Zo'n plas is meer dan
alleen een drinkbak
Op een onbewoond eiland
Schatten en spoken
Drinkputtenproject voor scholen
lomerkampen voor zeeverkenners
DINSDAG 8 MEI 1990
Een paar jaar terug begon het zo be
scheiden. Een tentoonstelling over
padden, kikkers, slangen en allerlei
ander zwemmend en kruipend ge
dierte.
Het ging ook toen al niet zo goed
met de amfibieën en reptielen. Men
sen vinden dat soort dieren een
jeetje eng. Dus veel kans dat ze hun
aest zouden doen om ze te redden
er niet.
Doel van de tentoonstelling was dus
simpelweg: mensen zo interesseren,
dat ze wél hun best gaan doen om de
amfibieën en reptielen te redden.
Deels is dat gelukt. De belangstel-
ing groeide wat. En de boomkikker
geen onbekende meer. Al zijn er
ig steeds maar heel weinig: ze zijn
er nog.
Drinkputten
Het muisje (salamandertje) van de
Stichting Landschapsverzorging en
het Biologisch Museum heeft intus
sen een flink staartje gekregen.
Omdat veel van die beestjes in of bij
plassen leven, is een drinkputten-
project gestart. De stichting pro
beert zoveel mogelijk putten schoon
en gezond te maken of nieuwe te gra
ven.
Samen met de drinkputtenwerk-
groep van de Zeeuwse Milieu Fede
ratie zijn wat leskisten gemaakt.
Een school adopteert een put en
probeert daar - met de kist - zoveel
mogelijk van te leren:
twee vliegen in een klap.
Er zijn ruim 1000 drinkputten, waar
van er veel in West-Zeeuwsch-
Vlaanderen liggen. Het project is dit
jaar met tien scholen van start ge
gaan. Volgend jaar kunnen er meer
meedoen.
'De Poorte' in Sluis doet ook mee.
Meester Van de Zande: „We gingen
al om de drie jaar boven een sloot
hangen. Een sloot en een put heb
ben veel verwantschap. En het leek
ons leuk om de kinderen te laten
zien dat zo'n plas waar een koe uit
staat te lubberen veel meer waarde
heeft dan een drinkbak alleen. Er
zijn er hier ook nogal wat in de
buurt.
De binnenleskist was al heel leuk.
En 2 april zijn we met Jac. Herman
van 'tDuumpje naar onze put ge
weest. Het is al een hele oude, van
1614. Uit de tijd van prins Maurits.
Alles was nog heel kaal, dat zal nu al
wel anders zijn. Maar, we vonden
toch zelfs al kikkervisjes. Straks ho
pen we ook salamanders te vinden
en gaan we plankton bekijken.
De kinderen vinden het hartstikke
leuk. Vorige week: "Hoi, de blauwe
buitenkist is er! Wanneer gaan we?"
Nog even jongens. Er moet ook wat
anders gedaan worden..."
Sluise scholieren adopteren drinkput: Hoi, de blauwe buitenkist is er! Wanneer gaan we? (foto Camïle Schel-
straete
.Alle andere terreinen van Scouting
Nederland zijn aan de wal. Dit is het
enige terrein op een eiland en dat
maakt het wel avontuurlijk en span
nend", zegt Theo Scheele uit Mid
delburg.
Hij doelt op het 80 ha grote eiland
'Dwars in de weg' dat voor de haven
van Brouwershaven in de Grevelin-
gen ligt. Al vanaf 1983 is hij in de
weer geweest om een kampeerter
rein voor de zomerkampen van de
zeeverkenners op 'Dwars in de weg
te verkrijgen.
En na 7 jaar ploeteren is het einde
lijk zover", vertelt Scheele. „Op 12
mei wordt het terrein officieel ge
opend door de burgemeester van
Brouwershaven".
In Zeeland zijn 12 groepen zeever
kenners in de leeftijd van 11 tot 18
jaar. Meisjes en jongens. Tussen Pa
sen en Pinksteren gaan ze te water
en leren dan zeilen en roeien. Het zo
merkamp is elk jaar het hoogtepunt
voor de zeeverkenners.
Geen elektriciteit
Scheele: „Het kamperen gebeurt al
lemaal heel primitief. We hebben op
'Dwars in de weg' een gebied van 4,5
ha gekregen. Daar hebben we drie
kampeerveldjes, een toiletgebouw
en een aanlegsteiger voor de vletten
van de zeeverkenners gerealiseerd".
Er is geen elektriciteit en geen wa
terleiding. Elke dag moet er met de
vlet water gehaald worden in Brou
wershaven. Van palen bouwen de
verkenners zelf een keukentje, ruwe
banken en tafels.
„Een zomerkamp duurt 10 tot 14 da
gen en er mogen niet meer dan 60
kampeerders tegelijk op het eiland
zijn", vertelt Scheele.
„Voor de komende zomer zijn al 7
weken volgeboekt! We verwachten
ook veel buitenlandse groepen".
De kampen moeten 'self supporting'
zijn. Ze moeten hun kamp zo inrich
ten, dat het tegen elk weertype be
stand is. Op het programma staat
veel spel zoals voetbal en volleybal.
Scheele: „En er zijn ook speurtoch
ten op het water, waarbij de zeever
kenners met behulp van het kompas
en waterkaarten de juiste route
moeten vinden. Lekker spannend!"
Het enige wat ze tenslotte ontdekten was een hoop paardevijgen.
(Klokslag twaalf en andere verhalen)
„Wie droomt er niet eens van
plotselinge rijkdom?"
Met die vraag overvalt Otfried
Preussler je al meteen in het eer
ste verhaal van Klokslag twaalf
en andere verhalen. En nog voor
je beseft, dat hij tegen jou heeft,
geeft hij zelf antwoord: „Iedereen
waarschijnlijk wel".
Maar pas op, geluk is grillig; en
rijkdom, gierigheid, hebzucht
ook liggen zo dichtbij elkaar dat
menigeen er een onzalig einde
aan te wijten heeft. Talloze mooie
meisjes, jonge boerenknechten
en late wandelaars, maar ook be
roemde mannen als Doctor Jo
hannes Faustus, Paracelsus en
keizer Rudolf II van Habsburg
kunnen daar over meepraten
Zouden je misschien zelfs wel wil
len waarschuwen niet naar ver
duveld mooie praatjes te luiste
ren... als ze niet al lang in het hier
namaals verkeerden.
Maar je weet, daar is nog nooit ie
mand van teruggekomen - al be
weren sommige dat de gestorve
nen regelmatig (en altijd om
twaalf uur 's nachts) uit hun gra
ven opstaan en in grote scharen
ter kerke trekken.
Hoe Otfried Preussler dan zo
goed op de hoogte kan zijn van al
die geschiedenissen uit een ver
verleden toen schatgraven een
koud kunstje was? „Ik heb het
toevallig van mijn overgrootva
der gehoord", is alles wat hij er
over los wil laten.
Het is ook onbelangrijk natuur
lijk, want wat telt is dat de 39 ver
halen allemaal spannend zijn,
soms hartverscheurend, vaak
grappig en een enkele keer heel
romantisch. Ze staan in het mooi
uitgevoerde boek met tekenin
gen van Willemien Min in drie
groepen bij elkaar: dertien verha
len over schatten en hun bewaar
ders, dertien over heksen en tove
naars, en dertien over arme zielen
en allerhande spooksels.
'Klokslag twaalf en andere verhalen'
(209 pag.) wordt uitgegeven door Lem-
niscaat, kost 29.50 en is het derde
deel van een bijzondere serie met
volksverhalen. Eerder verschenen
'Het keteldier' van Anke de Vries en
'De windadelaar' door Joseph Bru-
chac.
Grieke mythen
Griekse mythen en sagen verteld
voor kinderen zul je met moeite
vinden. En als je na lang zoeken
dan toch zo'n boek gevonden
hebt, blijkt dat ze zo overdadig
mooi opgeschreven werden dat ze
absoluut niet leuk meer zijn.
Maar dat probleem is uit de we
reld.
Anthony Horowitz koos voor zijn
bundel De honden van Aktaioon
zestien verhalen die zich in Grie
kenland afspelen, over goden
gaan, over onverschrokken hel
den, het ontstaan van de wereld
en het leven op aarde. Ze zijn alle
maal meer dan drieduizend jaar
oud, maar hij vertelt ze alsof hij ze
zelfbedacht heeft.
Soms laat hij weg wat overbodig
is of te langdradig. Een enkel
mooi-maar-te-kort verhaal
maakt hij nog mooier door er juist
dingen bij te verzinnen. Charon
(de oude veerman van het doden
rijk) heeft bij hem een bril op, een
tot op de draad versleten grijze
jas aan en hij draagt wollen hand
schoenen zonder vingers. En Pan
dora (dochter van de ongelukkige
Prometheus, neef van oppergod
Zeus) krijgt een fraaie doos ca
deau waar ze alles uit laat ont
snappen wat óns leven vandaag
de dag zo moeilijk maakt: slopen
de arbeid, ouderdom, onrecht,
oorlog, maar ook seksisme, com
munisme, toerisme, winkeldief
stal, jeugdpuistjes, verkeersop
stoppingen, moderne bouwkun
de, hamburgertenten, dolfina
riums, kleur- en smaakstoffen en
nog veel, veel meer.
'De honden van Aktaioon' (159 pag.)
werd geïllustreerd door Francis Mos-
ley, kost 25,95 en is verschenen bij
Facet, Antwerpen.
%Jan Smeekens
HAHAMN >gj
;.>e Bent in beeld\
VANAF NU BEWAAK/
K. DEZE STRIP
'£TIS UIT /MET 06^
FLAUWEKUL'