Jij rare asjolasjek
t zeggen had
Schooloverleg waar
een muziekje in zit
Zakenkind droomt
van groot kasteel
Deur van de
baas staat
altijd open
Ego
gedicht
Barbé
Zijn werkkamer is hoog in
het gemeentehuis van Ter-
neuzen. Met prachtig uit
zicht op de Westerschelde.
Maar wat de heer Barbé be
treft zal hij er niet al te veel
tijd doorbrengen.
„Ik ben graag tussen de
mensen. Mijn wens voor 1990
is om als burgemeester zo
vaak mogelijk aanwezig te
zijn!"
Ruim een maand is hij bur
gemeester van Terneuzen.
Betekent dit dat Barbé nu
de grote baas van deze stad
is?
„Zeker niet. de gemeente
raad heeft de hoogste macht.
AlsTerneuzen een schip is
ben ik de stuurman en is de
raad de kapitein."
Ruimte
Als het over kinderen gaat
denkt Barbé terug aan zijn ei
gen jeugd: „Ik ben opge
groeid op .een boerderij in de
buurt van Philippine. Die
ruimte en vrijheid om mij
heen vond ik een waardevolle
belevenis. Ik vind dat alle kin-
deren ruimte nodig hebben
om zich te ontwikkelen!"
Dat het daar in een stad als
Terneuzen nog wel eens aan
ontbreekt moet de nieuwe
burgemeester toegeven.
„In onze gemeente wordt mo
menteel onderzocht of kinde
ren van pakweg 7 tot 13 jaar
wel goed aan hun trekken ko
men. Een speciale werkgroep
kijkt of er speelterreinen bij
moeten komen, of dat de be
staande speeltuinen niet aan
gepast moeten worden. De
verbeteringen die deze groep
adviseert zullen wij beslist
uitvoeren," verzekert Barbé.
Vandalisme
„Jammer, dat sommige men
sen moeilijk om kunnen gaan
met gemeenschappelijk be
zit," voegt hij er aan toe, „het
vandalisme duikt ook in Ter
neuzen regelmatig op."
Wordt het misschien tijd voor
een kinderraad, die de burge
meester en wethouders advi
seert bij dit soort zaken?
Barbé vindt van hiet: „Je
mag daar geen instituut van
maken. Als er kinderen zijn,
die iets willen zeggen of vra
gen, dan kunnen ze altijd bij
mij terecht."
ik ik ik!
en ik dan?
nou jij
kan ik
als hij
voor mij
Wat is dit
voor een maatschappij??
- Marina van den Boogaart.
crimineren. Iedereen is precies hetzelfde". Sha
ron (10): „Ik vind het juist leuk om iets te leren
over andere landen. De spreekbeurten bij ons zijn
heel interessant".
Op de vraag wie wel eens gediscrimeerd wordt
zegt Maarten Holland (11): „Ik. Ze pesten me wel
eens met m'n oren. Ik zeg dan gewoon 'asjolas
jek'. Dat is 'stomme ezel' in het Turks.
Geintje
Joram: „We hebben pestnamen voor elkaar be
dacht. Niet echt hoor. Meer als een geintje".
Maarten (11): „Ik kom vaak bij buitenlandse kinde
ren thuis. Ze komen ook bij mij spelen."
Wilma Legrand (de directrice): „Als de helft van de
wijk uit anderstaligen bestaat, moet de school ook
voor de helft uit anderstaligen bestaan. De school
moet lijken op de wijk. Dan is het goed.
11e mensen even
ïzigmet de Sam
k dat we een be-
•10): dan zou
ven". Sam van
te 'gen dat er wat
uoi aan". Br eg je de
z'n allen donuts
110):dan ver
te Puilt". Annema-
>u ik iedere dag
der Hout (13):
ei it de binnenstad
van Middelburg en meer skateboardbanen". On-
no Doéland (12):,,...dan zou ik er voor zorgen dat
er elk jaar een voetbalkampioenschap in Neder
land zou zijn". Menno Visser (11): „...dan moesten
er meer frietkotten zijn". Elzelien Roos (12):
„...was ik nu cabaretière geworden en stond ik
vandaag nog in Carré". Lizzy Claessen (12):
„...ging ik niet naar school maar danste ik de hele
dag". Rutger Theune (10): „...dan zou voetbal een
verplicht vak op school moeten zijn". Eva de
Bruyne (10): „...dan was het verplicht op iedere
school iedere dag 1,5 uur turnen te geven". Mi-
chiel Jansen (9): „...dan moesten ze stoppen met
het doodschieten van dieren".
Op het Sint-Willibrordscollege in
Goes is meedenken en meepraten
over de dagelijkse gang van zaken
op school door de leerlingen een
vanzelfsprekende zaak.
„Twee keer per jaar vergaderen we
met de klassevertegenwoordigers
van alle klassen", vertelt Jeroen
Doene (17). „Samen met twee ande
re jongens vertegenwoordigen wij
de leerlingen in de medezeggen
schapsraad".
Wensen hadden en hebben de leer
lingen genoeg. Jeroen: „In de mid
dagpauze je brood opeten met een
stukje achtergrondmuziek vonden
wij als leerlingen een stuk gezelliger.
In overleg met de docenten is dat
dan ook geregeld".
Jeroen: „Veel leerlingen mopperden
in het verleden over het feit, dat er te
veel proefwerken tegelijk werden
opgegeven. Dit hebben we samen
met de docenten besproken. Het ge
volg was, dat er nu een veel betere
spreiding van de proefwerken is".
Eén van die docenten, die nauw be
trokken is bij de inspraak is conrector
Piet Bruys.
Piet: „De school is een gezamenlijk
belang van leraren en leerlingen. Sa
men zoeken we dan naar oplossingen
voor knelpunten. En die samenwer
king is bij ons op school tot nu toe
perfect. Het woord 'samen' is bij ons
geen holle kreet".
Dat bleek twee weken geleden. Sa
men brachten de leerlingen en docen
ten in recordtijd 2200 gulden bij el-
kaai'. Geld, dat bestemd is voor de
aanschaf van een rolstoel voor een ge
handicapte Poolse jongen.
Voor dit nieuwe jaar heeft Jeroen het
volgende agendapunt al klaar liggen:
Afschaffing van de verplichte witte
sportkleding tijdens de gymlessen.
Dat wordt dus hoe dan ook kleur be
kennen.
Maarten (11): „Ik zag bij ons op straat twee meis
jes spelen. Ineens kwam een moeder naar buiten
gerend. Ze riep tegen haar dochter: Kom binnen.
Daar mag je niet mee spelen. Dat is een buiten
landse. Daar schrok ik heel erg van".
Maarten zit op de Sandenburghschool met nog
53 leerlingen. (Nou en, zul je zeggen).
De helft is Nederlands, de andere helft bestaat uit
Turkse, Indonesische en Marokkaanse kinderen.
(Nou en, zul je misschien weer zeggen).
Voor de kinderen van die school is dat ook geen
probleem. De taal is soms wel moeilijk. In de klas
mag alleen Nederlands gesproken worden.
Sharon (10): „Ik vind het een leuke school. Ik ken
alle kinderen. Alleen de namen van sommige
Turkse kleuters vergeet ik wel eens."
Kischira (11): „Als ik het voor het zeggen had wa
ren er niet meer van die stomme mensAi die dis-
„Je mag het gerust we
ten. Pipet was een za
kenkind. Ze droeg
zelfs door de weeks
driedelige grijze man
telpakjes en elegante
schoentjes met vier
centimeter hak. Een
zakenkind behoort er
immers altijd netjes
uit te zien."
Zo begint kind te
huur, het nieuwe boek
van Ted van Lieshout.
Pipet is een kind van
de jaren tachtig met
ouders uit de zestiger
jaren, en dat moet bot
sen.
Nadat ze haar ouders
de wijde wereld in
heeft gestuurd, begint
Pipet met de verwe
zenlijking van haar
yuppiedroom: wonen
in een vast huis met
torens die boven de
huizen en bomen uit
steken.
Maar een kasteel is
duur. En daarom be
gint Pipet met twee
halve directeuren van
een verlopen hotel een
bedrijfje dat de vurig
ste wens van totaal
verknipte en veelei
sende volwassenen in
vervulling doet gaan.
Tegen betaling na
tuurlijk.
Het is dat Pipets on
derneming eigenlijk te
dwaas voor woorden
is, anders zouden de
tranen je van droevig
heid bij tijd en wijle in
de ogen springen.
Kind te huur wordt
uitgegeven door Van
Goor en kost 22,50.
naar rechts: Sharon, Maarten, Kishira en Jo-
IRuben Oreel)