MACHT
In de greep van je gewoonte
Anders snij ik je vinger eraf
a
Om niks
Amnesty is
een slappe
club hoor
Ik heb geen
macht over
de tandarts
Honden worden graag afgericht
'N BABBELTJE?
DINSDAG 14 FEBRUARI 1989
Toi toi! Dat wens je iemand die moet
gaan optreden. Zingen, dansen, to
neel. Maakt niet uit.
Nee, beslist geen geluk wensen. Ab
soluut nooit zeggen: succes hé!
Want als je van tevoren al wenst dat
het een succes wordt, dan gaat het
juist mis.
Succes wensen brengt ongeluk.
Tenminste, dat geloven veel arties
ten. Toi toi! Dat mag.
Voetballers zijn ook nogal bijgelo
vig. Johan Cruijff gaf altijd een tikje
op de kont van de speler die voor
hem het veld op liep.
Z'n kauwgom spuugde hij links
naast de middenstip. En dat hij al
tijd met nummer 14 speelde, was na
tuurlijk ook geen toeval
Spiegel
Een zwarte kat brengt ongeluk. En
onder een ladder doorlopen ook.
Nooit een spiegel breken, want dat
brengt 7 jaar ongeluk. En beslist
geen zout morsen.
En vooral nooit een gek gezicht in de
spiegel trekken als de klok 12 slaat!
Gelukspoppetje, gelukssteentje, ge-
lukssokken. Er is nogal wat waar we
ons geluk aan kunnen danken als je
erin gelooft.
Meestal gaat het om kleine dingen.
Voorwerpjes of gewoonten die niet
echt heel belangrijk zijn.
Een sporter die bij een belangrijke
wedstrijd altijd dezelfde onderbroek
draagt, waar hij ooit kampioen in
werd. Voor een repetitie even het
schoolbord moeten aanraken. Van
jezelf niet op de lijntjes van de stoep
mogen trappen
Maar als je het niet doet, vergaat de
wereld ook niet. Diep in je hart weet
je dat zelf ook wel. Het is meer een
gewoonte, dan echt bijgeloof.
Erger wordt het, als je ergens zó erg
in gaat geloven, dat je niet anders
meer kan. Dat je echt gaat denken
datje leven verkeerd afloopt zonder
je kettinkje.
Want dan ben je niet meer de baas
over jezelf. Je gewoonte wordt de
Hoe weet je dat? Ach, zolang je er
nog hard om kunt lachen valt het al
lemaal wel mee. Maar als dat lachje
zoetzuur wordt. Of je gaat je een
beetje boos maken als iemand er een
grapje over maakt: tja, dat moet je
toch nog maar eens nadenken over
je 'bijgeloofje'.
„De politie heeft er niets aan als een
arrestant aan barrels gebeten wordt
door een politiehond. Dat is dus niet
de bedoeling!"
Al 20 jaar heeft Jaap Cappon uit
Borssele een ongewone hobby: hij
richt honden af als politiehond.
„Ik koop een hond als hij ongeveer
een half jaar oud is. Na twee jaar
hard trainen gaat hij dan naar de po
litie of een bewakingsdienst".
Voldoening
Zijn hobby is geboren uit liefde voor
de hond: „Honden worden graag af
gericht. Natuurlijk moet je ze soms
hard aanpakken maar een hond
slaan doe ik nooit! Dat maakt hem
bang en vals en daar heb je niets
aan.
Je moet als africhter je wil zo over
brengen dat een hond het fijn vindt
om alles voor je te doen. Straffen en
belonen doe je met je stem".
Het valt niet mee om na twee jaar
hard werken afstand te doen van een
hond, maar hij houdt daar van te
voren rekening mee.
gedicht
Toen ik weer wou
wou zij weer niet
en
ik riep keihard:
Stomme rotgriet!
Om zoiets kleins
liet ik rae gaan.
Ik kan me nu wel
voor m'n kop slaan.
Marina van den Boogaart
Jaap: „De meeste voldoening krijg je
toch als een hond alles doet wat je
hem geleerd hebt. Er is niets mooiers
dan een goed afgerichte hond bezig te
zien".
Drie keer per week gaat Jaap met zijn
hond trainen. Die moet nogal wat
leren voordat het 'diploma' gehaald
is: gehoorzaamheid, een verstopt
voorwerp opsporen, maar ook
verdachte personen aanhouden en
arrestanten bewaken.
Angst
Jaap zijn hond, een grote herder, heet
Brenda. „Je kimt haar best aaien",
zegt hij geruststellend.
„Niemand hoeft bang te zijn voor een
politiehond. Die komt pas in actie als
dat door de baas bevolen wordt".
Jaap zijn vrouw heeft ook een hond:
een kleine witte pekinees.
„Toen ik laatst op een school
was, zei een jongen heel veront
waardigd: doet Amnesty alleen
maar dat brieven schrijven? Als
je weet dat er gemarteld wordt,
ga je er toch met een knokploeg
op af! Ik vind 't maar een slappe
club, hoor!"
Dit zegt vertelt mevrouw Rietje
de Feyter. Ze is lid van de werk
groep Middelburg van Amnesty
International. Ze bezoekt regel
matig scholen om over het werk
en het belang van Amnesty te
vertellen.
Rietje: „Ik kan zo'n reactie heel
goed begrijpen. Het toont met
een ook aan, waar onze on
macht ligt. Wij strijden niet met
wapens, maar met woorden. En
die woorden moeten overtui
gen!"
Mensenrechten
Wat Amnesty International is,
wat het doet en hoe kinderen er
aan mee kunnen doen, vragen
we aan Ad Slager. Hij is actief
lid van de werkgroep Schou-
wen-Duiveland van Amnesty.
Ad: „Amnesty is een internatio
nale organisatie, die zich overal
ter wereld inzet waar de men
senrechten worden geschon
den.
We proberen mensen, die ge
vangen zitten omdat ze een be
paalde mening hebben, vrij te
krijgen. We sturen dan brieven
naar de 'machthebbers'. Elke
maand is er een schrijfavond en
er gaan dan duizenden brieven
de deur uit".
Die stapels brieven vormen de
macht van Amnesty.
Leeftijd
Mogen kinderen ook brieven
schrijven?
Ad: „Vroeger moest je 16 zijn,
als je mee wilde schrijven. Maar
daar zijn ze op het hoofdbureau
in Amsterdam een beetje vanaf
gestapt. Dat komt, omdat we nu
op veel scholen voorlichting ge
ven. Vaak vragen de leerlingen
of ze ook wat kunnen doen en
dat kan gelukkig!"
Je kan natuurlijk ook lid wor
den van Amnesty. Dat hebben
intussen al meer dan honderd
duizend Nederlanders gedaan.
Je moet bij dit werk wel geduld
hebben en volhouden", zegt Ad.
„Je krijgt maar zelden reacties
op je brieven. Maar iedere keer
als een gevangene wordt vrijge
laten ben je heel blij".
„Vanmorgen hebben we nog met z'n
allen achter een jongetje aangeze
ten en 'm in elkaar getimmerd".
Is dat niet erg gemeen?
„Het is zijn eigen schuld, want hij is
zelf een grote pestkop, - hij haalde
steeds onze jassen van de kapstok".
Kinderen vertellen over pesten, ge
pest worden en wat ze ervan vinden.
Ze willen er graag over praten.
„Bij ons op school zit een grote
stomme trut. Die probeert ieders
vriendinnetje af te pakken. Daarom
wachten we haar na schooltijd op en
schelden haar uit voor astmatrut en
dan gaat ze vlug naar de meester!"
Het lijkt allemaal heel eerlijk, maar
hoe is het als je zelf gepest wordt?
Het ergste van alles is de meester:
ben je een keer je taak vergeten, dan
mag je 144 lange regels schrijven.
Mes
Twee meisjes uit groep zeven: „De
grote meiden klieren ons vaak, voor
al als we iets niet kunnen. Terwijl ze
het vroeger zelf ook niet konden!
Gelukkig zijn we ze volgend jaar
kwijt, als wij dan de grootsten zijn
gaan we niemand klieren".
Eén jongen heeft nog niets gezegd.
Als het even stil is vertelt hij aarze
lend: „Bij ons was er een jongen en
die zei dat hij een mes had en dan
zei-ie tegen iemand: ik wil je manda
rijntje hebben anders snij ik je vin
ger eraf. En niemand durfde iets te
zeggen, zo bang waren we allemaal".
Het werd ineens stil.
„Het is helemaal niet leuk als je ge
pest wordt", zegt iemand nog, „dus
is het ook niet eerlijk om anderen te
pesten".
Kinder&JeugdTelefoon Zeeland
Alsenetsu 01180 38080 Eikedagvan4toc8uur
Wat weten kinderen van
macht?, dacht die meester van
groep 7/8. En hij schreef dat
woord op het bord. Dat werd
een machtig gesprek. De leerlin
gen hebben uit alle macht over
vele vormen van macht ge
praat. En het daarna op papier
gezet.
Hier volgen een aantal stukjes
uit de brieven over macht van
die klas. Wij vinden ze machtig
interessant.
Ik heb veel last van macht.
Vooral van een grote buldog on
derweg. Die heeft macht over
mij. Maar ik heb de macht over
mijn konijn.
Ik heb macht over de hondjes en
de poes. Maar ik heb geen
macht over de tandarts. Die
boort gewoon als ik gaatjes heb.
Ik heb geen macht over mijn
grote broer. Maar als hij in mijn
kamer komt kan ik zeggen
'pleur op'.
Ik heb geen macht over mijn va
der en moeder. Want ik kon
niets aan hun echtscheiding
doen. Al wou ik het nog zo
graag. Ik zou mamma veel kun
nen vertellen. Dat mijn vader
veel spijt heeft en zo. Maar ik
durfde niet. Macht is dus niet zo
stom.
Mijn broer is veel ouder dan ik.
Hij scheldt mij verschrikkelijk
uit. Dan denk ik alsmaar: 'was
ik maar dood'.
Ik vind het wel fijn dat mijn ou
ders de macht over mij hebben.
Want wat zou er anders met mij
zijn?
Toen riepen die kinderen dat ik
daar nooit meer komen mag.
Anders vermoorden ze mij. Ze
hebben macht over mij.
Ouders spelen altijd de baas.
Dan doe ik maar aardig tegen
ze. Maar ik voel me best weieens
machteloos.
In het ziekenhuis ben je machte
loos. Je krijgt een prik of ze pom
pen je maag leeg.
De macht van mijn ouders is erg
hard. Als de TV uit moet kan ik
niet tegen ze op.
Soms vind ik de meester te
machtig. Hij zegt het keihard
door de klas als ik fouten maak.
Ik vind het fijn dat ik in elk ge
val de macht heb over mijn
broertje en zusje.
Als andere kinderen de macht
over me hebben vind ik dat niet
leuk.
Een scheidsrechter heeft macht
over een doelpunt. En naar de
politie moetje ook al luisteren.
Soms word ik verschrikkelijk
boos en verdrietig om macht.
Als mensen hun mening niet mo
gen zeggen. Of als ze misbruik
van je maken. Of dieren opslui
ten slaan.
Voor grote dieren ben ik bang.
Maar soms heb ik de macht.
Over bijvoorbeeld een hond. Die
kun je laten zitten. En mieren,
vliegen, slakken en kikkers kun
je zo doodslaan.
Als ze me op het schoolplein pes
ten vind ik hun macht niet eer
lijk.
Ik vind dat mijn ouders hun
macht vaak goed gebruiken. De
mesters en jufs ook. Maar er is
ook massa-macht en onmacht.
Dan misbruiken ze macht.
Ik heb wel macht over mijn huis
werk. Ik beslis zelf dat ik het ma
ken wil. Dan denk ik gewoon: er
komen nog meer leuke films.