Tien minuten pruttelen
en dan weer pulken
Het koffertje komt eraan
Het moet
vooral echt
overkomen
Die revolver
is toch wel
echt, hé?
Vroeger
MUSEA
EXTRA IN
DE KIJKER
Johan Greramen, rondleider
Streekmuseum Hulst
„Vroeger was ik leraar
aardrijkskunde in Hulst. Ik
ken de streek dus erg goed.
Het is een hele leuke streek.
Nu werk ik niet meer. Ik zit in
de vut. Dat betekent niet dat
ik niks meer doe. Ik ben vrij
williger in het streekmu
seum De Vier Ambachten in
Hulst.
Tussen mei en september
geef ik rondleidingen aan
groepen. Vooral aan scho
len. Wel 27 scholen hebben
een jaarkaart voor 25,-. Zij
kunnen altijd met mij afspre
ken voor een rondleiding.
Die scholen komen uit heel
Zeeland, maar ook uit Bel
gië. Verder komen er veel
andere groepen. Ze maken
van te voren wel even een af
spraak. Zo'n rondleiding
duurt meestal 1 a 1,5 uur. Ik
hou niet van saaie verhalen.
Of van van buiten geleerde
lesjes. Dan raakt het publiek
het snel beu. Ik hou vooral
van veel afwisseling. Vaak
ga ik even naar buiten. Naar
de Basiliek of de Kelder
manspoort. Of ik ga naar het
gebouwtje in de tuin. Daar
kun je zien hoe ze van vlas
linnen maken. En hoe ze
vroeger klompen maakten.
Het is natuurlijk niet ver
plicht om met een groep te
komen. Je kunt ook in je een
tje komen. Dan kun je een
vragenlijst meekrijgen.
Maar dat hoeft niet. Rondlei
den vind ik leuk. Want het is
steeds anders.
Ik doe dit werk niet in m'n
uppie. Er zijn nog 30 vrijwil
ligers. Ze geven ook rondlei
dingen. Daarvoor moeten ze
eerst een cursusje volgen.
Want je moet natuurlijk wel
weten waar je over praat.
Over klederdrachten, ar
cheologische vondsten, am
bachtsgereedschappen, ou
de kaarten en documenten
en vlasbewerking.
Het belangrijkste is dat je je
verbonden moet voelen met
je streek. Dan komt het veel
echter over".
Niels Groenendijk: schone koppen kook ik uit.
Zomaar een pruttelend pannetje op
het vuur. Even loeren wat erin zit.
Maar bij de familie Groenendijk in
Haamstede kun je dan weieens
schrikken. Vooral als het brouwsel
stinkt. En Niels (9) steeds ongedul
dig het deksel optilt.
Wie meegluurt komt dan echt oog in
oog te staan. En met haren en her
sentjes. Of met vellen en veren. Plus
een langzaam blootkomend sche-
deltje. Dat is dan van die olievogel
op het strand; de overreden zwerf
kat; de rat uit de val; een duif die
zich te pletter vloog.
Een dood beest dat bij Niels belandt
gaat meestal in de pan. Gewoon kop
eraf en hup. Want Niels houdt er een
natuurhistorisch museum op na.
In alle kamers is wel wat te zien. En
Niels is de gids. „Ik ben een echte
verzamelaar" zegt hij. „Dat was al
op de kleuterschool. Altijd langs de
dijken struinen. Of op het strand.
Soms heb ik zakken vol. Ik kan
haast alles gebruiken."
Niels valt op takjes, schelpen, ste
nen, vossedrollen, fossielen. Of dode
vogels, konijn of nerts. Soms zijn die
al helemaal verdroogd. Wel meteen
je broekzak leeghalen als je thuis
komt. Anders eindigt het zoveelste
prachtstuk reddeloos in de wasma
chine.
Maden
Niels: „Ik kijk wel uit hoor. Als er
ziekte is neem ik geen dieren mee.
En half verrotte die vol maden zitten
ook niet. Maar 'schone' koppen
kook ik uit. Dat kan uren duren.
Steeds tien minuutjes pruttelen en
dan weer pulken. Net zolang tot al
les eraf is".
Samen met vader Martin lijmt Niels
het spul later weer in elkaar. Want
na zo'n kookbeurt liggen alle kaken,
kiezen en tussenschotjes los.
Niels: „Natuurlijk hou ik het meest
van levende dieren. Die zijn zo mooi
en zo leuk. En ik ben helemaal gek
van reeën. Hoe ze lopen en leven en
zo.
In de bek kun je pas echt zien hoe
oud ze zijn. Veel precieser dan aan
het gewei. Dat staat in alle school
boekjes verkeerd.
En van de jacht snappen ze ook al
niks. Dierenbeul zeggen ze dan. Ze
laten een zwak beest dus liever
maanden creperen.
En als zo'n hert dan toch geschoten
is, kan dat koppie nog best naast de
bok, de vos, de zeekat en de rest bij
Niels op de plank.
Het holografiemuseum in de
Gortstraat in Middelburg is
nieuw. Zó nieuw dat het nog
niet eens in de gids staat. Kers
vers, net open.
„Wauw!". „Soéh", net of je hem
kan pakken!". „Hé Merijn, als je
hier springt, zie je allemaal
kleuren". De leerlingen van de
schakelklas kijken hun ogen
uit. „Ramses, hier! Die trein be
weegt".
Het begon al bij de deur: „Me
vrouw, déze revolver is echt
hè?". Niet dus?het blijkt een fo
to te zijn. Een héle bijzondere.
Er moet onder gekeken worden
voor ze het echt geloven. Geen
twijfel mogelijk: zo plat als wat!
„Hoe kan dat nou!".
Het hele museum hangt er vol
mee. Grote foto's die net echt
zijn. Het zijn hologrammen. Ze
worden gemaakt met spiegels
en laserstralen.
„Ik zie de achterkant ook" roept
Michiel. En dat is ook zo. Holos
betekent geheel en grafie is
schrijven. Iets wordt dus hele
maal beschreven. In dit geval
gefotografeerd dus.
Norbert: „Oei, ik schrok wel.
Net of je de loop van die tank in
je gezicht krijgt".
„Ik hem 'm"!. De trompet steekt
wel een meter uit. Een kilome
terteller die beweegt, een man
die verdwijnt. Navin is er stil
van.
„Een hologram maken is nu nog
moeilijk en duur", vertelt Roel
Veerman van het museum.
„Maar over 25 jaar zit er waar
schijnlijk zelfs een hologram in
je auto, in plaats van klokjes en
wijzertjes. En misschien is over
35 jaar je t.v. al net echt".
Het museum is in het oude ge
bouw van de Nederlandse
Bank.
„Wauw, dat was echt te gek!"
vond Joost. En dat was het!
kiskediezen
papoesje
edoch
dirkjespeer
kissebillen
begerenswaardig
kavezwart
lavenierster
vijfwouter
olienootje
duizendbommenengranaten
pompelmoes
ortolaan
ijlings
peizivel
muushont
kinderdragerse
weemoed
1988 is museumjaar. Elke maand
staat er één provincie wat meer in de
belangstelling. In augustus is dat
Zeeland.
„Laten we hopen dat het zaterdag 6
augustus goed weer is" zegt Wim
Scholten. „Die dag verhuist het Mu
seumkoffertje van Friesland naar
Zeeland. Dat is het startschot, de of
ficiële opening".
Wim Scholten is de provinciale mu
seumconsulent. Hij weet zo'n beetje
alles van de Zeeuwse musea. Hij
helpt ze als dat nodig is en bedenkt
en organiseert zelf ook allerlei acti
viteiten.
„We beginnen zaterdagmorgen in
Gpes vroeg met een echt startschot.
Dan springen zo'n 35 wielrenners
van Theo Middelkamp op hun fiets
en racen naar de boot in Kruinin-
gen.
Folder
Dat moet een ecllt spektakel wor
den. Het is de bedoeling dat ze in 12
uur tijd langs alle Zeeuwse musea
fietsen: Zeeuwsch-Vlaanderen, Wal
cheren, Schouwen-Duiveland en
over de Zeelandbrug weer terug
naar Goes. Er gaat ook een mooie
bezemwagen mee", vertelt Wim.
„In elke plaats waar ze even stoppen
is wat te beleven. Het zal echt hart
stikke leuk worden. De renners zul
len 's avonds wel goed afgepeigerd
zijn.
Er is een prachtige museumfolder
gemaakt. „Ze staan er allemaal in,
met de openingstijden en wat er te
zien is".
Ook is er een grote Zeeuwse mu
seum-tentoonstelling. Geen
plaatjes, foto's, maar allemaal échte
voorwerpen. Van elk museum is er
wat: gouden munten, een enorme
lichtboei. De expositie loopt Vm 6
augustus in de bibliotheek in Mid
delburg.
Van 11 augustus t/m 2 september is
de tentoonstelling te zien in Den
Hoekzak in Oostburg.
Speciaal voor kinderen t/m 14 jaar is
er bovendien een leuke museumte
ken- en -schrijfwedstrijd. Bezoek
een museum en laat weten watje er
van vindt.
Het is de bedoeling dat er na 1 okto
ber een boekje wordt gemaakt over
alle Zeeuwse musea voor èn door jul
lie. Inlichtingen hierover op je
school, in boekhandels, musea, de
bibliotheek.
En als je zelf (een stukje van) de mm
seumröute wil fietsen kan dat ook:
halen bij de VW.