Rasp de suikerbiet, roer
er een handje meel door
Dolfijnen zoeken de kust op
Ik heb alles gezien
Kookles uit de hongerwinter '44-'45
DINSDAG 10 APRIL 1990
Ruilen
Beb verhuisde met haar baantje
mee. Ze kwam bij een tante in Rot
terdam. Een jongere zus ging naar
i een ander adres in die stad. Hun ou-
1 ders, broer plus nog drie zusjes kwa
men uiteindelijk in Brabant terecht.
I „Ik kan het me haast niet meer voor-
stellen", zegt mevrouw Tuitman nu.
I „Je was tot 's avonds laat in de weer
I om aan eten te komen. Gelukkig
had mijn oom wat spullen om te rui-
len, zoals fietsbanden, linnengoed,
goede kleding. Daar kreeg je bij een
boer nog wel wat eten voor. En dan
maar hopen dat je op de terugweg
geen Duitsers tegenkwam. Die pik
ten rustig je fietsje plus je voorraad
in. Dan had je weer niks".
„Je hoorde in geen maanden iets
van je ouders, de andere kinderen.
Ik wist niet eens of ze nog leefden.
En zij wisten dat niet van mijDat is
voor een moeder toch om gek van te
worden".
In de kou
Vier ons brood per persoon per
week. Als je elke dag één sneetje
nam kwam je er precies mee toe. Dat
was in de hongerwinter van 1944/
1945 het rantsoen. Iedereen kreeg
een afgepast aantal bonnen voor
eten, textiel, zeep, brandstof, nou ja
voor alles.
Toen de winkels leeg waren kon je
met die bonnen enkel nog om vage
soep bij de gaarkeuken. Dit oorlogs
beeld kent Zeeland alleen maar van
horen zeggen.
Als Beb Tuitman (toen 17) gewoon
in Zierikzee had mogen blijven had
ze dan ook geen echte honger ge
kend. Maar grote stukken van de
provincie kwamen onder water te
staan. Haast iedereen moest er eva
cueren. Dat betekende naar familie
in een droog gebied. Of verplicht bij
wildvreemden die toevallig ruimte
hadden.
Hongerig en vervuild, zeep was er
ook niet meer. Je at wat je die dag
had. Dus enkel kool, of alleen wat
aardappeltjes. Soms was er suiker
biet. En als je geen vuur meer kon
maken at je het rauw, maar wie nog
een deur kon verstoken deed het zo:
rasp de suikerbiet, roer er een hand
je meel door, wat havermout of een
surrogaatsmaakje. Vet de koeke-
pan een beetje in. Probeer een vuur
tje te stoken. Druk de prut als een
stevige koek in de pan. Zorg dat je
zelf ook even warm loordt.
Misschien is-ie gaar voor je vuur uit
gaat. Het smaakt walgelijk. Maar
wees blij datje iets in je maag krijgt.
Dit recept moet je wel bewaren tot
er weer suikerbieten zijn. Wie haast
heeft kan het ook met tulpebollen
doen. Hoewel, als je die gewoon in de
grond zet heb je er vast veel meer
plezier van.
Toen het gas en licht wegviel zat ie
dereen bij een oliepitje in de kou.
Je was blij datje iets in je maag had (foto-archief PZC)
El
WW IS 6E"WO£6. -
K BEVRIJD VAN DE DKUK
DEZE STRIP EN
yf KVSU.LLE Ö>AK(
ArLi
VEEN EIGEN STB.IPA FDELl N6 zou. IK
'f Krijgen
Koe i EN MET GOU.OEN HOREA/s' 4
K UNSTiES. M.OEST I K DOEN J>
ONDERDRUKT BEN IK.'** J-T-X"
a UlTGESUiV/\[ f J 1_
IK STAAK I 1 1
EN pAK OS j
TREIN.'
y VAAfcWEL li
(iDNDERDRUKKEI?)
YlvM &LLEL'r-rl'
Ajt zve Twee strips
7 TtRu.6
~2-\e vovzv&e stgvi;
Op 7 maart 1944 schreef Anne
Frank in haar dagboek dat ze aan
mooie dingen probeerde te den
ken als ze verdrietig was en de
oorlog even niet aan kon. Ze
dacht dan aan de natuur en de
zon; aan de tijd toen ze nog op
straat kon spelen; aan haar liefde
voor Peter van Pels en aan al het
mooie dat er ook nog was.
In het nieuwe boek van Ida Vos
Dansen op de brug van Avignon
doet de tienjarige hoofdpersoon
iets dergelijks als het haar alle
maal te veel wordt: „Rosa de
Jong droomt tegenwoordig over
dag. Vroeger, toen er nog geen
oorlog was, droomde ze alleen
maar 's nachts. Nu zit ze vaak in
vaders grote stoel, stopt haar
duim in haai- mond en begint te
dromen".
Rosa stapt in zo'n droom gewoon
de bibliotheek binnen zonder
zich iets aan te trekken van het
bordje 'Verboden voor joden'. Of
ze gaat op bezoek bij haar groot
ouders die haar trakteren op ge
malen pinda's, koekjes en warme
chocolademelk. Ze zit ook weer
op haar oude school waar de kin
deren haar onder een berg bloe
men verbergen, zodat de Duitsers
haar niet kunnen vinden.
Maar de werkelijkheid is anders.
De oorlog duurt al twee jaar en
het pesten van joodse Nederlan
ders door de Duitsers wordt
steeds erger. Rosa's grootouders
zijn opgepakt en naar het concen
tratiekamp Westerbork ge
stuurd. En Rosa weet dat haar
hetzelfde zal overkomen.
Ida Vos is geboren in 1931 en was
in 1942 net zo oud als Rosa. Veel
van wat in het boek gebeurt, heeft
ze zelf zo meegemaakt. De rest
werd haar verteld door andere
mensen die de oorlog overleefd
hebben.
Ook Rosa die nu in Israël woont)
heeft geluk gehad. Juist voor ze in
de vrachtwagen stapt die haar
naar het concentratiekamp zal
brengen, houdt een Duitse sol
daat haar tegen. Ze moet een ro
mantische wals op haar viool spe
len en dat herinnert hem aan zijn
dochtertje.
'Dansen op de brug van Avignon'
is een verdrietig boek datje onge
nadig bij de keel grijpt. Omdat
het met Rosa's familie slecht af
loopt, maar meer nog omdat het
zo'n beklemmend verhaal vertelt
over mensen die weten dat ze niet
aan hun noodlot zullen kunnen
ontsnappen en daarom op een
wonder hopen.
Ida Vos schreef over haar leven
tijdens de oorlog ook gedichten
die veel pijn doen. Een van de bit
terste is 'Rekenles':
Iedere morgen was het
in de klas
gemakkelijker
te weten
wie slachtoffer of
leerling was.
Dat gedicht komt onmiddellijk in
je boven als je in het boek Thomas
en Esther, Esther en Thomas van
Adriaan Venema leest hoe Esther
haar vriendje Thomas op een dag
vertelt hoe vreselijk het is naai
school te gaan.
Thomas en Esther zijn al zo lang
met elkaar bevriend dat ze het
liefst broer en zus zouden zijn.
Maar oorlog trekt zich van zulke
gevoelens niets aan. Esther wordt
boeken
opgepakt en naar Bergen-Belsen
gestuurd. Thomas kan niet veel
anders doen dan wachten op de
trein die haar misschien terug
brengt.
Adriaan Venema is geboren in
1941 en de oorlog is dus vrijwel
aan hem voorbijgegaan. Door
fantasie en werkelijkheid met el
kaar te vermengen geeft hij ech
ter een goed beeld van het dage
lijkse leven tussen 10 mei 1940 en
5 mei 1945 én van de werkelijk be
langrijke gebeurtenissen in die
periode.
Misschien is het zelfs wel zo datje
je aangesproken voelt door wat
iemand op bladzijde 16 tegen
Thomas zegt: „Je moetje nu alles
blijven herinneren. Alles wat er
nu gebeurt en wat er nog gaat ge
beuren. Dan kun je later zeggen:
ik was erbij. Ik heb alles gezien'.
Jan Smeekens
Dansen op de brug van Avignon door
Ida Vos. Uitgeverij Leopold, Amster
dam. Prijs 24,90.
Thomas en Esther, Esther en Thomas
door Adriaan Venema. Uitgeverij
Van Goor, Amsterdam. Prijs 22,90.
De zee zorgt toch altijd weer voor
verrassingen. De Noordzee is op
sterven na dood. Stormschade van
miljoenen aan onze kust. Een bijna-
olieramp. Maar dan laat ze ons ook
weer ineens wat leuks zien.
Eind maart werden voor de Wal-
cherse kust zo'n 50 dolfijnen gezien!
Het schijnt dat ze wel vaker in de
Noordzee voorkomen, maar dan
toch niet zo zuidelijk. Misschien dat
de haringen hier zo extra lekker wa
ren. Bijzonder was het in ieder geval.
In Westkapelle kregen ze uit zee
iets minder leuks. De nieuwe zeedijk
is alweer een tijd af. Hoger, breder,
sterker dan de oude. Maar ook glad
der. Op de oude dijk groeiden nog
gras en struiken. Dat was net ge
noeg om tegen te houden wat nu
met emmers vol in de huizen kruipt
en tuintjes waait: zout zand. Ze zijn
er niet blij mee, in Westkapelle.
Wind uit zee is ook wel iets om blij
mee te kunnen zijn. Je kunt er ener
gie mee opwekken. Het is goedkoop
en milieuvriendelijk. En dat krijgen
gelukkig meer mensen in de gaten.
Op steeds meer plaatsen zie je wind
molens staan.
Ook op Neeltje Jans schieten ze al
aardig op met de molens naast het
bezoekerscentrum. Wie er langs
komt, moet ook eens aan de andere
kant van de weg kijken. Ze zijn daar
bezig prachtige duintjes te maken!
De eilanden zijn trouwens al hele
maal door de vogels ingenomen.
Vooral meeuwen lijken zich er heer
lijk te voelen. Maar ook scholek
sters, eenden. Eens een verdwaalde
wulp. Er is genoeg te zien.
Geen zee, maar wel nattigheid.
Bij de Philipsdam gaat Rijkswater
staat zes moerasjes maken. Door
het weggraven van zand zullen grote
plassen water ontstaan.
In Zuid-Holland wilden ze dat zand
graag hebben om een weg te bou
wen.. En rijkswaterstaat wou graat
een mooi stuk natuur maken. Dat
kwam dus goed uit.
Er zal riet ingezaaid worden en er
komen eilandjes. In twee van de
nieuwe moerasjes willen ze met klei
steile kanten maken. Zodat er oe
verzwaluwen in kunnen gaan neste
len. Dat kan verder op niet zoveel
plaatsen in Nederland.
Het is de bedoeling dat de moerasjes
volgend jaar al 'vogel-klaar' zijn. Zo
als de plannen er uitzien, zullen het
echte paradijsjes worden.