No. 72.
Zaterdag 8 December 1883. 6C Jaargang.
LEELIJK GENOEGEN.
Dit blad verachijnt iederexi Woensdag ea
Zaterdag.
De prijs per halfjaar f 0.50, franco per poat f 0,90,
waarover per halfjaarlijksche kwitantie
wordt beschikt.
Afeonderlijke nominers zijn a 1 cent verkrijgbaar.
ADVERTENTIEN voor Dinsdag
en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij den
uitgever J. A. ROSS, Goes.
Oplaag 1500 Exemplaren.
Dienstaanbiedingen en
Dienstaanvragen worden geplaatst tegen 5 cent
en Adverlentiën tegen 6 cent per regel.
Groote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der-
zeifde advertentie wordt de prijs slechts twee
maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen.
Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet meer dan aebt regels beslaande, voor den geringen prijs van 25 cents.
V.
Breda
Priusenhsgt
Liesbosch
Etten-Leur
Hoeven
Scppe
Roosendaal y'
Wouw
Bergen op Zoom
Woensdrccht
Rilland-Bath
Kxabbendijke
Krnininge
Vlake_
Bie3elinge
Goes
's-Heer Arendsk.
ArnemniJeu
Middelburg
Staatsspoor Vlissing-en Breda.
Van Breda naar Ylissingen. (1 November 1883.)
,30
,36
6.42
6,49
6,56
7, 6
7,15
7,
7,40
7,49
7,58
8,11
8,17
8,27
8,33
8.43
8,52
9,—
9,13
9,21
9,30
9, 8
9,14
9,20
9,27
9,34
9,44
9,53
10,15
10,40
10,51
11, 1
11.13
11.36
11,45
11,50
12* 3
12,11
12*28
12.37
2,10 2,40
11,18
11,25
11.41
11,53
12, 3
12,14
12,23
12,36
12.42
12,52
12,57
1, 8
1,17
1,25
1,40
1,50
2,
2,21
2,31
2,51
2,58
3,10
3,27
3,:
3,53
4,-
4,15
4,21
4,32
4,43
4,53
5, 9
5,20
6,31
7,20
7,38
8,20
8,50
8,16
8,40
8,44
9,52
10*-
7,10
7,16
7,22
7,29
7,36
7,46
7,55
8,52
9, 2
9,12
9,21
9,34
9,40
9,50
9,55
10, 2
10,10
20.18
10,31
10,SS
10,4S
Vliss.
(hav.)V.
(stad.)
Middelburg
Arnemuiden
's-Heer Arendsk.
Goes
Bieselingc
Vlake
Kruininge
Krabbendijke
Rilland-Bath
Woensdrecht
Bergen op Zoom
Wouw
Roosendaal
Scppe
Hoeven
Ettcn-Lcur
Liesbosch
Prinsenhage
Breda
A.
',50
Winterdienst.
Yan Ylissingen naar Breda.
7,20
6,50
7,—
7,23
7,35
8,47
9,11
7,29
8,40;
9,30
9,40
9,47
10,—
10, 9
10,17
10,24
10,29
10,39
10,45
10,58
11, 9
11,21
11,31
9,15111.43
9,25
9,31
9,42
9,49
9,55
10,—
11,51
12, 9
12,21
2,10
2,21
2,28
2,41
2,50
2,58
3, 5
3.10
,20
,26
,39
,50
4, 2
4,12
4,17
4,37
4,44
4,53
5,10
5,10
5,25
5.33
5,49
6,—
6.13
6,21
6,27
6,38
6,45
7,-
7.14
7.:
7,:
9,12
9,18
7,20
7,32
7,39
7,54
8, S
8,16
8,28
8,28
8,38
8,44
9, 8
9,15
9,26
9,86
9,48
10, 8
H
io"so
Ik heb eens hooren vertellen van een jongen, die
zijns vaders buis in brand stak en toen met groot
welgevallen daar naar stond te kijkenzeggende
„dat vuurtje heb ik gestookt."
Zouden er zulke jongens zijn?
Gelukkig ken ik er op het oogenblik geenmaar
wel weet ikdat er groote mensehen zijndieals
ze een of ander kwaad gebrouwen hebbenhet meest
genieten als ze ziendat bet goed aangekomen is.
Zeg nu niet, dat de muts mij heden verkeerd staat
en dat ik nn eens te velde trek tegen ietsdat
hoogst zelden gezien wordt. Al neemt ge het mij
nog zoo kwalijk, ik houd vol, dat ze er zijn, en wel
meer dan eendie slechte dingen doenom eens plei-
zier te hebben en zeer zeker eene heele menigtedie
nooit vroolijker is, dan wanneor ze anderen zien
treuren.
'tSpijt mij wel, maar ik moet er bijvoegen, dat
er ook een heele hoop isdie zieh vermaken met
een en ander, dat niemand mooi vinden kan.
Als ge mij soms niet gelooftdenkt dan eens aan
vriend Hapschrans, dio de winsten van zijn buurman voor
zieh zoekt te verkrijgen en zieh in de handen wrijft,
als er weder een zieltje gewonnen is. Denkt aan
Haberniks, die met het grootste genoegen ziet, dat
er hier en daar zijn, die even weinig en misschien
nog minder hebben dan hij. Denkt aan lvlapgraag
die niets pleizieriger vindt, dan het kwaad of de zwak
heden van anderen te vertellen. Denkt aan Brom-
kousdie zijne gelukkigste oogeuhlikken beleeftals
hij zijn gal over. de gebreken der menschkeid kan
uitstorten. Denkt ook aan Hyponcrietdie zich in
wellusten baadtals hij onbeteugeld botviert aan harts
tochten, die hij bij anderen verkeerd noemt, of aan
Doordraaier, die de meeste pret heeft, als hij vol
kan doen aan zijn booze lasten.
Iemand heeft gezegd; „het leeljjkste genoegen is:
genoegen in het leelijke."
Men zon zoo zeggen, dat komt niet voor en loeb
de dagelijksche ervaring bewijst, dat de zin voor het
seboone nog zoo weinig ontwikkeld is, dat velen in
het leelijke behagen scheppen.
Het leelijkste is, dat zij het niet weten willen en
dikwijls den schijn aannemen van o zooveel met al
les wat schoon isop te hebben.
Doch als men zich met slechte dingen vermaakt
dan komt de aap altijd vroeg of laat uit denmonw.
't Is soms maar een enkel woord of een trek op het
gelaatdie u doet zienwat er omgaat bij hemdie
zijn gebrek voor u tracht te verbergen, en daar men
aan alles gewentook aan het doen van leelijke din
gen, is hetgeen wonder, dat het eindelijk zoo wat
eene tweede natuur wordt.
Da Duitsehers hebben een woorddat wij wel
omschrijven, maar in onze taal niet zoo l^ort weder
geven kunnen. Zij spreken van Schadenfreude en al
verstaan niet alle onze lezers de Duitsehe taalzij
begrijpen toch wel wat dit woord zeggen wil. 't Is
zoowat hetzelfde wat wij door leelijk genoegen wil
den uitdrukken; vreugde, behagen scheppen, in
datgene, wat zooal niet leelijk, dan toch eer een oor
zaak van droefheid dan van blijdschap is.
Het moeten al heel bijzondere menschen zijn, die
nimmer daarin genoegen vonden, al is het dan niet
in den eigenlijken zin dat men zieh in eens anders leed
verblijden zou.
Als Kijstebol de klanten van zijn buurman in
zijn winkel ziet komendan kan bij zoo vriendelijk
lachen, wanneer hij dien buurman aan de deur ziet
staan, uitkijkende of er niemand komt. Als Tobbert
zietdat een ander niet gedaan kan krijgen wat bij
zelfs vergeefs beproefde, dan vindt hij het. eigenlijk
wel aardig, die tobberij te zien. Als Zwaarhoofd be
merkt dat anderen nevens hem belasterd worden
dan kan hij zoo smakelijk zeggen„ik ben toeb de
eenige niet." En zoo zouden wij er nog heel wat noe
men kunnendiezonder ziehzelven daarop te be
trappen, in bet leelijke een zeker genoegen hebben.
En wie zal dan ontkennen, dat dit een leelijk ge
noegen is. Al bewijst het nog nietdat er juist zulke
gedachten in hoofd en hart omgaanhet is toch wel
de weg, om minder afkeer van het leelijke te krijgen.
En waar deze ontbreektdaar staat de deur open
waar door alles kan binnenkomenwat wij nu maar
niet bij name zullen noemen.
liet kan daarom geen kwaaddat men zich zoo
nu en dan eens rekenschap geeft van de lusten en