Je wordt er lekker zelfstandig door
Van kleur naar zwart-wit
Rapport
zonder
saaie
cijfers
Jaarverslag BSO
Kinderen Sluise winkeliers over langere openingstijden
Stripblad HERB groeit te snel
Nekkramp:
snel naar de
dokter kan je
leven redden
WotrtEC APNEF @1990 *HJ
UTRECHT - Neem een kleine jon
gen die het liefst van al zit te neuzen
in de onbegrijpelijke boekjes die zijn
vader van het werk mee naar huis
brengt. Laat hem als hij groot is) di
recteur worden van een bloeiend be
drijf en zorg dat hij dan het beste
met kinderen voor heeft. Tien tegen
één dat dat jongetje op een dag met
iets bijzonders tevoorschijn komt.
Het gaat hier dus over Eckart Wint-
zen. Hij is 51 jaar, directeur van BSO
(Buro voor Systeemontwikkeling)
in Utrecht en liet kort geleden het
jaarverslag van zijn bedrijf zó schrij
ven dat kinderen van tien het snap
pen.
Saaie cijfers
„Een jaarverslag kun je vergelijken
met een schoolrapport", zegt hij.
„Maar dan een dat je over jezelf ge
schreven hebt. Het is ook dikker en
er staan natuurlijk andere dingen
in.
Er staat precies in wat een bedrijf
het jaar daarvoor gedaan heeft. Hoe
veel geld het verdiend heeft, waar
mee het dat verdiend heeft en waar
het dat geld aan uitgegeven heeft.
Alle bedrijven in ons land moeten
dat.
Maar jaarverslagen staan altijd zo
vol moeilijke woorden en saaie cij
fers, dat zelfs veel volwassenen er
geen touw aan vast kunnen knopen.
En als mensen niet snappen wat je
bedoelt, raken ze ook niet in je geïn
teresseerd".
Raad
Toen Eckert Wintzen dat allemaal
voor zichzelf op een rijtje had, wist
hij ook wat hij moest doen: een jaar
verslag schrijven voor kinderen,
want dan snappen volwassenen het
ook.
Nog een reden om het zo te doen,
was dat hij iedereen nu eens duide
lijk kon uitleggen wat zijn bureau
doet: „BSO verkoopt geen machi
nes of zelfs maar een potlood. Bedrij
ven kunnen wel raad vragen hoe
hun personeel beter kan samenwer
ken.
Wat Schiphol aan de telefoons op de
luchthaven moet veranderen, wat
Overtoom moet doen om de maga
zijnen goed gevuld te houden, en
nog veel meer. Leuk werk dus".
Telefoontje
Bij BSO hebben ze er rekening mee
gehouden dat iedereen hun jaarver
slag wil lezen. Het kost niet meer
dan een telefoontje (030-911911).
Voor dat beetje geld krijg je een inte
ressant boek thuis gestuurd dat
mooi gedrukt is, een leerzaam ver
haal bevat van een bekende schrij
ver (Hugo Brandt Corstius) en dat
door Mance Post geïllustreerd werd.
De laatste 28 bladzijden zijn dicht
geplakt: „Niet leuk voor kinderen!"
Wie nog iets over deze Krullebak
wil schrijven, kan dat doen tot en
met woensdag 30 mei. Daarna ma
ken we de krant en kan er niets
meer bij. De redactie.
SLUIS Zijn de winkels straks tot halfzeven
open? Of blijft het bij 'zes uur en geen minuut
langer'? Daarover wordt nog steeds druk gekib
beld.
Grootwinkelbedrijven zijn de klant graag een
half uurtje langer van dienst. Winkelpersoneel
voelt er geen fluit voor.
De kleine winkeliers trouwens ook niet zo. „We
houden nu al geen avond meer over", zeggen ze.
„Een cursus of club begint meestal als wij nog
moeten eten. We zien onze kinderen niet ge
noeg. Straks hebben we helemaal geen leven
meer".
Belgen
In een grensplaats als Sluis trekken ze wel een
beetje hun schouders op over die winkeloorlog.
Maike van Damme (11), Jutta Groosman en
Gerben Ultee (12) moeten er zelfs om lachen.
Hun ouders hebben namelijk een winkel. En in
Sluis gaan de winkels niet precies om zes uur
dicht.
Ver voor de oorlog 1940/45 mocht je er al tot ne
gen uur open zijn. Ook met Kerst, nieuwjaar,
Pasen, Pinksteren, koninginnedag, elke zondag.
Nou ja, altijd open dus. Daar komen vooral veel
Belgen op af.
„Wij snappen niet waar iedereen zich zo over
opwindt", zeggen Maike, Jutta en Gerben. „Ja,
we eten vaak pas om een uur of halfacht avond
eten. Maar daar wen je toch aan?".
„Voor ons is vroeg eten een ramp. Dan heb je
immers nog geen trek. Onze ouders klagen er
ook niet over. Wij vinden die acties maar stom.
Je kiest toch voor dit werk? Dan moetje ook
niet zeuren".
Ze snappen wel dat het voor winkelpersoneel
anders ligt. „Hun loon gaat vast niet omhoog.
Maar als wij veel klanten hebben dan verdienen
we ook veel. Belgen geven ook veel meer uit
dan Nederlanders. Als het mooi is mag het best
duurder zijn".
„Wat Albert Heijn doet vind ik best handig",
zegt Gerben. „Dubbel personeel zoeken en ze
dan om de beurt laten werken. Maar eigenlijk is
het ook weer onzin. Het hoort bij je vak".
Of het nog voordelen heeft als je ouders zoveel
in de winkel staan? Jutta: „Je wordt er lekker
zelfstandig door, prima hoor". Gerben: „Als je
maar wat goeie vrienden hebt". En Maike zegt:
„We hebben het er gewoon voor over. Ik zit er
echt niet mee".
HERB-tekenaars Dennis Minnaard (links) en Luc Oggel: nieuwe figuren zijn in de maak foto Willem Mieras
'S-HEER HENDRIKSKINDE
REN - Het stripblad HERB gaat
het helemaal maken. Daar zijn de
beide tekenaars, Luc Oggel (111 en
Dennis Minnaard (11) uit 's-Heer
Hendrikskinderen, vast van over
tuigd.
Dennis: „Op dit moment hebben
we al 17 abonnees en elke maand
komen er een paar bij". Medestrip
tekenaar Luc grijnst van oor tot
oor. „Het vijfde nummer is nu af en
dit nummer is weer beter en dikker
dan het vorige".
Het stripblad HERB werd geboren
in januari. Dennis: „Luc en ik zijn
fanatieke striptekenaars. In de
kerstvakantie ontstond het idee
een eigen stripblad te maken. Dat
bleek een heidens karwei te zijn,
omdat wij per se in kleur wilden
verschijnen. Pakken met viltstif
ten vlogen er door.
Door de groei van het blad (nu ne
gen pagina's dik) konden we dat
onmogelijk volhouden. Het mei
nummer verschijnt dan ook in
zwart-wit. Dat scheelt uren werk
en een kapitaal aan viltstiften".
Papegaai
Vier figuren spelen in het blad de
hoofdrol. Allereerst is dat Krelis,
een chagrijnige eend. En dan na
tuurlijk Herb, de papegaai. De an
dere twee zijn Jaap, de voetbaltrai
ner en Bertje Wantewever.
In elke aflevering beleven deze
stripfiguren doldwaze dingen.
Luc: „Nieuwe ideeën bedenk ik
's avonds in bed. Samen bespre
ken we dan de nieuwe plannen en
verhalen en gaan vervolgens aan
de slag".
Opvallend is, dat alle figuren van
het mannelijk geslacht zijn. „Bij
mannelijke hoofdpersonen kun je
veel makkelijker de karakters uit
werken", legt Luc uit.
„Bertje Wantewever is een heel
droog studentje, een echte boeken
wurm, een Pietje Precies. Dat ka
rakter kun je heerlijk uittekenen".
Advertenties
Plannen voor de toekomst zijn er
zat. Dennis: „Om uit de kosten te
komen willen we ook advertenties
in het blad opnemen. En natuur
lijk willen we meer abonnees. Nieu
we stripfiguren zijn ook in de
maak".
Wie het wel en wee van Herb op de
voet wil volgen kan bellen met
Dennis of Luc. Het telefoonnum
mer is: 01100-28964 (Dennis) of
01100-20228 (Luc.).
GOES „Je moet heel goed op de
verschijnselen van nekkramp let
ten," zegt epidemioloog Wim Flipse
van de GGD in Goes. „Die zijn hoge
koorts, hoofdpijn, sufheid en overge
ven. Als je dat merkt, moet je met
een naar je huisarts".
In Zeeland komen per jaar ongeveer
15 gevallen van nekkramp voor. Ge
lukkig vrijwel allemaal zonder dode
lijke afloop.
Toch lees je regelmatig in de krant,
dat een middelbare scholier over
lijdt aan nekkramp.
Bacterie
„Het is een ziekte, die veroorzaakt
wordt door een bacterie", legt Flipse
uit. „Die bacterie, meningitits ge
naamd, zit bij de mens in de neus- en
keelholte". Soms heb je die bacterie
bij je, soms ook niet. Als je die bacte
rie hebt, dan wil dat nog niet zeggen,
datje nekkramp krijgt.
Men weet nog niet precies hoe het
komt, dat de bacterie bij de één wel
actief wordt en bij de ander niet.
Antibiotica
„Mogelijk komt het door wat wij in-
fectiedruk noemen", meent Flipse.
„Op scholen en in kazernes heerst
vaak een aantal infectieziekten te
gelijk. Waarschijnlijk activeert die
gelijktijdigheid de nekkrampbacte
rie".
Als de ziekte snel ontdekt wordt,
krijgt de patiënt antibiotica toege
diend, die genezend werkt. Maar als
de bacterie zich al te veel heeft ver
menigvuldigd is nekkramp dode
lijk.
Pijn in je nek
Flipse: „Omdat je je nek niet meer
naar je borst kunt krijgen vanwege
de pijn in je nek, is de ziekte nek
kramp genoemd.
Ook kan je de benen niet meer ge
strekt omhoog krijgen. Je trekt dan
aan je nekspier en dat is zéér pijn
lijk".
Behalve het tijdig signaleren, heeft
Flipse nog een goede raad. „Altijd
goed je handen wassen en bij hoes
ten hand voor de mond!"
Maar dat deden we natuurlijk alle
maal al!