De scheids kan ook scoren
Als het maar beer is
Verbod op
leegroven
Zuidpool
Jurgen Agterhuis uit Sluiskil de jongste
Pauline van den Noord gek van knuffeldieren
Expositie
laat iedere
bezoeker zijn
jeugd zien
11E JAARGANG - NUMMER 5- DINSDAG 14 MEI 1991
uxsure* fifnep &tggi
Jurgen Agterhuis
(foto Camïlle Schelstraete)
SLUISKIL „Een gele of rode kaart trekken bij
de jeugd, dat kan niet. Wel iemand voor 5 minu
ten eruit sturen of bij een zware overtreding de
hele wedstrijd eruit", zegt Jurgen Agterhuis uit
Sluiskil. Hij is met z'n zestien jaar de jongste
voetbalscheidsrechter in Nederland.
„In januari ben ik op cursus gegaan in Biervliet",
vertelt Jurgen. „Het was een cursus theorie. Ik
vond het leren van al die spelregels niet zo moei
lijk". Hij deed schriftelijk examen en hij slaagde
met een prima resultaat: 36 van de 40 vragen
goed.
Jurgen: „Daarna moest ik praktijkexamen doen.
Twee wedstrijden bij de C-jeugd, (12 tot 14 jaar)
fluiten. Ik werd beoordeeld door een speciale rap
porteur van de KNVB.
Na een paar dagen van spannend afwachten
kreeg Jurgen bericht, dat hij geslaagd was. Op 9
april was de diploma uitreiking.
„Dat was een paar dagen voordat ik zestien
werd", zegt Jurgen, „en de minimum leeftijd voor
scheidsrechters is zestien, dus ik ben echt wel de
jongste"!
Hij heeft inmiddels al twee officiële wedstrijden
gefloten.
Kampioen
Het volgend voetbalseizoen gaat hij echt mee
draaien. Hij fluit dan wedstrijden bij de C- en B-
jeugd op zaterdagmorgen. „Van elke wedstrijd
wordt een rapport gemaakt en als je dan na een
jaar een bepaald aantal goeie hebt, mag je een
niveau hoger fluiten", legt Jurgen uit.
Natuurlijk is Jurgen zelf ook een enthousiast
voetballer. Hij speelt bij Sluiskil BI in de spits.
Jurgen: „Ik heb dit seizoen al 17 goals gescoord
en ons elftal is kampioen geworden. Volgend jaar
speel ik in de A-junioren".
En omdat die hun wedstrijden 's middags spelen,
kan Jurgen zijn beide hobby's mooi combineren:
's ochtends fluiten en 's middags zelf spelen.
„Ik ben niet zo'n type scheidsrechter, die meteen
fluit", meent Jurgen. „Ik laat liever een beetje
doorvoetballen. Maar als het moet, grijp ik reso
luut in!"
Onderzoeker terug
YERSEKE - Ad Huiskes werkte vier
maanden op de Zuidpool. Nu is hij
weer thuis in Yerseke. Met nog twee
andere Zeeuwen deed hij onderzoek
naar plantjes. Een vreemde klus.
„Inderdaad," zegt Ad. „De Zuidpool
(Antarctica) is zo groot als heel Eu
ropa en Noord-Afrika. Maar er
woont niemand. Er zitten nu zo'n
1200 onderzoekers uit 27 verschil
lende landen. Deze groep landen
zorgt voor Antarctica. Ook Neder
land hoort daarbij. Wij maken ons
vooral druk om de bescherming' van
het milieu van Antarctica."
-Hoe is het op Antarctica?
„Het is er opvallend schoon. Dat
komt vooral door de acties van
Greenpeace. Het gekke is dat we
geen zieken hadden. Behalve toen er
een schip met rijke Amerikaanse
toeristen langskwam. Toen werden
we verkouden en kregen griep. Het
is ver van de bewoonde wereld. We
wisten eerst niet dat de Golfoorlog
begonnen was."
Pinguins
-Is het gevaarlijk werk?
„Voor mijn onderzoek moest ik vaak
varen met een rubberen bootje. Ik
had wel eens spelende walvissen on
der m'n bootje. Gelukkig viel ik niet
in het ijskoude water. Zeeluipaar
den en pelsroggen kunnen je boot
kapotbijten. Skua's (roofmeeuwen)
kunnen in je hoofd pikken.
Het grootste gevaar is het ijs. Dat
kan scheuren en breken. Gelukkig
wonen er geen ijsberen op de Zuid
pool. Wel veel pinguins."
-Hoe ging dat met je onderzoek?
„In Yerseke werk ik bij het Delta In
stituut. Wij doen veel wetenschap
pelijk onderzoek naar de invloed
van de zee op het land. In Antarctica
hebben we met z'n drieën zo'n 120
soorten korstmossen onderzocht.
We keken bijvoorbeeld hoe ze
groeien in pinguinmest.
Nieuw verdrag
Onlangs hebben de landen van An
tarctica een nieuw verdrag gesloten:
je mag niet in de grond zoeken en er
niks uithalen. Dit om leegroven te
voorkomen. Ad: „Nu is dat boren in
de grond wel een zware klus. Je moet
eerst door 4 km ijs heen!"
is mijn favoriet (foto Oscar van Beest)
Pauline van den Noord:
VLISSINGEN De Vlissingse
Pauline van den Noord (11) doet
het met beren. Ze heeft een specia
le berenkast. En al haar (82) knuf
felbeesten hebben een naam. Maar
ook de rest van haar kamertje ligt
vol met berenspul. Zoals knopen,
berenpotloden, berengum plus be
renslijper, berensokken, beren
baddoeken, berenspaarpot, beren
bellen, berenbeeldjes, boeken en
plaatjes van beren. Niet omdat het
nu een rage is, zij vond beren al
lang beregoed.
„Ik doe het nu vijf jaar", vertelt
Pauline. „Toen kreeg ik Pimpe
loen. Dat is echt mijn nummer één.
Hij is een kruising van een bruine
beer met een panda. Wel een beetje
een waterhoofd. Zijn oor is ook he
lemaal afgekloven, dat heb ik met
duimen gedaan. Gelukkig houdt
het nog, en anders naai ik het maar
weer".
Pauline gaat nooit de deur uit zon
der tenminste één beer op zak.
Meestal is kleine Hansa de bof
kont, want die past overal in. Maar
Pimpeloen, Bram, Bob, Stijfje of
Coraaltje mogen ook geregeld
mee.
Koppen eruit
Pauline is ook vaste gast bij de
jaarlijkse berenwedstrijd in Artis:
„Dat vond ik verschrikkelijk leuk.
Er zijn berendokters en beren
broodjes en andere berekinderen.
Iedereen zet een beer neer en het
publiek mag stemmen. Ik draag
mijn beren dan in een berenrug
zak. Natuurlijk met hun koppen
eruit, zodat ze wat kunnen zien.
Er komen ook volwassenen met
hun troetelberen. Ik vind het al
leen niet leuk als die een nieuw ge
kochte superbeer meebrengen.
Het moet echt de liefste zijn, voor
mijn part met een naadje los. Je
gaat niet om te winnen, maar voor
je beer".
Er is nu ook een gloednieuw tijd
schrift voor berenlovers. Het 'Beer-
bericht' verschijnt 4 keer per jaar.
Voor abonnees kost het 7,50 via
de boekhandel ƒ8,95. Beer Bericht
beschrijft hoe je een berentaart
bakt (niet eens met honing), waar
berenpicknicks zijn, waar beren
vandaan komen (natuur) en waar
ze naar toe gaan (verzamelaars).
Zo ging in Engeland een knuffel
beer voor 180 duizend gulden naar
een andere baas.
Pauline: „Ik zou mijn beren niet
willen missen. Je kunt er je verhaal
aan kwijt. Als je iets stoms doet of
zo, of als er iets verdrietigs is. Dat
helpt gewoon". Eigenlijk is Pauli
ne een berenspecialiste. Zelfs haar
project voor school ging over Azia
ten, brilstaarten, nou ja, over be
ren dus.
DEN HAAG - „Helaas hebben we
nog geen Jeugdmuseum in Neder
land. Daarom is, met steun van het
ministerie van WVC, de Stichting-
Nederlands Jeugdmuseum opge
richt", vertelt Klaartje Schweizer.
Als eerste stap op weg naar een
Jeugdmuseum heeft zij de tentoon
stelling: Van de straat150 jaar
jeugdcultuur in Nederland" samen
gesteld.
De tentoonstelling is te zien in het
Museon in Den Haag. Klaartje: „Ik
ben in november '89 met de samen
stelling begonnen. Heel veel lezen,
met mensen praten en op onderzoek
uitgaan. Ik heb er anderhalfjaar aan
gewerkt".
Drank
Het doel van de tentoonstelling is
een overzicht te geven hoe jongeren
hun vrije tijd met elkaar hebben
doorgebracht. Hoe was het toen en
hoe is het nu.
Voor de tweede wereldoorlog waren
de zuilen en het geloof heel belang
rijk. Klaartje: „De jeugdbewegingen
hielden zich toen bezig met drank
bestrijding en anti-militarisme.
Vriendschap en kameraadschap
stonden hoog in het vaandel".
Bekende jeugdorganisaties uit die
tijd zijn de padvinderij, de Arbeiders
Jeugd Centrale (AJC), de jeugdbond
voor Natuurstudie en de RK meis
jesbeweging 'De Graal".
Nozems
„In de oorlog lag het jeugdwerk bij
na helemaal stil", zegt Klaartje,
„maar daarna is er een geweldige
opleving gekomen. We zien de rock
'n roll, popmuziek en de nozems. De
straat wordt de plek, waar de pro
vo's, de hippies en de studenten el
kaar ontmoeten". De tentoonstel
ling is zeer sfeervol samengesteld en
er is enorm veel te zien. Zo'n 400 fo
to's, vaandels vlaggen en affiches,
een unieke kampeeruitrusting uit
1928 en de meiboom.
„Ik vind de ingerichte kamer van
een tienermeisje uit 1962 en die van
een punkjongen uit 1979 het leuk
ste", meent Klaartje. De belangstel
ling voor de expositie is heel groot
en ook de waardering. Klaartje:
„Dat komt vooral ook, omdat iedere
bezoeker zijn eigen jeugd weer terug
ziet!".