[LSDIJK.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD,
ZUID-I01LAIDSCHE IN ZEEÜWSCHE EHANDEH
Band, Sajet en
-ARTIKELEN
IHOLLANDSCH
JOUWCREDIET.
dsch Landbouwcrodiel.
nde Goederen, enz.
J der
Beurs; de Officieele Noteering
tDAMSCHEen HAAGSCHE
hebben thans vervangen de
Vraag en Aanbod" in 't
NIEUWS- EN ÜITLOTINGSBLAD
efnuramers, op aanvraag aan
derdijkstraat98, Den Haag,
rden toegezonden.
iEEL nieuws- en uitlo-
verschynt eiken Dinsdag in
's en bevat alle Uitlotingen,
ie van kleine Gemeenten, Wa-
Kerken enz.) Rentebetalingen,
ten, Producties, in één woord
lardigheden op financieel ge-
t geregeld hoogst interessante
n en Beursverslagen uit Bin-
mland, terwijl gratis advies in
ntwoordingen verstrekt wordt.
tchts f2,50 per jaar
en de geregelde kostelooze con-
ummers van ultlootbare fondsen.
iste maanden o. a.De Financieels
S; Het Staatsbankroet van Mexico
a De Financiën van Spanje Insol-
J vooruitzichten der Rnbbermarkt;
ïhe Sporen en de Interstate Com-
onDe Financiën van Bulgarije.
»ctie van GoudOnze Scheepvaart
OK-FREEN
iT 208, MIDDELHABNIS
HANDEL IN
D AANBEVELEND -
ntoor alkmaar.
p 11. Telefoon 73.
ENTSCHAPPEN:
ENKHUIZEN,
16. Westerstraat 6.
burg
raat.
's-GRAYENHAGE,
Molenstraat 46.
ROTTERDAM,
Leuvehaven 107.
Drie Millioen Gulden
tst en volgestort f 2.000.000.—
30TSCHAP verleent Credie-
:lden in déposito, belast zich
en verkoop van effecten en
beleeningen en prolongatiën
'erder alle werkzaamheden
jrsvak behoorende.
E DEPOSIT.
•sito rente 2Va °/o.
op 31 Maart 1915.
ïdieten f 7.349.903.15
...- 976.693.71
- 302.187.42
reitter De Directie
irissen J. F. MOENS.
FOREEST. Mr. M. MOENS.
ent voor Middel harnis en
1 DER KOOGH
IDDEliUARMS.
I Depositorente.
e maakt bekend, dat de
>or onbepaalden tijd ge-
osito-gelden met ingang
24 Augustus 1915 is ge-
een half percent.
WlQipvp<iliP?viiin
MÉriHllÉÉÉM
ONZE EILAN
VOOR OE
l)it Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen.
Prijs per kwartaalf 0,50
Afzonderlijke nummers- 0,05
No 42 Zaterdag 4 September 1915 22E Jaargang
Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk
Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis.
Prijs per ad vor ten tién van 15 regels f 0,50
Iedere regel meer- 0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Officieele Mededeeliiigen.
LANDSTORM-KEURING.
JAARKLASSEN 1914 EN 1913.
De BURGEMEESTER der gemeente Middelharnis
brengt ter algemeene kennis, dat de dienstplichtigen
bij den landstorm der jaarklassen 1914en 1913 gelegen
heid hebben zich aan een keuring te onderwerpen bij
den keuringsraad, die zitting houdt te Middelbar-
uis in de Ambachtsschool op Vrijdag 17 September
1915, 'a voormiddags 9 nur.
Het welbegrepen eigenbelang van de lands! orra-
pllchtigen maakt het zeer wenschelijk, dat zij zich
voor deze keuring aanmelden o.a. omdat zij, ingeval
zij ongeschikt mochten blijken nadat zij in werke
lijken dienst zijn gekomen en alsdan weder huis
waarts worden gezonden, hiervan moeilijkheden
kunnen ondervinden ten aanzien van hnn maat
schappelijke of studie-belangen. Onderwerpen zij
zich aan een onderzoek bij den keuringsraad en
blijkt daarbij voldoende van ongeschiktheid, dan
worden zij van den dienstplicht bij den landstorm
terstond ontslagen en staan zij niet meer bloot
aan de kans om als landstormplichtige in werke-
lijken dienst te worden geroepen.
Wenscht een landstormplichtige bij een anderen
keuringsrrad het onderzoek te ondergaan, dan kan
de Voorzitter van eerstbedoelden keuringsraad hem
daartoe op zijn verzoek toestemming verleenen.
De landetormplichtigen van de jaarklasse 1914
zullen hoogstwaarschijnlijk worden opgeroepen om
op of omstreeks 1 October a.s. en die van de jaar-
klasse 1913 om op of omstreeks 10 November a.s.
in werkelijken diëtist te komen.
Middelharnis, 1 September 1915.
De Burgemeester voornoemd,
ULBO J. MI.TS.
YERGOEDING
wegren*
KOST WINNERSCHAP.
Bezwaaracbrlften.
De BURGEMEESTER der gemeente MIDDEL
HARNIS brengt ter algemeene kennis, dat bg Ko
ninklijk besluit van 17 Augustus 1916, no. 34, en by
Beschikking van den Minister van Oorlog vai
Augustus 1915, afdeeling Dienstplicht, 46$ K.,
der andere het navolgende is bepaald
1. Voor elke provincie wordt met ingang va
September 1915 voor den verderen dunr van
mobilisatietoestand, of voor zooveel langer als door
de Koningin wordt noodig geacht, een commissie
ingesteld teneinde de Ministers van Oorlog en van
Marine te dienen van voorlichting in zake bezwaar
schriften van door de Burgemeester genomen be
slissingen nopens aanvragen om vergoeding wegens
kostwinnerschap van dienstplichtigen van militie,
landweer en landstorm. (Art. 1 van het Besluit.)
2. De commissie bestaat uit drie leden en is g j
vestigd in de hoofdplaats der provincie. (Art 2 van
het Besluit).
3. De bezwaarschriften worden gericht
aan den Minister van Oorlog, zoo de dienstplich
tige, wien het geldt, behoort tot de militie te land,
de landweer of den landstorm;
aan den Minister van Marine, zoo de dienstplich
tige, wien het geldt, behoort tot de zeemilitie. 1
van de Beschikking).
4. Het bezwaarschrift wordt ingediend door tus-
schenkomst van de commissie van voorlichting voor
de provincie, waarin gelegen is de gemeente, welker
Burgemeester de beslissing heeft genomen (jS 2 der
Beschikking.)
Bezwaarschriften, rechtstreeks bij don Minister
ingediend, worden door den Miuister voor zooveel
noodig aan de commissie van voorlichting gezonden,
(g 3 der Beschikking.)
5. De commissie stelt een nauwkeurig onderzoek
in nopen6 hetgeen in het bezwaarschrift wordt aan
gevoerd voor zoover het aangevoerde voor onder
zoek in aanmerking kan komen. 4 der Beschik
king).
6. ,De commissie kan een persoonlijk onderzoek
doen instellen in de woon- of verblijlplaats van het
geziD of den persoon bij, de aan vraag,om vergoeding
betrokken, zoo de woon of verblijfplaats binnens
lands ie gelegen. (g 5 der beschikking).
7. De commissie brengt aan den betrokken Mi
nister omtrent haar bevindingen naar aanleiding
van het bezwaarschrift een rapport nit. In dat rap
port vermeldt de commissie tevens haar oordeel
(g 7 der Beschikking.)
In verband met het vorenstaande wordt onder
de aandacht gebracht:
a. dat bovenaan op het bezwaarschrift moet wor
den gezet: „Aan Zijne Excellentie den Minister van
Oorlog", zoo de dienstplichtige behoort tot de mili
tie te land, de landweer of den landstorm, óf: „Aan
Zijne Excellentie den Minister vbd Marine", zoo de
dienstplichtige behoort tot de zeemilitie:
b. dat echter op den briefomslag waarin bet be
zwaarschrift wordt gesloten, moet worden vermeld:
„Aan de Commissie van voorlichting in zake ver
goeding wegens kostwinnerschap tein te vul
len de hoofdplaats der provincie).
De bezwaarschriften kunnen op ONGEZEGËLD pa
pier worden geschreven.
Bij verzending per post moet de bfiefomslag
de noodige postzegels worden voorzien, tenzij de
verzending geschied door een dienstplichtige in
werkelijken dienst.
Middelharnis, 31 Angastus 1915.
De Burgemeester voornoemd,
ULBO J. MIJS.
GEMEENTEBEGROOTING.
BURGEMEESTER en "WETHOUDERS der Ge
meente Middelharnis brengen ter openbare kennis,
dat de Berooting van de inkomsten en uitgaven der
Gemeente, voor het dienstjaar 1916, van den 1 Sep
tember 1916 tot den dag der behandeling in den
Raad, ter Gemeentesecretarie voor een ieder ter
lezing ia nedergelegd en, tegen betaling der kosten,
algemeen verkrijgbaar gesteld.
Middelharnis, den 31 Augustus 1915.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
NIJGH. ULBO J MIJS.
Een koloniale raad in Indië.
Met groote instemming zal zeker door
alle Vrijzinnigen in den lande het wetsont
werp van minister Pleijte zyn begroet,
waarby in Indié een koloniale raad wordt
ingesteld om den gouvern. gener. voor te
lichten in alle aangelegenheden waarin deze
dat noodig acht, terwijl in alle finantieele
zaken hot advies van dien raad verplich
tend is.
"Wij zien hierin eene belangrijke schrede
op den weg van waardig worden van Indié
om medezeggingschap te krijgen in zuiver
koloniale aangelegenheden, dus in het be
stuur van het land.
Maar er is in dat wetsontwerp nog iets
anders belichaamd, dat voor ons van haast
nog grooter belang is, nl. de gelijkstelling
van man en vrouw voor de verkiesbaarheid
tot lid van dezen raad.
Het regeeringsreglement sluit de vrouw
niet bepaald uit en minister Pleijte acht zich
dan ook gerechtigd, en wy juichen dat van
harte toe, om aan de vrouw in dezen ge
lijke rechten te geven als aan den man,
In het oosten, en de raad zal voor een
zeer groot deel uit Oosterlingen bestaan, is
de maatschappelijke positie van de vrouw
ten opzichte van den man nog heel wat
minder dan by ons, maar het ontwakend
besef van dien misstand dat hier en daar
reeds wordt waargenomen, zal zeer zeker
in dezen maatregel een krachtige steun
krijgen die de gansche bevolking slechts ten
goede kan komen.
De raad zal voor een groot deel uit in
landers bestaan nl. 15 van de 39 leden en
zoo krygt de inlandsche bevolkiDg althans
eenig medezeggingschap in het bestuur van
land en volk. Yeel is het nog niet, maar in
elk geval een goed begin en men bedenke
dat pas zeer langzaam die bevolking tot
het juiste gebruik van dergelijke rechten en
hunne beteekenis kan worden opgevoed. Zij
staat wat dit aangaat nog een paar honderd
jaren by ons ten achter. Overijling zoude
11 hierin alles kunnen bederven.
De helft der leden wordt gekozen door
de plaatselijke raden en de andere door den
gouvern. gener. benoemd. De plaatselijke
raden bestaan voor een zeer groot deel uit
ambtenaren en wy vreezen dat ook de be
noemde leden wel voor 't grootste deel
ambtenaren zullen zyn en achten dit eene
groote schaduwzijde. De ambtenaar in Indié
is, met uitsluiting van ieder ander iD Indié
„particulier radja" slechts een particulier)
genoemd, in alles de bevoegde beoordeelaar,
en met wat minder bureaucratie en zelf
overschatting van die zijde, zoude Indié
zeker verder zyn geweest dan nu. Een gou
vern. gener. met ruimen blik kan door dat
recht van benoeming dit gevaar temperen
of zelfs geheel afweren en daarop dient
dus onze hoop te zijn gevestigd.
Merkwaardig is het zeker dat Indiö door
de benoembaarheid van de vrouw iu een
dergelyk hoog college het moederland voor
gaat. Wij guDnen dat voorrecht van harte
gaarne aan „tropisch Nederland". Moge het
moederland spoedig volgen.
S. M.
ken, maar omdat gevreesd moet worden,
dat zy de geschiktheid, de ervaring en de
onafhankelijkheid voor zulk werk missen.
Niet minder dan ergerlijk is het, dat ner
gens een vertrouwensman der moderne
vakbeweging is uitverkoren. Zij telt byna
100.000 aangesloten leden, waarvan een
groot deel te velde staat. Bovendien hebben
het N. V. V. en de Bestuurdersbonden op het
gebied der militaire vergoedingen gedurende
een vol jaar belangrijk werk verricht. Het
zou dus voor de hand hebben gelegen, dat
men nu van hun ondervinding partij zou
hebben getrokken.
Maar niets van dit alles! De sociaal-da-
mocraten en vakvereenigingsmannen weet
men uitnemend te vinden als er plichten
zijn te vervullen, als er lasten zyn te dragen.
Maar overigens worden zij nog altijd be
schouwd als burgers tweede klas."
Wij zyn het met het Volk over de
samenstelling dezer commissie's volkomen
eens. Voor de vrijzinnigen zyn deze benoe-
rniugen door vanwege de departementen van
Oorlog en Marine, zoo mogelijk nog erger
lijker. Er zitten in deze commissie's vier
Kamerleden, waarvan drie Roomschen (de
heer van Wijnbergen, Kooien en Pleskens),
en één sociaaldemocraat, mr. Mendels. Geen
enkel vrijzinnig kamerlid loas klaarblijkelijk
in de oogen van minister Bosboom en Ram-
bonnet en hunne adviseurs waardig genoeg
om lid dezer commissie's te worden. Even
min was eenig antirevolutionair kamerlid
die eer waardig. We hebben nu eerst een
onderwijscommissie gekregen, waarin de
vrijzinnige kamerleden werden gepasseerd
en nu weer de beroepscommissie's voorde
vergoedingen.
Waarschijnlijk acht de heer Bosboom deze
tactiek de beste om zich aller medewerking
te verzekeren I
Wij noemen de passeering van allo vrijzin
nige kamerleden, terwijl wel drie Room
schen en een sociaaldemocraat werden be
noemd, eenvoudig ergerlijk. Het is te hopen,
dat op andere plaatsen op deze benoemingen
gewezen zal worden.
Buitenlandsch Overzicht.
geland brengt elke bom, die door een
Duitsch vliegtuig wordt ingeworpen, een
maand verlenging van den oorlog mee.
Ook op het Italiaansch Oostenryksche
front is weinig veranderd. De stand van
zaken aan den Isonzo heeft in de afgeloo-
pen maand even weinig wezenlijke veran
dering ondergaan als de toestand langs de
Karintische grens of in Trentino. De t09-
komstdroomen streven hier verder vooruit
dan de gevechtslinies, en al wordt over de
organisatie van het nieuwe bestuur in de
veroverde deelen van Italia irredenta zwaar
wichtig geredeneerd, het bezette gebied is
in die maand niet noemenswaard vergroot.
Aan de Dardanellen is een nieuwe strate
gische gedachte zich aan het kristalliseeren,
sedert een Britsch leger aan de Baai van
Suwla (de naar Griekenland gerichte punt
van het schiereiland van Gallipolli) is ge
land en zich daar zy het dan ook met
groote verliezen duurzaam aan den bo
dem vastgehecht heeft. Deze gedachte is,
de mogelijkheid om de Turksche linies te
doorbreken op een punt, dat zich in den
rug en gedeeltelijk in de flank der aan het
nauwste gedeelte van de Dardanellen gele
gen versterkingen bevindt, en wel door een
forceeren van Turksche veldposities, die
deze vestingen beschermen. Aangezien het
schiereiland van Gallipoli hier echter het
breedst is, heeft de Britsche aan voerder zich
geen geringe taak gesteld. Mogelijk rekent
hy als bondgenoot bij zyn aanval op het
munitiegebrek, dat in de Turksche gelede-
red dreigend begint rond te spoken.
De grootste verandering echter zou de
teruggekeerde vinden op het Oostelijk front.
De Weicheslvestingen alle in handen der
Duitschers. De Russen verdreven uit geheel
Polen, met inbegrip van het verre Suwalki
Byna geheel Galiciö van de Russische in
vasie verlost. Het Russische front dat een
maand geleden nog door de Aa (in Koer
land), de Memel, de Bobr, de Narew, de
Weicbsel, de Wjeprsh en de Zlota Lipa werd
gevormd, thans teruggebracht tot nabij de
Duna in het Noorden, tot Oostelijk van de
Memel en van de Boeg in het midden, tot
aan gene zijde van de Strypa in het Zuiden.
Riga is nog altijd Russisch en de Duit-
sche vloot is er nog niet in geslaagd den
Er is niet veel phantasie noodig om zich I toegang tot de Golf van Riga te forceeren
De vergoedingscommi88ie's.
De Staatscourant bevatte deze week de
benoeming van de provinciale commissie's,
van voorlichting inzake bezwaarschriften
over door de burgemeesters genomen be
slissingen nopens aanvragen om vergoeding
wegens kostwinnerschap van dienstplichti
gen van militie, landweer en landstorm.
Hel Volk schrijft over deze commissie's
het volgende.
„Bü de lezing van deze lyst trof het ons,
dat slechts in drie kommissies leden onzer
party benoemd zyn, n.l. Mendels in die voor
Noord-Holland, Ruggein die voor Groningen
en Zandstra in die voor Friesland. Voor de
overige provincies heeft men de groote
volksgroep, die in onze party vertrouwen
stelt, genegeerd. Daarmede heeft men aan
de beteekenis van den maatregel ernstig
afbreuk gedaan. Niet omdat wy op het karak
ter van hen die niet lot onze organisatie
behooren ook maar iets hebben aan te mer-
op dezen datum, waarop de deur, die
vacanties afsluit, eerst voor goed in het slot
valt, iemand te denken, die na een lange
afwezigheid (laten wij zeggen van een
maand), uit het een of ander oord, waar
men niet over den oorlog spreekt, terug
keert in een omgeving, waar men er niet
over spreken wil, maar het toch doet.
Deze laatste zyn gemakkelijker te vinden
dan het eerste. Maar toch zyn er in de
wereld, ja zelfs in ons rondom door den
oorlog omspoelde land, nog wel plaatsjes,
waar een discours, tot een doortrekkend
reiziger gericht in de hoop op versch oor
logsnieuws, en discours beginnend met de
stereotype verzuchting: „En aan dien oorlog
wil nog maar geen eind komen", als een
nachtpitje uitgaat bij gebrek aan stof
Laten we aannemen, dat iemand, die
zich een maand in een dergelyk oord begra
ven heeft, op dezen dag terugkeert in die
wereld, waar de telefoon en de telegraaf
rusteloos dag en nacht werkzaam zyn en
waar het nieuws versch is als de dauw
Welke veranderingen zou hy bij zyn terug
keer te constateeren vinden op de slagvel
den en gevechtsfronten van Europa.
In hel Westen vindt hy weinig veranderd.
De wederzijdsche posities zyn in die maand
nog wat sterker en onwrikbaarder gemaakt
dan zy waren. Loopgraven en dekkings
ruimten, die eenvoudig in den zand of kiei-
bodem waren uitgegraven, zyn doorbeton-
bevestingen versterkt, verstard als de oorlog
zelf. In Champagne wordt nu niet meer
gevuurd op dorp A, want het is in dien
tijd stukgeschoten, maar op dorp B. Het
lange Duitsche kanon, dat vier weken
geleden er nog maar by uitzondering in
slaagde, een projectiel over de Fransche
linies heen op Compiègne te werpen, schiet
nu vrij geregeld raak. Van Atrecht schijnt
nog altijd iets overeind te staan, en om
Steenstraten, Het Sas en andere plaatsen
aan en by den Yser wordt nog steeds op
verren afstand door het kanon gevochten.
En even onverzettelijk als de frontlinie
zelf, is de stemming der strijdende vol
keren. Er is in Frankrijk nog altijd geen
erger vergrijp tegen het vaderland denk
baar dan te spreken over vrede, en in En-
SCHETSEN UIT DE RECHTZAAL.
Maar Mitau is Duitsch, naby Friedrichstadt
zyn de opdringende Duitschers slaags met
het leger, dat de hoofdstad des Rijks (de
afstand Mitau-Petersburg is echter Dog
ruim 500 K.M. I) beschermen moet. Kowno
gevallen, de Duitschers opmarcheerend naar
Wilna, Grodno ten doode opgeschreven,
Brest-Litowsk in Duitsche handen.
En telkens komen nieuwe overwinniDgs-
berichten van de Duitsche legers de Russi
sche linies van rampen verder voltooien.
Luzk of Luck, een versterkte stad ten Z.
van Rokitno-moerassen, is door de Duitschers
het Russische leger in Galiciö is aan
de Strypa (een Dnjester ter tak, 30 K.M. Oost
waarts van de Zlota Lipa, en evenwijdig
van deze) opnieuw verslagen, ditmaal bij
Zborow. Alleen waar deze van bet N. naar
het Z. stroomende rivier de moederrivier
de Dnjester nadert, houden de Russen nog
stand.
Een belangrijke factor in de krijgsverrich
tingen op dit gedeelte van het Oostelijk front
is het enorme moerasgebied, meer dan drie
maal zoo groot als ons geheele land, dat
zich aan weerszijden van de Pripjet, den
grootsten Dnjepr-tak, uitstrekt.
Voor ons is dit moerasgebied in zoover
een onbekende factor, dat zal moeten afge
wacht worden of het een bondgenoot der
Russen dan wel der Duitschers zal blijken.
In den regel zijn dergelijke terrein hinder
nissen meer in het voordeel van den bewo
ner dan van den indringer (men denke aan
de Yser-inundaties en aan de Masoerische
meren I)
Wij zullen dit moeten afwachten.
Voor Moskou intusschen make uien zich
nog niet al te bezorgd. In Luzk is Macken-
sen er nog een kleine 1000 KM. van ver
wijderd, een afstand die zelfs per vliegtuig
nog niet bereikt is. Trouwens ook te Petro-
grad behoeft men zich nog niet ongerust te
maken, en de plannen der Keizerlijke fa
milie om Tsjarkoje Selo te ontvluchten voor
een gevaar, dat nog zoo ver af is, bestaan
waarschijnlijk slechts in het brein van Ber-
lynsche journalisten,
„Narcose"
In de stilte van druiligen Zondag-middag,—
terwijl alle geluiden op de straat uitgestor
ven schenen, zaten zy te overleggen,
't Was een uitkomst, een herademing, dat
nu de schel zweeg. Tot-morgen-ochtend had
den zy rust. Maar de gedachte aan de week
die volgde, werkte benauwend. Vroeger
gingen zy—zoo'n Zondag,— samen erop
uit. Kinderen hadden zij niet, z'n inkomen
was,— met de rente van zyn kapitaaltje,
ruim genoeg om zich „iets extra,s te ver-
oorlooven. Dan aten zij ergens in een res
taurant, en 's avonds gingen zy naar co-
medio of bioscoop. Of er kwamen kennis
sen, en er werd een kaartje gelegd, tot heel
laat in den avond. Zoo'n dag vloog dan om
voor je 't wist. Jet moest alles beredderen
voor de visite, in zoo'n geval, want zy hield
ervan dat alles in-de-puntjes was. Maar dat
kon haar niet schelen. Het vooruitzicht van
de genoegelyke uurtjes monterde haar weer
op. Ze was een stevig, kerngezond vrouwtje,
dat van aanpakken wist. Karei ging dan
ergens wat krantjes lezen en nieuwe illus-
stratie prentjes bekyken.'s Morgens liep hy
neuriënd rond, blij met den vrijen dag. Ze
wisten van geen zorgen. Alles ging auto
matisch. Ze kreeg haar huishoudgeld. De
vaste postjes van dit en voor dat afgezon
derd, klaargelegd. Ze gooide 't niet over de
balk, maar gunden zich toch ook wel een
pretje, volgens hun bescheiden smaak van
menschjes zonder eerzucht, zonder hoog
vliegerij, door en-door tevreden met hun
leventje.
Op 't kantoor wist Karei wel waren
ze jaloersch op hem. „Die Havers" had de
oudste boekhouder gezegd „is een duiten
dief". Die heeft ze meer dan je denktLaat
'm maar loopen I"
En de anderen lachten erom. Maar Karei
merkte best de jaloezie in sommige voegen.
En hij vond 't wel prettig, zoo'n beetje
benyd te worden. Overigens was-ie wat men
„een goeden kerel" noemt. Hy wist te geven
en te nemen. Collega's die als't tegen
ultimo liep in den piepzak zaten, ze
klopten niet vruchteloos bij hem aan. Mits
hij wist, dat 't „solide" wasde rikjes naar
hem terugvlieden, zoodra op kantoor
de „zilveren vloot" was gearriveerd wan
neer ultimo in het land was.
Toen kwam, plotseling het groote
ODgeluk. Débdcle van den kassier, die zyn
kapitaaltje in bewaring had. En tegelijk,
eraan verknocht 't misloopen van een
borgstelling, die Karei in blinde-vertrou-
wen, op aanbeveling van kassier, die „hij
als de bank" achtte en hem een ingewik
keld verhaal had gedaan van aardig winstje,
dat hy kon behalen door die aval-teeke-
ning.... „Kijk 's, Havers", had de oude,
eerwaardige, algemeen-geachte kassier ge
zegd, „wy doen nu al zoolang zaken. En
zooal3 je weet, heb ik met je oom, zaliger
gedachtenis, van wien je geörfd hebt, ook
meer dan tien jaar alles geregeld. Als ik
kans zie om je te bevoordeelen, dan denk
ik aan je-wees daar zeker van. Nou,— ik
zie kansOch, 't is maar een kleinigheid
Intusschen een achthonderd-duizend gulden
schiet er toch zeker voor je over. De zaak
is te gecompliceerd en ik heb het te druk
om je dat nu alles haarfijn te expliceeren.
Teeken dat stuk even, en laat de rest aan
my over!". Waarop kassier hem de plek
wees, waar Karei te teekenen had, zich niet
verwaardigend te vrageu, of hy bereid was
Zonder dat zweem van wantrouwen by
hem opkwam, had Karei voor „aval" ge-
teekend. Had oom Willem hem niet meer
malen gezegd „Jongen, wees nooit te snel
van vertrouwen. Maar wat de firma Ruil-
mans Co. befreftja, dat is een kompas,
waar jij je veilig aan kunt toevertrouwen?...
Oom Willem was type van secuur-broekje.
Karei voelde dus slechts erkentelijkheid voor
kassier, die hem winstje liet behalen.
Hy begon woorden van dank te zeggen.
Maar meneer Kuilmans wuifde met de hand
van zulke dingen hield hij niet. „'t is plicht
elkaar by ie staan, zei de grijsaard, die het
vertrouwen van zoovelen verdiende. En als
iemand, op dat oogenblik, gewaagd had te
zeggen, dat „diezelfde Kuilmans"jaren ach-
Itereen, met fijn en sluw-gesponnen spel
van hypoirisie gespeeld had met anderer
bezit. Karei zou zyn verontwaardigings-
drift niet meester zyn geweest