Zaterdag 9 October 1886. 9e Jaargang. l)it blad verschijnt iederen Woensdag en Zaterdag. De prijs per halfjaar f 0.50, franco per post f 0,90, waarover per halfjaarlijksche kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nommers zijn a 1 cent verkrijgbaar. Dienstaanvragen worden geplaatst tegen 5 cent en Advertentiën tegen 6 cent per regel Groote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend, uitgezonderd PienBtaanvragen Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cents. ADVERTENTIEN voor Dinsdag en Vrijdagmiddag 12 nnr te bezorgen bij den uitgever J. A. ROSS, Goes. Oplaag 1500 Exemplaren. VERVALSCIIIVO. Een woord dat voor alle ooren iets leelijks aan wijst; leelijks omdat vervalsching op elk gebied wordt waargenomenomdat velen er zich aan schuldig ma ken, van wie men dat niet wachten zon; omdat dik wijls groote schade daardoor wordt aangebracht en eindelijk omdat niet weinigen zich daardoor laten beetnemen. Onze winkeliers mogen het ons ten goede houden dat wij zoo stout spreken. Velen kunnen het weinig helpen, omdat zij zelve bedrogen worden en die zich aan vervalschiug schuldig maken bekennen met hun boos gezicht of hun onvriendelijk woorddat zij wer kelijk schuldig zijn. In zekeren zin moet men de vindingrijkheid van de vervalsehers bewonderen. Men maakt oudhedeu nazóódat zelfs de kenners er door misleid worden. Men vermengt eetwaren en dranken met zooveel kunst, dat de ingewijden zelfs er niets vau bemer ken, voordat bijv. een meelbezinksel in uwe thee of koffie de vermenging van de suiker aanwijst of een scheikundig onderzoek aantoont, wat er al in het brood gevonden wordt, behalve het tarwemeel. Wij zouden durven beweren, dat er bijna geen artikel van verbruik gevonden wordtwaarbij niet beproefd wordt dat te vervalschen. Het is eene soort industrie ge worden, om natemaken, natebootsen, onder den vorm van bet echte het valsche te bereiden. Er wordt wel eens om gelachendat er onderwijs in warenkennis gegeven wordtmaar als men vau de vele en velerlei vervalschiugen hoort en vooral van die welke kun stig en voor het oog bedrieglijk plaats hebben, dan is het waarlijk zoo dwaas niet, als men het publiek in staat wil stellen het echte van het onechte te kun nen onderscheiden. Zooveel is zekerdat men in on zen tijd, bij alles wat men koopt goed toezien moet, evenals men bij alles wat men hoort, dat door an deren gezegd of gedaan zou zijnwel goed onderzoekeu mag of de verbalet wel getrouw weergeeft, wat hij, zoo het heet, zag of hoorde. Die voorzichtigheid komt nog te meer te pas, om dat men vaak door hen beetgenomen wordtvan wie men dat het minst zon verwachten. Sommigen hou den de wereld van onzen tijd voor heel boos en als men op de groote wereld der verkoopers let, dan is men geneigd te gelooven, dat zij gelijk hebben. Wij kunnen niet aannemen, dat zij, die ons bedriegen, altijd zelve bedrogen zijn, want dan zouden ze al zeer weinig verstand van hun vak moeten hebben. De vervalsehers hebben hunne handlangersdie maar al te gewillig zijn, om de slechte praetijk in de hand te werken. Het wordt dan verontschuldigd met te wijzen op de groote cureurreutie eu de daaruit voort vloeiende noodzakelijkheidom goedkoop te verkoopen wat men dan door vervalsching bereiken wil. De eerzame melkboeren en onze nauwgezette boterboerinuen kuu- neu zich echter maar moelijk achter dit argument verschuilen en het moet wel bevreemden dat in eeneu tijdwaarin zoo algemeen op zuiverheid van alle stof felijke en geestelijke zaken wordt aangedrongenmen zich zoo gemaklijk leentom in het eene alleen wat waar en echt is te erkennendie het zoogenaamd onzuivere voortplantendaarover hard te vallen en te gelijk in andere opzichten voor geene vervalsching terug te deinzen. Sommigen hebben een vreemd o 1 althans een zeer beperkt begrip van eerlijkheid en schijuen niet te begrijpendat de leer van ieder het zijne te geven in de eerste plaats eischt, dat men geeft wat gevraagd wordt en den kooper het zijne niet onthoudtdoor hem slechts voor een deel dat te geven. Het behoeft wel niet gezegddat winstbejag de groote drijfveer isdie tot eene werkelijk misdadige handeling brengten het is zeker in aller belang dat ons nieuwe strafwetboek daartegen zoekt te wa ken. De vervalsching toch heeft meermalen plaats door vermenging van het goede met schadelijke be- standdeelendoor de koopers te misleiden met een bedrieglijken schijn. Het is niet te zeggen hoevelen daarvan reeds de slachtoffers geworden zijndie of in hunne beurs scbade leden, öf, wat erger nog is, hunne gezondheid ondermijnd zagenja zelfs het le ven daardoor verloren. Men speculeert op de licht- geloovigheidop de domheidop de dwaze liefheb berijen, op de nieuwigheidszuchtop de ijdelheid van het publiek en bekommert er zich niet omhoe enkele guldens met vervalsching gewonnen bezoedeld zijn met de teleurstelling, het verdriet, dikwijls met het ongeluk van anderen. Met groote onbeschaamd heid zelfs wordt de loftrompet opgestoken over het bedriegelijk schoondat het vervalschte te zien geeft over de goede eigenschappendie er moesten zijn maar werkelijk niet gevonden worden. Het vóór alles en in alles waar zijnligt niet in het karakter van onzen tijd, naar het schijnt. En waar men, zoo zonder blozen vau dien regel afwijkt, is het wel geen wonder, dat men het ook in den omgang zoo nauw niet neemt. Wie zijne medemenschen vergif te eten of te drinken kan geven wie hen om eigen voordeel op allerlei wijze bedriegt, vindt er ook geen bezwaar in om iets ten laste leggendat geen grond heeft en alzoo het levensgeluk en genot van anderen te ver storen. Maar wat de schuldige wiustbejagers niet be denken is, dat het op den duur geen voordeel is zich aan dergelijke praetijken over te geven. Er zijn toch nog oolijkerts genoeg, die de kuustjes doorzien eu bekend maken en de vervalscker, die voor een tijd misschien goede zaken deed, komt alras tot de ervaring, dat men hem ontwijkt eu als het dan niet anders kan liever wat meer voor het echte geeft, dan iets te winnen, dat in den grond der zaak verlies is. De ouden hadden en" spreekwoord, datzeide: „de wereld wil bedrogen worden, ga du» uw gang maar." Er is in onze dagen dikwijls aanleiding om daaraan te denken, want- onbegrijpelijk is het, dat de groote menigte met open oogen zich foppen laat en dat zelfs de onaangenaamste ervaringen de menschen nog niet bedachtzaam maken. Met hen kan men geen mede lijden hebben, al jammeren ze ook nog zoo, dat ze bedrogen werden. Laat het in sommige gevallen moei lijk zijn het valsche van het ware te onderscheiden niet altijd is dat het geval eu dwaas en verkeerd is het zekerwanneer meu bijvoorbeeld klandisie blijft gunnen aan degenen, die men weet, dat het zoo nauw niet nemen; als men het kwaad in de hand werkt, waarover men op anderen tjjd steen en been klaagt. Maar hoe onnoozel velen zijnhoe ook velen zich willend eu wetend laten bedriegen, dat verschoont hen nietdie daarop speculeerenzij kunnen slechts zich vroolijk maken over de door hen bedrogenen. En dezen, zij benadeelen zichzelven ondanks allen goeden raad. Honderden malen wordt er op gewezen en met

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1886 | | pagina 1