raws- El ADVERTEITIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
TIJDSBE^HOUWINGEN.
No. 41.
Twaalfde Jaargang.
A'. 1871.
siIIi s hSmkblad
Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag. Prijs der Advertenliëuvan 1-5 regels f 0,75 elke regel
Prijs pen drie maanden voor het voormalig 4de district van Vriirlory Tnni daarboven f 0,12Groote letters naar het getal gewone
Zeeland f 1,15; voor de overige plaatsen des Rijks, franco J O regels die zij beslaan,
per post f 1,30. Afzonderlijke Nummers f 0,05.
Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Adyertenliën en gewone Berichten of Alededeelingen van Correspondenten,
te bezorgen bij den Uilgever dezer, alles FRANCO, behalve de bekende Correspondenten.
en v
Alweer tijdsbeschouwingen Ja
wel, waarde lezerszoo als ge ziet, en, zoo
als wij hopen, ook lezen zult
Waarom? Wel, lieve vriend, louter
uit ijdelheid en gemakzucht. Doch, apropos,
onze pen is soms wel eens overvlug en papa
van Lennep, vroolijker gedachtenisse, heeft
ons voor journalistiekstijl in zijneVermakelijke
Spraakkunst wel wat weinig regelen aan de
band gegeven, namelijk zulke, die aan onze
gemakzucht vooral ten goede zouden komen,
zoodat die overvlugge pen wel eens zinnen
construeert, die de strenge kritiek niet
kunnen doorstaan, en woorden schrijft, die maar
slecht door den beugel kunnen, zooals b. v.
Saïsbeeld, dat aan eene oude godin Saïs zou
kunnen doen denken, en waar eene vriendelijke
hand verleden week een vraagteeken bij
zette en dat „beeld van Saïs" moest zijn,
maar of er nu geen meer zullen gevonden
worden, die, om den uitgang is b. v., aan
eene oude Heidensche godiu zullen denkeu,
is onzeker.
Wat een uitweiding! Ja, lieve lezer,
dat behoort tot de buitensporigheden onzer
pen dus, ter zake, wij schrijven nu en
dan tijdsbeschouwingen, louter uit ijdelheid
en gemakzucht. Uit ijdelheid, omdat we
'teene heele deftige rubriek vinden, of, liever,
titel eener rubriek, en uit gemakzucht, omdat
onder die vlag veel kan meevaren, tot zelfs
vreemde waar in cluis, zooals de Heer de
Bosch Kemper ze ons nu en dan in zijn
Volksblad aan de hand doet, en die we dan
eerlijk in koop overnemen en onzen lezers
verreweg de minsten toch lezen dat
volksblad onder 't oog brengen, zoo dus,
die iets op onze tijdsbeschouwingen te
zeggen heeft, moet voorzichtig zijnhij
kon den Heer ue Boscu Kemper soms
critiseeren, terwijl hij t ons meende te doen
en dat zou een lceüjk abuis zijn, niet waar
lezers Welnu, men houde dit dus voor
gezegd en zij er door gewaarschuwd.
't Eerste dat we onder deze rubriek moeten
vermelden, is onlleend aan de kamerzittingen:
autoriteit de Heer Storm, bron de Midd.
Courant van 25 Mei (kamerzitting van 23).
Dc Heer Storm blijft van meening, dat
jonge officieren ongepast jegens hunne
superieuren handelen, en meent dat verschijn
sel ook in de andere klassen van de maat
schappij te bespeuren.
Toen we die woorden van den Heer S.
lazen, dachten we: och, mijn lieve Mijnheer,
dat is reeds oud nieuwsdat wisten we in
den lande van ICadzand sinds langdoch
't is goed, dat de volksvertegenwoordiger
't eens ophaaldealleen dit hadden wij ge-
wenscht, dat de Heer S. de oorzaken van
dat verschijnsel, die uiting van den modernen
geest, die allernadeeligst op de maatschappij
moet werken, had nagespoord en ze in 't
publiek meegedeeld.
De Heer S. sprak de volle waarheid. Een
weesjongen loopt den Ilegent voorbij met
zijn pet op het hoofd, als stond ze vastge
spijkerd een politieagent spreekt van den
Burgemeester als van den Ouwen. Een
zoon noemt zijn vader z'n ouwen; een
predikant of pastoor is een steek, zoo
men hem niet tot hemeldragop.der promo
veert. Schendbladen zooals de
en de (vooreerst, maar ook
vooreerst slechts nog zoo min mogelijk
namenverpesten de kazerne en de uit-
spanningslectuur en het gezellig verkeer van
hoogere burgerschooljongens en militaire
academie Eiliev s, kordate Heer Storm
„ztfl. «DiT" J ,:i
■öï--*weeu^t van ons blaadje
gevormd zijn, zoo wc durfden onderstellen,
dat ZEd. liet las. Anders, hel Sluischc
Weekblad heeft het nog niet lang geleden
in tamelijk realistische n stijl be
sproken
Voor we ons aan het schrijven van dit
opstel zetleden, namen wij den Nederland-
sclien Spectator ter hand. Eilieve, men
betitelt Lions meesterstuk vrij dikwerf met
den naam van het Haagschc Schendblad
maar is vrind Spectator bijgeval ook zijn
tweelingbroeder? Geeft die in plaats van
argumenten geene insinuaties, geene
scheldwoorden Daar lazen wij van zekeren
G. (ook al een anoniem. Let wel, gij allen,
die eene Couranten-redactie anonymiteit
ten grieve maaktiets over de militaire
discipline, vooral over de officieren, waarvan
de groote gruwel, het op kommando ter
kerk gaan van soldalen en officieren (zijn
officieren bijgeval geen soldaten geen
krijgslieden is van dat opstelletje schering
en inslag en men noemt liet ongrondwettig.
Fiat, zeggen wij, in onze onnoozeilieid wel
licht, doch dan is geheel uwe miiiticwet
ongrondwettig.
Wilt ge den soldenier, den bezoldigden
krijgsman, want dat is de soldaat, gelijk
stellen met den burger, de discipline ont
zenuwen? O, dan verandert de zaak; maar
denk dan aan de gevolgen.
Doch wij voor ons hebben nog eene andere
meening. Wij gelooven. dat er een artikel
aan onze grondwet ontbreekt, dat daarentegen
in de constitutie van een der Zuidameri-
kaansche republieken (anders waarlijk vrij
zinnig genoegvoorkomt en aldus luidt
„het leger beraadslaagt niet, het
gehoorzaamt, en dat is recht ook. Het
wordt voor zijnen dienst, zijne gehoorzaamheid
betaald en daarmee is het uit.
Hadden wij geen staand leger, was ieder
burger soldaat, en kozen de soldalen zelf
hunne opper- en onderofficieren, dan ware
het wat andersdoch dit nu 't geval niet
wezende en liet leger een betaald eigendom
der natie zijnde, moet het recht en de plicht
van dat leger ook het merkteeken van dien
toestand zich getroosten en onvoorwaardelijk
gehoorzamen.
Hoe barbaarsch I Ja, wij hebben het
staande leger niet geschapen't kost ons
al moeite genoeg om ons aandeel in zijn
onderhoud op te brengennogtans, als
goede staatsburgers doen we dat. Licht dat
nu de man, zoolang hij den bonten rok
draagt, aan de reglementen onderworpen zij.
Maar de gewetensvrijheid Zijn onze
soldaten waarlijk zoo teer? Worden inderdaad
onze beschaafde officieren zoo geërgerdjjen
geven zij nooit ergernis Nemen zij geene
romans mede ter kerke en dekken liet hoofd,
tegen de orde, in de kerk als regel geldende.
Is er tegenover gegeven, bijg-vf" ook geen
genomen ergernis? Men beantwoorde ons
die vragen gezet en in orde, zonder macht
spreuken wij vragen gelijkheid voor ons
als we stellen, dat wie voor een werk
betaald wordt, ook verplicht is de lasten,
aan dat werk verbonden, te dragen, en daarom
zeggen wij liet leger wordt betaald, ergo,
het leger moet gehoorzamen. Of wilt
ge ook den schooljongen het recht toekennen
om niet eens nog de wet op liet on
derwijs maar alleen de plaatselijke re
glementen te behandelen Wilt ge dat de
onderwijzer b. v. 's Maandags beginne met
te zeggende werkzaamheden van heden
zijn voorgeschreven hij artvan liet
Beglement; dat artikel is zeer doelmatig
en gegrond op de wet en deze wet is
wederom grondwettig Wrilt ge, dat de
jongen antwoordt: dat is niet waar; krachtens
uwe wet en uw reglement, meester, doet
gij mij natuurkunde leeren en op grond
daarvan de onsterfelijkheid loochenen de
eeuwigheid der materie, der stof gelooven
Immers neen Zoo dwaas zijt ge niet.
Welnu, wees dan ook niet dwaas met uwe
moderne beginselen
Wij keuren niet aile moderne beginselen
af. Verre van daar I Maar we keuren de
overdrijving, het opdringen dier beginselen
of Gij zijt liberalen maar juist de grootste
tirannen, omdat ge anderen uwe liberaliteit
wilt opdringen
D i t wordt in onzen tijd over 't hoofd
gezien en juist d i t werpt een vlek op den
schoonen naam van liberaal, van vrijzinnig.
Wij geven gronden voor onze meening
gijlieden, drogredenen, zoo roepen wij die
plannenmakers en stelselmanncn, die mannen,
die zich de liberale onfeilbaarheid loeëigeuen,
toe
Liberale onfeilbaarheid Voorzeker en
bovendien nog liberale almacht en liberale
alwetendheidMenig kamerlid meent de