't Komt er maar op nau, het rechte oogenblik te kie
zen en daarom moet men steeds op de wacht zijn
en de oogen goed open zetten. Want of men de ha-
reu al uit hef hoofd trekt als het te laat isof de
heele wereld de schuld geven wil van eigen verzuim dat
maakt slechts kale v hoofden en scheeve gezichten.
Even als het ijzer gesmeed moet worden terwijl het
heet is, zoo moet ook de gelegenheid gobruikt als
dis daar is, want wat eens voorbij is, is niet altijd
zoo beleefd om nog eens terug te komen.
'tZou dan ook geen kwaad kunnen, van tijd tot
tijd de lijst eens op te maken van alles, wat ten on
rechte ongebruikt bleef. Zal u niet mede vallen
maar gij kunt er winst mee doen.
HUfKLA» 1).
De heeren Willem Smit en Co., te Slikkereer, zul-
FEÜILLETON.
IN EIGEN STRIK GEVANGEN.
Novelle naar Gcvstacker.
12.
Hot was omstreeks tien uren 's morgens toen Klara
bij den professor kwam. Zij had, zoo als zij zeide,
hier hare handschoenen vergetenof zij moest ze onder
weg hebben verloren, en kwam er eens naar vragen. De
handschoenen waren niet te vindenmaar zij bleef nog
eenigen tijd bij hare vriendinnen en wandelde met ben
in den tuin.
Eindelijk nam KlaraElisabeth onder den arm, en de
heide jonge meisjes wandelden langzaam in de breede la
nen van den tuin op en neder.
„Zeg eensLilyvroeg eindelijk Klara, „wat ik zeg
gen wilde hebt gij mijnheer Berger reeds vroeger ge
kend
„Neen, kindlief," antwoordde deze, terwijl zij zachtjes
het hoofd schudde. Zij zag daarbij nadenkend voor zich.
„Maar gij hebt immers gisteren avond gezinspeeld op
eene ontmoeting te Hosburg."
„Ik moet mij vergist hebbenzeide Elisabethhet
was slechts in het voorbijgaan op de wandeling, maar ik
zou op de gelijkenis gezworen hebbenCato, die toen bij
mij was en die ik er gisterenavond opmerkzaamopmaak
te, wilde er niets van weten, of zeide ten minste, dat zij
zich dien persoon in het geheel niet meer herinnerde.
Maar waarom vraagt gij datIClaartje?"
Klara zweeghare gedachten waren ergens anders
toch moest zij de vraag gehoord hebben, want na eenigen
tijd antwoordde zij„Ik weet het zelve niet, Lily maar
gisteren eu ik moet mij zeker ook vergist hebben
kwam het mij bijna vooralsof Berger bij uwe woorden
ontstelde. Weos zoo goeden vertel mij uwe ontmoe
ting met dien anderdie zoo veel op hem geleek."
Elisabeth zeide lachende„zij n ongeluk van gisteren
deed mij er aan denken, want dien heer was juist het
zelfde ongeluk overkomenen nu verhaalde zij in korte
woorden hare ontmoeting van dien dag op de wandeling
te Hosburg, maar deze was te vluchtig geweest, om eene
herkenning van den persoon met zekerheid te kunnen
staande houden. „Maar nu," voegdezij er met nadruk
bjj„moet ik u bekennen dat het ook op mij gisteren
avond, doch slechts voor een oogenblik, den in
druk maakte, alsof hij verschrikt over miju antwoord
was. Doch hoe zou dat mogelijk zijn, er moet zeker hier
eene vergissing plaats hebben. Wie weet, waaraan hij
juist op dat oogenblik dacht, dat toevallig in sommige
opzichten met mijne woorden overeenkwam. Maar zeg
mij eens, Klaartje," vervolgde zij deelnemend, „is het
waardat gij met den heer Berger verloofd zijt
„Ja," fluisterde Klara zacht.
„Gij zegt dat „ja" zoo bedroefd," sprak Elisabeth,
„zijt gij niet gelukkigmijn lieveling
„Wel zeker, Lily," zeide Klara, „wel zeker, ben ik
het Berger is een zeer verstandig, knap mensch, en
en het is immers mijn vrije keus
Elisabeth zweegzjj gevoelde dat het hier niet alles
waszoo als het zijn moestmaar zij was bescheiden ge
noeg om zich niet in het vertrouwen barer vriendin te
len vermoedelijk alle booten der maatschappij Zeeland
van eleetrisch licht te voorzien krijgen. Althans de
eerste proef daartoe met twee booglampen en 80 gloei
lampen, genomen aan boord der Prinses Marie, heeft
uitnemend voldaan. Men zal zich herinneren, dat we
in zeer guustigeu zin bericht konden geven van de door
diezelfde heeren geleverde verlichting aan boord der
Mei-wede I van de firma Fop Smit en Co. (R. N.)
BUITEN LAN
De hevige cyclonen of kriugstormen die Vrijdag
in de Vereenigde Staten woedden en in uitgestrekte
districten van WisconsinMinnesotaIllinois en Mis
souri groote schade aanrichttenhebben in het geheel
83 personen gedood eu 340 gewond.
Alleen te Itacini, in Wisconsin, kwamen 25 ruen-
dringen, wanneer haar dil niet van zelve werd aangeboden.
Elisabeth verbrak het eerst de stilte. „De professor
heeft er van morgen over gesprokenzeide zijdat hij
donderdag avond weder eene kleine partij bij zich wil
noodigenhi] heeft zich gisteren avond uitstekend goed
geamuseerd. Mijnheer Berger is ook zeer lief bij zulke ge
legenheden."
„Ferdinand is van morgen vortrokkeuzeide Klara
zacht.
„Ferdinand
„Berger, meen ik."
„Mijnheer Berger vertrokken? zoo spoedig?" riep Eli
sabeth verbaasd.
„Jahij wilde gaarne nog langer blijven maar gis
teren avond toen hij te huis kwam, vond hij een brief van
zijnen zaakwaarnemerdie hem onmiddelijk terugriep
om verschillende dingen op zijn landgoed te regelen.
Voor omstreeks een uur was hij nog hij ons, maar met de
boot van tienen is hij vertrokken."
„Dat spijt mij waarlijk," zeide Elisabeth, „en den
professor vooral zal het leed doen."
„Mogelijk is hij al tegen dien tijd terugzeide Klara
„hij heeft mijn vader beloofdzijn verblijf op het landgoed
zoo kort mogelijk te maken. Men reist tegenwoordig
zoo snel."
„Hij heeft dit aan uwen vader beloofdhernam Eli
sabeth „dat had hij eigenlijk u moeten beloven."
Weder speelde er een smartelijke trek om Ivlara's lip
pen en Elisabeth voelde hoe zij haren arm krampachtig
drukte.
„Klara," sprak zij, eensklaps door haar gevoel over
meesterd „gij zijt niet gelukkigten minste niet zoo
gelukkig als eene bruid zijn moet. Gij kent mij nog
zoo weinigmaar als gij in mijn hart kondet lezen."
„Ik weet niet hoe 't komt," hernam het jonge meisje,
„ik heb u eerst gisteren leeren kennenmaar 't is alsof
wij zusters waren, die lange, lange jaren van elkander
gescheiden waren geweesten nu eerst weder bijeen kwa
men om elkander alles toe te vertrouwen. Aan dit gevoel
kan ik geen weerstand biedengij zult alles weten on
raad mij dan zoo gij kuntzoo nietdan heb ik ten min
ste den troost iemand gevonden te hebben die met mij
gevoelt, die mij begrijpt en lief heeft."
„En uw bruidegom dan
„Dat is het juist," zuchtte Klara, wat mij zoo zwaar
op het hart drukt, ik weet nietof hij mij bemint."
„Dwaas meisje," zeide Elisabeth op vriendelijken
toon„geeft hij u dan niet zijne liefde bekend en om uwe
wederliefde gevraagd
„Ja, maar niet, zoo als ik mij vroeger in mijne ge
dachten zulk een heilig oogenblik had voorgesteld.
Versta mij wel." vervolgde zij schielijk, toen zij den
glimlach om Elisabeth's lippen bespeurde„ik ben geen
droomerige dweepster, die bovenaardsche woorden en
gevoelens verlangt en zich teleurgesteld gevoeltals het
leven zich voor haar in zijne koude werkelijkheid ver
toont ik begeer alleen hartelijkheid en gevoelhoe
zoet en lief zijne woorden klonken met welk eene war
me welsprekendheid hij mij ook de bekentenis zijnor liefde
toefluisterde, mijn eigen hart bleef koud en ongovoelig."
Wordt vervolgd.)