nieuws- en advertentieblad van westelijk zeeuwsch-VLAANDEREN. a tl i a. No. 17. Twaalfde Jaargang. A0. 1871. hit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag. Prijs i»er drie maanden voor hot voormalis 4de district van Zeeland 1,15; voor de overige plaatsen des Uijks, franco per post I I Prijs >der Atlv^Weilliën van 1-5 reuels f 0.75 elke reu<'l daarboven f 0,1*21 2. Groole letters naar het getal gewone recels die zij heslaan. Afzonderlijke Nummers f 0,(15. Ingezonden Stukken en Brieven, de Bedactie betredende benevens Adverlep iën en gewone Berichten of Mededeelingcn van Correspondenten, te be/orsen bij den IJilaever dezer, alles FKA.NCO behalve de hekende Correspondentiën. (Stukken des tijds.J I. „De burgers van de gemeenle Rijp, zoo deelt de Purmerender Courant mede, Itebben een prachtige onderneming tot stand gebracht, enne nieuwe proeve van de waarheid dat uit het kwa e veel wal goed is, voort kan komen. De bedelarij was in en om Itijp schrikbarend groot en nam ondanks de wet en hare handhavers meer toe dan af. Dit heeft eene vereeniging lot stand gebracht van vermogende en belangstellende menscben- vrienden, wier pogingen zoo wèl gelukt zijn, dat sedert een maand (zoo jong is de on derneming) geen bedelaar op straat gezien wordt. In een kosteloos verstrekt gebouw, dat niet fraai, maar zeer doelmatig ingericht is, ziet men dagelijks 80 120 menschen van allerlei leeftijd bijeen, zoowel kinderen als zeer bejaarden ja gebrekkigcn vinden daar arbeid en voedsel, het eerste niet zwaar, bet laatste voedzaam en overvloedig. Men ziet daar nu reeds een klein magazijn van koffers, reistnsschen, eluiëo, doozen, voet bankjes, tapijtwerk, schoollasschen. pantoffels, kousen, sokken,eene ontzaglijke massa papieren en linnen zakken en nog vele andere zaken. M en koopt er onwillekeurig iets, want 't is goed, goedkoop co doelmatig, en daarenboven strekt de opbrengst de kas tot voordeel. Boven de krachtige spijs, driemaal daags, bekomt daar elk die werkt, een klein loon, tot 20 cent daags. Als men 't ziel, kan men nauwelijks gelooven, dat dit alles t werk is van éóne maand, de arbeid van mensehen die anders bedelden, de moesten dus krach teloos en 't werken niet gewoon. Dit ver wonderlijk resultaat is 't gevolg van de.i ijver en de kennis van den wakkeren directeur, die met vrouw en dochter hetzelfde onaan zienlijk gebouw bew out en den ganschen dag bezig is liet volkje te onderrichten, te besturen, te vermanen, te voeden, en daar enboven het beheer te voeren over al wat daar geschiedt. Eene commissie van oprichters houdt over dit alles een belangstellend en wakend oog. Zindelijkheid, orde, tevredenheid vallen u bij het binnentreden in 'toog, als de zegeningen van den arbeid." Tot dusverre de mededeeling van het Purme- render Weekblad omtrenteeueaangelegenheid, die op philanthropisch en economisch gebied de aandacht van lederen belangstellende trekken moet; want, men wane niet dat met de nieuwe of liever gewijzigde armenwet all; raadselen betrekkelijk het pauperisme of armwezen ziju opgelost; meu mcenc uiet, dat daarmede alle vragen zijn beantwoord. Hoe dit echter zijn moge, de Redactie der Middelburgsche Courant, waaraan wij 't ont leenden, bewees ons niet de overneming van dat artikel uit de Punnerender geen kleinen dienst; is er óén feil, hetwelk ons overtuigt van de juistheid der zienswijze, die we 't geluk hadden in ons vorig hoofd artikel te doen uitkomen, dun is het voorzeker deze mededeeling. Te Itijp zijn dus uitkomsten verkregen, die de stoutste verwachtingen beschaamd hebben, en wij vragen nogmaals: Waarom ook ten onzent niet Wij protcsteeren echter tegen de Purme- rendsche gevolgtrekking, dat bet een nieuwe proeve is van de waarheid; dal uit het kwade veel wat goed is, voort kan komen. Deze bewering achten wij juist geschikt om alle pogingen van dezen aard in de geboorte te verstikken. Uit kwaa l kan geen goed komen kwaad kan nooit de bron van goed worden doch dit doet niets afof toe aan bet gewicht van het feit: het kwaad in de Rijp, zeggen wij liever, is overwonnen, en voor dat kwaad heeft de mensehenliefde goed in de plaats gebracht. Dit is eene schoone omwenteling, die we wenschten dal overal, waar men een kwaad zag, teweeggebracht werd maar daarom moet er ook gewerkt worden. Arbeid, werk is de vruchtbare bron der maatschappelijke deugden. Zie 'l aan den hchtziunigen Franschman bij name den grooten-stadbewoner. Duizenden vreemde lingen vonden vóór den oorlog te Parijs werk eo brood, terwijl de lichthartige Franschman revoluties maakte en zich aan allerlei zinnelijk genot te buiten ging. De woeste gronden zijn in Frankrijk vele. Wie brengt ze tot cultuur? De Vlaming. Het fabriekwezen is in Frankrijk zeer uit gebreid. Wie is de fabriekarbeider? Alweer de Vlaming! Zoo kunnen we tal van feiten noemen, en tevens hel bewijs leveren, dal de arbeid het lichaamversterkt, de wei- vaart kweekt en den geest veredelt. De Rijp zal wel treurige ondervinding opgedaan hebben van zijne bedelaars, d«<cli is 't bij ons minder Onze bedelaars zijn geboren dieven en tegelijk geborenverkwisters. Zij leven van de hand in den tand. Het bedelen is gemakkelijk en als speculatie op verkeerd geplaatste liefdadigheid win toevend. Mislukt bet bier of daar, geen nood! Krijgt de bedelaar, de schooier van beroep, niets, dan neemtdat is, dan steelt bij het, als even gemakkelijk bedrijf als het bedelen! II. We merklen zoo even op, dat de gewij zigd; armenwet niet alle raadselen oploste en alle vragen beantwoordde. Ziellier een feil uit meer, dat ons noopt om ten allen tijde aan te dringen op duidelijke en volle dige wetten. In een onzer Gemeenten komt een kerel, een verloopen koloniaal, geboren in eene naburige gemeenle. Daar echter kon hij geen onderstand nóch van het Burgerlijk, nóch van hel Kerkelijk armbestuur bekomen, niettegenstaande li ij aan eene ongeneeslijke kwaal aan de boenen lijd!. Nood zoekt list. Dat onze koloniaal van alle marklen te huis is, bewijst zijne handelwijze. Hij neemt in zijne woonplaats een getuigschrift van woon plaatsverandering naar eene naburige, rijkere gemeente hij begeeft zich bij een land bouwer, nog wel lid van twee instellingen van weldadigheid dier Gemeenle, en ver huurt zich bij dezen voor den kost en een zakduitje, tot het uitoefenen van het bedrijf van koewachter Eén dag kwijt hij zich uitnemend van zijne (aak, vraagt zelfs aan den avondmaaltijd nog zijnen nieu wen meester, dat deze hem zijne taak voor den volgenden dag opgeve. Dan ziet, als deze den volgenden dag van de markt kom*, is zijn wakkere koewachter verdwenen. De koewachter had zich aan de straat neergelegd; de verouderde wonden waren ontstoken (met behulp van een stuk koper geld gebeurt dat ook!), en de vreemde ingezetene wordt in bet Burger-Gasthjis opgenomen en flink verpleegd. Onze koloniaal is nóch dief. nóch bede laar; bij overtreedt de wet niet want deze heeft geene voorzorgen genomen om le beletten, dat door dergelijke handelwijze eene gemeente beroofd worde, en dat bet beruoven is, is zeker. Eene heele bende in- finnen kan zich op deze wijze naar eene gemeente begevenwant er staat nergens geschreven, dat een Burgemeester of een Gemeentebestuur iemand kan beletten zich in eene Gemeente te vestigen. Hierbij komt en hiermee staat in verband eene andere grieve: de Begeering looft, buiten bet handgel nog onderhands premiën uil voor het vrijwillig dienstnemen ter zee en te land; zij geeft den gepaspurfeerdeu militairen een zeker zedelijk recht op onder steuning, door ze bij voorkeur, na volbrachten dienst, in aanmerking te nemen voor allerlei civelle betrekkingen. Uil is onzedelijk. De lamme jongen, i.ie vader en moeder, die hem tol zijn 16e of I8e jaar gevoed hebben, verlaat, oplat bij voor zijne ouders niet zou behoeven le zorgen, verschuilt zich in de rij der soldaten, om lat< r naar een postje te kunnen solliciteeren, als zijnde hij de leer toege aan, dat liet minste postje nog heler is dan werken. Deze leer is zeer verderfe lijk. Zij vermooidt de ouderliefde en ont rooft der burgermaatschappij menige kloeke hand want ook de jongeling die edeler gezind is die handgeld of gedeeltelijk gage zijn ouden vader of moe.er afstaan wil,

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1871 | | pagina 1