benoe- rniugen door vanwege de departementen van Oorlog en Marine, zoo mogelijk nog erger lijker. Er zitten in deze commissie's vier Kamerleden, waarvan drie Roomschen (de heer van Wijnbergen, Kooien en Pleskens), en één sociaaldemocraat, mr. Mendels. Geen enkel vrijzinnig kamerlid loas klaarblijkelijk in de oogen van minister Bosboom en Ram- bonnet en hunne adviseurs waardig genoeg om lid dezer commissie's te worden. Even min was eenig antirevolutionair kamerlid die eer waardig. We hebben nu eerst een onderwijscommissie gekregen, waarin de vrijzinnige kamerleden werden gepasseerd en nu weer de beroepscommissie's voorde vergoedingen. Waarschijnlijk acht de heer Bosboom deze tactiek de beste om zich aller medewerking te verzekeren I Wij noemen de passeering van allo vrijzin nige kamerleden, terwijl wel drie Room schen en een sociaaldemocraat werden be noemd, eenvoudig ergerlijk. Het is te hopen, dat op andere plaatsen op deze benoemingen gewezen zal worden. Buitenlandsch Overzicht. geland brengt elke bom, die door een Duitsch vliegtuig wordt ingeworpen, een maand verlenging van den oorlog mee. Ook op het Italiaansch Oostenryksche front is weinig veranderd. De stand van zaken aan den Isonzo heeft in de afgeloo- pen maand even weinig wezenlijke veran dering ondergaan als de toestand langs de Karintische grens of in Trentino. De t09- komstdroomen streven hier verder vooruit dan de gevechtslinies, en al wordt over de organisatie van het nieuwe bestuur in de veroverde deelen van Italia irredenta zwaar wichtig geredeneerd, het bezette gebied is in die maand niet noemenswaard vergroot. Aan de Dardanellen is een nieuwe strate gische gedachte zich aan het kristalliseeren, sedert een Britsch leger aan de Baai van Suwla (de naar Griekenland gerichte punt van het schiereiland van Gallipolli) is ge land en zich daar zy het dan ook met groote verliezen duurzaam aan den bo dem vastgehecht heeft. Deze gedachte is, de mogelijkheid om de Turksche linies te doorbreken op een punt, dat zich in den rug en gedeeltelijk in de flank der aan het nauwste gedeelte van de Dardanellen gele gen versterkingen bevindt, en wel door een forceeren van Turksche veldposities, die deze vestingen beschermen. Aangezien het schiereiland van Gallipoli hier echter het breedst is, heeft de Britsche aan voerder zich geen geringe taak gesteld. Mogelijk rekent hy als bondgenoot bij zyn aanval op het munitiegebrek, dat in de Turksche gelede- red dreigend begint rond te spoken. De grootste verandering echter zou de teruggekeerde vinden op het Oostelijk front. De Weicheslvestingen alle in handen der Duitschers. De Russen verdreven uit geheel Polen, met inbegrip van het verre Suwalki Byna geheel Galiciö van de Russische in vasie verlost. Het Russische front dat een maand geleden nog door de Aa (in Koer land), de Memel, de Bobr, de Narew, de Weicbsel, de Wjeprsh en de Zlota Lipa werd gevormd, thans teruggebracht tot nabij de Duna in het Noorden, tot Oostelijk van de Memel en van de Boeg in het midden, tot aan gene zijde van de Strypa in het Zuiden. Riga is nog altijd Russisch en de Duit- sche vloot is er nog niet in geslaagd den Er is niet veel phantasie noodig om zich I toegang tot de Golf van Riga te forceeren De vergoedingscommi88ie's. De Staatscourant bevatte deze week de benoeming van de provinciale commissie's, van voorlichting inzake bezwaarschriften over door de burgemeesters genomen be slissingen nopens aanvragen om vergoeding wegens kostwinnerschap van dienstplichti gen van militie, landweer en landstorm. Hel Volk schrijft over deze commissie's het volgende. „Bü de lezing van deze lyst trof het ons, dat slechts in drie kommissies leden onzer party benoemd zyn, n.l. Mendels in die voor Noord-Holland, Ruggein die voor Groningen en Zandstra in die voor Friesland. Voor de overige provincies heeft men de groote volksgroep, die in onze party vertrouwen stelt, genegeerd. Daarmede heeft men aan de beteekenis van den maatregel ernstig afbreuk gedaan. Niet omdat wy op het karak ter van hen die niet lot onze organisatie behooren ook maar iets hebben aan te mer- op dezen datum, waarop de deur, die vacanties afsluit, eerst voor goed in het slot valt, iemand te denken, die na een lange afwezigheid (laten wij zeggen van een maand), uit het een of ander oord, waar men niet over den oorlog spreekt, terug keert in een omgeving, waar men er niet over spreken wil, maar het toch doet. Deze laatste zyn gemakkelijker te vinden dan het eerste. Maar toch zyn er in de wereld, ja zelfs in ons rondom door den oorlog omspoelde land, nog wel plaatsjes, waar een discours, tot een doortrekkend reiziger gericht in de hoop op versch oor logsnieuws, en discours beginnend met de stereotype verzuchting: „En aan dien oorlog wil nog maar geen eind komen", als een nachtpitje uitgaat bij gebrek aan stof Laten we aannemen, dat iemand, die zich een maand in een dergelyk oord begra ven heeft, op dezen dag terugkeert in die wereld, waar de telefoon en de telegraaf rusteloos dag en nacht werkzaam zyn en waar het nieuws versch is als de dauw Welke veranderingen zou hy bij zyn terug keer te constateeren vinden op de slagvel den en gevechtsfronten van Europa. In hel Westen vindt hy weinig veranderd. De wederzijdsche posities zyn in die maand nog wat sterker en onwrikbaarder gemaakt dan zy waren. Loopgraven en dekkings ruimten, die eenvoudig in den zand of kiei- bodem waren uitgegraven, zyn doorbeton- bevestingen versterkt, verstard als de oorlog zelf. In Champagne wordt nu niet meer gevuurd op dorp A, want het is in dien tijd stukgeschoten, maar op dorp B. Het lange Duitsche kanon, dat vier weken geleden er nog maar by uitzondering in slaagde, een projectiel over de Fransche linies heen op Compiègne te werpen, schiet nu vrij geregeld raak. Van Atrecht schijnt nog altijd iets overeind te staan, en om Steenstraten, Het Sas en andere plaatsen aan en by den Yser wordt nog steeds op verren afstand door het kanon gevochten. En even onverzettelijk als de frontlinie zelf, is de stemming der strijdende vol keren. Er is in Frankrijk nog altijd geen erger vergrijp tegen het vaderland denk baar dan te spreken over vrede, en in En- SCHETSEN UIT DE RECHTZAAL. Maar Mitau is Duitsch, naby Friedrichstadt zyn de opdringende Duitschers slaags met het leger, dat de hoofdstad des Rijks (de afstand Mitau-Petersburg is echter Dog ruim 500 K.M. I) beschermen moet. Kowno gevallen, de Duitschers opmarcheerend naar Wilna, Grodno ten doode opgeschreven, Brest-Litowsk in Duitsche handen. En telkens komen nieuwe overwinniDgs- berichten van de Duitsche legers de Russi sche linies van rampen verder voltooien. Luzk of Luck, een versterkte stad ten Z. van Rokitno-moerassen, is door de Duitschers het Russische leger in Galiciö is aan de Strypa (een Dnjester ter tak, 30 K.M. Oost waarts van de Zlota Lipa, en evenwijdig van deze) opnieuw verslagen, ditmaal bij Zborow. Alleen waar deze van bet N. naar het Z. stroomende rivier de moederrivier de Dnjester nadert, houden de Russen nog stand. Een belangrijke factor in de krijgsverrich tingen op dit gedeelte van het Oostelijk front is het enorme moerasgebied, meer dan drie maal zoo groot als ons geheele land, dat zich aan weerszijden van de Pripjet, den grootsten Dnjepr-tak, uitstrekt. Voor ons is dit moerasgebied in zoover een onbekende factor, dat zal moeten afge wacht worden of het een bondgenoot der Russen dan wel der Duitschers zal blijken. In den regel zijn dergelijke terrein hinder nissen meer in het voordeel van den bewo ner dan van den indringer (men denke aan de Yser-inundaties en aan de Masoerische meren I) Wij zullen dit moeten afwachten. Voor Moskou intusschen make uien zich nog niet al te bezorgd. In Luzk is Macken- sen er nog een kleine 1000 KM. van ver wijderd, een afstand die zelfs per vliegtuig nog niet bereikt is. Trouwens ook te Petro- grad behoeft men zich nog niet ongerust te maken, en de plannen der Keizerlijke fa milie om Tsjarkoje Selo te ontvluchten voor een gevaar, dat nog zoo ver af is, bestaan waarschijnlijk slechts in het brein van Ber- lynsche journalisten, „Narcose" In de stilte van druiligen Zondag-middag,— terwijl alle geluiden op de straat uitgestor ven schenen, zaten zy te overleggen, 't Was een uitkomst, een herademing, dat nu de schel zweeg. Tot-morgen-ochtend had den zy rust. Maar de gedachte aan de week die volgde, werkte benauwend. Vroeger gingen zy—zoo'n Zondag,— samen erop uit. Kinderen hadden zij niet, z'n inkomen was,— met de rente van zyn kapitaaltje, ruim genoeg om zich „iets extra,s te ver- oorlooven. Dan aten zij ergens in een res taurant, en 's avonds gingen zy naar co- medio of bioscoop. Of er kwamen kennis sen, en er werd een kaartje gelegd, tot heel laat in den avond. Zoo'n dag vloog dan om voor je 't wist. Jet moest alles beredderen voor de visite, in zoo'n geval, want zy hield ervan dat alles in-de-puntjes was. Maar dat kon haar niet schelen. Het vooruitzicht van de genoegelyke uurtjes monterde haar weer op. Ze was een stevig, kerngezond vrouwtje, dat van aanpakken wist. Karei ging dan ergens wat krantjes lezen en nieuwe illus- stratie prentjes bekyken.'s Morgens liep hy neuriënd rond, blij met den vrijen dag. Ze wisten van geen zorgen. Alles ging auto matisch. Ze kreeg haar huishoudgeld. De vaste postjes van dit en voor dat afgezon derd, klaargelegd. Ze gooide 't niet over de balk, maar gunden zich toch ook wel een pretje, volgens hun bescheiden smaak van menschjes zonder eerzucht, zonder hoog vliegerij, door en-door tevreden met hun leventje. Op 't kantoor wist Karei wel waren ze jaloersch op hem. „Die Havers" had de oudste boekhouder gezegd „is een duiten dief". Die heeft ze meer dan je denktLaat 'm maar loopen I" En de anderen lachten erom. Maar Karei merkte best de jaloezie in sommige voegen. En hij vond 't wel prettig, zoo'n beetje benyd te worden. Overigens was-ie wat men „een goeden kerel" noemt. Hy wist te geven en te nemen. Collega's die als't tegen ultimo liep in den piepzak zaten, ze klopten niet vruchteloos bij hem aan. Mits hij wist, dat 't „solide" wasde rikjes naar hem terugvlieden, zoodra op kantoor de „zilveren vloot" was gearriveerd wan neer ultimo in het land was. Toen kwam, plotseling het groote ODgeluk. Débdcle van den kassier, die zyn kapitaaltje in bewaring had. En tegelijk, eraan verknocht 't misloopen van een borgstelling, die Karei in blinde-vertrou- wen, op aanbeveling van kassier, die „hij als de bank" achtte en hem een ingewik keld verhaal had gedaan van aardig winstje, dat hy kon behalen door die aval-teeke- ning.... „Kijk 's, Havers", had de oude, eerwaardige, algemeen-geachte kassier ge zegd, „wy doen nu al zoolang zaken. En zooal3 je weet, heb ik met je oom, zaliger gedachtenis, van wien je geörfd hebt, ook meer dan tien jaar alles geregeld. Als ik kans zie om je te bevoordeelen, dan denk ik aan je-wees daar zeker van. Nou,— ik zie kansOch, 't is maar een kleinigheid Intusschen een achthonderd-duizend gulden schiet er toch zeker voor je over. De zaak is te gecompliceerd en ik heb het te druk om je dat nu alles haarfijn te expliceeren. Teeken dat stuk even, en laat de rest aan my over!". Waarop kassier hem de plek wees, waar Karei te teekenen had, zich niet verwaardigend te vrageu, of hy bereid was Zonder dat zweem van wantrouwen by hem opkwam, had Karei voor „aval" ge- teekend. Had oom Willem hem niet meer malen gezegd „Jongen, wees nooit te snel van vertrouwen. Maar wat de firma Ruil- mans Co. befreftja, dat is een kompas, waar jij je veilig aan kunt toevertrouwen?... Oom Willem was type van secuur-broekje. Karei voelde dus slechts erkentelijkheid voor kassier, die hem winstje liet behalen. Hy begon woorden van dank te zeggen. Maar meneer Kuilmans wuifde met de hand van zulke dingen hield hij niet. „'t is plicht elkaar by ie staan, zei de grijsaard, die het vertrouwen van zoovelen verdiende. En als iemand, op dat oogenblik, gewaagd had te zeggen, dat „diezelfde Kuilmans"jaren ach- Itereen, met fijn en sluw-gesponnen spel van hypoirisie gespeeld had met anderer bezit. Karei zou zyn verontwaardigings- drift niet meester zyn geweest

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1915 | | pagina 1