't Is ook vaak lachen hoor
TTVF TTTTTVf ITA¥ TI7
UN HJtLiX tlUiy XL
Big (s)Mak-Mek-Mac
Kunstenaar
is nu ook
zakenman
Schone schijn
M'n vader
heeft soms
moeite met
m'n smaak
Pesten is
ontzettend
achterlijk
en stom
a
DINSDAG 13 MAART 1990
Als mensen vooraf weten dat ze op de foto gaan lachen
ze meestal poeslief in de lens. Vooral mannen strijken
graag nog even de veren glad. Maar de snelle persfoto
graaf kiekt het mensdom vaak onverwacht of in het
heetst van de strijd. Dan komt de ware aap uit de mouw.
Zeker wanneer iemand de fotograaf bedreigt om zo'n
foto uit de krant te houden. Het vak van persfotograaf is
dan ook heel wat minder romantisch dan het lijkt.
Lex de Meester en Ruben Oreel kennen het klappen van
de zweep. Naast een heleboel andere fotografisch werk
maken ze sinds 1981 foto's voor de PZC. En voor De
Krullebak komen zij er ook nogal eens aan te pas.
'Kinderen zijn altijd leuk om te doen', vindt het tweetal.
„Zelfs als ze door hun moeder reuze toegetakeld zijn.
Met kleren die ze anders nooit dragen. Want het kind
vergeet dat meteen en is gewoon lekker zichzelf. Met
politici in de verkiezingstijd heb je ook geen centje last.
Die doen alles om maar in krant te komen. Maar soms
gaat het hard tegen hard."
Ze vertellen over de rellen rond visvangst, 's Nachts bij
de vismijn in de vliegende storm. „Daar sta je dan. Inge
sloten tussen een horde mepklare vissers en een grim
mige ME. Dat gaat zo van: 'Ik zou maar geen foto's ma
ken als ik jou was, da's niet goed voor je camera. En het
water is nu héél koud'. Toch moet er een prent van in de
krant. Niet echt romantisch dus."
Lex: „Mensen denken vaak dat wij niks doen. Je drukt
maar op je knopje en je hebt ze weer verdiend. Vooral bij
strandopnames. Ze vergeten datje nergens kunt parke
ren. Dus kilometers sjouwen met dat zware spul. Soms
wordt je camera compleet gezandstraald. En je moet
maar afwachten of het wat wordt. Maar 't is ook vaak
lachen hoor."
Ze zouden allebei graag veel meer foto's in de krant wil
len. Of nieuws verhaalt) es als een strip: „Dan kan er
makkelijk een hoop tekst weg. De foto vertelt immers
veel duidelijker dan woorden". Ruben: „Ik zorg ook
graag voor een leuk achtergrondje. Soms verbouw ik er
een hele huiskamer voor. En dan zie je het later in de
krant op postzegelformaat. Dat is wel even slikken."
Of ze zelf hun eigen foto willen maken voor in De Krulle
bak? „Natuurlijk joh. Maar mag het zonder blitsend de
cor? Want een drie-kolommer zit er vast niet in..."
Een onverzorgde baard, onge
kamde haren en verwilderde
ogen, die intensief de prachtige
kleuren van de natuur in zich
opnemen. Met op de plaats
waar eens een oor zat een rood
gekleurd verband. Duidelijk
een kunstenaar, zal iedereen
zeggen. Zo iemand, die in geen
dagen iets gegeten heeft en pas
beroemd wordt als hij jaren
dood is.
„Je hebt natuurlijk allerlei kun
stenaars," zegt Jan van Mun
ster (50) uit Renesse, die zelf
beeldhouwer is. „Maar die
romantiek is wel een beetje uit
de tijd. Je moet tegenwoordig
voor de helft zakenman zijn om
je werk aan de man te brengen.
Ook de manier waarop Jan
werkt heeft weinig met de tradi
tionele beeldhouwtechnieken
te maken: „Mijn onderwerp is
energie. Zo heb ik een beeld ge
maakt dat ik 'accu voor 5 vin
gers' noem: een stuk gepolijst
graniet waar 5 gaten in gemaakt
zijn waar je je vingers in kunt
steken. In graniet zit natuurlij
ke radio-activiteit. Die energie
probeer ik vrij te maken!"
Elektriciteit is ook een gelief
koosd 'materiaal' van Jan: „Ik
ben dan als een kind aan het
spelen met kortsluiting en
maak beelden van draden en
staven, die warm opgloeien als
er stroom door heen gaat". Jan
onderzoekt vooral tegenstellin
gen: ..Naast zo'n gloeiend object
zet ik b.v. een ijstafel; een tafel
waar, (als je een stekker in het
stopcontact steekt) een dun
laagje glinsterend ijs op het
blad verschijnt. En in combina
tie met graniet gebruik ik graag
glas.Die tegenstellingen vind ik
heel spannend."
„De dingen die ik maak zijn zo
eenvoudig, dat iedereen ze zou
kunnen maken. Alleen het vorm
geven is een zaak voor de kun
stenaar."
gedicht
Het zou zo zijn
dat ooievaars ons kindjes geven
die hoe jong ook
al zeer bedreven
schetsen maken van dit dier:
zwart en wit
op hoge poten
lange snavel
mooi
en fier.
Later zeggen we dan wel
dat dat van die baby's
toch een beetje anders gaat.
Maar wie vertelt
dat ook die ooievaar
alleen in sprookjes nog bestaat??
Marina van den Boogaart
„Gewoon is zo saai," zegt Kipje. „Ja,
andere kinderen doen vaak ontzet
tend serieus," vult Kuik aan.
Kipje en Kuik zijn twee maffe mei
den uit Middelburg. „Vroeger was ik
gewoon netjes," zegt Sanne Kooi-
stra (16) (Kipje). Daarna deed ik
vooral zwarte kleren aan. Een
beetje new wave dus. Nu doe ik al
leen originele kleren aan."
„Mijn vader heeft soms moeite met
mijn smaak," zegt Brechtje de Heer
(16) - (Kuik). „Het mag niet kapot
zijn, niet vies en niet te."
Kipje en Kuik zijn al 10 jaar dikke
vriendinnen. Het liefst lopen ze rond
in humoristische spullen: een thee-
ei met horloge erin, een fietsbel aan
je pols, kikkerschoenen, grote rin
gen en knuffelbeesten.
Brechtje: „Ik haat merken. Want
dat heeft iedereen."
„Ik heb nog wel merkkleding," zegt
Sanne. „Maar die combineer ik met
gekke kleren. Vooral de kleur neorg
vind ik mooi. Neorg is omgekeerd
voor groen."
Eigen taal
Kipje en Kuik hebben ook een eigen
taal. Als ze iemand tegenkomen zeg
gen ze tulas (omgekeerde van salut,
dat is Frans voor hallo). Als ze niks
weten te zeggen, zeggen ze appel.
Soms laten ze een boertje. Brechtje:
„Opkroppen, daar verzuur je van."
Sanne: „Het is erg saai in Middel
burg. Later gaan we in Utrecht wo
nen en gaan we naar de kunstacade
mie. Belgs vinden we de leukste
Kuik (links) en Kipje: Het is erg saai in Middelburg (foto Oscar van Beest)
taal. Koot en Bie vinden we goed. feest," zegt Brechtje. „Dan vullen
Soms heb ik een anti-gevoel. Dan we onze paasartikelen weer aan."
voel ik me rot. Maar door die kleding - Wanneer stoppen jullie met opval-
voel ik me dan weer melig." len?
„Het gaat pas over als we dood zijn.
„Pasen is voor ons het grootste Appel!"
„Opa! Opa! Hier is het". „O jongen, is het hier? Wat
een mooie zaak zeg"!Geeft u mij maar zo'n Bigg
Mak". „Dat is een Big Mèk opa"! „Ja, dat zei ik: een
Bigg Mak". Gelukkig dat die domme oude opa zo'n RecldttieptlJS
slim jongetje bij zich heeft...
te hebben. Hij had heel veel aardige reacties gekre
gen. En hij niet alleen. Wij ook".
Wéér zo'n reclame waarin een bejaarde nou niet echt
vlot afgeschilderd wordt. „Nou, het is nooit onze be
doeling geweest oudere mensen af te kraken" zegt
Anneloes van Daalen van het MacDonalds hoofd
kantoor in Amsterdam. Deze situatie is echt een keer
voorgekomen in een van onze restaurants. We heb
ben trouwens maar vijf negatieve reacties gehad. En
zelfs dat waren niet eens echt boze brieven".
„Je moet het zo zien" zegt Fred Zijnstra. Hij werkt op
het reclamebureau dat het tv-spotje heeft bedacht en
gemaakt. „Doordat die opa Bigg Mak zegt., gaat ie
dereen even z'n oren spitsen. Hé, Big Mac moet dat
zijn"!
„Als hij dat goed zou zeggen, zou hij niet eens opval
len. En kwetsend is het niet. Waarom? Heel veel ou
dere mensen kennen geen Engels. Ik sprak laatst nog
onze opa en die vond het nog steeds leuk meegewerkt
„We hebben er zelfs de Accent de Accenten 1989 voor
gehad. Een adverteerdersjury vond van alle reclames
deze de beste. Ik weet wel, het is maar één van de vele
prijzen die er zijn. Maar met deze hoofdprijs zijn we
toch heel blij.
„Reclame maken moet duidelijk, maar ook verras
send zijn. Kinderen worden altijd door hun ouders
meegenomen. Hier neemt de kleinzoon z'n opa mee
uit eten. Dat is origineel. Je moet mensen even op
't puntje van hun stoel zien te krijgen".
„Dingen net op een andere manier zeggen. Dat hij
hem nauwelijks op kan eten: leuk toch? Weet meteen
iedereen hoe groot het is. Momenteel hebben we de
Smulkwis-commercialMaar dan komt opa weer te
rug. Hoewel, zo langzamerhand zal hij toch vervan
gen worden door het bullen-we-ruilen-meisjeWant:
je moet blijven vernieuwen om de aandacht te hou
den".
„Hé beugelbek, hé rooie, hé
papzak, hé brillejood, hé puk
keikop, hé slome". Deze bela
chelijke termen worden ge
bruikt bij pesten. Op basis
scholen en op voortgezette
scholen wordt veel gepest. In
elke klas zit wel een slachtof
fer: de zondebok.
Als leraar is er best veel tegen
te doen. Op de Scheldemond in
Vlissingen wordt het pesten
wel erg origineel aangepakt.
Rolf Mast (37) is leraar Neder
lands op die school. Hij schreef
de musical Pesten.
Straatkinderen
Waarom een musical over
pesten?
Rolf: „Ook bij ons wordt veel
gepest. Daar erger ik me dus
kapot aan. Pesten is gewoon
ontzettend achterlijk en stom.
Als je steeds gepest wordt ga je
je ongelukkig voelen. Het
meisje in de hoofdrol wordt
door iedereen gepest. Door de
leraren, de klasgenoten (nou
ja, klasgenoten) en door haar
ouders. Op een gegeven mo
ment kan ze er met meer tegen
en loopt weg. Ze komt in con
tact met straatkinderen. Dat is
dus ook geen oplossing. Uitein
delijk gaat ze terug naar de
monsters. Dat zijn dus de pes
ters. Enfin kom zelf maar kij
ken op 26 en 27 april in de
Scheldemond".
Ben je zelf soms veel gepest
vroeger?
Rolf: „Ja, erg vaak. Ze vonden
mij te stil en gesloten. Maar dat
is nu wel flink veranderd".
Reclame
Zo'n 40 leerlingen doen mee
met de musical. Als speler, als
decorbouwer, als schminker,
als reclamemaker enz.
Judith Gravenaker (12) is van
de reclame. Judith: „Ik wordt
vaak gepest door een jongen.
Die zegt steeds dat ik dik ben.
Maar die jongen wordt zelf ook
gepest, want hij zeifis ook dik",
Michelle Stroomer (13) en Ilo-
na Dingemanse (14) doen ook
mee. Ilona: „Strenge leraren
worden vaker gepest. Een le
raar moet eerlijk zijn, gewoon
zichzelf zijn. En vooral goed
kunnen luisteren".
Michelle: „Ik werd vroeger vre
selijk veel gepest, toen dacht
ik; dat moet ik ook eens probe
ren. Dus ging ik terugpesten.
Het is vanzelf overgegaan. Het
beste is gewoon je er niks van
aantrekken".
Ilona: „Jongens pesten elkaar
vaak over merkkleding. Als je
arm bent kom je er helemaal
buiten te staan".
Rolf Mast: „Als je kunt samen
werken in een musical word je
al minder gepest. En daar
draait het om!"
Ruben Oreel (links) en Lex de Meester (foto Joke Verschoore)