Soest deed veel voor de
watersnood-slachtoffers
voor niet het Rijk in feite te gaan adopteren. Het
geven van mankracht is een prachtige mogelijk
heid tot hulpverlening. Dit eist geen extra uitga
ven en kan uitstekend helpen. De rekening van
het gepresteerde kan aan de gemeente Ooster-
land worden aangeboden. Deze kan dan een
groot gedeelte weer bij het Rijk declareren, aldus
spreker.
Burgemeester Laurense deelt mee dat 120 hui
zen verwoest zijn en 83 woningen zwaar bescha
digd. Nodig zijn 125 noodwoningen (directie
keten en dergelijke) - toegezegd zijn 25 stuks.
Als centraal punt voor de onderlinge actie wordt
de gemeente Soest aangewezen.
Maandagavond 29 juni 1953 bezoekt burge
meester Laurense van Oosterland een bijeen
komst van geëvacueerden en medewerkers van
het Soester evacuatie-bureau die gehouden
wordt in het St.Joseph gebouw aan de
Steenhoffstraat. Er wordt een film vertoond die
de verwoestingen in Oosterland in beeld
brengt. Burgemeester Laurense, die de film van
commentaar voorziet, roept de aanwezigen op
om, als aan het einde van de zomer de gemeente
droog zal vallen, en de grote schoonmaak een
aanvang neemt, hetzelfde enthousiasme aan de
dag te leggen als in de voorbije maanden.
In de Soester Courant van 22 september 1953
wordt de Soester burgerij opgeroepen om "in
het kader van de adoptieregeling, hulp te verle
nen bij het schoonmaken en bewoonbaar
maken van de huizen in Oosterland en Sirjans-
land". Er blijken zich slechts twee vrijwilligers
aan te melden - de krant noemt het "een pover
resultaat na het enthousiasme van de eerste
dagen".
Op 16 oktober 1953 verschijnt opnieuw een
oproep in de krant, want er blijkt voor de inmid
dels terugkerende Oosterlanders "dringend
behoefte te bestaan aan recreatiemateriaal, zoals
een tafeltennistafel, tafeltennisspelen, voetbal
spelen, een gebruikt tafelbiljart of kamerbiljart".
Ook deze oproep - die ons veel te hoog gegrepen
lijkt in een tijd waarin maar weinig mensen zich
dergelijke luxe artikelen kunnen veroorloven -
geeft nauwelijks resultaat. Enkele burgers staan
een gezelschapsspel - mogelijk "Mens erger je
niet" - af voor de behoeftige Oosterlanders.
Eind oktober 1953 vertrekt een ploegje werklie
den van de dienst gemeentewerken onder lei
ding van technisch ambtenaar Th. A. Kok naar
Oosterland voor het schoonmaken van de open
bare gebouwen. De heer Kok zal zich tevens
bezig gaan houden met de herstelplannen voor
het raadhuis.
"Wat deed Soest voor de geadopteerde gemeen
te Oosterland? kopt de Soester Courant op 29
januari 1954 in de zoveelste poging om de Soes
ter bevolking die naar het oordeel van de krant
- "in hun enthousiasme voor het getroffen
gebied zeer verkoeld was" op te warmenWeder-
om wordt om pingpongtafels en biljarts
gevraagd. Maar nu wordt ook wat kleinschaliger
ingezet: "Wat een mogelijkheid ligt er niet in
een plan om de huizen van de inwoners van
Oosterland en Sirjansland op te fleuren met
planten" - zo probeert de krant. "Alle bomen
zijn dood en in de tuinen leeft geen enkele plant
meer. Zouden wij hier niet de helpende hand
kunnen bieden? Is het niet slechts een kwestie
van aanpakken?".
De krant geeft vervolgens een opsomming wat
Soest - met name is dat de gemeente - tot dan in
materieel opzicht voor de gemeente Oosterland
had gedaan. Het leveren - samen met de andere
drie adoptant-gemeenten Baarn, Eemnes en
Rijssen - van een houten nood-secretarie in de
(deels niet ondergelopen) buurgemeente Brui-
nisse. Met de benodigde kasten, bureaus en stoe
len, zodat de Oosterlandse ambtenaren lekker
kunnen zitten en werken. En voor het veilig
juni 2003
17