wordt het door velen afgekeurd. Het gevolg daarvan
ie, dat zoovelen, die geen goed en dogelijk spel ge
leerd hebben, zich aan slechte en vaak zedebedervende
spelen overgeven. Wij willen er wel geen examen
in laten afleggenmaar meenen, dat het verznim om
eene goede wending aan de lust tot spel te geven
een gebrek in de opvoeding is. In verband daarmede
zouden wij willendat niet de onderdanen een schaak-
hord aan den Koning mochten geven, maar dat de
Koning zorgdedat zijne onderdanen gemakkelijk
aan een schaakbord konden komenen als de Stroe-
beekers daarbij het noodige onderricht konden krijgen.
Een bijgeloofdat nog zoo kwaad niet is. Als een
staaltje van Arabisch bijgeloof wordt uit Kaïro het
volgende voorval gemeld. Onlangs kwamen verscheidene
Arabieren hij hun Mufi (priester), met de vraag,
waarom de sterfte Cholera onder de Muzelmannen
zooveel grooter was dan onder de Christenenterwijl
Allah de zijnen toch meer beschermen moest dan de
ongeloovigen.
De Mufti verzocht een dag bedenktijden toen de
vragers terugkwamenverhaalde bij hun hoe een en
gel hem had medegedeeld, dat er een muur in het
Paradijs was ingestort, en dat de gestorven Muzel
mannen noodig Waren om dien te herstellen. Dit ant
woord vond bij de meesten geloof, en enkelen waren
alleen troosteloosdat zij niet tot dat werk geroepen
waren. Br zijn zelfs zeer ontwikkelde Arabieren, die
in allen ernst aan dergelijke praatjes geloof slaan.
Wij beklagen de Muzelmannendie zich op die
wijze laten heet nemen, maar het mag wel opge
merkt worden, dat waarschijnlijk de Christenen het
zouden hebben moeten misgelden, als de priester
niet dit verzinseltje had bedacht. En die trooste-
loozen zullen zich wel eindelijk in hun lot geschikt
hebben.
Sedert eenigen tijd bestaat te Erwin, in den
Amerikaanschen Staat Illinois, een godsdienstige sekte,
de Pilgrimsdie in het geheim de veelwijverij moeten
toelaten, en deswege door de overige inwoners der
plaats algemeen gehaat wordt.
In Juli 11. werd een hulpgebouw voor hunne gods
dienstoefeningen door het volk vernielden thans heeft
men hunne nieuwe kerkden dag nadat zij voltooid
was, door kruit in de lucht laten springen. Depries-
FEÜILLETON.
7.) VEROORDEELD,
Eene Andalusisehe Vertelling door Stot-Tai.
Nu mengde zich een ander passagier in 't gesprek,
een geleerde uit het noorden, waarschijnlijk een En-
gelschmanwellicht ook wel een Nederlander of Duit-
scher. Hij was een van die mannen, welke alles weten,
slechts zelden spreken, steeds een zeer deftig en ern
stig gezicht vertoonenen zich voor niets ter wereld
zouden durven veroorloven van de strenge regelen der
etiquette of van de aangenomen vormen af te wijken.
Daar hij alles kendesprak hij ook alle mogelijke
talenen drukte zich dan ook zeer vloeiend in 't
Spaansch uitdit laatste baarde minder bevreemding
wijl'hij vroeger reeds gezegd had, dat hij zich voor
achttien jaren te Madrid gevestigd had. „Het verheugt
mij te vernemendat alle aanwezige heerenmet uit
zondering van u, mijnheer;" zoo begon hij, terwijl
hij eene zeer ceremonieuse buiging voor den officier
maakte, „dat gij allen voor de afschaffing der dood
straf zijt. Dit is ook mijne overtuigingeene gegronde
eene onwrikbare overtuiging: zij steunt echter niet
op een van de door u opgegeven grondenwelke alle
slechts als nevenzaak moeten beschouwd wordenmaar
op den fundamentaleu bewijsgrond, die is: „De maat
schappij heeft niet het reeht iets te ontnemenwat
zij zelve niet geven kan. De maatschappij kan geen
mensch het leven schenkenen heeft a priori goens-
zius hot recht een mensch het leven te ontnemen."
ter, die gewoonlijk in de kerk sliep, was toevallig
afwezig, en menschenlevens gingen niet verloren.
Door wie de ruwe daad gepleegd werd is nog- on
bekend. Er heerscht te Erwin een opgewonden stem
ming.
Toenemende vijandschap tusschen de winkeliers
en Jan Crediet. De winkeliers en leveranciers van
St. Petersburg zijn voortdurend er op uit niet meer
zulke omvangrijke credieten te verleenen als vroeger.
En dat is zeer goed te verklaren.
De Nowoje Wremja tochdie zijn lezers een kijkje
geeft achter de schermen van de groote wereld der
Russische hoofdstadverhaalt o. a., dat in de hoeken
van een hekenden militairen kleermaker op den naam
van verscheidene aanzienlijke klanten nog onbetaalde
posten staan ten bedrage van ruim 100,000 roebel.
En bij een restaurateur staat een bedrag van 215,000
open op rekeningen van groote namen, als een be
wijs der verarming van den Russchen adel.
Als de menschen van Russen hooren, dan denken
zij dikwijls alleen aan de schuldbrieven van dat rijkdie
nog altijd gewild zijn bij de mannen van kapitaal en dan
donken ze misschien ookdat in Rusland allen Russisch
rijk zijn en dat men hen daarom kan benijden. Boven
staand bericht leert dat anders en doet ons zien, dat daar
te lande alles wat blinktook al geen goud is. Met
den militairen kleedermaker hebben wij medelijden,
evenals met de militairen, die hem niet betalen, want
militairen moeten zich kleedenen weer nieuwe klee-
ren laten makenzooals hun dat bevolen wordt,
zonder dat er gevraagd wordt of zij die betalen kunnen.
De hoogere machten zijn op dat gebied dikwijls schuld
van de schuldenmakerij door hare onderhoorigen.
Maar die restaurateurs hadden wijzer moeten zijn en
niet zooveel crediet verleenen. Als de Russische adel
verarmtdan moet ze zich ook maar met een een-
voudigeu maaltijd vergenoegen, inplaats van lekker
te gaan eten en niet te betalen. En als de Russische
restaurateurs het kaal worden van den adel zien,
dan zijn ze wel dwaasals ze zich kaal laten sche
ren door hendie zelf geen haar hebben.
allerlei!
Een dominé die geen raad met zijn peren weet.
Als een bijzonderheid kan worden berichtdat er
van een boom, staande in den tuin van de pastorie
Ziedaar waarom ik een beslist tegenstander van de
doodstraf ben. Indien wij echter tot 't praetisch ge
bied willen afdalendan moet ik bekennendat er
gevallen zijndat ik voor de doodstraf zou stemmen.
Zooals b. v. in het onderhavige gevalals er eene
buitengewoon groote misdaad is gepleegd. Een man
die in koelen bloede drie vrouwen vermoordt.
„Slechts twee heeft José er vermoordviel hem de
Sargento der Guardi civil in de rede, „de derde is
weder hersteld, en koelbloedig kan hij ook niet ge
weest zijnhij is stellig op dat oogenblik waanzinnig
geweest." „Hij wilde ze alle drie vermoorden,"
ging degeleerde ongestoord voort, „dat de derde weer
herstelde, was noch zijne schuld, noch zijn wensch
hij heeft haar den dolk even zoo goed en even diep
in de borst gestooten als zijnen beiden andereu slacht
offers. Wat echter de theorie omtrent den oogenblikke-
lijken waanzin betreft, deze kan onmogelijk staande
gehouden worden; want waartoe zoude deze leiden?
Dat alle moordenaars zouden beweren, dat zij voor
hunne daden niet aansprakelijk zijndat hun de moord
niet als misdaad kan toegerekend worden, en, in
plaats van galgen en tuchthuizen zouden er enkel
huizen voor krankzinnigen ca ziekenoppassers noodig
zijn." „Deze zienswijze ware misschien zoo slecht
nog nietzei ganseh bedaard een meer bejaard heer
die zich op een der gebourreerde banken een gemak
kelijk hoekje had uitgezocht, „misschien komt er nog
een tijddat men in ieder misdadiger slechts een zieke
ziet."
Wordt vervolgd.)