mie» must
hui, jdhbstc u&ïfcuhfc
jöhahma
5ara aolüh
t£a zy mei is4&
tjvitifsul fcii'&n! l&ïiü
ft list in
e51
ki
toekomst
stei*e
Veel hoorde men vragen in deze
bange dagen: Waarom?' Ds. M.A.
Mieras zei zo vaak: 'Alle daaroms lig
gen boven.' Het leven ging verder.
Wie de begraafplaatsen bezoekt ziet
daar graven van de vele slachtoffers.
Ouderling Slager van de Oud Ge
reformeerde Gemeente te Stavenis-
se had voor de zondagavonddienst
op 25 januari een preek klaarliggen.
Hij voelde zich van Godswege ge
drongen om een andere preek te
lezen, namelijk een biddagpreek
van ds. B. Smijtegelt uit diens Keur
stoffen over Ps 119:120 'Het haar mijn
vleses is ten berge gerezen van voor
U, en ik heb gevreesd voor Uwe
oordelen.' Aan het eind van de
dienst deelde hij de gemeente mee
niet te weten waarom en waartoe hij
deze preek moest lezen, maar wel
voelde hij dat er iets vreselijk stond
te gebeuren. Moest ook daarom ds.
Visser spreken over: Nog veertig
dagen...? Enkele dagen na de ramp
vroeg de latere ds. J. Pannekoek
ons: Weetje nog waarover ds. Vis
ser gesproken heeft?' Velen kwamen
om in de golven, maar dit was niet
voor allen hetzelfde. Sommigen van
Gods kinderen verdronken. Een
steunpilaar in Gods kerk: Leendert
Potappel van Stavenisse. Zij
spoelden 'met één golfslag
in de haven der rust'. De
slotzang op 25 januari in de
Oud Gereformeerde Ge
meente van Stavenisse was een pre
diking: Psalm 119:60
Als schuim verwerpt Gij al de hoof onvroet,
Dies heb ik lief Uw gebod hooggeprezen,
En houde dat met een vrolijk gemoed.
Ik moet verschrikt en gans verslagen wezen
Als ik de oordelen, die Gij Heer doet
Bedenk; ik moet mij ontzetten mits dezen.
De schrijver van dit artikel heeft de
ramp van zeer nabij meegemaakt, en
ook eigen ervaringen weergegeven.
Geraadpleegde literatuur:
Gekwelde grond Schouwen en Duive-
land in Ramp en herstel.
G. Labrand fierikzee rampstad.
De/jerikzeesche Nieuwsbode 1953 -
De Spiegel, Chr.weekblad.
Kees Slager: De ramp in reconstructie.
Kees Slager.- Hier was eens Capelle.
A.JSmits: Levensbeschrijving en brieven
van L.J. Potappel.
Foto's:
- Gemeentearchief Schouwen-
Duiveland te Zierikzee,
- Privé-collectie van de schrijver.
Begraafplaats in Ouwerkerk. De ramp
slachtoffers liggen per familie of gezin
in vakken bijeen.
Graf van een nichtje van schrijver
dezes. Haar moeder en haar broers van
20, 18 en 16 jaar verdronken. Haar
moeder is nooit gevonden. Toen het huis
instortte, zag vader zijn dochtertje in
een ledikant wegdrijven. Haar lichaam
werd gevonden onder wrakhout. Vader
werd gered en stierfin 1988, maar is de
slag nooit te boven gekomen.
Er staat een huisje aan de dijk,
Waar 't water langs kwam stromen,
Maar dat niet door de grote ramp
Als offgr werd genomen.
De stormvloed beukte op de deur,
Op ramen en kozijnen,
De fundamenten bleven hecht,
Zo kon het niet verdwijnen.
Zij, die er woonden, zijn terug,
De schoonmaak gaat beginnen,
't Lijkt hopeloos door al die klei,
Toch trekken ze naar binnen.
Het leven roept, de tijd gaat voort,
De storm kwam tot bedaren,
En dankbaar zijn ze in hun hart,
Dat God hen toch wou sparen
In buurvrouws huisje blijft het stil,
Die zal er nooit meer wonen,
En buurman zal zich op zijn erf
Ook nimmer meer vertonen.
Daar greep de vloed met ruwe hand
In 't bezig mensenleven,
Hij nam twee offers met zich mee,
Om niet terug te geven.
Zij, die gespaard zijn, werken voort,
Hun kamertje wordt helder,
Al kabbelt ook het water i
Beneden A
komt
m de kelder.
nog
Weer
Vertrouwen
s avonds staat
h0°P, er komt weer
,n hun midden,
licht,
Kom' Wwrg;;n^:op-
M!'^"aLTsZt"hiWlt Zij" Stem'
kroes.