Boer It. Steenbeek bleef ook niet achter: hij stelde Lucie beschikbaar, ook al een stuk stamboekvee. Vóór liet vertrek loopt Steenbeek noff een ererondje met het beest (eerlijk Seze^dvoor óns). Je zou het zo niet zeugen, maar dit is boer Noteboom (links) uit Klundert die van zün milde gever, boer Steenbeek, Lucie in ontvangst neemt in de veehallen in Den Bosch. „Van Schenker naar gever" was het motto van de Kamper-boeren actie. Boer Noteboom ontving dan ook zogezegd uit handen van zijn collega Steenbeek zijn koe. Ln is het een wonder dat de rest van de familie Noteboom niet een ,,vol-verwachting-klopt-ous-hart gezicht vader stond op te wachten? En daarin zaten de milde gevers mét pet op en sigaar aan. En waar die lange, lange karavaan ook langs trok, overal stonden de mensen te wuiven. „Toch aardig", zei iedereen. „Ze doen tegenwoordig héél wat voor die ouden van dagen." We zijn met 210 stuks vee wegge gaan en met 211 aangekomen. Dat zijn van die dingen, die in het le ven voor kunnen komen, maar dat is ook het enige wat er aan belang rijks te vertellen valt. De Kamper verkeerspolitie schijnt ook buiten haar gebied wel bekend te zijn, want zij zag kans om de hele karavaan ongeschonden in Den Bosch te doen belanden, zegge en schrijve slechts tien minuten la ter dan „geplanned" was Het wonderlijke is, dat in die Bos sche veehallen rare dingen gebeur den. Een stelletje knapen uit Ber- licum (N.-Br.) toog onmiddellijk aan het melken, terwijl de eige naars der koeien het rampgebied Het raadsel van de 210 koeien die er by aankomst 211 bleken Den Bosch werd dit kalf geboren. De heer Th. Braam, was om de dieren te verzorgen wist er wel raad mee het kalf ook. Want het spreekt vanzelf dat introkken om eens persoonlijk te gaan zien wat er aan de hand was. De nieuwe eigenaars daarentegen waren weer in de hallen om hun aanstaand bezit te bewonderen en zich te verbazen over de hoge kwa liteit van wat er cadeau werd ge geven Het devies „van eigenaar tot eigenaar" is bewaarheid gewor den. Oude en nieuwe baas hebben elkaar gevonden en ik heb, héél eerlijk gezegd, wel ontdekt dat er naast de uiterlijke gevoelens van dankbaarheid heel wat innerlijke waren, die zich nog wel eens zullen uiten in een briefwisseling tussen Kampen en het land van Heusden en Altena. Ik zou eigenlijk nog veel méér moe ten vertellen. Want al weet ik, dat er meer dan vijftig auto's deelna men aan deze overdracht, ik geloof dat het aantal sprekers op die avond van de overdracht ook dicht in de buurt van dat getal komt. Ze heb ben allen goede en bovenal geméén- de dingen gezegd. Er is daar tus sen soep en dessert dóór veel dank baarheid geuit en ik moet me al raar vergissen als dit de laatste keer is dat „Kampen" en „Brabant" elkaar gezien hebben. En toen de laatste auto's weer op weg naar Kampen gingen, was het tegen middernacht. De hallen wa ren bijna verlaten, op enkele koeien waar ik twee maanden geleden met een tientons motorschuit je in de kop van een telefoonpaal bleef ha ken. Ze zeggen, dat een boer meer om zijn vee dan om zijn vrouw geeft. Ik weet dat niet zo precies, want ik heb het een noch het ander, maar als dat waar is, dan hebben de boe ren uit de stad Kampen en die uit de omgeving (het Kamper-eiland) een veer gelaten. Want die meer dan tweehonderd koeien, vaarzen, pinken en kalveren, dat paard, dat lam, die varkens en die haan met vijf kippen die ze daar bijeenge bracht hebben, werden zo maar weggegeven aan het rampgebied. En er waren, om dit veestapeltje te vervoeren, elf trailers nodig. U moet daar, voorzover U geen boer bent, niet gering over denken. Een koe kost tegen de duizend gulden, een pink zal 400, een kalf 150 gul den waard zijn. Een paard van een dikke vijftienhonderd gulden is ook niet mis en een fokstier zal het tot 800 gulden brengen. En de veer tienjarige Marius van den Heuvel heeft met zijn schaap dat hij af stond honderd gulden weggegeven, hetgeen voor een veer tienjarige heel wat is. Het eigenaardige van deze geschiedenis is, dat er in vrijwel geen enkele krant iets over te lezen is geweest en dat was misschien wel de bedoeling van de Kamper boeren. Want ze zijn daar nogal be scheiden in zulke din gen. Ze hebben, vlak na de ramp, een ver gadering uitgeschre ven. Nu bestaat het boerenleven tegen woordig uit vroeg op staan (vanwege de te melken koeien) en laat naar bed gaan (tenge volge van de admini stratieve rompslomp en de genoemde ver gaderingen). Het zou dus geen wonder ge weest zijn als die ver gadering weinig of geen belangstelling had gehad. Er werden X convo caties gezonden en er kwamen X boeren. Die X boeren waren het er over eens, dat er iets gedaan moest worden. Men wilde géld bijeen brengen. Ieder zou, naar draag kracht kunnen geven. Goed? Ja! Toen stond er iemand op, die zei: „Als we nou es allemaal een stuk véé gaven?" Stilte. „Niemand bezwaar?" Stilte. „Maar dan op één voorwaarde" zei iemand anders, „en die is, dat wij zélf dat vee gaan brengen. Geen commissies, geen omwegen. Direct van eigenaar naar eigenaar." Ik weet niet hoe lang het geduurd heeft eer alles in kannen en kruiken was, maar eenvoudig zal het niet geweest zijn. Een paar van de ini tiatiefnemers zijn zélf naar het rampgebied getrokken en hebben gezworven door Werkendam, Dus- sen, Zevenbergen, Almkerk, Hoge sn Lage Zwaluwe, Willemstad en Klundert. De boeren uit Kampen en omge ving hebben het er niet bij gelaten, vant op een gegeven ogenblik was ie zaak voor elkaar. De elf trailers net loeiende koeien en één hinni- cend paard, met de knorrende var- eens en kakelende kippen en het Dlatende schaap zijn toen wegge beden van de IJsselkade in Kam den. Maar ze gingen niet alleen. Sen autobus en 41 particuliere au- o's volgden zogezegd „op de voet".

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1954 | | pagina 3