NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
N°. 57.
Twaalfde Jaargang.
A0. 1871.
Vrijdag 28 Juli.
Opmerkingen van den
werkenden stand.
Politiek Overzicht.
Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag.
Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district van
Zeeland f 1,15; voor de overige plaatsen des Rijks, franco
per post 1,30.
Prijs der" Advertentiën van 1-5 regels ƒ0,75 elke regel
daarboven 0,12V2-—Croote letters naar het getal gewone
regels die zij beslaan.
Afzonderlijke Nummers ƒ0,05.
Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Adverteuliën en gewone Berichten oi Mededeelingeu van Correspondenten,
te bezorgen bij deu Uitgever dezer, alles FRANCO.
JIL
Gemeen overleg en toenemende beschaving
zullen vrede en vriendschap onder alle deelen
des volks versterkenen trapsgewijze zullen
wij worden opgevoerd tot eene steeds toe
nemende mate van vrijheid. Het algemeen
stemrecht, de volkomen vrije, particuliere
(en toch mer-sectarische) schoolde rechts
spraak door gezworenenwaarlijkmen
moge er van zeggen wat men wil, wij zijn
nog niet op 't standpunt gekomenom dat
alles te verdragen. Wij zullen onder den
last der plichten, door zoovele mandaten
op onze schouders getastbezwijken. Wij
zullen schipbreuk lijden en stranden op elke
klip en elke bank, die de Vereenigde Staten
al mogen vermeden hebbenmaar die wij
met onze grootere lusteloosheidonze ge
ringere kennis en onze zwakkere kracht
met het verlies van al wat ons lief en
dierbaar is, in kaart zouden leeren brengen.
Laat ons daarom voorzichtig zijn. Beginnen
wij met het werkgebied uit te breiden
ruimen wij den kring der staalkundige be
voegdheden meer en meer uitcensus niet
alleenmaar gecne sprongengeen geweld
en niet gebukt voor de schitterende fanfares
van teruggang of democratie als regeering-
loosheid.
Wij gevoelen, dat wij verplicht zijn dit
oordeel eenigszins nader toe te lichten.
Het karakter der stilstandpartij uit hare
schriften af te leiden, is wel overbodig.
Wie kent ze niet Wie is onkundig van
hare eischen, en volgt niet met meer of
minder belangstelling hare schriften Ook
de denkbeelden der liberalen, hoe „genuan
ceerd" ook in onze dagen, mogen wij
zwijgend voorbijgaan. Niet ten onrechte
verklaarde een man als de Bosch Kemper
eenige jaren geledendat van Nederland
„liberaal" is. Opmerkelijker, en van méér
gewicht, is het onderzoek der libellen, die
eens of tweemalen in de week het licht
zien onder den hoogdravendeu titel van
de Vrijheid, „orgaan van het volk," of de
Toekomst, „orgaan der dcmocralie in Ne
derland." Is hel waar, wat men verzekert,
dat deze bladen duizenden lezers tellen
dat een groot deel onzer arbeiders hunne
beginselen onderschrijftdan is het van
het grootste belang na te sporen, op welke
gronden zij die sympathie verdienen door
welke hoedanigheden zij uitmuntenwelke
denkbeelden zij huldigen.
De Toekomst en de Vrijheid zijn politieke
bladen. Welke staatkundige gevoelens kleven
zij nu aan Op welke wijze formuleeren
zij haar oordeel over de dingen van den
dag öe Toekomstdoor in hare binnen-
landsche staatkunde elk, die aan regeerings-
handelingen deelneemt, eenvoudig te ver
guizen en door het slijk te halen door in
hare buitenlandsche politiek al wie de roode
vlag niet hijscht, wie niet zweert bij radi
calisme en socialisme, met de stuitendste
scheldnamen te begroeten. Alleen de commune
is goed en heilig. Al het overige verdient
afkeuring en schimp. In beginsel houdt
het blad zich voorts zoo weinig mogelijk
met Nederlandsche toestanden bezig. Daarmee
schijnt het wel het minst vertrouwd. Liefst
scheldt en tiert het op den vreemde. Op
de priesters in België, op de lords in En
geland, op de Bonapartisten in Frankrijk,
op de progressisten in Spanje. Overigens
allerlei bespottelijke bespiegelingen. Bouw
stoffen aan den tempel der toekomst
ontvoogding van de,- arbeid, „uitbuiting,"
vaerzen logogryphen enz. De Vrijheid is
nog erger. Wilt gij b. v. een staaltje van
hare politiek De hoofdredacteur is zelf
aan het woord
Er is bloed tusschen ons ellendigen
roept de jonkman uit
Blijven wij in onzen droeven toestand
geduldig afwachtende dalbij den loop der
tijden de ure slaat waarin wij de kluisters
kunnen afschudden, de lucht inademen en
het licht zien, waarop de arbeider evenveel
recht heeft als de aardworm als 't oogen-
schijnlijk nietigste insect maar een vergelijk:
nooit. Blijve steeds ons antwoorder is
bloed tusschen ons en al uwe tranen al
het bloed uit uwe aderen - overstroomde
't uwe kasteelen en bezittingen kunnen dat
volksbloed niet uitwisschen, niet wegspoelen
wunt onze tranen weerhielden uwe hand niet,
vermochten niet dat onze broeders vaders
moederszusters verwanten en geliefden
gespaard werden I Gg bleeft moordengij
bleeft slaangij bleeft onteerengg bleeft
mishandelen kerkeren en vervolgen.
Er is bloed dierbaarheilig bloed
tusschen ons f'
Of wilt ge een staaltje van haar weten-
tenschap Luister Victor Dave spreekt
De spiritualist ziet de menschelijke onge
lijkheid maar verklaart die door den
val van den eersten menschheiligt haar
en beweert haar onschendbaar, waaruit de
noodzakelijkheidde zedelijke verplichting
voortvloeit tot het daarslellen van een gou
vernement (sic I)."
Naast dergelijke onvergetelijke strophen
vindt ge 4 of 5 kolommen prachtige cor-
respondentiën van de communetot den 15
jl. gedagteekend .Vei, vervolgens Florèal
bijdragen van den Onzichtbare, den Wreker,
Jan Bataaf Jan van Noorden Buys
v. d. Voo, IIartsen en anderen.
„Spreken is zilver, zwijgen is goud." Nimmer
is een gezegde van een wijs man in 't oogvallender
bewaarheid, dan in het jaar des oorlogs, dat daar
nu achter ons ligten waarvan de herinnering
zeer leerzaam is voor hen, die gewoon zijn veel
te spreken. Eenige uitdrukkingen, historisch ge
worden mogen zulks getuigen
Van Emile Oluvier Wij vangen den oorlog on
bekommerd aan: en de man wist, dat hij loog en
bekocht het bijna met k:aukziunigheid.
RoucherNooit zullen de Italianen Rome bin
nenrukken: en ze zijn er.
Geueraal Le Bcbcf Wij zijn gereed tot zelfs
met den laatsten knoop aan de slopkousenen
zelfs kruit en lood ontbraken vaak.
Majoor Von Holstein: Ik verwed 20.900 franken
dat ik 15 September 1870 voorbij de vensters van
den Heer Girardin defileerm zal en het is sedert
bijna opnieuw 15 September en de man is er
nog niet.
Keizer Wilhelm: Ik voer den o rlog tegen Na
poleon, niet tegen de Franschcnbetrekkelijk dit was
slechts waar, wautde Franschen bleven hardnekkig.
Trochu De gouverneur van Parijs zal niet
eapituleeren, en de Duitschers deden hunne intrede
in Parijs.
Ducrot Doodof als overwinnaaren T was
juist omgekeerd dood als overwonnen.
Banc. Ik blijf soldaat der Communemaar de
Commune is naar de maan.
Het Fransche volk(en dit zet de kroon op
alles) a Berlin! en ze kwamen niet over de
grenzen.
Doch hij die zich met machtspreuken den
meesten roem verschafte, was onze goede enthu
siast Jules Favre met twee gezegden
1°, Te Bordeaux: Wij moeten de Duitschers niet
laten wachtenen hij wachtte in de voorzaal van
Prins Von Bismarck.
*2°Geen steen van onze vestingengeen duim
van onzen grond: en twee en een halve Pro
vincie met al hare vestingen ziju Duitsch!
Zulke herinneringen in eeu politiek overzicht
ziju heel leerzaam.
Door nauwkeurige nasporingon is men er in
geslaagd uit de bescheiden, die men in de woning
vau Dombrowski en van andere ledeu der Commune
gevonden heeft, de kaders der nationale garde
ouder de Commune weder samen te stellen. Het
aantal bataljons, dat Da den 26slen Maart min of
meer recb tstreeks aan de krijgsbewegingen deelnam,
bedroeg 250. Hoe sterk zij waren kan niet met
zekerheid gezegd worden, maar het comité heeft
meer dan eens deu raad gegeven om hen, in het
belang van den dienst, uit 2000 man te doen be
staan. Die sterkte is echter nooit bereikt. Wat
de kaders betreft, men kent nu diegenenwelke
er toebehoorden, en men slaat verwonderd over
de namen, die men er onder vindt. Vele officieren
en onderofficieren zijn nu in handen der justitie;
de meesten hebben erkend, dat zij deel hebben
genomen aan den opstand. De geheelo getal
sterkte van het leger der gefedereerden bedroeg
tijdens Flourens 200,000 man, maar na dien tijd is
het voortdurend minder geworden.
Er is sprake van in Frankrijk eene nieuwe be
lasting te leggen op katten en kamervolgels 5
francs voor de eerste, 1 fr. voor de andere. Alle
oude jongejuffrouwen en alle huismeesteressen