NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN-
Waarheen
N". -58.
A". 1880.
SLVIStw
Dit weekblad verschijnt iederen Vrijdag.
Prijs per drie maanden 1.
Afzonderlijke nommers 7 cents.
Prijs der advertcntiënvan 15 regels 00 cent,
elke regel meer 7% cent. Groote letters naar liet ge
tal gewone regels die tij beslaan.
Ingezonden Stukken en Brieven benevens Advertentiën (uiterlijk des Donderdags avonds 4 ure) en gewone Berichten of
Mededeelingen van Correspondenten, te bezorgen bij den Uitgever, of bij den Redacteur J. P. LEIJSENNAAR.
Generaal Agentschap, NIJGH en VAN DITMAR, Algemeen Advertentiebureau té Rotterdam.
i.
«Van het Zuiden dreigt gesaar
Deze waarheid door alle oprechte vader
landers honderde malen herhaald blijft
waar, zoolang niet aan de heerschzuchtige
woelingen van het Zuiden paal en perk
wordt gesteld en onder den indruk dier
waarheid schreven wij boven dit opstel,
dat meestal, gedachtig aan het slee-
ringen wekken voorbeelden trekken," uit
feiten, daadzaken, zal bestaan, Waar
hoen?
Wij doen die vraag ernstig in deze tot
ernst stemmende korter en korter wor
dende Decemberdagen, met den barren
winter voor de deur, met weinig verdien
sten voor den werkman in het vorschiet,
met iict oog op de onrustbarende ver
schijnselen, die zich alom in de menschen-
wereld voordoen en die men, in plaats
van zo open en bloot te leggen, met het
vernis cener Nalsche beschaving, die men
verlichting en vooruitgang noemt, tracht
te bedekken.
Van het Zuiden dreigt gevaar, en dat
stellende, hebben wij het oog op Frank
rijk, waar de vervolging tegen de Ka
tholieke kerk en hare kloosters in vollen
gang is. Wij zijn niet geroepen om te
beslissen over het al of niet wettige van
liet bestaan der geestelijke orden iti dat
land; evenmin kunnen wij er intreden of
de kloosters in onzen tijd reden van be
staan hebben, wij stellen alleen: eeuige
mannen of vrouwen vinden goed samen
te leven en samen te wonen, een groot
deel der christelijke kerk keurt dit voor
nemen niet alleen goed, maar acht de
kloosters als een bestanddeel, zoo al niet
van haar wezen, dan toch van haar iu-
richting.
En nu komt het Fransche bestuur en
verstoort die inrichting, niet om het na
deel dat zij zou kunnen geacht worden
te doen, maar met het oog op het bezit harer
eigendommen eenerzijds en uit haat tegen
al wat godsdienst heetin een woord de
zoogenaamde commune is in vollen aan
tocht en tusschen haar en het schrikbewind
is maar eene schrede. Bepaalde zich nu
de uiting van den verderfelijken Franschen
geest maar tot Frankrijk zelf, we zouden
kunnen zwijgen we zouden ons kunnen
verheugen in het feit, dat Nederland een
volkomen godsdienstvrijheid bezit. Maar
die Fransche geest is niet tevreden met
den kring waarin hij heerscht, met de
grenzen van Frankrijk, hij wil zijn invloed
naar buiten uitoefenen en het Noorden
is helaas laag genoeg gezonken om dit te
dulden
Wel stelt men, dit zegt men althans,
prijs op zelfstandig volksbestaan, doch
maar al te vaak verschilt dit zeggen
hemelsbreed van doen Zoo is het ook
geschapen bij onzen voormuur de Zui
delijke Nederlanden. Brussal en 's Graven-
hage bobben elkander op het punt van
verbastering niets te verwijten.
Een afkeer van beider natuurlijke vrien
den en boudgenooten, als beiden verwant en
afkomstig van denzelfden stam, do Ger-
manen, met name Pruisen in 't Oosten,
ons dierbaar wegens de herinneringen
aan hot doorluchtig huis van Brandenburg,
worden deze te 's Hage evenals te Brussel
miskend; eu het Zuiden, het wufte Frank
rijk, alleen 0111 zijue modes, zijne huichel
achtige taal, zijne weelderige zoden, zijne
onderstelde dapperheid eu edelmoedigheid,
zijn bedorvou loüerkunde en zijn door
on door verdorven tooueel, wordt opge
hemeld, gevleid en geTtefkoosd.
Tevergeefs toont de waarachtige vader
lander met de stukken in de hand aan,
dat hij Vlamingen en Germanen levens
kracht en sterkte heerschen te vergeefs
wijst hij er op dat, zoo dikwerf Duitsch-
land zich verwart, zich verliest in de
strikken van het wufte Zuiden, het ook
weer dadelijk gereed is om zijne fout in
te zien, zijne schuld te erkennen, op te
slaan eu met herboren kracht en hernieuw
den moed het vreemde juk af te schudden.
Tevergeefs wijst men er op hoe onze
vaderen zich in de XVIe eeuw verhieven
tegen den machtigsten vorst van de we
reld, in wiens rijk de zon niet onderging
en wonnen hoe Willem III eene eeuw
eeuw later het van heel de wereld ver
laten Nederland aanvoerde in den schijn
baar hopeloozen kamp tegen den trotschen
Lodewijk XIV hoe zijn stout beleid het
steeds trouwe, doch soms wankelende
Brandenburg met het Duitscho rijk en
het fiere Engeland, welks bevrijder hij
te gelijkor tijd was, wist te voreenigen met
de belangen van het Vorstelijk gemeenebest.
Tevergeefs toont meu aan hoe duur ons
het verbond met Frankrijk op 't laatst
der vorige eeuw te staan kwam, zoodat
dit eindelijk op vernietiging van ons volks
bestaan. uitliep Tevergeefs herinneren nog
ouden van dagen aan het verschijnsel
van eene maehtelooze natie, die, uit den
doodslaap tot leven ontwaakt in i813,
kon optreden om Europa de hand te rei
ken bij het verzet tegen de dwingelandij
van het Zuiden en, ondanks die vreese-
lijke uitputting in de volden van Water
loo op schitterende wijze de zegepraal
over de dwingelandij hielp bevechten.
Tevergeefs toont de geschiedenis ons aan,
als ze met bloedige letteren Frankrijks
lotgevallen boekstaaft, dat die lotgevallen
ons een schets leveren van den strijd der
zondo en ongerechtigheid eenerzijds, tegen
waarheid eu gerechtigheid aan de andere
zijde.
Vrome huichelaars, als Lodewijk XIV
en XV, die in de eene hand den beker-
der wellust en der weelde droegen en in
de andere dien van het zinneteeken onzer
Verlossing, bereidden het vergift voor den
kelk, die eens do ongelukkige, zwakke
en onbeduidende Lodewijk de XVIo drin
ken zou en voor wiens gebrek aan chris-
telijken moed thans nog eene edele na
komelingschap boeten moet, indien het
lot der hedendaagsche Nederlandsche Bour
bons eene boete heeteu mag. Indien niet
veeleer hunne keuze voor het burgerschap
in het kleine Nederland, hun optreden
in do eervolle rangen van zijn verdedi
gers en bijgevolg hunne verbroedering
met do zonou van het Noorden oen be
wijs is der grootheid van ziel, dio om
geen vorstontroon bloed wil vergieton of
volksellende te voorschijn roepen, maar
zich vergonoegt met zijn eervol burgerschap
in den kleinen maar vrijen staat. Eu
men letto er wel op dat is niot het
gevolg van do beoefening dor liehtziimigo
Fransche wijsbegeerte volgens de verdor
ven uiting van Voltaire eu Jean Jaques
Rousseau, maar een vrucht van het rede
lijk, praktisch christendom. Eindelijk
want de macht der voorbeelden zou ons
overstelpen zie dat volk, zie dien Ne-
derlandschen volksgeest in het gef-orbio-
digd opperhoofd van den vrijen Neder-
landscheu staat.
Wat zou Willem III belet hebben zich
te verzwageren met een der hoven van
het Zuiden Zou niet eene der Napuleo-
niden, aan wier lotsbestemming zich nog
altoos eene vasle, zij het dan ook eeno
valsche hoop vast klemt, hem met open
armen ontvangen hebben. Willem 111
was wijzer 1 Aan het kleine hof van
Waldeck, het oude getrouwe, door meer
dan een historischen band aan Nederland
verbonden huis, vindt hij een parol vol
schitterenden eenvoud en op deze vestigde
hij zijno kouze en verwierf zich daardoor
rein, huiselijk geluk, de liefde van zijn
getrouw volk en het reinste medcgovoel
van het trouwe Duitschland. God zegeno
den Koning God vertiendnbbele Zijne
zegeningon over hem, als de keuzo zijnor
gade het teeken is, dat hij zich bowegen
wil in de richting van het Zuiden het
aangezicht gewend naar het Oosten 1
Dwaze nachtmerrie, ijdele droom, dio
den volksgeast zou verontrusten met an
nexatie-plannen eii Pruissen-vreesVon
Bismarck, de grootste man van zijn tijd,
omdat do Machivialistische politiek der
Metternichts en Talleyrands verafschuwt,
vorst Bismarck zal een volk waardoeren,
dat ziehzelven weet te achten en met ge-