Rampenplan
bestond niet
Drees vond het niet nodig om op zondag 1 februari
het kabinet bij elkaar te roepen
Wederopbouw
22 PLUS MAGAZINE 02-2003
Rampenbestrijding in de 21ste
eeuw staat in schril contrast
met de aanpak van het waters
nooddrama in 1953. Mobiele te
lefoons bestonden nog niet en
omdat vrijwel alle communicatie
in het getroffen gebied was weg
gevallen, had niemand aanvanke
lijk ook maar enige notie van wat
er werkelijk aan de hand was.
Maar al had men dat wel gehad:
van rampenplannen was in die
tijd nog geen sprake. Minister
president Drees vond het zelfs
niet nodig om op zondag 1 fe
bruari het kabinet bijeen te roe
pen. In het kamerdebat van 10
februari stelde hij dat het zinloos
was geweest de hulpverlening
vanuit een centraal punt te diri
geren. De reddingspogingen
vonden vaak plaats op eigen ini
tiatief. Wel nam mr. C. Fock, se
cretaris-generaal van het ministe
rie van Algemene Zaken en de
rechterhand van Drees, in de
loop van zondag 1 februari het
initiatief om een aantal hoge
ambtenaren van Rijkswaterstaat,
Financiën, Binnenlandse Zaken
en Oorlog bij elkaar te roepen.
Zij kregen de opdracht per depar
tement een stuk te maken over
wat ze dachten te gaan doen.
De oorzaak van de ramp was niet
alleen de storm, maar ook het
slechte dijkonderhoud. Daar
heeft men lering uit getrokken.
Behalve dat de dijken verzwaard
werden en de Deltawerken be
gonnen, werden sindsdien altijd
stormwaarschuwingen doorgege
ven aan de verantwoordelijke
personen. Na het nieuwsbericht
werd vanaf die tijd ook gemeld
waar dijkbewaking noodzakelijk
was.
In november 1953
wordt bij Ouwerkerk
het laatste stroomgat
gedicht.
In september komen ook de andere
kinderen thuis en probeert het gezin
het 'gewone' leven weer op te pakken.
De ramp blijft wel lang nawerken,
vertelt Els. "Toen ik naar de mulo
ging, kregen we bijvoorbeeld maar hal
ve dagen les. Dat kwam doordat
we onvoldoende leerkrachten hadden:
weinig mensen durfden na de ramp
naar de eilanden toe."
Nog maandenlang staan gedeeltes van
Zeeland onder water; toch komt
waar mogelijk het leven in de getroffen
gebieden langzaam maar zeker op
gang. Dijken worden hersteld, de
grond valt weer droog. Veel akkerland
is onbruikbaar geworden door het
zoute water, maar met inzet van velen
lukt het om zomer 1953 de eerste
oogst binnen te halen. Besloten wordt
om meteen een herverkaveling door te
voeren, en met behulp van subsidies
worden boerenbedrijven opgebouwd
en gemechaniseerd. Zo nemen moder
ne tractoren het werk van de paarden
over. Toch willen veel inwoners van de
herstelwerkzaamheden
van de Telefoondienst
in Zierikzee.